Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 20/12/2020
← Terug naar "Koninklijk besluitinzake de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen "
Koninklijk besluitinzake de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen Koninklijk besluitinzake de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluitinzake de verhoging van de 20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluitinzake de verhoging van de
inkomensgarantie voor ouderen inkomensgarantie voor ouderen
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening
aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om het bedrag van de aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om het bedrag van de
inkomensgarantie voor ouderen tegen 1 januari 2024 te verhogen van inkomensgarantie voor ouderen tegen 1 januari 2024 te verhogen van
10,75 % . Dit verhogingspercentages komt bovenop de bestaande 10,75 % . Dit verhogingspercentages komt bovenop de bestaande
wettelijke mechanismen, d.w.z. de indexering en de koppeling van wettelijke mechanismen, d.w.z. de indexering en de koppeling van
uitkeringen aan de welvaart. uitkeringen aan de welvaart.
Het voorziet daarvoor - in uitvoering van de machtiging aan de Koning Het voorziet daarvoor - in uitvoering van de machtiging aan de Koning
hernomen in artikel 6, § 5, van de wet van 22 maart 2001 tot hernomen in artikel 6, § 5, van de wet van 22 maart 2001 tot
instelling van een inkomensgarantie voor ouderen - in vier instelling van een inkomensgarantie voor ouderen - in vier
opeenvolgende verhogingen van het bedrag van de inkomensgarantie voor opeenvolgende verhogingen van het bedrag van de inkomensgarantie voor
ouderen, hernomen in artikel 6, § 1, van dezelfde wet en dit op 1 ouderen, hernomen in artikel 6, § 1, van dezelfde wet en dit op 1
januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024. januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024.
Het huidige bedrag van 6.466,40 euro wordt zo vervangen door het Het huidige bedrag van 6.466,40 euro wordt zo vervangen door het
bedrag van: bedrag van:
- 6.633,23 euro met ingang van 1 januari 2021; - 6.633,23 euro met ingang van 1 januari 2021;
- 6.804,59 euro met ingang van 1 januari 2022; - 6.804,59 euro met ingang van 1 januari 2022;
- 6.979,83 euro met ingang van 1 januari 2023; - 6.979,83 euro met ingang van 1 januari 2023;
- 7.160,24 euro met ingang van 1 januari 2024. - 7.160,24 euro met ingang van 1 januari 2024.
De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van
dit besluit. dit besluit.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met
Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris,
K. LALIEUX K. LALIEUX
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
Advies 68.279/1 van 10 december 2020 over een ontwerp van koninklijk Advies 68.279/1 van 10 december 2020 over een ontwerp van koninklijk
besluit 'inzake de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen' besluit 'inzake de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen'
Op 12 november 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 12 november 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met
Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, verzocht Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, verzocht
binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een
ontwerp van koninklijk besluit 'inzake de verhoging van de ontwerp van koninklijk besluit 'inzake de verhoging van de
inkomensgarantie voor ouderen'. inkomensgarantie voor ouderen'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 december 2020. De Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 december 2020. De
kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried
VAN VAERENBERGH Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, VAN VAERENBERGH Chantal BAMPS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT,
assessoren, en Greet VERBERCKMOES, griffier. assessoren, en Greet VERBERCKMOES, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Katrien DIDDEN, auditeur. Het verslag is uitgebracht door Katrien DIDDEN, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad. advies is nagezien onder toezicht van Chantal BAMPS, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 december
2020. 2020.
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling
Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de
steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of
aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.
2. Het overeenkomstig sub 1 beperkte onderzoek noopt slechts tot het 2. Het overeenkomstig sub 1 beperkte onderzoek noopt slechts tot het
maken van de volgende opmerking. maken van de volgende opmerking.
Uit de wet van 15 december 2013 'houdende diverse bepalingen inzake Uit de wet van 15 december 2013 'houdende diverse bepalingen inzake
administratieve vereenvoudiging', volgt dat voor elk ontwerp van administratieve vereenvoudiging', volgt dat voor elk ontwerp van
koninklijk besluit waarvoor een overleg in de Ministerraad is vereist, koninklijk besluit waarvoor een overleg in de Ministerraad is vereist,
in principe een impactanalyse moet worden uitgevoerd met betrekking in principe een impactanalyse moet worden uitgevoerd met betrekking
tot de verschillende punten die in artikel 5 van die wet zijn tot de verschillende punten die in artikel 5 van die wet zijn
aangegeven1. Deze verplichting is niet van toepassing op de gevallen aangegeven1. Deze verplichting is niet van toepassing op de gevallen
die in artikel 8 van de wet van 15 december 2013 zijn opgesomd. die in artikel 8 van de wet van 15 december 2013 zijn opgesomd.
Niettegenstaande er in het vijfde lid van de aanhef van het ontwerp Niettegenstaande er in het vijfde lid van de aanhef van het ontwerp
melding wordt gemaakt van de regelgevingsimpactanalyse, blijkt deze melding wordt gemaakt van de regelgevingsimpactanalyse, blijkt deze
volgens de verklaring van de gemachtigde niet te zijn uitgevoerd. volgens de verklaring van de gemachtigde niet te zijn uitgevoerd.
Het ontwerp van besluit dat rechtsgrond ontleent aan artikel 6, § 5, Het ontwerp van besluit dat rechtsgrond ontleent aan artikel 6, § 5,
van de wet van 22 maart 2001 'tot instelling van een inkomensgarantie van de wet van 22 maart 2001 'tot instelling van een inkomensgarantie
voor ouderen', vereist op grond van deze rechtsgrondbepaling een voor ouderen', vereist op grond van deze rechtsgrondbepaling een
overleg in Ministerraad en valt bijgevolg binnen de werkingssfeer van overleg in Ministerraad en valt bijgevolg binnen de werkingssfeer van
de voormelde verplichting. de voormelde verplichting.
Bijgevolg zal er op moeten worden toegezien dat alsnog aan dit Bijgevolg zal er op moeten worden toegezien dat alsnog aan dit
vormvereiste wordt voldaan.2 vormvereiste wordt voldaan.2
De Griffier De Griffier
Gr. VERBERCKMOES Gr. VERBERCKMOES
De Voorzitter De Voorzitter
M. VAN DAMME M. VAN DAMME
1 Zie artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013. Wat de 1 Zie artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013. Wat de
procedure voor impactanalyses betreft, zie de artikelen 2 en 3 van het procedure voor impactanalyses betreft, zie de artikelen 2 en 3 van het
koninklijk besluit van 21 december 2013 'houdende uitvoering van titel koninklijk besluit van 21 december 2013 'houdende uitvoering van titel
2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.
2 Op het eerste gezicht kan er met betrekking tot het voorliggende 2 Op het eerste gezicht kan er met betrekking tot het voorliggende
ontwerp geen beroep worden gedaan op een vrijstellingsgrond bedoeld in ontwerp geen beroep worden gedaan op een vrijstellingsgrond bedoeld in
artikel 8 van de wet van 15 december 2013. artikel 8 van de wet van 15 december 2013.
20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit inzake de verhoging van de 20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit inzake de verhoging van de
inkomensgarantie voor ouderen inkomensgarantie voor ouderen
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen, artikel 6, § 5, vervangen bij de wet inkomensgarantie voor ouderen, artikel 6, § 5, vervangen bij de wet
van 8 december 2013; van 8 december 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28
oktober 2020; oktober 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
gegeven op 30 oktober 2020; gegeven op 30 oktober 2020;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale
Pensioendienst, gegeven op 23 november 2020; Pensioendienst, gegeven op 23 november 2020;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies nr. 68.279/1 van de Raad van State, gegeven op 10 Gelet op het advies nr. 68.279/1 van de Raad van State, gegeven op 10
december 2020, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de december 2020, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en Maatschappelijke
Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding Integratie, belast met Personen met een beperking, Armoedebestrijding
en Beliris en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, en Beliris en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bedrag van 6.466,40 euro bedoeld in artikel 6, § 1, van

Artikel 1.Het bedrag van 6.466,40 euro bedoeld in artikel 6, § 1, van

de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor
ouderen, wordt vervangen: ouderen, wordt vervangen:
1° door het bedrag van 6.633,23 euro op 1 januari 2021; 1° door het bedrag van 6.633,23 euro op 1 januari 2021;
2° door het bedrag van 6.804,59 euro op 1 januari 2022; 2° door het bedrag van 6.804,59 euro op 1 januari 2022;
3° door het bedrag van 6.979,83 euro op 1 januari 2023; 3° door het bedrag van 6.979,83 euro op 1 januari 2023;
4° door het bedrag van 7.160,24 euro op 1 januari 2024. 4° door het bedrag van 7.160,24 euro op 1 januari 2024.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met

uitzondering van: uitzondering van:
1° artikel 1, 2° dat in werking treedt op 1 januari 2022; 1° artikel 1, 2° dat in werking treedt op 1 januari 2022;
2° artikel 1, 3° dat in werking treedt op 1 januari 2023; 2° artikel 1, 3° dat in werking treedt op 1 januari 2023;
3° artikel 1, 4° dat in werking treedt op 1 januari 2024. 3° artikel 1, 4° dat in werking treedt op 1 januari 2024.

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2020. Gegeven te Brussel, 20 december 2020.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met
Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris, Personen met een beperking, Armoedebestrijding en Beliris,
K. LALIEUX K. LALIEUX
^