Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
20 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 20 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, |
betreffende de permanente vorming (1) | betreffende de permanente vorming (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
voedingsnijverheid; | voedingsnijverheid; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, | gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, |
betreffende de permanente vorming. | betreffende de permanente vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 20 mei 2022. | Gegeven te Brussel, 20 mei 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid | Paritair Comité voor de voedingsnijverheid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 |
Permanente vorming | Permanente vorming |
(Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer |
169120/CO/118) | 169120/CO/118) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met | op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met |
uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die | uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die |
"verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer | "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer |
beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. | beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. |
§ 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid | § 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid |
naar gender. | naar gender. |
HOOFDSTUK II. - Permanente vorming | HOOFDSTUK II. - Permanente vorming |
Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten |
Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten |
in uitvoering van artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017 | in uitvoering van artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017 |
betreffende werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch | betreffende werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch |
Staatsblad op 15 maart 2017. | Staatsblad op 15 maart 2017. |
§ 2. Vanaf 1 januari 2022, dient elke werkgever gemiddeld 5 dagen | § 2. Vanaf 1 januari 2022, dient elke werkgever gemiddeld 5 dagen |
vorming per voltijds equivalent per jaar toe te kennen. | vorming per voltijds equivalent per jaar toe te kennen. |
§ 3. Binnen voormeld gemiddelde voor elke werkgever van 5 dagen | § 3. Binnen voormeld gemiddelde voor elke werkgever van 5 dagen |
vorming per voltijds equivalent per jaar beschikt iedere arbeider over | vorming per voltijds equivalent per jaar beschikt iedere arbeider over |
een individueel opleidingskrediet van gemiddeld 2 dagen per voltijds | een individueel opleidingskrediet van gemiddeld 2 dagen per voltijds |
equivalent per jaar. | equivalent per jaar. |
Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een |
Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een |
opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te | opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te |
bereiken. | bereiken. |
§ 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een | § 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een |
beroep doen op de ondersteuning van het IPV. | beroep doen op de ondersteuning van het IPV. |
§ 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij | § 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij |
ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever | ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever |
dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te | dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te |
organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
9 en de reglementering betreffende de sociale balans het | 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het |
voorschrijven. | voorschrijven. |
§ 4. Teneinde zich voldoende te kunnen voorbereiden op de bespreking | § 4. Teneinde zich voldoende te kunnen voorbereiden op de bespreking |
van het sectoraal voorziene opleidingsplan bezorgt de werkgever het | van het sectoraal voorziene opleidingsplan bezorgt de werkgever het |
ontwerp van plan samen met de agenda van de vergadering binnen de | ontwerp van plan samen met de agenda van de vergadering binnen de |
termijnen voorzien in het huishoudelijk reglement aan de | termijnen voorzien in het huishoudelijk reglement aan de |
werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad, en, bij | werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad, en, bij |
ontstentenis, de syndicale delegatie. | ontstentenis, de syndicale delegatie. |
§ 5. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de | § 5. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de |
risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. | risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. |
§ 6. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV | § 6. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV |
zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan | zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan |
moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst | moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst |
van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan | van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan |
(algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli | (algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli |
2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). | 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). |
§ 7. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate | § 7. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate |
van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale | van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale |
arbeidstijd van de arbeiders. | arbeidstijd van de arbeiders. |
Paritair commentaar : | Paritair commentaar : |
Tot 31 december 2021 zal de werkgever op het einde van elk jaar moeten | Tot 31 december 2021 zal de werkgever op het einde van elk jaar moeten |
kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft | kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft |
ten belope van vier dagen van het totaal van gepresteerde arbeidsuren | ten belope van vier dagen van het totaal van gepresteerde arbeidsuren |
van alle arbeiders samen, en vijf dagen vanaf 1 januari 2022. | van alle arbeiders samen, en vijf dagen vanaf 1 januari 2022. |
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie | Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie |
in de toelichtingsnota van de Nationale Bank van België met betrekking | in de toelichtingsnota van de Nationale Bank van België met betrekking |
tot de opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder | tot de opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder |
deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder | deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder |
formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële | formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële |
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. | beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. |
De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd | De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd |
te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de | te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de |
werkgever staat. | werkgever staat. |
HOOFDSTUK III. - Aanbod IPV en recht op onderhoud | HOOFDSTUK III. - Aanbod IPV en recht op onderhoud |
Art. 4.§ 1. In het aanbod van IPV wordt de nadruk nog meer gelegd op |
Art. 4.§ 1. In het aanbod van IPV wordt de nadruk nog meer gelegd op |
onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, taalvorming | onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, taalvorming |
en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder versterkt in | en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder versterkt in |
het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan. | het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan. |
§ 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders | § 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders |
individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de | individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de |
deelname aan deze opleidingen faciliteren. | deelname aan deze opleidingen faciliteren. |
§ 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud | § 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud |
te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. | te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. |
Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van IPV bekend | Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van IPV bekend |
gemaakt worden en alsook het vormingsaanbod zoals voorzien in artikel | gemaakt worden en alsook het vormingsaanbod zoals voorzien in artikel |
4, § 2 aan bod komen. | 4, § 2 aan bod komen. |
§ 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie | § 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie |
zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen alsook het | zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen alsook het |
vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 4, § 2 en kunnen binnen de | vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 4, § 2 en kunnen binnen de |
onderneming dit bekend maken. | onderneming dit bekend maken. |
HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers | HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers |
Art. 5.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25 |
Art. 5.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25 |
april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers | april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers |
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering | met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering |
van hun werk (Belgisch Staatsblad 10 mei 2007). | van hun werk (Belgisch Staatsblad 10 mei 2007). |
§ 2. Met de ondernemingsraad en, bij ontstentenis, de | § 2. Met de ondernemingsraad en, bij ontstentenis, de |
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing | vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing |
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de | van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de |
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden | faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden |
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal | aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal |
een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te | een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te |
leiden voor deze taak. | leiden voor deze taak. |
HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen | HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen |
Art. 6.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing |
Art. 6.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing |
van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december | van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december |
2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 | 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 |
december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari | december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari |
2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst | 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst |
gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch | gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch |
Staatsblad van 8 april 2013). | Staatsblad van 8 april 2013). |
§ 2. Gedurende de jaren 2021-2022 zal de sector 0,15 pct. van de | § 2. Gedurende de jaren 2021-2022 zal de sector 0,15 pct. van de |
brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit | brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit |
de risicogroepen. | de risicogroepen. |
Art. 7.Worden als risicogroepen beschouwd : |
Art. 7.Worden als risicogroepen beschouwd : |
- De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het | - De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het |
bijzonder; | bijzonder; |
- De laaggeschoolde werknemers; | - De laaggeschoolde werknemers; |
- De werknemers ouder dan 50 jaar; | - De werknemers ouder dan 50 jaar; |
- De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief | - De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief |
ontslag of een sluiting van onderneming; | ontslag of een sluiting van onderneming; |
- De ontslagen werknemers; | - De ontslagen werknemers; |
- De personen met een arbeidshandicap; | - De personen met een arbeidshandicap; |
- De langdurig zieken (personen die in het voorbije jaar minstens 3 | - De langdurig zieken (personen die in het voorbije jaar minstens 3 |
maanden ziek waren); | maanden ziek waren); |
- De allochtonen; | - De allochtonen; |
- De industriële leerlingen. | - De industriële leerlingen. |
De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de | De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de |
voorgaande punten. | voorgaande punten. |
Art. 8.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren |
Art. 8.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren |
2021-2022 : | 2021-2022 : |
§ 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal | § 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal |
minstens 200 bedragen. | minstens 200 bedragen. |
§ 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat | § 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat |
een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. | een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. |
§ 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig | § 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig |
georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector | georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector |
reëel zijn. | reëel zijn. |
§ 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 | § 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 |
pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen | pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen |
opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot | opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot |
uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 | uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 |
houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april | houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april |
2013). | 2013). |
§ 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 | § 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 |
februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van | februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van |
27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het |
koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. | koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. |
van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen | van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen |
die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. | die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. |
§ 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het | § 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het |
sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het | sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het |
IPV en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de | IPV en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de |
gewestelijke arbeidsberniddelings- of opleidingdiensten. | gewestelijke arbeidsberniddelings- of opleidingdiensten. |
§ 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : | § 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : |
- ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk | - ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk |
besluit van 26 november 2013; | besluit van 26 november 2013; |
- het stageaanbod in de onderneming; | - het stageaanbod in de onderneming; |
- de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde | - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde |
of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld | of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld |
in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten; | arbeidsovereenkomsten; |
- het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; | - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; |
- de vorming van opleiders; | - de vorming van opleiders; |
- de investering in het technologisch materiaal; | - de investering in het technologisch materiaal; |
- het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; | - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; |
- de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die | - de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die |
gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een | gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een |
budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De | budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De |
modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van | modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van |
IPV. | IPV. |
HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting | HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting |
tot het aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de | tot het aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de |
sector | sector |
Art. 9.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het |
Art. 9.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het |
verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van oktober 2021, | verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van oktober 2021, |
stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, | stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, |
samen 62 899 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk. | samen 62 899 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk. |
Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 886 | Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 886 |
personen een startbaanovereenkomst te sluiten. | personen een startbaanovereenkomst te sluiten. |
HOOFDSTUK VII. - Financiering IPV | HOOFDSTUK VII. - Financiering IPV |
Art. 10.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op |
Art. 10.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op |
0,30 pct. van de lonen. | 0,30 pct. van de lonen. |
Art. 11.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 10 aanwenden voor de |
Art. 11.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 10 aanwenden voor de |
vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. | vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. |
HOOFDSTUK VIII. - Verwerking persoonsgegevens | HOOFDSTUK VIII. - Verwerking persoonsgegevens |
Art. 12.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te |
Art. 12.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te |
voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve | voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve |
arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene verordening | arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene verordening |
gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen | gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen |
worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend | worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend |
beveiligingsniveau. | beveiligingsniveau. |
HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur |
Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking |
Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking |
op 1 januari 2021 en geldt voor onbepaalde tijd. | op 1 januari 2021 en geldt voor onbepaalde tijd. |
§ 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september | § 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september |
2019 betreffende de permanente vorming gesloten in Paritair Comité 118 | 2019 betreffende de permanente vorming gesloten in Paritair Comité 118 |
voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 154470/CO/118 - | voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 154470/CO/118 - |
koninklijk besluit : 6 september 2020 - Belgisch Staatsblad : 16 | koninklijk besluit : 6 september 2020 - Belgisch Staatsblad : 16 |
september 2020). | september 2020). |
§ 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één | § 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één |
der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter | der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter |
post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair | post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde | Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde |
organisaties. | organisaties. |
§ 4. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 | § 4. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 |
betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire | betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire |
comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de |
secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de | secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de |
vergadering. | vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |