Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 21/12/2006
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer "
Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de 21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de
beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten
op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus
en begrafenisondernemer en begrafenisondernemer
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het
zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid de artikelen 3 en 5, zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid de artikelen 3 en 5,
gewijzigd bij de wetten van 16 januari 2003, 11 mei 2003 en 22 gewijzigd bij de wetten van 16 januari 2003, 11 mei 2003 en 22
december 2003; december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van
de voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de de voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de
ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november
1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van
de voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker de voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker
in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober
1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988; 1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van
de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in
tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978; ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van
de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van
de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de
Kleine en Middelgrote Ondernemingen, gegeven op 14 september 2006; Kleine en Middelgrote Ondernemingen, gegeven op 14 september 2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22
september 2006; september 2006;
Gelet op advies 41.567/1, 41.568/1, 41.569/1 van de Raad van State, Gelet op advies 41.567/1, 41.568/1, 41.569/1 van de Raad van State,
gegeven op 16 november 2006; gegeven op 16 november 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Landbouw, Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Landbouw,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Titel I. - Definities en algemene bepalingen Titel I. - Definities en algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit worden als akten

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit worden als akten

beschouwd, ieder document dat wordt gebruikt om het slagen in een beschouwd, ieder document dat wordt gebruikt om het slagen in een
proef of het beëindigen met vrucht van gevolgde studies of een proef of het beëindigen met vrucht van gevolgde studies of een
opleiding gedurende een door de akte vermelde periode te bevestigen. opleiding gedurende een door de akte vermelde periode te bevestigen.
Voor de toepassing van dit besluit zijn geen akten, de documenten Voor de toepassing van dit besluit zijn geen akten, de documenten
uitgereikt in : uitgereikt in :
1° het buitengewoon onderwijs van de opleidingsvormen 1 en 2, in de 1° het buitengewoon onderwijs van de opleidingsvormen 1 en 2, in de
Vlaamse Gemeenschap; Vlaamse Gemeenschap;
2° « l'enseignement spécialisé » van de opleidingsvormen 1 en 2, in de 2° « l'enseignement spécialisé » van de opleidingsvormen 1 en 2, in de
Franse Gemeenschap; Franse Gemeenschap;
3° « die Sonderbildung » van de opleidingsvormen 1 en 2, in de 3° « die Sonderbildung » van de opleidingsvormen 1 en 2, in de
Duitstalige Gemeenschap. Duitstalige Gemeenschap.

Art. 2.Iedere kleine en middelgrote onderneming, natuurlijke persoon

Art. 2.Iedere kleine en middelgrote onderneming, natuurlijke persoon

of rechtspersoon, die door dit besluit beoogde activiteiten gewoonlijk of rechtspersoon, die door dit besluit beoogde activiteiten gewoonlijk
en zelfstandig als hoofd- of als nevenberoep wil uitoefenen, moet en zelfstandig als hoofd- of als nevenberoep wil uitoefenen, moet
bewijzen te beschikken over de in dit besluit vastgestelde bewijzen te beschikken over de in dit besluit vastgestelde
beroepsbekwaamheid. beroepsbekwaamheid.

Art. 3.§ 1. De beroepsbekwaamheid wordt bewezen met :

Art. 3.§ 1. De beroepsbekwaamheid wordt bewezen met :

1° de akten vermeld in dit besluit; 1° de akten vermeld in dit besluit;
2° of met een niet in dit besluit vermelde akte wanneer de Minister 2° of met een niet in dit besluit vermelde akte wanneer de Minister
bevoegd voor de Middenstand, na onderzoek van de leerinhoud, vaststelt bevoegd voor de Middenstand, na onderzoek van de leerinhoud, vaststelt
dat de bevestigde opleiding overeenstemt met de eisen van dit besluit; dat de bevestigde opleiding overeenstemt met de eisen van dit besluit;
3° of met een verklaring van verrichte werkzaamheden en opleiding, 3° of met een verklaring van verrichte werkzaamheden en opleiding,
uitgereikt door een andere lidstaat van de Europese Unie, in uitgereikt door een andere lidstaat van de Europese Unie, in
overeenstemming met de richtlijnen van de Raad en het Parlement van de overeenstemming met de richtlijnen van de Raad en het Parlement van de
Europese Unie; Europese Unie;
4° of met een praktijkervaring in de betrokken activiteit in volgende 4° of met een praktijkervaring in de betrokken activiteit in volgende
hoedanigheden of combinaties : hoedanigheden of combinaties :
a) geschoolde arbeider in de zin van de van toepassing zijnde a) geschoolde arbeider in de zin van de van toepassing zijnde
collectieve arbeidsovereenkomst, bediende in een leidende of collectieve arbeidsovereenkomst, bediende in een leidende of
technische functie of zelfstandige helper in de zin van de regelingen technische functie of zelfstandige helper in de zin van de regelingen
inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen; inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen;
b) zelfstandig ondernemingshoofd; b) zelfstandig ondernemingshoofd;
c) bedrijfsleider zonder arbeidsovereenkomst. c) bedrijfsleider zonder arbeidsovereenkomst.
§ 2. Indien de praktijkervaring als hoofdberoep werd verworven of § 2. Indien de praktijkervaring als hoofdberoep werd verworven of
voltijds en effectief werd gepresteerd, duurt ze : voltijds en effectief werd gepresteerd, duurt ze :
1° vijf jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van opticien en 1° vijf jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van opticien en
dentaaltechnicus; dentaaltechnicus;
2° drie jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheid van 2° drie jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e); schoonheidsspecialist(e);
3° twee jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van 3° twee jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van
kapper/kapster en begrafenisondernemer; kapper/kapster en begrafenisondernemer;
4° één jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van 4° één jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van
voetverzorg(st)er en masseur/masseuse. voetverzorg(st)er en masseur/masseuse.
Indien ze als nevenberoep of deeltijds werd verworven, duurt ze : Indien ze als nevenberoep of deeltijds werd verworven, duurt ze :
1° acht jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van opticien en 1° acht jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van opticien en
dentaaltechnicus; dentaaltechnicus;
2° vijf jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheid van 2° vijf jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e); schoonheidsspecialist(e);
3° drie jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van 3° drie jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van
kapper/kapster en begrafenisondernemer; kapper/kapster en begrafenisondernemer;
4° twee jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van 4° twee jaar voor wat betreft de beroepswerkzaamheden van
voetverzorg(st)er en masseur/masseuse. voetverzorg(st)er en masseur/masseuse.
§ 3. Een praktijkervaring kan in de volgende omstandigheden niet in § 3. Een praktijkervaring kan in de volgende omstandigheden niet in
aanmerking worden genomen : aanmerking worden genomen :
1° wanneer ze werd verworven met overtreding van de bepalingen van de 1° wanneer ze werd verworven met overtreding van de bepalingen van de
programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig
ondernemerschap; ondernemerschap;
2° wanneer ze werd verricht vóór de achttiende verjaardag; 2° wanneer ze werd verricht vóór de achttiende verjaardag;
3° wanneer ze buiten de periode van vijftien jaar valt, die de 3° wanneer ze buiten de periode van vijftien jaar valt, die de
aanvraag om inschrijving als handelaar of ambachtsman in de aanvraag om inschrijving als handelaar of ambachtsman in de
Kruispuntbank van Ondernemingen, voorafgaat. Kruispuntbank van Ondernemingen, voorafgaat.
§ 4. Een loontrekkende praktijkervaring wordt bewezen met volgende § 4. Een loontrekkende praktijkervaring wordt bewezen met volgende
documenten of registraties : documenten of registraties :
1° ieder document of registratie, gedaan in het kader van de 1° ieder document of registratie, gedaan in het kader van de
regelingen inzake de sociale zekerheid, en uitgereikt of meegedeeld regelingen inzake de sociale zekerheid, en uitgereikt of meegedeeld
door een openbare dienst, of een instelling die werd belast met een door een openbare dienst, of een instelling die werd belast met een
openbare dienst, waarmee worden bevestigd : openbare dienst, waarmee worden bevestigd :
a) de identiteit van de werkgever en van de werknemer; a) de identiteit van de werkgever en van de werknemer;
b) de begin- en de einddatum van de praktijkervaring; b) de begin- en de einddatum van de praktijkervaring;
c) eventueel de aard van de praktijkervaring; c) eventueel de aard van de praktijkervaring;
d) het tewerkstellingspercentage; d) het tewerkstellingspercentage;
2° wanneer het in 1° bedoelde document of de registratie onvoldoende 2° wanneer het in 1° bedoelde document of de registratie onvoldoende
gegevens bevat over de aard van de activiteit : een getuigschrift van gegevens bevat over de aard van de activiteit : een getuigschrift van
de werkgever dat nauwkeurig de uitgevoerde taken en de bevoegdheden de werkgever dat nauwkeurig de uitgevoerde taken en de bevoegdheden
vermeldt. vermeldt.
§ 5. Een praktijkervaring van zelfstandig ondernemingshoofd wordt § 5. Een praktijkervaring van zelfstandig ondernemingshoofd wordt
bewezen met volgende documenten of registraties : bewezen met volgende documenten of registraties :
1° de inschrijving als handelaar of ambachtsman in de Kruispuntbank 1° de inschrijving als handelaar of ambachtsman in de Kruispuntbank
van Ondernemingen; van Ondernemingen;
2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale 2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale
verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum en de verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum en de
uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt. uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt.
§ 6. Een praktijkervaring van bedrijfsleider zonder § 6. Een praktijkervaring van bedrijfsleider zonder
arbeidsovereenkomst, wordt bewezen met volgende documenten of arbeidsovereenkomst, wordt bewezen met volgende documenten of
registraties : registraties :
1° de benoeming, zoals bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch 1° de benoeming, zoals bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch
Staatsblad ; Staatsblad ;
2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale 2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale
verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum en de verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum en de
uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt. uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt.
§ 7. Een praktijkervaring van zelfstandig helper wordt bewezen met § 7. Een praktijkervaring van zelfstandig helper wordt bewezen met
volgende documenten of registraties : volgende documenten of registraties :
1° een getuigschrift van het zelfstandig ondernemingshoofd, dat 1° een getuigschrift van het zelfstandig ondernemingshoofd, dat
nauwkeurig de uitgevoerde taken, de bevoegdheden en de begin- en nauwkeurig de uitgevoerde taken, de bevoegdheden en de begin- en
einddatum ervan bevestigt; einddatum ervan bevestigt;
2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale 2° samen met een bewijs van aansluiting bij een sociale
verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en de einddatum en de verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en de einddatum en de
uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt. uitoefening als hoofd- of als nevenberoep bevestigt.
TITEL II. - De activiteiten en de beroepsbekwaamheden TITEL II. - De activiteiten en de beroepsbekwaamheden
HOOFDSTUK I. - Kapper/kapster HOOFDSTUK I. - Kapper/kapster

Art. 4.Onder activiteiten van kapper/kapster moet voor de toepassing

Art. 4.Onder activiteiten van kapper/kapster moet voor de toepassing

van dit besluit het verzorgen van het hoofdhaar worden verstaan, van dit besluit het verzorgen van het hoofdhaar worden verstaan,
alleen om het uiterlijk van de mens in stand te houden of mooier te alleen om het uiterlijk van de mens in stand te houden of mooier te
maken. maken.

Art. 5.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 5.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van kapper/kapster bestaat uit het volgende : van kapper/kapster bestaat uit het volgende :
1° goede kennis van hygiënemaatregelen, de structuur van de hoofdhuid, 1° goede kennis van hygiënemaatregelen, de structuur van de hoofdhuid,
de vorm, het pigment en het gedrag van het hoofdhaar, de allergieën en de vorm, het pigment en het gedrag van het hoofdhaar, de allergieën en
het gebruik van in een kapsalon gebruikelijke chemische producten en het gebruik van in een kapsalon gebruikelijke chemische producten en
de te nemen voorzorgen; de te nemen voorzorgen;
2° het kunnen toepassen van alle gebruikelijke technieken voor het 2° het kunnen toepassen van alle gebruikelijke technieken voor het
behandelen van heren- en dameskapsels. behandelen van heren- en dameskapsels.

Art. 6.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 6.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid van kapper of kapster : beroepsbekwaamheid van kapper of kapster :
1° de akten met betrekking op haarverzorging, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op haarverzorging, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede
jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs; e) het hoger onderwijs;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 5; beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 5;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van kapper/kapster, uitgereikt in overeenstemming beroepsbekwaamheid van kapper/kapster, uitgereikt in overeenstemming
met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest. met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest.
HOOFDSTUK II. - Diverse verzorging HOOFDSTUK II. - Diverse verzorging
Afdeling I. - Schoonheidsspecialist(e) Afdeling I. - Schoonheidsspecialist(e)

Art. 7.§ 1. Onder activiteiten van schoonheidsspecialist(e) moet voor

Art. 7.§ 1. Onder activiteiten van schoonheidsspecialist(e) moet voor

de toepassing van dit besluit het verzorgen van het menselijk lichaam de toepassing van dit besluit het verzorgen van het menselijk lichaam
worden verstaan, alleen om het uiterlijk van de mens in stand te worden verstaan, alleen om het uiterlijk van de mens in stand te
houden of mooier te maken. Deze zorgen omvatten ook het epileren en de houden of mooier te maken. Deze zorgen omvatten ook het epileren en de
semi-permanente make-up. semi-permanente make-up.
§ 2. De volgende activiteiten vallen buiten de toepassing van deze § 2. De volgende activiteiten vallen buiten de toepassing van deze
afdeling : afdeling :
1° het aanbrengen van permanente tatoeëring, en het wijzigen of 1° het aanbrengen van permanente tatoeëring, en het wijzigen of
verwijderen daarvan; verwijderen daarvan;
2° het piercen; 2° het piercen;
3° het versieren, verlengen of modelleren van teen- of vingernagels; 3° het versieren, verlengen of modelleren van teen- of vingernagels;
4° het plaatsen van kunstnagels; 4° het plaatsen van kunstnagels;
5° het grimeren; 5° het grimeren;
6° het verzorgen van het hoofdhaar, zoals dit onder andere wordt 6° het verzorgen van het hoofdhaar, zoals dit onder andere wordt
bedoeld in hoofdstuk I; bedoeld in hoofdstuk I;
7° de dentaaltechnische verzorging, zoals ze onder andere wordt 7° de dentaaltechnische verzorging, zoals ze onder andere wordt
bedoeld in hoofdstuk IV; bedoeld in hoofdstuk IV;
8° de voetverzorging, zoals ze onder andere wordt bedoeld in afdeling 8° de voetverzorging, zoals ze onder andere wordt bedoeld in afdeling
II van dit hoofdstuk; II van dit hoofdstuk;
9° het masseren, zoals dit onder andere wordt bedoeld in afdeling III 9° het masseren, zoals dit onder andere wordt bedoeld in afdeling III
van dit hoofdstuk. van dit hoofdstuk.

Art. 8.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 8.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van schoonheidsspecialist(e) bestaat uit het volgende : van schoonheidsspecialist(e) bestaat uit het volgende :
1° basiskennis van het lichaamsweefsel, beenderenweefsel, morfologie, 1° basiskennis van het lichaamsweefsel, beenderenweefsel, morfologie,
skelet, gewrichten, spieren, lichaamscellen, organen en vitale skelet, gewrichten, spieren, lichaamscellen, organen en vitale
functies; functies;
2° goede kennis van de huid : structuur, functie, ontwikkeling, rol, 2° goede kennis van de huid : structuur, functie, ontwikkeling, rol,
natuurlijke beschermers, klieren en afscheiding, de haren, de natuurlijke beschermers, klieren en afscheiding, de haren, de
hydro-lipidenfilm, pH, textuur, verschillende types, anomalieën en hydro-lipidenfilm, pH, textuur, verschillende types, anomalieën en
huidziekten, het principe van het bruinen, rimpels en hun ontstaan; huidziekten, het principe van het bruinen, rimpels en hun ontstaan;
3° goede kennis van de nagels, de hygiënemaatregelen en het gebruik 3° goede kennis van de nagels, de hygiënemaatregelen en het gebruik
van in een schoonheidssalon gebruikelijke chemische en andere van in een schoonheidssalon gebruikelijke chemische en andere
producten en de te nemen voorzorgen; producten en de te nemen voorzorgen;
4° het kunnen : 4° het kunnen :
a) onderzoeken en analyseren van de opperhuid en het opmaken van een a) onderzoeken en analyseren van de opperhuid en het opmaken van een
onderzoeks- en schoonheidsverzorgingsfiche; onderzoeks- en schoonheidsverzorgingsfiche;
b) toepassen van alle gebruikelijke schoonheidstechnieken en de nodige b) toepassen van alle gebruikelijke schoonheidstechnieken en de nodige
niet-medische apparaten, voor dames en heren. niet-medische apparaten, voor dames en heren.

Art. 9.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 9.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid voor schoonheidsspecialist(e) : beroepsbekwaamheid voor schoonheidsspecialist(e) :
1° de akten met betrekking op schoonheidszorgen, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op schoonheidszorgen, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede
jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs; e) het hoger onderwijs;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 8; beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 8;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van schoonheidsspecialist(e), uitgereikt in beroepsbekwaamheid van schoonheidsspecialist(e), uitgereikt in
overeenstemming met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest. overeenstemming met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest.
Afdeling II. - Voetverzorg(st)er Afdeling II. - Voetverzorg(st)er

Art. 10.Onder activiteiten van voetverzorg(st)er moet voor de

Art. 10.Onder activiteiten van voetverzorg(st)er moet voor de

toepassing van dit besluit, het verzorgen van de voeten worden toepassing van dit besluit, het verzorgen van de voeten worden
verstaan, alleen om het uiterlijk van de mens in stand te houden of verstaan, alleen om het uiterlijk van de mens in stand te houden of
mooier te maken of wanneer voor de verzorging geen tussenkomst of mooier te maken of wanneer voor de verzorging geen tussenkomst of
voorschrift nodig is van een arts of een beoefenaar van een voorschrift nodig is van een arts of een beoefenaar van een
paramedisch beroep bedoeld in het koninklijk besluit nr. 78 paramedisch beroep bedoeld in het koninklijk besluit nr. 78
betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen. betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen.

Art. 11.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 11.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van voetverzorg(st)er bestaat uit het volgende : van voetverzorg(st)er bestaat uit het volgende :
1° basiskennis van het lichaamsweefsel, beenderenweefsel, morfologie, 1° basiskennis van het lichaamsweefsel, beenderenweefsel, morfologie,
skelet, gewrichten, spieren, anomalieën en huidziekten, en skelet, gewrichten, spieren, anomalieën en huidziekten, en
beendermisvormingen en -vervormingen, met betrekking op de voeten, en beendermisvormingen en -vervormingen, met betrekking op de voeten, en
van de voeten van diabetici; van de voeten van diabetici;
2° basiskennis van de lichaamscellen, organen en vitale functies; 2° basiskennis van de lichaamscellen, organen en vitale functies;
3° goede kennis van de teennagels, de hygiënemaatregelen en het 3° goede kennis van de teennagels, de hygiënemaatregelen en het
gebruik van door een voetverzorg(st)er te gebruiken chemische en gebruik van door een voetverzorg(st)er te gebruiken chemische en
andere producten en de te nemen voorzorgen; andere producten en de te nemen voorzorgen;
4° het kunnen toepassen van alle gebruikelijke verzorgingstechnieken 4° het kunnen toepassen van alle gebruikelijke verzorgingstechnieken
en de nodige niet-medische apparaten, met betrekking op de voeten. en de nodige niet-medische apparaten, met betrekking op de voeten.

Art. 12.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 12.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid voor voetverzorg(st)er : beroepsbekwaamheid voor voetverzorg(st)er :
1° de akten met betrekking op voetverzorging, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op voetverzorging, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede
jaar van de derde graad, alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad, alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs. e) het hoger onderwijs.
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid van artikel 11; beroepsbekwaamheid van artikel 11;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van voetverzorg(st)er uitgereikt in overeenstemming beroepsbekwaamheid van voetverzorg(st)er uitgereikt in overeenstemming
met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest; met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest;
4° iedere akte die in overeenstemming met dit besluit wordt aanvaard 4° iedere akte die in overeenstemming met dit besluit wordt aanvaard
voor het bewijs van de beroepsbekwaamheid van voor het bewijs van de beroepsbekwaamheid van
schoonheidsspecialist(e). schoonheidsspecialist(e).
Afdeling III. - Masseur/masseuse Afdeling III. - Masseur/masseuse

Art. 13.Onder activiteiten van masseur/masseuse moet voor de

Art. 13.Onder activiteiten van masseur/masseuse moet voor de

toepassing van dit besluit het masseren van het menselijk lichaam toepassing van dit besluit het masseren van het menselijk lichaam
worden verstaan, met het oog op het in stand houden of mooier maken worden verstaan, met het oog op het in stand houden of mooier maken
van het menselijk lichaam, cosmetische massage en het masseren dat van het menselijk lichaam, cosmetische massage en het masseren dat
gebruikelijk is in een schoonheidssalon in de normale betekenis van gebruikelijk is in een schoonheidssalon in de normale betekenis van
het woord. het woord.

Art. 14.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 14.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van masseur/masseuse bestaat uit het volgende : van masseur/masseuse bestaat uit het volgende :
1° elementaire kennis van hygiëne, preventieve behandeling tegen 1° elementaire kennis van hygiëne, preventieve behandeling tegen
infectieziekten, anatomie en fysiologie, anomalieën van de huid en infectieziekten, anatomie en fysiologie, anomalieën van de huid en
huidziekten; huidziekten;
2° goede kennis van de gepaste cosmetische producten; 2° goede kennis van de gepaste cosmetische producten;
3° het kunnen beschrijven van de verschillende handelingen en hun 3° het kunnen beschrijven van de verschillende handelingen en hun
uitwerkingen; uitwerkingen;
4° de plaats kunnen bepalen van de te masseren spieren. 4° de plaats kunnen bepalen van de te masseren spieren.

Art. 15.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 15.De volgende akten worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid van masseur/masseuse : beroepsbekwaamheid van masseur/masseuse :
1° de akten met betrekking op masseren, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op masseren, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het tweede
jaar van de derde graad, alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad, alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs; e) het hoger onderwijs;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid van artikel 14; beroepsbekwaamheid van artikel 14;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van masseur/masseuse, uitgereikt in overeenstemming beroepsbekwaamheid van masseur/masseuse, uitgereikt in overeenstemming
met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest; met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest;
4° iedere akte die in overeenstemming met dit besluit moet worden 4° iedere akte die in overeenstemming met dit besluit moet worden
aanvaard voor het bewijs van de beroepsbekwaamheid van aanvaard voor het bewijs van de beroepsbekwaamheid van
schoonheidsspecialist(e). schoonheidsspecialist(e).
De in 1° bedoelde akten moeten het slagen bevestigen van een opleiding De in 1° bedoelde akten moeten het slagen bevestigen van een opleiding
van minstens 60 uren. van minstens 60 uren.
HOOFDSTUK III. - Opticien HOOFDSTUK III. - Opticien

Art. 16.§ 1. Onder activiteiten van opticien moet voor de toepassing

Art. 16.§ 1. Onder activiteiten van opticien moet voor de toepassing

van dit besluit één of meer van de volgende activiteiten worden van dit besluit één of meer van de volgende activiteiten worden
verstaan : verstaan :
1° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van artikelen om 1° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van artikelen om
het zicht van de mens te verbeteren of te compenseren; het zicht van de mens te verbeteren of te compenseren;
2° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van kunstogen. 2° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van kunstogen.
§ 2. De volgende activiteiten vallen niet onder de toepassing van dit § 2. De volgende activiteiten vallen niet onder de toepassing van dit
besluit : besluit :
1° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van monoculaire 1° het verkopen, het onderhouden en het herstellen van monoculaire
vergrootglazen, verrekijkers, microscopen en telescopen, die niet vergrootglazen, verrekijkers, microscopen en telescopen, die niet
bestemd zijn als visueel hulpmiddel voor slechtzienden, en bestemd zijn als visueel hulpmiddel voor slechtzienden, en
zonnebrillen zonder incorporatie van gezichtsverbetering of zonnebrillen zonder incorporatie van gezichtsverbetering of
compensatie van het gezichtsvermogen; compensatie van het gezichtsvermogen;
2° het verkopen van contactlenzen en voorgemonteerde loepbrillen. 2° het verkopen van contactlenzen en voorgemonteerde loepbrillen.

Art. 17.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 17.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van opticien bestaat uit het volgende : van opticien bestaat uit het volgende :
1° goede kennis toegepast op het beroep van opticien, van : 1° goede kennis toegepast op het beroep van opticien, van :
a) wiskunde; a) wiskunde;
b) fysica; b) fysica;
c) scheikunde; c) scheikunde;
d) biologie : cytologie, histologie, genetica; d) biologie : cytologie, histologie, genetica;
e) anatomie : vitale organen en functies; e) anatomie : vitale organen en functies;
f) microbiologie; f) microbiologie;
g) algemene en oculaire farmacologie; g) algemene en oculaire farmacologie;
h) algemene en oculaire pathologie; h) algemene en oculaire pathologie;
i) oculaire anatomie en fysiologie; i) oculaire anatomie en fysiologie;
2° goede kennis van : 2° goede kennis van :
a) fysiologische, meetkundige, fysische en instrumentale optica : a) fysiologische, meetkundige, fysische en instrumentale optica :
schematische modellen van het oog, accommodatie, convergentie, schematische modellen van het oog, accommodatie, convergentie,
dioptrieën, entoptische fenomenen, kwaliteit van het retinaal beeld, dioptrieën, entoptische fenomenen, kwaliteit van het retinaal beeld,
stralingen en het oog, binoculair zicht, kleurenzicht, waarnemen van stralingen en het oog, binoculair zicht, kleurenzicht, waarnemen van
vormen en van licht, gezichtsveld, ontwikkeling van het zicht en zijn vormen en van licht, gezichtsveld, ontwikkeling van het zicht en zijn
veranderingen, refractie doorheen een sferisch of een plano vlak, veranderingen, refractie doorheen een sferisch of een plano vlak,
evenwijdige scheidingsvlakken, dunne lenzen, dikke lenzen en evenwijdige scheidingsvlakken, dunne lenzen, dikke lenzen en
geconcentreerde systemen, gecentreerde afocale systemen en geconcentreerde systemen, gecentreerde afocale systemen en
toepassingen, sferocilindrische glazen, dunne prisma's, spiegels, toepassingen, sferocilindrische glazen, dunne prisma's, spiegels,
optiek van de golven, interactie tussen licht en stof, polarisatie, optiek van de golven, interactie tussen licht en stof, polarisatie,
scheidingsvermogen en resolutiegrens, fotometrie, aberraties en scheidingsvermogen en resolutiegrens, fotometrie, aberraties en
diafragma; diafragma;
b) optometrie; b) optometrie;
c) « low vision »; c) « low vision »;
d) visuele ergonomie; d) visuele ergonomie;
3° goede kennis van de volgende fabricage-, aanpassings- en 3° goede kennis van de volgende fabricage-, aanpassings- en
montagetechnieken : montagetechnieken :
a) de glazen : a) de glazen :
- de fysische en optische kenmerken van oftalmische glazen en van - de fysische en optische kenmerken van oftalmische glazen en van
glazen met additie; glazen met additie;
- de verschillende types van glazen; - de verschillende types van glazen;
- de oftalmische prisma's en de prismatische effecten van glazen; - de oftalmische prisma's en de prismatische effecten van glazen;
- de asferische oppervlakken; - de asferische oppervlakken;
- de multifocale glazen; - de multifocale glazen;
- de problemen inherent aan de fabricage van correctieglazen; - de problemen inherent aan de fabricage van correctieglazen;
- de filterglazen; - de filterglazen;
- de ontspiegelde glazen en de ontspiegelingsbehandelingen; - de ontspiegelde glazen en de ontspiegelingsbehandelingen;
- de schokresistentie; - de schokresistentie;
- de montagenormen en -schema's; - de montagenormen en -schema's;
b) de contactlenzen : b) de contactlenzen :
- de verschillende types en materialen; - de verschillende types en materialen;
- de optische kenmerken; - de optische kenmerken;
- onderhoud en onderhoudsproducten; - onderhoud en onderhoudsproducten;
- complicaties gedurende en na het aanpassen, en de allergische - complicaties gedurende en na het aanpassen, en de allergische
reacties; reacties;
c) de monturen : c) de monturen :
- de fysische kenmerken en biocompatibiliteit van de materialen; - de fysische kenmerken en biocompatibiliteit van de materialen;
- de specificaties en de nomenclatuur van montuuronderdelen; - de specificaties en de nomenclatuur van montuuronderdelen;
- de biometrie van het hoofd en het aangezicht; - de biometrie van het hoofd en het aangezicht;
- de oppervlaktebehandelingen; - de oppervlaktebehandelingen;
- de meetsystemen; - de meetsystemen;
- esthetische aspecten die de keuze van het montuur bepalen; - esthetische aspecten die de keuze van het montuur bepalen;
d) de visuele hulpmiddelen voor slechtzienden; d) de visuele hulpmiddelen voor slechtzienden;
4° goede kennis van de gebruikelijke instrumenten; 4° goede kennis van de gebruikelijke instrumenten;
5° het kunnen : 5° het kunnen :
a) uitvoeren van alle stadia voor het correct monteren van de glazen, a) uitvoeren van alle stadia voor het correct monteren van de glazen,
met inbegrip van de voorafgaande metingen, de bestelbon, de met inbegrip van de voorafgaande metingen, de bestelbon, de
montagefiche, het kiezen van de glazen en van het montuur, het montagefiche, het kiezen van de glazen en van het montuur, het
controleren en centreren van de glazen met de frontofocometer, met controleren en centreren van de glazen met de frontofocometer, met
sfero-cylindrometer en door observatie, met naleving van de geldende sfero-cylindrometer en door observatie, met naleving van de geldende
montagetechnieken en -normen; montagetechnieken en -normen;
b) symmetrisch uitrichten, passen en aanpassen van de visuele b) symmetrisch uitrichten, passen en aanpassen van de visuele
uitrusting; uitrusting;
c) adviseren van de klant inzake ametropie, alsmede over het gebruik, c) adviseren van de klant inzake ametropie, alsmede over het gebruik,
het dragen, de draagwijdte, de beperkingen en het onderhoud van de het dragen, de draagwijdte, de beperkingen en het onderhoud van de
visuele uitrusting; visuele uitrusting;
d) onderhouden en herstellen van monturen; d) onderhouden en herstellen van monturen;
e) inzake slechtzienden : het meest aangewezen visuele hulpmiddel voor e) inzake slechtzienden : het meest aangewezen visuele hulpmiddel voor
het probleem en het voorschrift selecteren, de metingen uitvoeren, de het probleem en het voorschrift selecteren, de metingen uitvoeren, de
parameters van de uitrusting berekenen, controleren, monteren, passen, parameters van de uitrusting berekenen, controleren, monteren, passen,
aanpassen en onderhouden van de visuele hulpmiddelen; aanpassen en onderhouden van de visuele hulpmiddelen;
f) de gebruikelijke apparatuur en uitrusting gebruiken; f) de gebruikelijke apparatuur en uitrusting gebruiken;
g) inzake kunstogen : alle noodzakelijke werken voor het maken, g) inzake kunstogen : alle noodzakelijke werken voor het maken,
aanbrengen, onderhouden van kunstogen en het geven van instructies aan aanbrengen, onderhouden van kunstogen en het geven van instructies aan
de klant; de klant;
h) de klant informeren over de prijs en de voorwaarden voor h) de klant informeren over de prijs en de voorwaarden voor
tussenkomst van de organismen van sociale zekerheid en verzekeringen tussenkomst van de organismen van sociale zekerheid en verzekeringen
voor de verschillende uitrustingen; voor de verschillende uitrustingen;
i) de Belgische en Europese richtlijnen inzake fabricage en montage i) de Belgische en Europese richtlijnen inzake fabricage en montage
(ISO-normen) toepassen; (ISO-normen) toepassen;
6° goede kennis van de deontologie van het beroep, met name de 6° goede kennis van de deontologie van het beroep, met name de
relaties met de klanten, de medici en aanverwante beroepen, de relaties met de klanten, de medici en aanverwante beroepen, de
confraters en de verzekeringsorganismen in de gezondheidszorg. confraters en de verzekeringsorganismen in de gezondheidszorg.

Art. 18.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 18.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid voor opticien zijn : beroepsbekwaamheid voor opticien zijn :
1° de akten met betrekking op optiek of optometrie, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op optiek of optometrie, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het derde a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het derde
jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs; e) het hoger onderwijs;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 17; beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 17;
3° het diploma van master in de geneeskunde. 3° het diploma van master in de geneeskunde.
HOOFDSTUK IV. - Dentaaltechnicus HOOFDSTUK IV. - Dentaaltechnicus

Art. 19.Onder activiteiten van dentaaltechnicus moet, voor de

Art. 19.Onder activiteiten van dentaaltechnicus moet, voor de

toepassing van dit besluit, het vervaardigen of herstellen worden toepassing van dit besluit, het vervaardigen of herstellen worden
verstaan van tandprothesen of apparaten voor orthodontische verstaan van tandprothesen of apparaten voor orthodontische
verbeteringen en in het algemeen alle apparaten bestemd om de tanden, verbeteringen en in het algemeen alle apparaten bestemd om de tanden,
delen van tanden of naburige weefsels te verplaatsen, te vervangen of delen van tanden of naburige weefsels te verplaatsen, te vervangen of
te behandelen. te behandelen.

Art. 20.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 20.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van dentaaltechnicus bestaat uit het volgende : van dentaaltechnicus bestaat uit het volgende :
1° basiskennis toegepast op het beroep van dentaaltechnicus, van : 1° basiskennis toegepast op het beroep van dentaaltechnicus, van :
a) wiskunde; a) wiskunde;
b) fysica; b) fysica;
c) scheikunde; c) scheikunde;
d) biologie : histologie en embryologie; d) biologie : histologie en embryologie;
2° goede theoretische kennis van de benodigde materialen, de 2° goede theoretische kennis van de benodigde materialen, de
tandheelkundige terminologie, het melkgebit en het blijvend gebit, de tandheelkundige terminologie, het melkgebit en het blijvend gebit, de
morfologie en de nomenclatuur van de tanden, beroepshygiëne en morfologie en de nomenclatuur van de tanden, beroepshygiëne en
-veiligheid, het instrumentarium en de apparatuur en het inrichten van -veiligheid, het instrumentarium en de apparatuur en het inrichten van
de werkruimte, orthodontie, maxillo-faciale orthopedie en de werkruimte, orthodontie, maxillo-faciale orthopedie en
maxillo-faciale chirurgie; maxillo-faciale chirurgie;
3° het kunnen : 3° het kunnen :
a) tekenen van alle tanden van het blijvend gebit, evenals de kleuren a) tekenen van alle tanden van het blijvend gebit, evenals de kleuren
en kleurverdeling; en kleurverdeling;
b) ontwerpen en maken of het herstellen van afneembare, vaste en b) ontwerpen en maken of het herstellen van afneembare, vaste en
afneembare-vaste protheses; afneembare-vaste protheses;
c) ontwerpen en maken of herstellen van apparaten voor orthodontie en c) ontwerpen en maken of herstellen van apparaten voor orthodontie en
maxillo-faciale orthopedie en maxillo-faciale chirurgie; maxillo-faciale orthopedie en maxillo-faciale chirurgie;
4° goede kennis van de deontologie van het beroep, met name de 4° goede kennis van de deontologie van het beroep, met name de
relaties met de klanten, de medici en aanverwante beroepen, en de relaties met de klanten, de medici en aanverwante beroepen, en de
confraters. confraters.

Art. 21.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 21.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid voor dentaaltechnicus zijn : beroepsbekwaamheid voor dentaaltechnicus zijn :
1° de akten met betrekking op dentaaltechniek, uitgereikt door : 1° de akten met betrekking op dentaaltechniek, uitgereikt door :
a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het derde a) het voltijds secundair onderwijs na het beëindigen van het derde
jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de jaar van de derde graad alsook het buitengewoon onderwijs van de
opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is; opleidingsvorm 4 dat hiermee gelijkwaardig is;
b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs, b) het onderwijs voor sociale promotie en het volwassenenonderwijs,
waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met de derde graad van
het voltijds secundair onderwijs; het voltijds secundair onderwijs;
c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds c) het deeltijds beroepsonderwijs, in het kader van een voltijds
engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met engagement en op voorwaarde dat de lessen en de werkervaring met
succes werden doorlopen; succes werden doorlopen;
d) het middenstandsonderwijs, met name de opleiding tot d) het middenstandsonderwijs, met name de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
e) het hoger onderwijs; e) het hoger onderwijs;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 20; beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 20;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van dentaaltechnicus, uitgereikt in overeenstemming beroepsbekwaamheid van dentaaltechnicus, uitgereikt in overeenstemming
met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest; met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest;
4° het diploma van master in de geneeskunde. 4° het diploma van master in de geneeskunde.
HOOFDSTUK V. - Begrafenisondernemer HOOFDSTUK V. - Begrafenisondernemer

Art. 22.Onder activiteiten van begrafenisondernemer moet voor de

Art. 22.Onder activiteiten van begrafenisondernemer moet voor de

toepassing van dit besluit, het uitvoeren van één of meer van de toepassing van dit besluit, het uitvoeren van één of meer van de
volgende activiteiten worden verstaan, die betrekking hebben op het volgende activiteiten worden verstaan, die betrekking hebben op het
stoffelijk overschot : stoffelijk overschot :
1° het opbaren en verzorgen van de lijktooi en het uitvoeren van de 1° het opbaren en verzorgen van de lijktooi en het uitvoeren van de
bewaringszorgen; bewaringszorgen;
2° het zorgen voor het vervoeren van het stoffelijk overschot; 2° het zorgen voor het vervoeren van het stoffelijk overschot;
3° het uitvoeren, verzorgen en organiseren van de 3° het uitvoeren, verzorgen en organiseren van de
begrafenisplechtigheid tot op de begraaf- of de crematieplaats, begrafenisplechtigheid tot op de begraaf- of de crematieplaats,
volgens de plaatselijke, godsdienstige en filosofische gebruiken en de volgens de plaatselijke, godsdienstige en filosofische gebruiken en de
wil van de overledene of de familie. wil van de overledene of de familie.

Art. 23.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

Art. 23.De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten

van begrafenisondernemer bestaat uit het volgende : van begrafenisondernemer bestaat uit het volgende :
1° goede kennis van de materialen, zoals doodkisten, capitonnering, 1° goede kennis van de materialen, zoals doodkisten, capitonnering,
rouwbekleding en grafartikelen, hun modellen en hun opslag; rouwbekleding en grafartikelen, hun modellen en hun opslag;
2° goede kennis van wetgevingen en reglementen op : 2° goede kennis van wetgevingen en reglementen op :
a) de begraafplaatsen, de graven, de identificatie van graven, a) de begraafplaatsen, de graven, de identificatie van graven,
opschriften en concessies; opschriften en concessies;
b) de begraving, ontgraving, lijkverbranding en crematie : b) de begraving, ontgraving, lijkverbranding en crematie :
formaliteiten en documenten, eventuele tussenkomst of inlichtingen van formaliteiten en documenten, eventuele tussenkomst of inlichtingen van
de politie, gerechtelijke tussenkomst of toelating, ministeriële de politie, gerechtelijke tussenkomst of toelating, ministeriële
vrijgeleide, en fiscale bepalingen; vrijgeleide, en fiscale bepalingen;
c) vervoer van het stoffelijk overschot; c) vervoer van het stoffelijk overschot;
d) burgerlijke stand in verband met overlijden; d) burgerlijke stand in verband met overlijden;
e) beroepshygiëne; e) beroepshygiëne;
f) lijktooi; f) lijktooi;
3° basiskennis van het erfrecht, de diensten van de erkende 3° basiskennis van het erfrecht, de diensten van de erkende
erediensten, het protocol bij bijzondere begrafenissen, en de erediensten, het protocol bij bijzondere begrafenissen, en de
eretekens; eretekens;
4° het kunnen : 4° het kunnen :
a) organiseren van de begrafenis rekening houdende met het akkoord met a) organiseren van de begrafenis rekening houdende met het akkoord met
de familie en de religieuze overheid, het vereiste ceremonieel, de familie en de religieuze overheid, het vereiste ceremonieel,
liturgie, versiering; liturgie, versiering;
b) overlijdensberichten opstellen; b) overlijdensberichten opstellen;
c) nemen van alle maatregelen voor een goede bewaring van het c) nemen van alle maatregelen voor een goede bewaring van het
stoffelijk overschot; stoffelijk overschot;
d) versieren van de lijkkamer; d) versieren van de lijkkamer;
e) uitvoeren van de lijktooi, afsluiten van de lichaamsopeningen, en e) uitvoeren van de lijktooi, afsluiten van de lichaamsopeningen, en
van het kisten en de nodige veiligheidsmaatregelen. van het kisten en de nodige veiligheidsmaatregelen.

Art. 24.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

Art. 24.De akten die worden aanvaard voor het bewijs van de

beroepsbekwaamheid van begrafenisondernemer zijn : beroepsbekwaamheid van begrafenisondernemer zijn :
1° de akten met betrekking op begrafenisonderneming, uitgereikt door 1° de akten met betrekking op begrafenisonderneming, uitgereikt door
het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot het middenstandsonderwijs, met name de leertijd en de opleiding tot
ondernemingshoofd; ondernemingshoofd;
2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale 2° het getuigschrift van de centrale examencommissie van de Federale
Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, over de
beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 23; beroepsbekwaamheid bepaald in artikel 23;
3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de 3° een of meer titels van beroepsbekwaamheid met betrekking op de
beroepsbekwaamheid van begrafenisondernemer, uitgereikt in beroepsbekwaamheid van begrafenisondernemer, uitgereikt in
overeenstemming met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest. overeenstemming met de regelingen van een Gemeenschap of een Gewest.
TITEL III. - Opheffingsbepalingen TITEL III. - Opheffingsbepalingen

Art. 25.De volgende besluiten worden opgeheven :

Art. 25.De volgende besluiten worden opgeheven :

1° het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van de 1° het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de ambachts-, voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de ambachts-,
de kleine en middelgrote handels- en de kleine de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november
1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980;
2° het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van de 2° het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van de
voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker in voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker in
de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober
1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988; 1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988;
3° het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van de 3° het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van de
eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in
tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978; ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978;
4° het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van de 4° het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
5° het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de 5° het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen. ambachtsondernemingen.
TITEL IV. - Overgangs- en uitvoeringsbepalingen TITEL IV. - Overgangs- en uitvoeringsbepalingen

Art. 26.§ 1. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die als

Art. 26.§ 1. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die als

handelaar of ambachtsman zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van handelaar of ambachtsman zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van
Ondernemingen op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, Ondernemingen op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit,
kunnen zonder te voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun kunnen zonder te voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun
activiteiten, bedoeld in de artikelen 4, 7, 16, 19 en 22 van dit activiteiten, bedoeld in de artikelen 4, 7, 16, 19 en 22 van dit
besluit, voortzetten wanneer ze de ondernemersvaardigheden hebben besluit, voortzetten wanneer ze de ondernemersvaardigheden hebben
bewezen of er definitief van vrijgesteld zijn, zoals die voor die bewezen of er definitief van vrijgesteld zijn, zoals die voor die
activiteiten respectievelijk werden opgelegd door : activiteiten respectievelijk werden opgelegd door :
1° het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van de 1° het koninklijk besluit van 28 februari 1962 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de ambachts-, voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kapper in de ambachts-,
de kleine en middelgrote handels- en de kleine de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 19 december 1966, 28 november
1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980;
2° het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de 2° het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
3° het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van de 3° het koninklijk besluit van 30 oktober 1964 tot bepaling van de
voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker in voorwaarden tot utoefening van het beroep van opticien-brillenmaker in
de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine
nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober nijverheidsondernemingen, gewijzigd op 16 september 1966, 3 oktober
1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988; 1978, 14 januari 1975 en 2 maart 1988;
4° het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van de 4° het koninklijk besluit van 24 december 1973 tot bepaling van de
eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van technicus in
tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en tandprothese in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978; ambachtsondernemingen, gewijzigd op 3 oktober 1978;
5° het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van de 5° het koninklijk besluit van 22 december 1982 tot bepaling van de
voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en begrafenisondernemer in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen. ambachtsondernemingen.
§ 2. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die op de dag van de § 2. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die op de dag van de
inwerkingtreding van dit besluit, als handelaar of ambachtsman zijn inwerkingtreding van dit besluit, als handelaar of ambachtsman zijn
ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, kunnen zonder te ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, kunnen zonder te
voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun activiteiten, bedoeld in voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun activiteiten, bedoeld in
artikel 10 van dit besluit, voortzetten : artikel 10 van dit besluit, voortzetten :
1° indien ze de ondernemersvaardigheden hebben bewezen of er 1° indien ze de ondernemersvaardigheden hebben bewezen of er
definitief van vrijgesteld zijn, die werden opgelegd door het definitief van vrijgesteld zijn, die werden opgelegd door het
koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de voorwaarden koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de voorwaarden
tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
2° of wanneer hun inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen 2° of wanneer hun inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
de pedicure als handels- of ambachtsactiviteit omvat. de pedicure als handels- of ambachtsactiviteit omvat.
§ 3. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die op de dag van de § 3. De natuurlijke personen en de rechtspersonen die op de dag van de
inwerkingtreding van dit besluit als handelaar of ambachtsman zijn inwerkingtreding van dit besluit als handelaar of ambachtsman zijn
ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen kunnen zonder te ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen kunnen zonder te
voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun activiteiten, bedoeld in voldoen aan de bepaling van artikel 2, hun activiteiten, bedoeld in
artikel 13 van dit besluit, voortzetten : artikel 13 van dit besluit, voortzetten :
1° indien ze de ondernemersvaardigheden hebben bewezen of er 1° indien ze de ondernemersvaardigheden hebben bewezen of er
definitief van vrijgesteld zijn, die werden opgelegd door het definitief van vrijgesteld zijn, die werden opgelegd door het
koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de voorwaarden koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de voorwaarden
tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van
schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en schoonheidsspecialist(e) in de kleine en middelgrote handels- en
ambachtsondernemingen; ambachtsondernemingen;
2° of wanneer hun inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen 2° of wanneer hun inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
de volgende handels- of ambachtsactiviteiten omvat : de diensten in de volgende handels- of ambachtsactiviteiten omvat : de diensten in
verband met het lichamelijk welzijn, zoals verleend in inrichtingen verband met het lichamelijk welzijn, zoals verleend in inrichtingen
voor thalassotherapie, kuuroorden, Turkse baden, sauna's, stoombaden, voor thalassotherapie, kuuroorden, Turkse baden, sauna's, stoombaden,
solariums, massagesalons, enz. solariums, massagesalons, enz.

Art. 27.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 27.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 28.Onze Minister van Middenstand en Landbouw is belast met de

Art. 28.Onze Minister van Middenstand en Landbouw is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2006. Gegeven te Brussel, 21 december 2006.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Middenstand en Landbouw, De Minister van Middenstand en Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
^