| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het centraal akkoord 1995-1996 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het centraal akkoord 1995-1996 |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie | gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie |
| en distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het | en distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het |
| centraal akkoord 1995-1996 (1) | centraal akkoord 1995-1996 (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering | Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering |
| van de tewerkstelling, inzonderheid op artikel 10; | van de tewerkstelling, inzonderheid op artikel 10; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens: | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens: |
| installatie en distributie; | installatie en distributie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de elektriciens, installatie en | in het Paritair Subcomité voor de elektriciens, installatie en |
| distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het | distributie, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het |
| centraal akkoord 1995-1996. | centraal akkoord 1995-1996. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 mei 1997. | Gegeven te Brussel, 20 mei 1997. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET. | Mevr. M. SMET. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie | Paritair Subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995 |
| Brugpensioen in uitvoering van het centraal akkoord 1995-1996 | Brugpensioen in uitvoering van het centraal akkoord 1995-1996 |
| (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 1995 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 1995 onder het nummer |
| 38579/CO/149.01) | 38579/CO/149.01) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : |
| installatie en distributie. | installatie en distributie. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "werklieden" verstaan : de werklieden of werksters. | onder "werklieden" verstaan : de werklieden of werksters. |
| HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : |
| - enerzijds in uitvoering van het centraal akkoord van 7 december | - enerzijds in uitvoering van het centraal akkoord van 7 december |
| 1994; | 1994; |
| - anderzijds in uitvoering van de wet van 3 april 1995 houdende | - anderzijds in uitvoering van de wet van 3 april 1995 houdende |
| maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling. | maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling. |
| HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde | HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde |
Art. 3.In uitvoering van punt 1.4. van het centraal akkoord wordt |
Art. 3.In uitvoering van punt 1.4. van het centraal akkoord wordt |
| voor de werklieden de brugpensioenleeftijd op 56 jaar gebracht op | voor de werklieden de brugpensioenleeftijd op 56 jaar gebracht op |
| voorwaarde dat zij een beroepsloopbaan van 33 jaar kunnen | voorwaarde dat zij een beroepsloopbaan van 33 jaar kunnen |
| rechtvaardigen, waarvan 5 jaar in de sector. Voor de bepaling van deze | rechtvaardigen, waarvan 5 jaar in de sector. Voor de bepaling van deze |
| loopbaan wordt de gelijkstelling van de periodes van volledige | loopbaan wordt de gelijkstelling van de periodes van volledige |
| werkloosheid beperkt tot maximum 5 jaar. | werkloosheid beperkt tot maximum 5 jaar. |
| HOOFDSTUK IV. - Betaling van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK IV. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
| en van de hoofdelijke bijdrage | en van de hoofdelijke bijdrage |
Art. 4.Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens" |
Art. 4.Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens" |
| neemt de betaling van de aanvullende vergoeding, alsmede het geheel | neemt de betaling van de aanvullende vergoeding, alsmede het geheel |
| van de hoofdelijke bijdragen met inbegrip van de bijzondere | van de hoofdelijke bijdragen met inbegrip van de bijzondere |
| compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage, zoals opgenomen in | compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage, zoals opgenomen in |
| artikel 11 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter | artikel 11 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter |
| bevordering van de tewerkstelling, op zich. | bevordering van de tewerkstelling, op zich. |
| Indien de aanvullende vergoeding meer bedraagt dan 10.000 F, wordt het | Indien de aanvullende vergoeding meer bedraagt dan 10.000 F, wordt het |
| gedeelte van deze 10.000 F overschrijdt door het fonds voor | gedeelte van deze 10.000 F overschrijdt door het fonds voor |
| bestaanszekerheid teruggevorderd bij de betrokken werkgever. Deze | bestaanszekerheid teruggevorderd bij de betrokken werkgever. Deze |
| 10.000 F word geïndexeerd volgens de modaliteiten bepaald door de raad | 10.000 F word geïndexeerd volgens de modaliteiten bepaald door de raad |
| van bestuur van het fonds. | van bestuur van het fonds. |
| Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens" zal | Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens" zal |
| hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. | hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. |
| HOOFDSTUK V. - Geldigheid | HOOFDSTUK V. - Geldigheid |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| oktober 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996. | oktober 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997. |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |