| Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen | Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN | MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN |
| 20 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk | 20 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk |
| besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken | besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken |
| en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen | en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en | Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en |
| de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op de | de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op de |
| artikelen 1, 5° en 14; | artikelen 1, 5° en 14; |
| Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter | Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter |
| bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter | bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter |
| bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op | bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op |
| artikel 5, § 1, 3°; | artikel 5, § 1, 3°; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vervanging | Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vervanging |
| van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het | van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het |
| koninklijk besluit van 22 september 1986 betreffende de benamingen, de | koninklijk besluit van 22 september 1986 betreffende de benamingen, de |
| kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen; | kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 1991 betreffende het | Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 1991 betreffende het |
| gebruik van vervangingscomponenten in benzine; | gebruik van vervangingscomponenten in benzine; |
| Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen | Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen |
| van dit besluit betrokken zijn; | van dit besluit betrokken zijn; |
| Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand, gegeven op | Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand, gegeven op |
| 12 oktober 1999; | 12 oktober 1999; |
| Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 20 oktober | Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 20 oktober |
| 1999; | 1999; |
| Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 26 | Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 26 |
| oktober 1999; | oktober 1999; |
| Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, | Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, |
| gegeven op 14 december 1999; | gegeven op 14 december 1999; |
| Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, | Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, |
| gegeven op 16 december 1999; | gegeven op 16 december 1999; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat de Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de | Overwegende dat de Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de |
| Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en | Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en |
| dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad | dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad |
| moest worden omgezet in intern recht, tegen 1 juli 1999; | moest worden omgezet in intern recht, tegen 1 juli 1999; |
| Overwegende dat bovenvermelde Richtlijn de nieuwe kenmerken van | Overwegende dat bovenvermelde Richtlijn de nieuwe kenmerken van |
| benzines vastlegt vanaf 1 januari 2000; | benzines vastlegt vanaf 1 januari 2000; |
| Overwegende dat het laatste van de zes wettelijk vereiste adviezen pas | Overwegende dat het laatste van de zes wettelijk vereiste adviezen pas |
| werd verstrekt op 16 december 1999; | werd verstrekt op 16 december 1999; |
| Overwegende dat de Nederlandse vertaling van de Europese norm EN 228 | Overwegende dat de Nederlandse vertaling van de Europese norm EN 228 |
| zeer laattijdig beschikbaar was bij de verantwoordelijke van de | zeer laattijdig beschikbaar was bij de verantwoordelijke van de |
| instituten voor normalisatie; | instituten voor normalisatie; |
| Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van | Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van |
| Mobiliteit en Vervoer, van Onze Minister van Consumentenzaken, | Mobiliteit en Vervoer, van Onze Minister van Consumentenzaken, |
| Volksgezondheid en Leefmilieu, van Onze Minister van Middenstand, van | Volksgezondheid en Leefmilieu, van Onze Minister van Middenstand, van |
| Onze Minister van Economie en van Onze Staatssecretaris voor Energie, | Onze Minister van Economie en van Onze Staatssecretaris voor Energie, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient onder benzine voor |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient onder benzine voor |
| motorvoertuigen te worden verstaan elke vluchtige minerale olie | motorvoertuigen te worden verstaan elke vluchtige minerale olie |
| bestemd voor gebruik in inwendige verbrandingsmotoren met gestuurde | bestemd voor gebruik in inwendige verbrandingsmotoren met gestuurde |
| ontsteking, die dienen voor de aandrijving van voertuigen. | ontsteking, die dienen voor de aandrijving van voertuigen. |
| De benzine is samengesteld uit minimaal 80 % (v/v) koolwaterstoffen, | De benzine is samengesteld uit minimaal 80 % (v/v) koolwaterstoffen, |
| met inbegrip van de conventionele additieven (maximum 3 % (v/v) zoals | met inbegrip van de conventionele additieven (maximum 3 % (v/v) zoals |
| : anti-rijm, anti-corrosie, detergenten, kleurstoffen, antioxidantia, | : anti-rijm, anti-corrosie, detergenten, kleurstoffen, antioxidantia, |
| anti-roest en mag substitutiemotorbrandstoffen (zuurstofhoudende | anti-roest en mag substitutiemotorbrandstoffen (zuurstofhoudende |
| verbindingen) bevatten, zoals bepaald bij de bijlage van dit besluit. | verbindingen) bevatten, zoals bepaald bij de bijlage van dit besluit. |
Art. 2.De benzines voor motorvoertuigen die op de markt gebracht |
Art. 2.De benzines voor motorvoertuigen die op de markt gebracht |
| worden, worden ingedeeld in twee types : | worden, worden ingedeeld in twee types : |
| 1° de ongelode benzines : benzine waarvan de verontreiniging door | 1° de ongelode benzines : benzine waarvan de verontreiniging door |
| loodverbindingen uitgedrukt in lood, niet meer bedraagt dan 0,005 g | loodverbindingen uitgedrukt in lood, niet meer bedraagt dan 0,005 g |
| Pb/l, met de volgende benamingen : | Pb/l, met de volgende benamingen : |
| - ongelode benzine 90 RON | - ongelode benzine 90 RON |
| - ongelode benzine 95 RON | - ongelode benzine 95 RON |
| - ongelode benzine 98 RON | - ongelode benzine 98 RON |
| - super benzine 98 RON met loodvervanger; | - super benzine 98 RON met loodvervanger; |
| 2° de gelode benzine : andere benzine dan "ongelode benzine" met de | 2° de gelode benzine : andere benzine dan "ongelode benzine" met de |
| volgende benaming : | volgende benaming : |
| - super benzine. | - super benzine. |
Art. 3.§ 1. Het is verboden : |
Art. 3.§ 1. Het is verboden : |
| 1° benzines voor motorvoertuigen onder een andere benaming dan die | 1° benzines voor motorvoertuigen onder een andere benaming dan die |
| bepaald bij artikel 2 op de markt te brengen; | bepaald bij artikel 2 op de markt te brengen; |
| 2° de producten onder de in artikel 2 bepaalde benamingen op de markt | 2° de producten onder de in artikel 2 bepaalde benamingen op de markt |
| te brengen indien ze niet de kenmerken bezitten, bedoeld in artikel 4; | te brengen indien ze niet de kenmerken bezitten, bedoeld in artikel 4; |
| 3° gelode benzine op de markt te brengen vanaf 1 januari 2000; | 3° gelode benzine op de markt te brengen vanaf 1 januari 2000; |
| § 2. In afwijking van hetgeen bepaald is in § 1, 3°, mogen kleine | § 2. In afwijking van hetgeen bepaald is in § 1, 3°, mogen kleine |
| hoeveelheden gelode benzine op de markt gebracht worden tot een | hoeveelheden gelode benzine op de markt gebracht worden tot een |
| maximum van 0,5 % van de totale verkoop, voor distributie door | maximum van 0,5 % van de totale verkoop, voor distributie door |
| speciale belanghebbende groeperingen ten behoeve van oude, | speciale belanghebbende groeperingen ten behoeve van oude, |
| karakteristieke voertuigen, mits het voorafgaandelijk akkoord van de | karakteristieke voertuigen, mits het voorafgaandelijk akkoord van de |
| Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft. | Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft. |
| Het loodgehalte van deze benzine mag niet meer bedragen dan 0,15 g/l | Het loodgehalte van deze benzine mag niet meer bedragen dan 0,15 g/l |
| en het benzeengehalte niet meer dan 1 %. De andere waarden van de | en het benzeengehalte niet meer dan 1 %. De andere waarden van de |
| kenmerken moeten beantwoorden aan deze van de ongelode benzine 98 RON. | kenmerken moeten beantwoorden aan deze van de ongelode benzine 98 RON. |
Art. 4.§ 1. De gelode benzine voor motorvoertuigen vermeld in artikel |
Art. 4.§ 1. De gelode benzine voor motorvoertuigen vermeld in artikel |
| 2 dient te beantwoorden aan de norm NBN T 52-705 - Aardolieproducten | 2 dient te beantwoorden aan de norm NBN T 52-705 - Aardolieproducten |
| Gelode benzine voor motorvoertuigen - Specificaties. Laatste uitgave. | Gelode benzine voor motorvoertuigen - Specificaties. Laatste uitgave. |
| Deze norm wordt opgeheven vanaf 1 januari 2000. | Deze norm wordt opgeheven vanaf 1 januari 2000. |
| § 2. De ongelode benzines voor motorvoertuigen vermeld in artikel 2 | § 2. De ongelode benzines voor motorvoertuigen vermeld in artikel 2 |
| dienen te beantwoorden aan de norm NBN - EN 228 - Brandstoffen voor | dienen te beantwoorden aan de norm NBN - EN 228 - Brandstoffen voor |
| wegvoertuigen Ongelode benzine - Eisen en Proefmethoden. Laatste | wegvoertuigen Ongelode benzine - Eisen en Proefmethoden. Laatste |
| uitgave, aangevuld met zijn aanpassing en gewijzigd door de vereisten | uitgave, aangevuld met zijn aanpassing en gewijzigd door de vereisten |
| opgelegd in bijlage I van de richtlijn 98/70/EG, overgenomen in de | opgelegd in bijlage I van de richtlijn 98/70/EG, overgenomen in de |
| bijlage van dit besluit, of aan elke andere norm die in voege is in | bijlage van dit besluit, of aan elke andere norm die in voege is in |
| een andere lidstaat van de Europese Unie die een gelijkwaardige | een andere lidstaat van de Europese Unie die een gelijkwaardige |
| kwaliteit waarborgt. | kwaliteit waarborgt. |
Art. 5.De Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft en de |
Art. 5.De Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft en de |
| Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, bepalen de | Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, bepalen de |
| modaliteiten van toevoeging van substitutiemotorbrandstoffen | modaliteiten van toevoeging van substitutiemotorbrandstoffen |
| (zuurstofhoudende verbindingen) inzonderheid de types van | (zuurstofhoudende verbindingen) inzonderheid de types van |
| substitutiemotorbrandstoffen die kunnen gebruikt worden, hun | substitutiemotorbrandstoffen die kunnen gebruikt worden, hun |
| beperkingen en hun eventuele kenmerken. | beperkingen en hun eventuele kenmerken. |
Art. 6.§ 1. Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van |
Art. 6.§ 1. Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van |
| merken of alle andere commerciële benamingen, moeten de benamingen van | merken of alle andere commerciële benamingen, moeten de benamingen van |
| benzines voor motorvoertuigen, gedefinieerd in artikel 2 van dit | benzines voor motorvoertuigen, gedefinieerd in artikel 2 van dit |
| besluit, aangeduid worden op de documenten betreffende de verkoop en | besluit, aangeduid worden op de documenten betreffende de verkoop en |
| de levering. | de levering. |
| § 2. Iedere benzinepomp bestemd voor de verkoop van benzine voor | § 2. Iedere benzinepomp bestemd voor de verkoop van benzine voor |
| motorvoertuigen draagt zichtbaar en leesbaar het merkteken | motorvoertuigen draagt zichtbaar en leesbaar het merkteken |
| respectievelijk voorzien in de norm NBN T 52-705, in de norm NBN EN | respectievelijk voorzien in de norm NBN T 52-705, in de norm NBN EN |
| 228 en in de aanpassing van zijn bijlage. | 228 en in de aanpassing van zijn bijlage. |
Art. 7.§ 1. De ambtenaren van het Bestuur Economische Inspectie, van |
Art. 7.§ 1. De ambtenaren van het Bestuur Economische Inspectie, van |
| het Bestuur Energie en van het Centraal Laboratorium van het Bestuur | het Bestuur Energie en van het Centraal Laboratorium van het Bestuur |
| Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken zijn | Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken zijn |
| belast met het toezicht op de toepassing van dit besluit. | belast met het toezicht op de toepassing van dit besluit. |
| § 2. De praktische modaliteiten voor een systematisch en statistisch | § 2. De praktische modaliteiten voor een systematisch en statistisch |
| verantwoorde controle op het naleven van de kenmerken van de benzines | verantwoorde controle op het naleven van de kenmerken van de benzines |
| werden vastgelegd in het koninklijk besluit van 8 februari 1995 tot | werden vastgelegd in het koninklijk besluit van 8 februari 1995 tot |
| vaststelling van de modaliteiten voor de werking van het Fonds voor de | vaststelling van de modaliteiten voor de werking van het Fonds voor de |
| Analyse van Aardolieproducten, gewijzigd door het koninklijk besluit | Analyse van Aardolieproducten, gewijzigd door het koninklijk besluit |
| van 15 januari 1997. | van 15 januari 1997. |
| De monsters genomen door ambtenaren die door de Minister van Economie | De monsters genomen door ambtenaren die door de Minister van Economie |
| zijn aangeduid en de analyses uitgevoerd door een erkend laboratorium, | zijn aangeduid en de analyses uitgevoerd door een erkend laboratorium, |
| mogen gebruikt worden voor het vaststellen van alle inbreuken op de | mogen gebruikt worden voor het vaststellen van alle inbreuken op de |
| bepalingen van dit besluit. | bepalingen van dit besluit. |
Art. 8.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden |
Art. 8.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden |
| opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de | opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de |
| bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de | bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de |
| handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consumment. | handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consumment. |
Art. 9.§ 1. Het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot |
Art. 9.§ 1. Het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot |
| vervanging van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot | vervanging van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot |
| vervanging van het koninklijk besluit van 22 september 1986 | vervanging van het koninklijk besluit van 22 september 1986 |
| betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de | betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de |
| benzines voor motorvoertuigen wordt opgeheven. | benzines voor motorvoertuigen wordt opgeheven. |
| § 2. Het ministerieel besluit van 3 april 1991 betreffende het gebruik | § 2. Het ministerieel besluit van 3 april 1991 betreffende het gebruik |
| van vervangingscomponenten in benzine, wordt opgeheven. | van vervangingscomponenten in benzine, wordt opgeheven. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 11.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en |
Art. 11.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en |
| Vervoer, Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en | Vervoer, Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en |
| Leefmilieu, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Economie | Leefmilieu, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Economie |
| en Onze Staatssecretaris voor Energie, zijn ieder wat hem betreft, | en Onze Staatssecretaris voor Energie, zijn ieder wat hem betreft, |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 maart 2000. | Gegeven te Brussel, 20 maart 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
| Mevr. I. DURANT | Mevr. I. DURANT |
| De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, | De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, |
| Mevr. M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |
| De Minister van Middenstand, | De Minister van Middenstand, |
| J. GABRIELS | J. GABRIELS |
| De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
| De Staatssecretaris voor Energie, | De Staatssecretaris voor Energie, |
| O. DELEUZE | O. DELEUZE |
| Bijlage | Bijlage |
| Wijzigingen van de vereisten en proefmethodes van de norm NBN EN 228 | Wijzigingen van de vereisten en proefmethodes van de norm NBN EN 228 |
| betreffende de ongelode benzines toepasselijk vanaf 1 januari 2000 | betreffende de ongelode benzines toepasselijk vanaf 1 januari 2000 |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 maart 2000 tot | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 maart 2000 tot |
| vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997, | vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997, |
| betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de | betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de |
| benzine voor motorvoertuigen. | benzine voor motorvoertuigen. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
| Mevr. I. DURANT | Mevr. I. DURANT |
| De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, | De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, |
| Mevr. M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |
| De Minister van Middenstand, | De Minister van Middenstand, |
| J. GABRIELS | J. GABRIELS |
| De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
| De Staatssecretaris voor Energie, | De Staatssecretaris voor Energie, |
| O. DELEUZE | O. DELEUZE |