| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
| 20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het | 20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
| koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de | koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de |
| uitoefening en de weging van managementfuncties in de openbare | uitoefening en de weging van managementfuncties in de openbare |
| instellingen van sociale zekerheid | instellingen van sociale zekerheid |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § |
| 2, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | 2, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
| Gelet op de wet van 26 juli 1960 tot herinrichting van de instellingen | Gelet op de wet van 26 juli 1960 tot herinrichting van de instellingen |
| voor kinderbijslag, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de | voor kinderbijslag, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de |
| programmawet van 8 april 2003; | programmawet van 8 april 2003; |
| Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen | Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen |
| van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, | van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, |
| inzonderheid op artikelen 9 en 18, gewijzigd bij de programmawet van 8 | inzonderheid op artikelen 9 en 18, gewijzigd bij de programmawet van 8 |
| april 2003; | april 2003; |
| Gelet op de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale | Gelet op de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale |
| zekerheid, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de programmawet | zekerheid, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de programmawet |
| van 8 april 2003; | van 8 april 2003; |
| Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
| inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op |
| artikel 21, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | artikel 21, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
| Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende |
| het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op | het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op |
| artikel 48, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | artikel 48, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
| Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
| geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
| 1994, inzonderheid op de artikelen 177 en 180, gewijzigd bij de | 1994, inzonderheid op de artikelen 177 en 180, gewijzigd bij de |
| programmawet van 8 april 2003; | programmawet van 8 april 2003; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen | Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen |
| met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van | met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van |
| sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 | sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 |
| juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring | juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring |
| van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd | van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd |
| bij de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd | bij de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd |
| bij de programmawet van 8 april 2003 en op artikel 21; | bij de programmawet van 8 april 2003 en op artikel 21; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende |
| vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare | vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare |
| instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2; | instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de |
| aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in | aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in |
| de openbare instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op | de openbare instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op |
| artikel 2, op de artikelen 5, 6, 8 en 10, vervangen bij het koninklijk | artikel 2, op de artikelen 5, 6, 8 en 10, vervangen bij het koninklijk |
| besluit van 12 juli 2004, op artikel 13, op artikel 16, op artikel 17, | besluit van 12 juli 2004, op artikel 13, op artikel 16, op artikel 17, |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006, op artikel | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006, op artikel |
| 20, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006 en op | 20, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006 en op |
| artikel 21; | artikel 21; |
| Overwegende dat uit een globale evaluatie van het stelsel van de | Overwegende dat uit een globale evaluatie van het stelsel van de |
| managementfuncties binnen de openbare instellingen van sociale | managementfuncties binnen de openbare instellingen van sociale |
| zekerheid blijkt dat de managementfuncties N-2 en N-3 de hoogste | zekerheid blijkt dat de managementfuncties N-2 en N-3 de hoogste |
| functies van de loopbaan van niveau A overlappen; dat een goed beheer | functies van de loopbaan van niveau A overlappen; dat een goed beheer |
| van de diensten betekent dat een onnodige toename van directieposten | van de diensten betekent dat een onnodige toename van directieposten |
| wordt vermeden en dat de meest dynamische ambtenaren van niveau A | wordt vermeden en dat de meest dynamische ambtenaren van niveau A |
| worden gevaloriseerd; | worden gevaloriseerd; |
| Overwegende dat het dus aangewezen is de managementfuncties N-2 en N-3 | Overwegende dat het dus aangewezen is de managementfuncties N-2 en N-3 |
| te vervangen door directiefuncties binnen niveau A, te meer daar de | te vervangen door directiefuncties binnen niveau A, te meer daar de |
| managementfuncties N-2 en N-3 niet toegankelijk zijn voor personen die | managementfuncties N-2 en N-3 niet toegankelijk zijn voor personen die |
| niet behoren tot het federaal administratief openbaar ambt; | niet behoren tot het federaal administratief openbaar ambt; |
| Overwegende dat het management staat of valt met de inrichting van | Overwegende dat het management staat of valt met de inrichting van |
| stafdiensten die meer bepaald instaan voor het operationeel beleid | stafdiensten die meer bepaald instaan voor het operationeel beleid |
| inzake geldmiddelen, mensen en het gebruik van informatie- en | inzake geldmiddelen, mensen en het gebruik van informatie- en |
| communicatietechnologie; | communicatietechnologie; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 |
| maart 2007; | maart 2007; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven |
| op 16 maart 2007; | op 16 maart 2007; |
| Gelet op de adviezen van het College van de openbare instellingen van | Gelet op de adviezen van het College van de openbare instellingen van |
| sociale zekerheid, gegeven op 13 januari 2006, 29 augustus 2006, 15 | sociale zekerheid, gegeven op 13 januari 2006, 29 augustus 2006, 15 |
| december 2006, 8 januari 2007 en 27 maart 2007; | december 2006, 8 januari 2007 en 27 maart 2007; |
| Gelet op het protocol van 4 april 2007 van het Sectorcomité XX - | Gelet op het protocol van 4 april 2007 van het Sectorcomité XX - |
| Openbare instellingen van sociale zekerheid; | Openbare instellingen van sociale zekerheid; |
| Gelet op het advies 42.947/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei | Gelet op het advies 42.947/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei |
| 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van | Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van |
| Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en | Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en |
| Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand en Landbouw, Onze | Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand en Landbouw, Onze |
| Minister van Pensioenen, Onze Minister van Werk en Onze Minister van | Minister van Pensioenen, Onze Minister van Werk en Onze Minister van |
| Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde | Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
| Ministers, | Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 30 november |
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 30 november |
| 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de | 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de |
| managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid | managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid |
| wordt vervangen als volgt : | wordt vervangen als volgt : |
| « Koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, | « Koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, |
| de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de | de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de |
| aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in | aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in |
| de openbare instellingen van sociale zekerheid ». | de openbare instellingen van sociale zekerheid ». |
Art. 2.Het opschrift van Hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt |
Art. 2.Het opschrift van Hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Titel I. - Toepassingsgebied ». | « Titel I. - Toepassingsgebied ». |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een opschrift ingevoegd, luidende : |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een opschrift ingevoegd, luidende : |
| « Titel II. - De managementfuncties ». | « Titel II. - De managementfuncties ». |
Art. 4.Het opschrift van Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt |
Art. 4.Het opschrift van Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk I. - De managementfuncties en hun juridische aard ». | « Hoofdstuk I. - De managementfuncties en hun juridische aard ». |
Art. 5.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 5.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
| 1° § 1 wordt vervangen als volgt : | 1° § 1 wordt vervangen als volgt : |
| « § 1. De managementfuncties in de openbare instellingen van sociale | « § 1. De managementfuncties in de openbare instellingen van sociale |
| zekerheid worden in drie groepen ingedeeld, in de volgende | zekerheid worden in drie groepen ingedeeld, in de volgende |
| hiërarchische volgorde : | hiërarchische volgorde : |
| 1° de administrateur-generaal; | 1° de administrateur-generaal; |
| 2° de adjunct-administrateur-generaal; | 2° de adjunct-administrateur-generaal; |
| 3° de managementfunctie -1 »; | 3° de managementfunctie -1 »; |
| 2° § 3 wordt vervangen als volgt : | 2° § 3 wordt vervangen als volgt : |
| « § 3. In elke openbare instelling van sociale zekerheid wordt het | « § 3. In elke openbare instelling van sociale zekerheid wordt het |
| aantal managementfuncties -1 bepaald door het beheerscomité mits | aantal managementfuncties -1 bepaald door het beheerscomité mits |
| akkoord van de ministers die respectievelijk ambtenarenzaken en | akkoord van de ministers die respectievelijk ambtenarenzaken en |
| begroting onder hun bevoegdheden hebben. ». | begroting onder hun bevoegdheden hebben. ». |
Art. 6.Het opschrift van Hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt |
Art. 6.Het opschrift van Hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk II. - De selectie, werving en aanstelling van de houders | « Hoofdstuk II. - De selectie, werving en aanstelling van de houders |
| van de managementfuncties ». | van de managementfuncties ». |
Art. 7.Artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk |
Art. 7.Artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk |
| besluit van 12 juli 2004, wordt vervangen als volgt : | besluit van 12 juli 2004, wordt vervangen als volgt : |
| « Art. 5.Om deel te nemen aan de vergelijkende selecties voor de |
« Art. 5.Om deel te nemen aan de vergelijkende selecties voor de |
| functies van administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal | functies van administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal |
| en voor een managementfunctie -1 moeten de kandidaten houder zijn van | en voor een managementfunctie -1 moeten de kandidaten houder zijn van |
| een functie van niveau A of kunnen deelnemen aan een vergelijkende | een functie van niveau A of kunnen deelnemen aan een vergelijkende |
| selectie voor een functie van niveau A. | selectie voor een functie van niveau A. |
| De kandidaten voor een functie van administrateur-generaal, | De kandidaten voor een functie van administrateur-generaal, |
| adjunct-administrateur-generaal of een managementfunctie -1 dienen | adjunct-administrateur-generaal of een managementfunctie -1 dienen |
| over een managementervaring van minstens zes jaar te beschikken of | over een managementervaring van minstens zes jaar te beschikken of |
| minstens tien jaar nuttige beroepservaring te hebben. Onder | minstens tien jaar nuttige beroepservaring te hebben. Onder |
| managementervaring wordt verstaan ervaring inzake beheer in een | managementervaring wordt verstaan ervaring inzake beheer in een |
| overheidsdienst of in een organisatie uit de privé-sector. ». | overheidsdienst of in een organisatie uit de privé-sector. ». |
Art. 8.Artikel 6, § 2, 3° en 4°, van hetzelfde besluit, vervangen bij |
Art. 8.Artikel 6, § 2, 3° en 4°, van hetzelfde besluit, vervangen bij |
| het koninklijk besluit van 12 juli 2004, wordt opgeheven. | het koninklijk besluit van 12 juli 2004, wordt opgeheven. |
Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
| koninklijk besluit van 12 juli 2004, worden de volgende wijzigingen | koninklijk besluit van 12 juli 2004, worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in § 3, tweede lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, | 1° in § 3, tweede lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, |
| 3° tot 5° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, 3° | 3° tot 5° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, 3° |
| »; | »; |
| 2° in § 4, tweede lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, | 2° in § 4, tweede lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, |
| 3° tot 5° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, 3° | 3° tot 5° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, § 1, 3° |
| ». | ». |
Art. 10.Artikel 10, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen |
Art. 10.Artikel 10, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen |
| bij het koninklijk besluit van 12 juli 2004, wordt vervangen als volgt | bij het koninklijk besluit van 12 juli 2004, wordt vervangen als volgt |
| : | : |
| « Er wordt voorzien in een aanvullend gesprek met de kandidaten van | « Er wordt voorzien in een aanvullend gesprek met de kandidaten van |
| groep A om hen op het vlak van hun specifieke competenties, hun | groep A om hen op het vlak van hun specifieke competenties, hun |
| relationele vaardigheden en hun leidinggevende capaciteiten te | relationele vaardigheden en hun leidinggevende capaciteiten te |
| vergelijken met de functiebeschrijving en het competentieprofiel | vergelijken met de functiebeschrijving en het competentieprofiel |
| betreffende de in te vullen managementfunctie -1. Dit gesprek wordt | betreffende de in te vullen managementfunctie -1. Dit gesprek wordt |
| gevoerd door de administrateur-generaal en de | gevoerd door de administrateur-generaal en de |
| adjunct-administrateur-generaal. ». | adjunct-administrateur-generaal. ». |
Art. 11.Het opschrift van Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt |
Art. 11.Het opschrift van Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk III. - Regels betreffende de uitoefening van de | « Hoofdstuk III. - Regels betreffende de uitoefening van de |
| managementfuncties ». | managementfuncties ». |
Art. 12.Artikel 13, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen |
Art. 12.Artikel 13, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen |
| als volgt : | als volgt : |
| « Voor de toepassing van het statuut van de Rijksambtenaren maken de | « Voor de toepassing van het statuut van de Rijksambtenaren maken de |
| houders van een managementfunctie deel uit van niveau A. Zij staan | houders van een managementfunctie deel uit van niveau A. Zij staan |
| hiërarchisch boven de klasse A5 ». | hiërarchisch boven de klasse A5 ». |
Art. 13.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
Art. 13.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
| « Art. 16.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 |
« Art. 16.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 |
| betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties | betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties |
| in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale | in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale |
| overheidsdiensten is van toepassing op de houders van | overheidsdiensten is van toepassing op de houders van |
| managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, van onderhavig besluit | managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, van onderhavig besluit |
| ». | ». |
Art. 14.Het opschrift van Hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt |
Art. 14.Het opschrift van Hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk IV. - De evaluatie van de houder van een managementfunctie | « Hoofdstuk IV. - De evaluatie van de houder van een managementfunctie |
| ». | ». |
Art. 15.Artikel 17, § 4, 4° en 5°, van hetzelfde besluit wordt |
Art. 15.Artikel 17, § 4, 4° en 5°, van hetzelfde besluit wordt |
| opgeheven. | opgeheven. |
Art. 16.Het opschrift van Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt |
Art. 16.Het opschrift van Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk V. - Einde van het mandaat ». | « Hoofdstuk V. - Einde van het mandaat ». |
Art. 17.In artikel 20, § 2, eerste en vierde lid van hetzelfde |
Art. 17.In artikel 20, § 2, eerste en vierde lid van hetzelfde |
| besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006, | besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2006, |
| worden de woorden « -2 of -3 » geschrapt. | worden de woorden « -2 of -3 » geschrapt. |
Art. 18.Artikel 21, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen |
Art. 18.Artikel 21, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen |
| als volgt : | als volgt : |
| « Het mandaat eindigt van rechtswege op het einde van de periode | « Het mandaat eindigt van rechtswege op het einde van de periode |
| bedoeld in artikel 11 en wanneer de houder van de managementfunctie de | bedoeld in artikel 11 en wanneer de houder van de managementfunctie de |
| leeftijd van 65 jaar bereikt ». | leeftijd van 65 jaar bereikt ». |
Art. 19.Het opschrift van Hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt |
Art. 19.Het opschrift van Hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk VI. - Hernieuwing van het mandaat ». | « Hoofdstuk VI. - Hernieuwing van het mandaat ». |
Art. 20.Het opschrift van Hoofdstuk VIII van hetzelfde besluit wordt |
Art. 20.Het opschrift van Hoofdstuk VIII van hetzelfde besluit wordt |
| vervangen als volgt : | vervangen als volgt : |
| « Hoofdstuk VII. - De weging van de managementfuncties ». | « Hoofdstuk VII. - De weging van de managementfuncties ». |
Art. 21.In hetzelfde besluit wordt een Titel III ingevoegd, luidende |
Art. 21.In hetzelfde besluit wordt een Titel III ingevoegd, luidende |
| : | : |
| « Titel III. - De staffuncties en de directiefuncties. | « Titel III. - De staffuncties en de directiefuncties. |
Art. 28bis.§ 1. Een of meerdere staffuncties kunnen worden gecreëerd |
Art. 28bis.§ 1. Een of meerdere staffuncties kunnen worden gecreëerd |
| in heel of een deel van één of meerdere van de volgende domeinen : | in heel of een deel van één of meerdere van de volgende domeinen : |
| 1° Personeel en Organisatie; | 1° Personeel en Organisatie; |
| 2° Budget en Beheerscontrole; | 2° Budget en Beheerscontrole; |
| 3° Informatie- en Communicatietechnologie; | 3° Informatie- en Communicatietechnologie; |
| 4° Interne Audit, volgens bepalingen door Ons vastgelegd in een in | 4° Interne Audit, volgens bepalingen door Ons vastgelegd in een in |
| Ministerraad overlegd besluit. | Ministerraad overlegd besluit. |
| Er kan door Ons worden voorzien in extra staffuncties in het | Er kan door Ons worden voorzien in extra staffuncties in het |
| organigram van elke openbare instelling van sociale zekerheid, op | organigram van elke openbare instelling van sociale zekerheid, op |
| voordracht van het beheerscomité mits het akkoord van de ministers die | voordracht van het beheerscomité mits het akkoord van de ministers die |
| respectievelijk ambtenarenzaken en begroting onder hun bevoegdheden | respectievelijk ambtenarenzaken en begroting onder hun bevoegdheden |
| hebben. | hebben. |
| De staffuncties bedoeld in het eerste lid kunnen worden uitgeoefend in | De staffuncties bedoeld in het eerste lid kunnen worden uitgeoefend in |
| het kader van één of meerdere managementfuncties -1. In deze | het kader van één of meerdere managementfuncties -1. In deze |
| veronderstelling zijn enkel de bepalingen van titel II van toepassing | veronderstelling zijn enkel de bepalingen van titel II van toepassing |
| op de houder van deze managementfunctie. | op de houder van deze managementfunctie. |
| § 2. In het niveau A kunnen de klassen A3, A4 en A5 directiefuncties | § 2. In het niveau A kunnen de klassen A3, A4 en A5 directiefuncties |
| omvatten. | omvatten. |
| § 3. De functies die, voor de wegingsmatrices die voorkomen in kolom 1 | § 3. De functies die, voor de wegingsmatrices die voorkomen in kolom 1 |
| van de hiernavolgende tabel, en ten minste de vereiste kenmerken uit | van de hiernavolgende tabel, en ten minste de vereiste kenmerken uit |
| kolom 2 van dezelfde tabel vertonen, kunnen worden beschouwd als | kolom 2 van dezelfde tabel vertonen, kunnen worden beschouwd als |
| directiefuncties of als staffuncties : | directiefuncties of als staffuncties : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| § 4. De directiefuncties alsook hun aantal en de klasse van het niveau | § 4. De directiefuncties alsook hun aantal en de klasse van het niveau |
| A waartoe ze behoren worden vastgelegd door het beheerscomité mits | A waartoe ze behoren worden vastgelegd door het beheerscomité mits |
| akkoord van de ministers tot wiens respectievelijke bevoegdheid | akkoord van de ministers tot wiens respectievelijke bevoegdheid |
| ambtenaren en begroting behoort. | ambtenaren en begroting behoort. |
| Het aantal van de staffuncties en de klasse van het niveau A waartoe | Het aantal van de staffuncties en de klasse van het niveau A waartoe |
| ze behoren worden vastgelegd door het beheerscomité mits akkoord van | ze behoren worden vastgelegd door het beheerscomité mits akkoord van |
| de minister tot wiens respectievelijke bevoegdheid ambtenarenzaken en | de minister tot wiens respectievelijke bevoegdheid ambtenarenzaken en |
| begroting behoort. | begroting behoort. |
| § 5. Er wordt voorzien in staffuncties en directiefuncties door een | § 5. Er wordt voorzien in staffuncties en directiefuncties door een |
| aanstelling voor een duur van zes jaar. | aanstelling voor een duur van zes jaar. |
| De ambtenaren belast met een staffunctie dragen de titel van | De ambtenaren belast met een staffunctie dragen de titel van |
| functioneel directeur tijdens hun aanstelling. De ambtenaren belast | functioneel directeur tijdens hun aanstelling. De ambtenaren belast |
| met een directiefunctie dragen de titel van directeur tijdens hun | met een directiefunctie dragen de titel van directeur tijdens hun |
| aanstelling. | aanstelling. |
| De aanstelling eindigt van rechtswege : | De aanstelling eindigt van rechtswege : |
| 1° na afloop van de periode van zes jaar; | 1° na afloop van de periode van zes jaar; |
| 2° wanneer de houder van de staffunctie of van de directiefunctie de | 2° wanneer de houder van de staffunctie of van de directiefunctie de |
| leeftijd van 65 jaar bereikt; | leeftijd van 65 jaar bereikt; |
| 3° wanneer de houder van de staffunctie of van de directiefunctie | 3° wanneer de houder van de staffunctie of van de directiefunctie |
| bevorderd wordt door verhoging naar de hogere klasse, behalve indien | bevorderd wordt door verhoging naar de hogere klasse, behalve indien |
| het beheerscomité beslist zijn aanstelling te bevestigen. | het beheerscomité beslist zijn aanstelling te bevestigen. |
| De houder van een staffunctie of van een directiefunctie kan vragen | De houder van een staffunctie of van een directiefunctie kan vragen |
| dat een einde wordt gesteld aan zijn aanstelling, mits een | dat een einde wordt gesteld aan zijn aanstelling, mits een |
| opzegtermijn van zes maanden. Indien het beheerscomité akkoord gaat, | opzegtermijn van zes maanden. Indien het beheerscomité akkoord gaat, |
| kan deze termijn worden ingekort. | kan deze termijn worden ingekort. |
| In de in het derde lid, 1° en 3° bedoelde gevallen kan de aanstelling | In de in het derde lid, 1° en 3° bedoelde gevallen kan de aanstelling |
| verlengd worden voor maximaal zes maanden. | verlengd worden voor maximaal zes maanden. |
| Op het einde van de periode van aanstelling wordt de houder van de | Op het einde van de periode van aanstelling wordt de houder van de |
| staffunctie of van de directiefunctie ter beschikking van zijn dienst | staffunctie of van de directiefunctie ter beschikking van zijn dienst |
| van oorsprong gesteld, behalve in het in het derde lid, 2°, bedoelde | van oorsprong gesteld, behalve in het in het derde lid, 2°, bedoelde |
| geval. | geval. |
Art. 28ter.§ 1. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de |
Art. 28ter.§ 1. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de |
| klasse A5 behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren van de | klasse A5 behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren van de |
| openbare instelling van sociale zekerheid waar de functie vacant is, | openbare instelling van sociale zekerheid waar de functie vacant is, |
| die benoemd zijn in de klasse A5 en A4 en die voldoen aan de eisen die | die benoemd zijn in de klasse A5 en A4 en die voldoen aan de eisen die |
| zijn vastgesteld in de functiebeschrijving. | zijn vastgesteld in de functiebeschrijving. |
| § 2. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de klasse A4 | § 2. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de klasse A4 |
| behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren van de openbare | behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren van de openbare |
| instelling van sociale zekerheid waar de functie vacant is die benoemd | instelling van sociale zekerheid waar de functie vacant is die benoemd |
| zijn in de klasse A3 en A4 en die voldoen aan de eisen die zijn | zijn in de klasse A3 en A4 en die voldoen aan de eisen die zijn |
| vastgesteld in de functiebeschrijving. | vastgesteld in de functiebeschrijving. |
| § 3. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de klasse A3 | § 3. Indien de staffunctie of de directiefunctie aan de klasse A3 |
| behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren die benoemd zijn in | behoort, wordt een beroep gedaan op de ambtenaren die benoemd zijn in |
| de klasse A3, A2 en A1 in de openbare instelling van sociale zekerheid | de klasse A3, A2 en A1 in de openbare instelling van sociale zekerheid |
| waar de functie vacant is en die voldoen aan de eisen die zijn | waar de functie vacant is en die voldoen aan de eisen die zijn |
| vastgesteld in de functiebeschrijving. De ambtenaren die benoemd zijn | vastgesteld in de functiebeschrijving. De ambtenaren die benoemd zijn |
| in de klassen A1 en A2 moeten de statutaire voorwaarden vervullen die | in de klassen A1 en A2 moeten de statutaire voorwaarden vervullen die |
| noodzakelijk zijn om tot de klasse A3 te worden bevorderd. ». | noodzakelijk zijn om tot de klasse A3 te worden bevorderd. ». |
| De functiebeschrijving en het competentieprofiel worden bepaald door | De functiebeschrijving en het competentieprofiel worden bepaald door |
| de administrateur-generaal en worden gepubliceerd in de vacature. | de administrateur-generaal en worden gepubliceerd in de vacature. |
| § 4. De vacature van de staffunctie of van de directiefunctie wordt | § 4. De vacature van de staffunctie of van de directiefunctie wordt |
| door een bekendmaking van vacante betrekking ter kennis gebracht van | door een bekendmaking van vacante betrekking ter kennis gebracht van |
| de ambtenaren die zich kandidaat kunnen stellen. Bovenop de | de ambtenaren die zich kandidaat kunnen stellen. Bovenop de |
| functiebeschrijving en het competentieprofiel omvat dit bericht alle | functiebeschrijving en het competentieprofiel omvat dit bericht alle |
| andere elementen die betrekking hebben op de vacante betrekking om de | andere elementen die betrekking hebben op de vacante betrekking om de |
| kandidaten de mogelijkheid te bieden met volle kennis van zaken te | kandidaten de mogelijkheid te bieden met volle kennis van zaken te |
| solliciteren. | solliciteren. |
| De bekendmaking van vacante betrekking wordt ofwel overhandigd aan elk | De bekendmaking van vacante betrekking wordt ofwel overhandigd aan elk |
| der betrokken ambtenaren tegen voor een door hen ondertekend | der betrokken ambtenaren tegen voor een door hen ondertekend |
| ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst der bekendmaking vermeldt, | ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst der bekendmaking vermeldt, |
| ofwel bij een ter post aangetekend schrijven gezonden aan het door de | ofwel bij een ter post aangetekend schrijven gezonden aan het door de |
| betrokkene laatst opgegeven adres. Wanneer de ambtenaar om welke reden | betrokkene laatst opgegeven adres. Wanneer de ambtenaar om welke reden |
| ook tijdelijk uit de dienst verwijderd is, wordt hem de bekendmaking | ook tijdelijk uit de dienst verwijderd is, wordt hem de bekendmaking |
| van vacante betrekking bij een ter post aangetekend schrijven gezonden | van vacante betrekking bij een ter post aangetekend schrijven gezonden |
| aan het door hem laatst opgegeven adres. | aan het door hem laatst opgegeven adres. |
| De ambtenaren stellen hun kandidaturen voor door een ter post | De ambtenaren stellen hun kandidaturen voor door een ter post |
| aangetekend schrijven binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat | aangetekend schrijven binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat |
| op de eerste werkdag volgend op die waarop de bekendmaking van de | op de eerste werkdag volgend op die waarop de bekendmaking van de |
| vacante betrekking aan de betrokkene werd overhandigd of door de post | vacante betrekking aan de betrokkene werd overhandigd of door de post |
| is aangeboden. Wanneer de eerste of de laatste dag van de termijn een | is aangeboden. Wanneer de eerste of de laatste dag van de termijn een |
| zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de termijn | zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de termijn |
| verlengd tot de volgende werkdag. | verlengd tot de volgende werkdag. |
| Het is aan de ambtenaren toegelaten bij voorbaat naar elke betrekking | Het is aan de ambtenaren toegelaten bij voorbaat naar elke betrekking |
| te dingen die tijdens hun afwezigheid zou worden open verklaard. De | te dingen die tijdens hun afwezigheid zou worden open verklaard. De |
| geldigheid van die sollicitatie is vastgesteld op één maand. | geldigheid van die sollicitatie is vastgesteld op één maand. |
| Art. 28quater.- § 1.- De aanstelling in een staffunctie of een | Art. 28quater.- § 1.- De aanstelling in een staffunctie of een |
| directiefunctie gebeurt door het beheerscomité, na voordracht door de | directiefunctie gebeurt door het beheerscomité, na voordracht door de |
| administrateur-generaal. Hiertoe wordt door de administrateur-generaal | administrateur-generaal. Hiertoe wordt door de administrateur-generaal |
| een voorstel opgesteld dat maximum vijf kandidaten per vacante | een voorstel opgesteld dat maximum vijf kandidaten per vacante |
| betrekking omvat. | betrekking omvat. |
| § 2. Het voorstel van rangschikking opgesteld voor elke staffunctie of | § 2. Het voorstel van rangschikking opgesteld voor elke staffunctie of |
| elke directiefunctie wordt schriftelijk betekend aan alle kandidaten | elke directiefunctie wordt schriftelijk betekend aan alle kandidaten |
| die hun kandidatuur geldig hebben ingediend. | die hun kandidatuur geldig hebben ingediend. |
| De betekening behelst ten minste de volgende elementen : | De betekening behelst ten minste de volgende elementen : |
| 1° de rangschikking van de kandidaten; | 1° de rangschikking van de kandidaten; |
| 2° het aangeven aan de ambtenaar die zich benadeeld acht van de | 2° het aangeven aan de ambtenaar die zich benadeeld acht van de |
| mogelijkheid, binnen tien werkdagen na de betekening, een klacht in te | mogelijkheid, binnen tien werkdagen na de betekening, een klacht in te |
| dienen bij het beheerscomité en van deze om te vragen door dit comité | dienen bij het beheerscomité en van deze om te vragen door dit comité |
| te worden gehoord; | te worden gehoord; |
| 3° het deel van de notulen van de zitting van het beheerscomité | 3° het deel van de notulen van de zitting van het beheerscomité |
| betreffende het voorstel van rangschikking. | betreffende het voorstel van rangschikking. |
| § 3. De in § 2, tweede lid, 2° bedoelde klacht wordt schriftelijk | § 3. De in § 2, tweede lid, 2° bedoelde klacht wordt schriftelijk |
| gericht aan de voorzitter van het beheerscomité. | gericht aan de voorzitter van het beheerscomité. |
| De raadpleging gebeurt met naleving van het vertrouwelijk karakter van | De raadpleging gebeurt met naleving van het vertrouwelijk karakter van |
| de feiten die op andere ambtenaren zouden betrekking hebben. | de feiten die op andere ambtenaren zouden betrekking hebben. |
| § 4. De ambtenaar dient zijn klacht in bij een ter post aangetekend | § 4. De ambtenaar dient zijn klacht in bij een ter post aangetekend |
| schrijven. Indien hij vraagt gehoord te worden, verschijnt hij | schrijven. Indien hij vraagt gehoord te worden, verschijnt hij |
| persoonlijk, hij mag zich noch laten bijstaan, noch doen | persoonlijk, hij mag zich noch laten bijstaan, noch doen |
| vertegenwoordigen. | vertegenwoordigen. |
| Indien, alhoewel rechtmatig opgeroepen, de ambtenaar zonder geldige | Indien, alhoewel rechtmatig opgeroepen, de ambtenaar zonder geldige |
| verontschuldiging niet verschijnt, wordt de procedure uit zijn hoofde | verontschuldiging niet verschijnt, wordt de procedure uit zijn hoofde |
| als afgesloten beschouwd. | als afgesloten beschouwd. |
| Het beheerscomité spreekt zich uit op grond van de schriftelijke | Het beheerscomité spreekt zich uit op grond van de schriftelijke |
| klacht zelfs indien de ambtenaar zich op een geldige verontschuldiging | klacht zelfs indien de ambtenaar zich op een geldige verontschuldiging |
| kan beroepen, zodra de klacht een tweede maal op de agenda van een | kan beroepen, zodra de klacht een tweede maal op de agenda van een |
| zitting is geplaatst. | zitting is geplaatst. |
| § 5. Indien, ingevolge het onderzoek van de klacht, het beheerscomité | § 5. Indien, ingevolge het onderzoek van de klacht, het beheerscomité |
| de oorspronkelijke rangschikking niet verandert, wordt deze beslissing | de oorspronkelijke rangschikking niet verandert, wordt deze beslissing |
| enkel aan de kandidaat die de klacht heeft ingediend, bekendgemaakt. | enkel aan de kandidaat die de klacht heeft ingediend, bekendgemaakt. |
| Indien het beheerscomité integendeel een nieuwe rangschikking opmaakt, | Indien het beheerscomité integendeel een nieuwe rangschikking opmaakt, |
| wordt deze volgens de in § 2 bedoelde procedure, betekend aan alle | wordt deze volgens de in § 2 bedoelde procedure, betekend aan alle |
| kandidaten die geldig hun kandidatuur hadden ingediend. | kandidaten die geldig hun kandidatuur hadden ingediend. |
| Indien een ambtenaar zich opnieuw benadeeld acht, kan hij een | Indien een ambtenaar zich opnieuw benadeeld acht, kan hij een |
| schriftelijke klacht volgens de in §§ 3 en 4 voorziene procedure | schriftelijke klacht volgens de in §§ 3 en 4 voorziene procedure |
| indienen. Hij kan niet vragen om gehoord te worden. | indienen. Hij kan niet vragen om gehoord te worden. |
| Aan het einde van een nieuwe beraadslaging maakt het beheerscomité de | Aan het einde van een nieuwe beraadslaging maakt het beheerscomité de |
| definitieve rangschikking bekend aan alle kandidaten die hun | definitieve rangschikking bekend aan alle kandidaten die hun |
| kandidatuur geldig ingediend hebben. | kandidatuur geldig ingediend hebben. |
Art. 28quinquies.§ 1. Voor de aanstelling in een staffunctie of een |
Art. 28quinquies.§ 1. Voor de aanstelling in een staffunctie of een |
| directiefunctie wordt voorrang gegeven aan diegene van de kandidaten | directiefunctie wordt voorrang gegeven aan diegene van de kandidaten |
| bedoeld in artikel 28quater, § 1, die bij eenparigheid wordt | bedoeld in artikel 28quater, § 1, die bij eenparigheid wordt |
| voorgesteld met betrekking tot de functiebeschrijving en het | voorgesteld met betrekking tot de functiebeschrijving en het |
| competentieprofiel van de in te vullen functie. | competentieprofiel van de in te vullen functie. |
| De aanstelling in een staffunctie of een directiefunctie geeft geen | De aanstelling in een staffunctie of een directiefunctie geeft geen |
| aanspraak op een bevordering in de klasse die overeenkomt met deze | aanspraak op een bevordering in de klasse die overeenkomt met deze |
| functie. | functie. |
| § 2. De ambtenaar aangesteld in een directiefunctie of in een | § 2. De ambtenaar aangesteld in een directiefunctie of in een |
| staffunctie behoudt het voordeel van zijn premie voor | staffunctie behoudt het voordeel van zijn premie voor |
| competentieontwikkeling. | competentieontwikkeling. |
| § 3. De ambtenaar aangesteld in een staffunctie of in een | § 3. De ambtenaar aangesteld in een staffunctie of in een |
| directiefunctie die een gecertificeerde opleiding wil volgen en wil | directiefunctie die een gecertificeerde opleiding wil volgen en wil |
| deelnemen aan de validatie van de verworven kennis die hierop volgt, | deelnemen aan de validatie van de verworven kennis die hierop volgt, |
| kiest een opleiding in de lijst die overeenkomt met het domein of de | kiest een opleiding in de lijst die overeenkomt met het domein of de |
| vakrichting die met zijn ambt overeenkomt. De ambtenaar stelt zijn | vakrichting die met zijn ambt overeenkomt. De ambtenaar stelt zijn |
| keuze voor aan zijn hiërarchische meerdere. Voor het overige zijn de | keuze voor aan zijn hiërarchische meerdere. Voor het overige zijn de |
| bepalingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende | bepalingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende |
| de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel die betrekking | de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel die betrekking |
| hebben op de gecertificeerde opleidingen van niveau A toepasselijk. | hebben op de gecertificeerde opleidingen van niveau A toepasselijk. |
| § 4. De ambtenaar aangesteld in een directiefunctie of in een | § 4. De ambtenaar aangesteld in een directiefunctie of in een |
| staffunctie wordt tijdens de duur van zijn aanstelling onderworpen aan | staffunctie wordt tijdens de duur van zijn aanstelling onderworpen aan |
| het statuut van het personeel van de instellingen van sociale | het statuut van het personeel van de instellingen van sociale |
| zekerheid, met uitzondering van de afwijkende bepalingen in dit | zekerheid, met uitzondering van de afwijkende bepalingen in dit |
| besluit. | besluit. |
Art. 28sexies.§ 1. Elke houder van een staf- of directiefunctie wordt |
Art. 28sexies.§ 1. Elke houder van een staf- of directiefunctie wordt |
| om de twee jaar geëvalueerd. Uiterlijk zes maanden vóór het einde van | om de twee jaar geëvalueerd. Uiterlijk zes maanden vóór het einde van |
| zijn mandaat krijgt hij een globale eindevaluatie. | zijn mandaat krijgt hij een globale eindevaluatie. |
| De evaluatie van de houder van een staf- of directiefunctie gebeurt | De evaluatie van de houder van een staf- of directiefunctie gebeurt |
| door de administrateur-generaal en door zijn directe meerdere. | door de administrateur-generaal en door zijn directe meerdere. |
| § 2. De houder van een staf- of directiefunctie wordt geëvalueerd op | § 2. De houder van een staf- of directiefunctie wordt geëvalueerd op |
| basis van de manier waarop de dienst die hij beheert, heeft | basis van de manier waarop de dienst die hij beheert, heeft |
| bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in de | bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in de |
| bestuursovereenkomst, zoals bepaald in het bestuursplan bepaald in | bestuursovereenkomst, zoals bepaald in het bestuursplan bepaald in |
| artikel 10, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 | artikel 10, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 |
| houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de | houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de |
| openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van | openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van |
| artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
| sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
| wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de programmawet van 12 | wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de programmawet van 12 |
| december 1997 betreffende de geëvalueerde jaren, rekening houdend met | december 1997 betreffende de geëvalueerde jaren, rekening houdend met |
| de resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden gepreciseerd. | de resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden gepreciseerd. |
| § 3. De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van | § 3. De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van |
| een staf- of directiefunctie geeft aanleiding tot de vermelding « | een staf- of directiefunctie geeft aanleiding tot de vermelding « |
| onvoldoende » wanneer de doelstellingen bepaald voor de dienst die hij | onvoldoende » wanneer de doelstellingen bepaald voor de dienst die hij |
| beheert in het bestuursplan duidelijk niet werden verwezenlijkt | beheert in het bestuursplan duidelijk niet werden verwezenlijkt |
| tijdens de geëvalueerde periode, in het bijzonder in de | tijdens de geëvalueerde periode, in het bijzonder in de |
| resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden gepreciseerd. | resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden gepreciseerd. |
| De eindevaluatie van de houder van een staf- of directiefunctie geeft | De eindevaluatie van de houder van een staf- of directiefunctie geeft |
| aanleiding tot de vermelding « goed » wanneer de doelstellingen | aanleiding tot de vermelding « goed » wanneer de doelstellingen |
| bepaald voor de dienst die hij beheert in het bestuursplan werden | bepaald voor de dienst die hij beheert in het bestuursplan werden |
| verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde jaren, in het | verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde jaren, in het |
| bijzonder in de resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden | bijzonder in de resultaatdomeinen die in zijn functieprofiel worden |
| gepreciseerd. | gepreciseerd. |
| Artikelen 18 en 19 zijn van toepassing. | Artikelen 18 en 19 zijn van toepassing. |
| § 4. De houder van een staf- of directiefunctie waarvan een | § 4. De houder van een staf- of directiefunctie waarvan een |
| tussentijdse evaluatie of een eindevaluatie aanleiding geeft tot de | tussentijdse evaluatie of een eindevaluatie aanleiding geeft tot de |
| vermelding « onvoldoende », kan per aangetekende brief beroep indienen | vermelding « onvoldoende », kan per aangetekende brief beroep indienen |
| bij een comité dat is opgericht bij de minister bevoegd voor | bij een comité dat is opgericht bij de minister bevoegd voor |
| ambtenarenzaken en comité van beroep wordt genoemd. Het beroep wordt | ambtenarenzaken en comité van beroep wordt genoemd. Het beroep wordt |
| ingediend binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de betekening | ingediend binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de betekening |
| van de eindevaluatie. | van de eindevaluatie. |
| Het comité omvat een Franstalige en een Nederlandstalige afdeling. De | Het comité omvat een Franstalige en een Nederlandstalige afdeling. De |
| taalrol van de houder van de staf- of directiefunctie bepaalt voor | taalrol van de houder van de staf- of directiefunctie bepaalt voor |
| welke afdeling hij verschijnt. | welke afdeling hij verschijnt. |
| Elke afdeling is samengesteld uit zes administrateurs-generaal en/of | Elke afdeling is samengesteld uit zes administrateurs-generaal en/of |
| adjunct-administrateurs-generaal, door Ons aangewezen op voordracht | adjunct-administrateurs-generaal, door Ons aangewezen op voordracht |
| van de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren. Ze | van de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren. Ze |
| wordt voorgezeten door het oudste lid, dat een ondervoorzitter | wordt voorgezeten door het oudste lid, dat een ondervoorzitter |
| aanwijst die de voorzitter in geval van afwezigheid vervangt. | aanwijst die de voorzitter in geval van afwezigheid vervangt. |
| De administrateurs-generaal en/of adjunct-administrateurs-generaal die | De administrateurs-generaal en/of adjunct-administrateurs-generaal die |
| aan het evaluatieproces van de houder van een staf- of directiefunctie | aan het evaluatieproces van de houder van een staf- of directiefunctie |
| hebben deelgenomen, mogen noch de beraadslaging van de afdeling | hebben deelgenomen, mogen noch de beraadslaging van de afdeling |
| bijwonen, noch eraan deelnemen. Ze kunnen evenwel worden gehoord. | bijwonen, noch eraan deelnemen. Ze kunnen evenwel worden gehoord. |
| Het beroep wordt ingediend bij de minister tot wiens bevoegdheid de | Het beroep wordt ingediend bij de minister tot wiens bevoegdheid de |
| ambtenarenzaken behoren, die, in elke zaak, een griffierverslaggever | ambtenarenzaken behoren, die, in elke zaak, een griffierverslaggever |
| aanwijst; deze laatste is niet stemgerechtigd. | aanwijst; deze laatste is niet stemgerechtigd. |
| Het comité maakt een huishoudelijk reglement op en legt het ter | Het comité maakt een huishoudelijk reglement op en legt het ter |
| goedkeuring voor aan de minister tot wiens bevoegdheid de | goedkeuring voor aan de minister tot wiens bevoegdheid de |
| ambtenarenzaken behoren. | ambtenarenzaken behoren. |
| Het beroep is opschortend. | Het beroep is opschortend. |
| De procedure bepaald door de §§ 3 tot 6 van artikel 20, is van | De procedure bepaald door de §§ 3 tot 6 van artikel 20, is van |
| toepassing. | toepassing. |
| § 5. Indien de evaluatie van een houder van een staffunctie of van een | § 5. Indien de evaluatie van een houder van een staffunctie of van een |
| directiefunctie leidt tot een vermelding « onvoldoende », komt aan | directiefunctie leidt tot een vermelding « onvoldoende », komt aan |
| zijn aanstelling een einde op de eerste dag van de maand die volgt op | zijn aanstelling een einde op de eerste dag van de maand die volgt op |
| de toekenning van de vermelding; de betrokkene wordt ter beschikking | de toekenning van de vermelding; de betrokkene wordt ter beschikking |
| van zijn dienst van oorsprong gesteld. | van zijn dienst van oorsprong gesteld. |
Art. 28septies.§ 1. De houder van een staffunctie of van een |
Art. 28septies.§ 1. De houder van een staffunctie of van een |
| directiefunctie ontvangt, tijdens zijn aanstelling naast de | directiefunctie ontvangt, tijdens zijn aanstelling naast de |
| bezoldiging die overeenstemt met de weddenschaal verbonden aan de | bezoldiging die overeenstemt met de weddenschaal verbonden aan de |
| klasse waarin hij benoemd wordt en, in voorkomend geval, de premie | klasse waarin hij benoemd wordt en, in voorkomend geval, de premie |
| voor competentieontwikkeling verbonden aan zijn klasse, een | voor competentieontwikkeling verbonden aan zijn klasse, een |
| maandelijkse directiepremie van : | maandelijkse directiepremie van : |
| 1° 735 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A5; | 1° 735 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A5; |
| 2° 670 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A4; | 2° 670 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A4; |
| 3° 600 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A3. | 3° 600 euro indien de staf- of directiefunctie behoort tot klasse A3. |
| De directiepremie wordt maandelijks uitbetaald in dezelfde mate en | De directiepremie wordt maandelijks uitbetaald in dezelfde mate en |
| tegen dezelfde voorwaarden als het loon. | tegen dezelfde voorwaarden als het loon. |
| Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan spilindex 138,01. | Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan spilindex 138,01. |
| § 2. Een staffunctie of een directiefunctie kan niet worden toegekend | § 2. Een staffunctie of een directiefunctie kan niet worden toegekend |
| door aanstelling voor de uitoefening van een hoger ambt. ». | door aanstelling voor de uitoefening van een hoger ambt. ». |
| Wijzigende-, overgangs- en eindbepalingen. | Wijzigende-, overgangs- en eindbepalingen. |
Art. 22.De houders van een managementfunctie die reeds waren |
Art. 22.De houders van een managementfunctie die reeds waren |
| aangesteld op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, en die | aangesteld op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, en die |
| tijdens hun mandaat de leeftijd van 65 jaar bereiken, kunnen in dienst | tijdens hun mandaat de leeftijd van 65 jaar bereiken, kunnen in dienst |
| blijven na de leeftijd van 65 jaar, mits het akkoord van de minister | blijven na de leeftijd van 65 jaar, mits het akkoord van de minister |
| onder wie ze ressorteren, voor een duur die niet langer mag zijn dan | onder wie ze ressorteren, voor een duur die niet langer mag zijn dan |
| de duur die nog loopt tot aan het einde van hun mandaat. Hun mandaat | de duur die nog loopt tot aan het einde van hun mandaat. Hun mandaat |
| kan niet meer worden hernieuwd in toepassing van artikel 24 van | kan niet meer worden hernieuwd in toepassing van artikel 24 van |
| voornoemd koninklijk besluit van 30 november 2003. | voornoemd koninklijk besluit van 30 november 2003. |
Art. 23.Artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 |
Art. 23.Artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 |
| houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de | houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de |
| openbare instellingen van sociale zekerheid wordt vervangen als volgt | openbare instellingen van sociale zekerheid wordt vervangen als volgt |
| : | : |
| « 1° het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van | « 1° het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van |
| het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar | het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar |
| nut, met uitzondering van artikel 15sexies ». | nut, met uitzondering van artikel 15sexies ». |
Art. 24.De bevoegdheden toegekend aan de opleidingsdirecteur worden |
Art. 24.De bevoegdheden toegekend aan de opleidingsdirecteur worden |
| uitgeoefend door de functioneel directeur van de stafdienst Personeel | uitgeoefend door de functioneel directeur van de stafdienst Personeel |
| en Organisatie vanaf zijn aanstelling; daar waar er geen stafdienst | en Organisatie vanaf zijn aanstelling; daar waar er geen stafdienst |
| Personeel en Organisatie bestaat, worden ze uitgeoefend door de | Personeel en Organisatie bestaat, worden ze uitgeoefend door de |
| verantwoordelijke van de personeelsdienst. | verantwoordelijke van de personeelsdienst. |
Art. 25.De huidige titularissen van de functie van |
Art. 25.De huidige titularissen van de functie van |
| opleidingsdirecteur behouden ten persoonlijke titel en tot het | opleidingsdirecteur behouden ten persoonlijke titel en tot het |
| verstrijken van de lopende aanwijzingsperiode het voordeel van de | verstrijken van de lopende aanwijzingsperiode het voordeel van de |
| bepalingen van artikel 15sexies, § 3, van het koninklijk besluit van 8 | bepalingen van artikel 15sexies, § 3, van het koninklijk besluit van 8 |
| januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van | januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van |
| sommige instellingen van openbaar nut. Tot de indiensttreding van de | sommige instellingen van openbaar nut. Tot de indiensttreding van de |
| functioneel directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie | functioneel directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie |
| blijven ze de aan hun aanwijzing als opleidingsdirecteur verbonden | blijven ze de aan hun aanwijzing als opleidingsdirecteur verbonden |
| bevoegdheden verder uitoefenen. | bevoegdheden verder uitoefenen. |
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 27.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse |
Art. 27.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse |
| Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze | Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze |
| Minister van Middenstand en Landbouw, Onze Minister van Pensioenen, | Minister van Middenstand en Landbouw, Onze Minister van Pensioenen, |
| Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, | Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, |
| ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 20 december 2007. | Gegeven te Brussel, 20 december 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
| Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Minister van Middenstand en Landbouw, | De Minister van Middenstand en Landbouw, |
| Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| C. DUPONT | C. DUPONT |
| De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
| B. TOBBACK | B. TOBBACK |
| Voor de Minister van Werk, afwezig : | Voor de Minister van Werk, afwezig : |
| De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
| B. TOBBACK | B. TOBBACK |
| De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| D. DONFUT | D. DONFUT |