Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 20/12/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de
voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming (1) voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de
voedingsnijverheid; voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming. betreffende de permanente vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2012. Gegeven te Brussel, 20 december 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011
Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 21 september 2011 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 21 september 2011
onder het nummer 105881/CO/220) onder het nummer 105881/CO/220)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die tot de op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die tot de
bevoegdheid van het Paritair Comité voor bedienden uit de bevoegdheid van het Paritair Comité voor bedienden uit de
voedingsnijverheid behoren. voedingsnijverheid behoren.
§ 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en de vrouwelijke bedienden § 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en de vrouwelijke bedienden
bedoeld. bedoeld.
HOOFDSTUK II. - Kader HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011 uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011
houdende het sociaal akkoord 2011-2012 voor de bedienden van de houdende het sociaal akkoord 2011-2012 voor de bedienden van de
voedingsnijverheid. voedingsnijverheid.
HOOFDSTUK III. - Permanente vorming HOOFDSTUK III. - Permanente vorming

Art. 3.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

Art. 3.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

vorming te organiseren voor de bedienden, overeenstemmend op jaarbasis vorming te organiseren voor de bedienden, overeenstemmend op jaarbasis
met 1,10 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd met 1,10 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd
van alle bedienden van de onderneming. van alle bedienden van de onderneming.
§ 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1 van artikel 3 § 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1 van artikel 3
van de huidige overeenkomst en bij toepassing van artikel 30 van de van de huidige overeenkomst en bij toepassing van artikel 30 van de
wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact en het wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact en het
koninklijk besluit van 11 oktober 2007, komen de partijen overeen om koninklijk besluit van 11 oktober 2007, komen de partijen overeen om
de vormingsinspanningen zowel in 2011 als in 2012 te verhogen als de vormingsinspanningen zowel in 2011 als in 2012 te verhogen als
volgt : ten opzichte van het vorige jaar is de werkgever eraan volgt : ten opzichte van het vorige jaar is de werkgever eraan
gehouden de participatiegraad van de bedienden aan de professionele gehouden de participatiegraad van de bedienden aan de professionele
vorming te verhogen met 5 procentpunten. vorming te verhogen met 5 procentpunten.

Art. 4.Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de

Art. 4.Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de

vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de opstelling van een vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de opstelling van een
opleidingsplan om deze doelstelling te bereiken, waarbij beroep kan opleidingsplan om deze doelstelling te bereiken, waarbij beroep kan
gedaan worden op de ondersteuning door het IPV. In deze gedaan worden op de ondersteuning door het IPV. In deze
opleidingsplannen zal bijzondere aandacht uitgaan naar de opleidingsplannen zal bijzondere aandacht uitgaan naar de
risicogroepen. risicogroepen.

Art. 5.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze

Art. 5.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze

maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve
arbeidsovereenkomst nummer 9 en de reglementering betreffende de arbeidsovereenkomst nummer 9 en de reglementering betreffende de
sociale balans het voorschrijven. sociale balans het voorschrijven.
Paritair commentaar : Paritair commentaar :
De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat
hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10 hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10
pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle bedienden pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle bedienden
samen en dat de participatiegraad van de bedienden aan de opleidingen samen en dat de participatiegraad van de bedienden aan de opleidingen
het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2. het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2.
De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten
overeenstemmen met deze van de sociale balans. overeenstemmen met deze van de sociale balans.
Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde
uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal
opleidingsuren staat onder rubriek 5802 en 5812, 5822/5832 en opleidingsuren staat onder rubriek 5802 en 5812, 5822/5832 en
5842/5852. 5842/5852.
De participatiegraad aan de vorming is terug te vinden onder de De participatiegraad aan de vorming is terug te vinden onder de
rubrieken 5801/5811, 5821/5831 en 5841/5851 van de sociale balans. rubrieken 5801/5811, 5821/5831 en 5841/5851 van de sociale balans.
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie
in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de
opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze
opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en
informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever.
De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden
als arbeidstijd vermits de bediende ter beschikking van de werkgever als arbeidstijd vermits de bediende ter beschikking van de werkgever
staat. staat.
HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers

Art. 6.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

Art. 6.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering
van hun werk. van hun werk.
§ 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de § 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal
een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te
leiden voor deze taak. leiden voor deze taak.
HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen

Art. 7.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten in toepassing van titel

Art. 7.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten in toepassing van titel

XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006
houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd door de wet van 1 houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd door de wet van 1
februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en
uitvoering van het interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van uitvoering van het interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van
7 februari 2011). 7 februari 2011).
§ 2. Gedurende de jaren 2011-2012 zal de sector 0,20 pct. van de § 2. Gedurende de jaren 2011-2012 zal de sector 0,20 pct. van de
brutolonen van de sector aanwenden voor de vorming van werkenden, brutolonen van de sector aanwenden voor de vorming van werkenden,
werkzoekenden en industriële leerlingen. Drie vierden hiervan, dus werkzoekenden en industriële leerlingen. Drie vierden hiervan, dus
0,15 pct. van de brutolonen, zal door de sector besteed worden aan de 0,15 pct. van de brutolonen, zal door de sector besteed worden aan de
vorming van werkenden en werkzoekenden uit de risicogroepen. vorming van werkenden en werkzoekenden uit de risicogroepen.

Art. 8.Worden als risicogroepen beschouwd :

Art. 8.Worden als risicogroepen beschouwd :

- de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het - de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het
bijzonder; bijzonder;
- de laaggeschoolde werknemers; - de laaggeschoolde werknemers;
- de werknemers ouder dan 50 jaar; - de werknemers ouder dan 50 jaar;
- de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief - de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief
ontslag of een sluiting van onderneming; ontslag of een sluiting van onderneming;
- de ontslagen werknemers; - de ontslagen werknemers;
- de gehandicapten; - de gehandicapten;
- de allochtonen; - de allochtonen;
- de industriële leerlingen. - de industriële leerlingen.

Art. 9.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

Art. 9.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren

2011-2012 : 2011-2012 :
- Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal - Het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal
minstens 200 bedragen; minstens 200 bedragen;
- Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat een - Het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat een
IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen; IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen;
- De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig - De vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig
georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector
reëel zijn. reëel zijn.
HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting tot het HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting tot het
aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomsten voor de sector aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomsten voor de sector

Art. 10.Volgens de recentste statistische gegevens van de Centrale

Art. 10.Volgens de recentste statistische gegevens van de Centrale

Raad voor het Bedrijfsleven stelden de ondernemingen van de sector met Raad voor het Bedrijfsleven stelden de ondernemingen van de sector met
50 of meer werknemers, op 30 juni 2010 56 225 werknemers tewerk. 50 of meer werknemers, op 30 juni 2010 56 225 werknemers tewerk.
Op basis van deze gegevens is de sector theoretisch verplicht om voor Op basis van deze gegevens is de sector theoretisch verplicht om voor
1 687 personen startbaanovereenkomsten te sluiten. 1 687 personen startbaanovereenkomsten te sluiten.
HOOFDSTUK VII. - Outplacement HOOFDSTUK VII. - Outplacement

Art. 11.In de schoot van de raad van bestuur van IPV zullen de

Art. 11.In de schoot van de raad van bestuur van IPV zullen de

partijen de modaliteiten en het nodige budget onderzoeken om de partijen de modaliteiten en het nodige budget onderzoeken om de
ontslagen bedienden een outplacement te kunnen aanbieden. ontslagen bedienden een outplacement te kunnen aanbieden.
HOOFDSTUK VIII. - Financiering IPV HOOFDSTUK VIII. - Financiering IPV

Art. 12.De bijdrage van de werkgever per bediende is vastgesteld op

Art. 12.De bijdrage van de werkgever per bediende is vastgesteld op

0,20 pct. van de lonen en dit voor onbepaalde duur. 0,20 pct. van de lonen en dit voor onbepaalde duur.
HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 2011 en geldt voor onbepaalde tijd. januari 2011 en geldt voor onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2009 Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2009
beftreffende de levenslange vorming, gesloten in de schoot van het beftreffende de levenslange vorming, gesloten in de schoot van het
Paritair Comité voor bedienden uit de voedingsnijverheid, algemeen Paritair Comité voor bedienden uit de voedingsnijverheid, algemeen
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 september 2010 verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 september 2010
(Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2010). (Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2010).
De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der
partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post
aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité
voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde
organisaties. organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^