Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 20/05/2022
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
20 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 20 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021,
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming (1) betreffende de permanente vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de
voedingsnijverheid; voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021,
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming. betreffende de permanente vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 mei 2022. Gegeven te Brussel, 20 mei 2022.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Paritair Comité voor de voedingsnijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021
Permanente vorming Permanente vorming
(Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer
169120/CO/118) 169120/CO/118)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met
uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die
"verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer
beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij.
§ 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid § 2. Met "arbeiders" worden alle arbeiders bedoeld, zonder onderscheid
naar gender. naar gender.
HOOFDSTUK II. - Permanente vorming HOOFDSTUK II. - Permanente vorming

Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten

Art. 2.§ 1. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten

in uitvoering van artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017 in uitvoering van artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017
betreffende werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch betreffende werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad op 15 maart 2017. Staatsblad op 15 maart 2017.
§ 2. Vanaf 1 januari 2022, dient elke werkgever gemiddeld 5 dagen § 2. Vanaf 1 januari 2022, dient elke werkgever gemiddeld 5 dagen
vorming per voltijds equivalent per jaar toe te kennen. vorming per voltijds equivalent per jaar toe te kennen.
§ 3. Binnen voormeld gemiddelde voor elke werkgever van 5 dagen § 3. Binnen voormeld gemiddelde voor elke werkgever van 5 dagen
vorming per voltijds equivalent per jaar beschikt iedere arbeider over vorming per voltijds equivalent per jaar beschikt iedere arbeider over
een individueel opleidingskrediet van gemiddeld 2 dagen per voltijds een individueel opleidingskrediet van gemiddeld 2 dagen per voltijds
equivalent per jaar. equivalent per jaar.

Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een

Art. 3.§ 1. In de ondernemingen met 20 werknemers en meer zal een

opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te opleidingsplan opgesteld worden om de doelstelling uit artikel 2 te
bereiken. bereiken.
§ 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een § 2. Ondernemingen kunnen voor het opmaken van hun opleidingsplan een
beroep doen op de ondersteuning van het IPV. beroep doen op de ondersteuning van het IPV.
§ 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij § 3. Het opleidingsplan zal met de ondernemingsraad en bij
ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever ontstentenis, de vakbondsafvaardiging overlegd worden. De werkgever
dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te
organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. organiseren zoals artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.
9 en de reglementering betreffende de sociale balans het 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het
voorschrijven. voorschrijven.
§ 4. Teneinde zich voldoende te kunnen voorbereiden op de bespreking § 4. Teneinde zich voldoende te kunnen voorbereiden op de bespreking
van het sectoraal voorziene opleidingsplan bezorgt de werkgever het van het sectoraal voorziene opleidingsplan bezorgt de werkgever het
ontwerp van plan samen met de agenda van de vergadering binnen de ontwerp van plan samen met de agenda van de vergadering binnen de
termijnen voorzien in het huishoudelijk reglement aan de termijnen voorzien in het huishoudelijk reglement aan de
werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad, en, bij werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad, en, bij
ontstentenis, de syndicale delegatie. ontstentenis, de syndicale delegatie.
§ 5. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de § 5. In het opleidingsplan zal bijzondere aandacht uitgaan naar de
risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen. risicogroepen en ruime participatie van alle werknemersgroepen.
§ 6. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV § 6. Om aanspraak te kunnen maken op de financiële tussenkomst van IPV
zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan zal de onderneming met meer dan 20 werknemers over een opleidingsplan
moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst moeten beschikken opgesteld conform de collectieve arbeidsovereenkomst
van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan van 18 december 2013 inzake het sectoraal model van opleidingsplan
(algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli (algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 13 juli
2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015). 2014, Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015).
§ 7. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate § 7. De sociale partners bevelen de ondernemingen aan om in de mate
van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale van het mogelijke vorming te laten doorgaan tijdens de normale
arbeidstijd van de arbeiders. arbeidstijd van de arbeiders.
Paritair commentaar : Paritair commentaar :
Tot 31 december 2021 zal de werkgever op het einde van elk jaar moeten Tot 31 december 2021 zal de werkgever op het einde van elk jaar moeten
kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft
ten belope van vier dagen van het totaal van gepresteerde arbeidsuren ten belope van vier dagen van het totaal van gepresteerde arbeidsuren
van alle arbeiders samen, en vijf dagen vanaf 1 januari 2022. van alle arbeiders samen, en vijf dagen vanaf 1 januari 2022.
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie
in de toelichtingsnota van de Nationale Bank van België met betrekking in de toelichtingsnota van de Nationale Bank van België met betrekking
tot de opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder tot de opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder
deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder
formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever.
De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd De tijd besteed aan bovenstaande professionele vorming dient beschouwd
te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de
werkgever staat. werkgever staat.
HOOFDSTUK III. - Aanbod IPV en recht op onderhoud HOOFDSTUK III. - Aanbod IPV en recht op onderhoud

Art. 4.§ 1. In het aanbod van IPV wordt de nadruk nog meer gelegd op

Art. 4.§ 1. In het aanbod van IPV wordt de nadruk nog meer gelegd op

onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, taalvorming onder meer risicowerknemers, digitalisering, robotisering, taalvorming
en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder versterkt in en diversiteit. Arbeiders worden via dat aanbod verder versterkt in
het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan. het kader van instroom, doorstroom en einde loopbaan.
§ 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders § 2. Alimento ontwikkelt een vormingsaanbod waarop arbeiders
individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de individueel kunnen intekenen. De sociale gesprekspartners zullen de
deelname aan deze opleidingen faciliteren. deelname aan deze opleidingen faciliteren.
§ 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud § 3. Elke arbeider beschikt over een initiatiefrecht om een onderhoud
te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden. te vragen met de verantwoordelijke over zijn opleidingsmogelijkheden.
Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van IPV bekend Tijdens dit onderhoud zal het algemeen opleidingsaanbod van IPV bekend
gemaakt worden en alsook het vormingsaanbod zoals voorzien in artikel gemaakt worden en alsook het vormingsaanbod zoals voorzien in artikel
4, § 2 aan bod komen. 4, § 2 aan bod komen.
§ 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie § 4. De werknemersvertegenwoordigers/leden van de syndicale delegatie
zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen alsook het zullen het opleidingsaanbod van het IPV ontvangen alsook het
vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 4, § 2 en kunnen binnen de vormingsaanbod zoals voorzien in artikel 4, § 2 en kunnen binnen de
onderneming dit bekend maken. onderneming dit bekend maken.
HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers

Art. 5.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

Art. 5.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering
van hun werk (Belgisch Staatsblad 10 mei 2007). van hun werk (Belgisch Staatsblad 10 mei 2007).
§ 2. Met de ondernemingsraad en, bij ontstentenis, de § 2. Met de ondernemingsraad en, bij ontstentenis, de
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal
een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te
leiden voor deze taak. leiden voor deze taak.
HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen

Art. 6.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing

Art. 6.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten enerzijds in toepassing

van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december
2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28
december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari december 2006) en anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari
2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van dezelfde wet, laatst
gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch
Staatsblad van 8 april 2013). Staatsblad van 8 april 2013).
§ 2. Gedurende de jaren 2021-2022 zal de sector 0,15 pct. van de § 2. Gedurende de jaren 2021-2022 zal de sector 0,15 pct. van de
brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit brutolonen besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit
de risicogroepen. de risicogroepen.

Art. 7.Worden als risicogroepen beschouwd :

Art. 7.Worden als risicogroepen beschouwd :

- De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het - De werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het
bijzonder; bijzonder;
- De laaggeschoolde werknemers; - De laaggeschoolde werknemers;
- De werknemers ouder dan 50 jaar; - De werknemers ouder dan 50 jaar;
- De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief - De werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief
ontslag of een sluiting van onderneming; ontslag of een sluiting van onderneming;
- De ontslagen werknemers; - De ontslagen werknemers;
- De personen met een arbeidshandicap; - De personen met een arbeidshandicap;
- De langdurig zieken (personen die in het voorbije jaar minstens 3 - De langdurig zieken (personen die in het voorbije jaar minstens 3
maanden ziek waren); maanden ziek waren);
- De allochtonen; - De allochtonen;
- De industriële leerlingen. - De industriële leerlingen.
De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de De werknemers vermeld in artikel 8, voor zover niet gevat door de
voorgaande punten. voorgaande punten.

Art. 8.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

Art. 8.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

2021-2022 : 2021-2022 :
§ 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal § 1. Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal
minstens 200 bedragen. minstens 200 bedragen.
§ 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat § 2. Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat
een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen. een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen.
§ 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig § 3. De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig
georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector
reëel zijn. reëel zijn.
§ 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15 § 4. Een jaarlijkse inspanning van minstens 0,05 pct. (van de 0,15
pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen pct.) van de brutolonen zal gedaan worden voor personen in doelgroepen
opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot opgenomen in het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot
uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006
houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april
2013). 2013).
§ 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 § 5. In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19
februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van
27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het
koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct. koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt ten minste 0,05 pct.
van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen van de loonmassa besteed aan initiatieven ten voordele van personen
die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren. die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren.
§ 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het § 6. De in § 5 bedoelde inspanningen worden geconcretiseerd door het
sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het sluiten van één of meerdere partnerschapsovereeenkomsten tussen het
IPV en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de IPV en de ondernemingen, de onderwijs- of vormingsinstellingen of de
gewestelijke arbeidsberniddelings- of opleidingdiensten. gewestelijke arbeidsberniddelings- of opleidingdiensten.
§ 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door : § 7. De in § 5 bedoelde inspanningen worden uitgevoerd door :
- ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk - ingroeibanen zoals beschreven in artikel 3°/1 van het koninklijk
besluit van 26 november 2013; besluit van 26 november 2013;
- het stageaanbod in de onderneming; - het stageaanbod in de onderneming;
- de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde - de aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde
of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld of onbepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk zoals bedoeld
in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de in artikel 7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten; arbeidsovereenkomsten;
- het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen; - het opleidingsaanbod in ondernemingen of in externe instellingen;
- de vorming van opleiders; - de vorming van opleiders;
- de investering in het technologisch materiaal; - de investering in het technologisch materiaal;
- het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal; - het gezamenlijk gebruik van opleidingsmateriaal;
- de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die - de investering in laaggeschoolde jongeren jonger dan 26 jaar die
gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een gedurende hun eerste 12 maanden van tewerkstelling recht hebben op een
budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De budget van 2 500 EUR voor het volgen van opleidingen bij IPV. De
modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van modaliteiten zullen afgesproken worden binnen de raad van beheer van
IPV. IPV.
HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting
tot het aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de tot het aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de
sector sector

Art. 9.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het

Art. 9.Volgens gedecentraliseerde RSZ-gegevens opgenomen in het

verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van oktober 2021, verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van oktober 2021,
stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers,
samen 62 899 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk. samen 62 899 werknemers (arbeiders en bedienden) tewerk.
Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 886 Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 886
personen een startbaanovereenkomst te sluiten. personen een startbaanovereenkomst te sluiten.
HOOFDSTUK VII. - Financiering IPV HOOFDSTUK VII. - Financiering IPV

Art. 10.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op

Art. 10.De bijdrage van de werkgever is per arbeider vastgesteld op

0,30 pct. van de lonen. 0,30 pct. van de lonen.

Art. 11.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 10 aanwenden voor de

Art. 11.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 10 aanwenden voor de

vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen.
HOOFDSTUK VIII. - Verwerking persoonsgegevens HOOFDSTUK VIII. - Verwerking persoonsgegevens

Art. 12.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te

Art. 12.Verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn om te

voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve voldoen aan de verplichtingen beschreven in deze collectieve
arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene verordening arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen gegevensbescherming (AVG) en de nodige maatregelen moeten genomen
worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend worden om deze gegevens te beschermen volgens een passend
beveiligingsniveau. beveiligingsniveau.
HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur

Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking

op 1 januari 2021 en geldt voor onbepaalde tijd. op 1 januari 2021 en geldt voor onbepaalde tijd.
§ 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september § 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september
2019 betreffende de permanente vorming gesloten in Paritair Comité 118 2019 betreffende de permanente vorming gesloten in Paritair Comité 118
voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 154470/CO/118 - voor de voedingsnijverheid (registratienummer : 154470/CO/118 -
koninklijk besluit : 6 september 2020 - Belgisch Staatsblad : 16 koninklijk besluit : 6 september 2020 - Belgisch Staatsblad : 16
september 2020). september 2020).
§ 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één § 3. De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één
der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter
post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair
Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde
organisaties. organisaties.
§ 4. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 § 4. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968
betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire
comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de
secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de
vergadering. vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei
2022. 2022.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE P.-Y. DERMAGNE
^