← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind of aan zijn partner "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind of aan zijn partner | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind of aan zijn partner |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het | 21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in | koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in |
uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van |
een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening | een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening |
van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind | van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind |
of aan zijn partner | of aan zijn partner |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 15, § 3, | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 15, § 3, |
vervangen bij het koninklijk besluit nr. 74 van 10 november 1967, en | vervangen bij het koninklijk besluit nr. 74 van 10 november 1967, en |
artikel 15, § 4, 5°, ingevoegd bij de wet van 23 december 2009; | artikel 15, § 4, 5°, ingevoegd bij de wet van 23 december 2009; |
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen | Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen |
reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli | reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli |
1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; | 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; |
Gelet op de adviezen van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal | Gelet op de adviezen van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal |
statuut der zelfstandigen, gegeven op 23 april en op 25 juni 2009; | statuut der zelfstandigen, gegeven op 23 april en op 25 juni 2009; |
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 | Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 |
september 2009; | september 2009; |
Gelet op het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op | Gelet op het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op |
25 november 2009; | 25 november 2009; |
Gelet op het advies 47.652/1 van de Raad van State, gegeven op 14 | Gelet op het advies 47.652/1 van de Raad van State, gegeven op 14 |
januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen en de Minister van |
Sociale Zaken, | Sociale Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende |
algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van | algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van |
27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der | 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der |
zelfstandigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, | zelfstandigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, |
wordt artikel 50, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, | wordt artikel 50, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, |
aangevuld met paragrafen 2 en 3 luidende als volgt : | aangevuld met paragrafen 2 en 3 luidende als volgt : |
« § 2. De zelfstandigen die de ouders zijn van een kind dat getroffen | « § 2. De zelfstandigen die de ouders zijn van een kind dat getroffen |
is door een ernstige aandoening zijn eveneens geen enkele bijdrage | is door een ernstige aandoening zijn eveneens geen enkele bijdrage |
verschuldigd voor het kwartaal dat volgt op het begin van de | verschuldigd voor het kwartaal dat volgt op het begin van de |
stopzetting van de beroepsactiviteit, op voorwaarde dat de volgende | stopzetting van de beroepsactiviteit, op voorwaarde dat de volgende |
cumulatieve voorwaarden vervuld zijn : | cumulatieve voorwaarden vervuld zijn : |
1° de bijdrage die wordt beoogd is de bijdrage die de zelfstandige | 1° de bijdrage die wordt beoogd is de bijdrage die de zelfstandige |
verschuldigd is krachtens de artikelen 12, § 1, 12 § 1ter of 13bis, § | verschuldigd is krachtens de artikelen 12, § 1, 12 § 1ter of 13bis, § |
2, 1° of 2° van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 | 2, 1° of 2° van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 |
houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; | houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; |
2° de zelfstandige die wordt beoogd moet aan het sociaal | 2° de zelfstandige die wordt beoogd moet aan het sociaal |
verzekeringsfonds waarbij hij aangesloten is voor het einde van het | verzekeringsfonds waarbij hij aangesloten is voor het einde van het |
kwartaal waarvoor de bijdrage is verschuldigd, via een ter post | kwartaal waarvoor de bijdrage is verschuldigd, via een ter post |
aangetekende brief of door neerlegging van een verzoek ter plaatse | aangetekende brief of door neerlegging van een verzoek ter plaatse |
tegen ontvangstbewijs, een medisch attest dat de ernst van de | tegen ontvangstbewijs, een medisch attest dat de ernst van de |
aandoening bevestigt, overmaken. Wordt beschouwd als ernstige ziekte, | aandoening bevestigt, overmaken. Wordt beschouwd als ernstige ziekte, |
elke medische aandoening of ingreep die door de arts van het kind als | elke medische aandoening of ingreep die door de arts van het kind als |
ernstig beschouwd wordt en waarvoor de arts meent dat elke vorm van | ernstig beschouwd wordt en waarvoor de arts meent dat elke vorm van |
bijstand van het gezin van de zelfstandige nodig is voor het herstel | bijstand van het gezin van de zelfstandige nodig is voor het herstel |
van het kind; | van het kind; |
Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit onderbreekt voor | Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit onderbreekt voor |
een periode die korter is dan een volledig kwartaal, verhindert de | een periode die korter is dan een volledig kwartaal, verhindert de |
mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het betreffende kwartaal | mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het betreffende kwartaal |
niet; | niet; |
3° de ernstige aandoening moet de stopzetting van de beroepsactiviteit | 3° de ernstige aandoening moet de stopzetting van de beroepsactiviteit |
van de zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot | van de zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot |
gevolg hebben. | gevolg hebben. |
De zelfstandige dient bij het medisch attest een verklaring op eer te | De zelfstandige dient bij het medisch attest een verklaring op eer te |
voegen, dat hij zijn activiteit gedurende minimum 4 weken heeft | voegen, dat hij zijn activiteit gedurende minimum 4 weken heeft |
stopgezet of zal stopzetten; | stopgezet of zal stopzetten; |
4° het kind dat getroffen is door de ernstige aandoening is het kind | 4° het kind dat getroffen is door de ernstige aandoening is het kind |
van de zelfstandige of van zijn partner. Het kind is rechtgevend op | van de zelfstandige of van zijn partner. Het kind is rechtgevend op |
kinderbijslag en maakt deel uit van het gezin van de zelfstandige. | kinderbijslag en maakt deel uit van het gezin van de zelfstandige. |
De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de | De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de |
zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 | zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 |
november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt | november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt |
werkelijk deel uit van zijn gezin; | werkelijk deel uit van zijn gezin; |
5° de zelfstandige kan slechts éénmaal genieten van deze maatregel | 5° de zelfstandige kan slechts éénmaal genieten van deze maatregel |
voor hetzelfde kind. » | voor hetzelfde kind. » |
§ 3. De zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd | § 3. De zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd |
wanneer zij hun beroepsactiviteit onderbreken onder de voorwaarden van | wanneer zij hun beroepsactiviteit onderbreken onder de voorwaarden van |
het koninklijk besluit van 22 januari 2010 houdende toekenning van een | het koninklijk besluit van 22 januari 2010 houdende toekenning van een |
uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn | uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn |
activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aan | activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aan |
zijn partner en dit voor het kwartaal volgend op het begin van de | zijn partner en dit voor het kwartaal volgend op het begin van de |
onderbreking van de beroepsactiviteit. | onderbreking van de beroepsactiviteit. |
Om te kunnen genieten van de hiervoor vermelde maatregel, moeten de | Om te kunnen genieten van de hiervoor vermelde maatregel, moeten de |
palliatieve zorgen de stopzetting van de beroepsactiviteit van de | palliatieve zorgen de stopzetting van de beroepsactiviteit van de |
zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot gevolg | zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot gevolg |
hebben. Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit | hebben. Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit |
onderbreekt voor een periode die korter is dan een volledig kwartaal, | onderbreekt voor een periode die korter is dan een volledig kwartaal, |
verhindert de mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het | verhindert de mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het |
betreffende kwartaal niet. | betreffende kwartaal niet. |
De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de | De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de |
zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 | zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 |
november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt | november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt |
werkelijk deel uit van zijn gezin. | werkelijk deel uit van zijn gezin. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van de |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van de |
inwerkingtreding van artikel 82 van de programmawet van 23 december | inwerkingtreding van artikel 82 van de programmawet van 23 december |
2009. | 2009. |
Art. 3.De Minister bevoegd voor Zelfstandigen is belast met de |
Art. 3.De Minister bevoegd voor Zelfstandigen is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 21 februari 2010. | Gegeven te Brussel, 21 februari 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
De Minister van Zelfstandigen, | De Minister van Zelfstandigen, |
Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |