Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding die overeenkomstig de artikelen 508/19, 508/20, 508/22 en 508/23, van het Gerechtelijk Wetboek wordt verleend aan advocaten | Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding die overeenkomstig de artikelen 508/19, 508/20, 508/22 en 508/23, van het Gerechtelijk Wetboek wordt verleend aan advocaten |
---|---|
MINISTERIE VAN JUSTITIE | MINISTERIE VAN JUSTITIE |
20 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 20 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling | voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling |
van de vergoeding die overeenkomstig de artikelen 508/19, 508/20, | van de vergoeding die overeenkomstig de artikelen 508/19, 508/20, |
508/22 en 508/23, van het Gerechtelijk Wetboek wordt verleend aan | 508/22 en 508/23, van het Gerechtelijk Wetboek wordt verleend aan |
advocaten | advocaten |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen | Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen |
446bis, 508/13, 508/19, 508/20, 508/21, 508/22 en 508/23, ingevoegd | 446bis, 508/13, 508/19, 508/20, 508/21, 508/22 en 508/23, ingevoegd |
bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand, en | bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand, en |
de artikelen 3, 10 en 11 van dezelfde wet; | de artikelen 3, 10 en 11 van dezelfde wet; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 |
april 1999; | april 1999; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 |
november 1999; | november 1999; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de |
wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van en 4 augustus 1996; | wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van en 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de volgende | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de volgende |
omstandigheden : | omstandigheden : |
Overwegende dat de toegang tot het recht en het gerecht een | Overwegende dat de toegang tot het recht en het gerecht een |
fundamenteel en onvoorwaardelijk recht is, dat in elke democratische | fundamenteel en onvoorwaardelijk recht is, dat in elke democratische |
samenleving moet worden gewaarborgd; | samenleving moet worden gewaarborgd; |
Overwegende dat artikel 23 van de Grondwet voorziet in het recht op | Overwegende dat artikel 23 van de Grondwet voorziet in het recht op |
juridische bijstand; | juridische bijstand; |
Overwegende dat de fundamentele doelstelling van artikel 508/19 van | Overwegende dat de fundamentele doelstelling van artikel 508/19 van |
het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 23 | het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 23 |
november 1998 betreffende de juridische bijstand - welke ten laatste | november 1998 betreffende de juridische bijstand - welke ten laatste |
op 31 december 1999 in voege treedt - erin bestaat te voldoen aan dit | op 31 december 1999 in voege treedt - erin bestaat te voldoen aan dit |
grondwettelijk voorschrift door de kwaliteit en de organisatie van de | grondwettelijk voorschrift door de kwaliteit en de organisatie van de |
juridische tweedelijnsbijstand te verbeteren; | juridische tweedelijnsbijstand te verbeteren; |
Overwegende dat deze bepaling voorziet in maatregelen voor de | Overwegende dat deze bepaling voorziet in maatregelen voor de |
vergoeding van advocaten die prestaties hebben verricht inzake | vergoeding van advocaten die prestaties hebben verricht inzake |
bijstand aan personen met onvoldoende inkomsten; | bijstand aan personen met onvoldoende inkomsten; |
Overwegende dat voornoemde bepaling onverwijld moet worden toegepast | Overwegende dat voornoemde bepaling onverwijld moet worden toegepast |
en derhalve de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze | en derhalve de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze |
van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten moeten | van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten moeten |
worden vastgesteld teneinde te voldoen aan de grondwettelijke en | worden vastgesteld teneinde te voldoen aan de grondwettelijke en |
wettelijke voorschriften; | wettelijke voorschriften; |
Overwegende dat dit besluit bijgevolg zeer spoedig moet worden genomen | Overwegende dat dit besluit bijgevolg zeer spoedig moet worden genomen |
en bekendgemaakt en dit uiterlijk op 31 december 1999; | en bekendgemaakt en dit uiterlijk op 31 december 1999; |
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van |
Onze in Raad vergaderde Ministers, | Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In het kader van dit besluit moet worden verstaan onder : |
Artikel 1.In het kader van dit besluit moet worden verstaan onder : |
- de minister : de minister van Justitie; | - de minister : de minister van Justitie; |
- de personen die volledige bijstand genieten : de personen bedoeld in | - de personen die volledige bijstand genieten : de personen bedoeld in |
artikel 508/13 van het Gerechtelijk Wetboek die volledig kosteloze | artikel 508/13 van het Gerechtelijk Wetboek die volledig kosteloze |
juridische tweedelijnsbijstand genieten, de personen bedoeld in | juridische tweedelijnsbijstand genieten, de personen bedoeld in |
artikel 508/23 van hetzelfde Wetboek voor wie de ambtshalve toevoeging | artikel 508/23 van hetzelfde Wetboek voor wie de ambtshalve toevoeging |
volledig kosteloos plaatsvindt en de personen bedoeld in artikel | volledig kosteloos plaatsvindt en de personen bedoeld in artikel |
508/22, derde lid, van hetzelfde Wetboek die volledig hebben nagelaten | 508/22, derde lid, van hetzelfde Wetboek die volledig hebben nagelaten |
of geweigerd de erelonen te betalen; | of geweigerd de erelonen te betalen; |
- de personen die gedeeltelijke bijstand genieten : de personen | - de personen die gedeeltelijke bijstand genieten : de personen |
bedoeld in artikel 508/13 van hetzelfde Wetboek die gedeeltelijk | bedoeld in artikel 508/13 van hetzelfde Wetboek die gedeeltelijk |
kosteloze juridische tweedelijnsbijstand genieten, de personen bedoeld | kosteloze juridische tweedelijnsbijstand genieten, de personen bedoeld |
in artikel 508/23 van hetzelfde Wetboek voor wie de ambtshalve | in artikel 508/23 van hetzelfde Wetboek voor wie de ambtshalve |
toevoeging gedeeltelijk kosteloos plaatsvindt en de personen bedoeld | toevoeging gedeeltelijk kosteloos plaatsvindt en de personen bedoeld |
in artikel 508/22, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, die de erelonen | in artikel 508/22, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, die de erelonen |
gedeeltelijk hebben betaald. | gedeeltelijk hebben betaald. |
HOOFDSTUK II. - Vergoeding van de advocaten | HOOFDSTUK II. - Vergoeding van de advocaten |
Afdeling I. - Berekening van de punten | Afdeling I. - Berekening van de punten |
Art. 2.De voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van |
Art. 2.De voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van |
uitbetaling van de vergoeding omschreven in artikel 508/19, van het | uitbetaling van de vergoeding omschreven in artikel 508/19, van het |
Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 | Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 |
betreffende de juridische bijstand, worden als volgt bepaald : | betreffende de juridische bijstand, worden als volgt bepaald : |
1° Het bureau voor juridische bijstand verleent aan de advocaten | 1° Het bureau voor juridische bijstand verleent aan de advocaten |
punten voor iedere aanwijzing of ambtshalve toevoeging ingevolge de | punten voor iedere aanwijzing of ambtshalve toevoeging ingevolge de |
artikelen 508/9 en 508/21 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij | artikelen 508/9 en 508/21 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij |
de wet van 23 november 1998, waarvoor de advocaten aantonen dat zij | de wet van 23 november 1998, waarvoor de advocaten aantonen dat zij |
tijdens het afgelopen gerechtelijk jaar of tijdens de voorgaande jaren | tijdens het afgelopen gerechtelijk jaar of tijdens de voorgaande jaren |
werkelijk prestaties hebben verricht. Het bureau baseert zich in dit | werkelijk prestaties hebben verricht. Het bureau baseert zich in dit |
verband op het verslag bedoeld in de artikelen 508/11 en 508/19, § 1, | verband op het verslag bedoeld in de artikelen 508/11 en 508/19, § 1, |
eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij dezelfde wet. | eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij dezelfde wet. |
De punten worden per prestatie verleend op grond van een lijst met de | De punten worden per prestatie verleend op grond van een lijst met de |
punten die voor bepaalde prestaties worden aangerekend. De minister | punten die voor bepaalde prestaties worden aangerekend. De minister |
stelt de lijst op voorstel van de Nationale Orde van Advocaten vast. | stelt de lijst op voorstel van de Nationale Orde van Advocaten vast. |
Bij ontheffing of opvolging van een advocaat en bij gegroepeerde | Bij ontheffing of opvolging van een advocaat en bij gegroepeerde |
ambtshalve toevoegingen kan de voorzitter van het bureau voor | ambtshalve toevoegingen kan de voorzitter van het bureau voor |
juridische bijstand het aantal punten verminderen op grond van een | juridische bijstand het aantal punten verminderen op grond van een |
behoorlijk gemotiveerde beslissing. | behoorlijk gemotiveerde beslissing. |
Er kunnen geen punten worden toegekend wanneer de stafhouder of het | Er kunnen geen punten worden toegekend wanneer de stafhouder of het |
bureau voor juridische bijstand een advocaat aanwijst in gevallen | bureau voor juridische bijstand een advocaat aanwijst in gevallen |
waarin de artikelen 508/9 en 508/21 van hetzelfde Wetboek niet van | waarin de artikelen 508/9 en 508/21 van hetzelfde Wetboek niet van |
toepassing zijn; | toepassing zijn; |
2° de stafhouders bezorgen aan de overheden bedoeld in artikel 488 van | 2° de stafhouders bezorgen aan de overheden bedoeld in artikel 488 van |
hetzelfde Wetboek voor 31 oktober van elk jaar, op de formulieren | hetzelfde Wetboek voor 31 oktober van elk jaar, op de formulieren |
welke die overheden ter beschikking stellen, een lijst van de | welke die overheden ter beschikking stellen, een lijst van de |
advocaten die de prestaties bedoeld in 1°, eerste lid, hebben | advocaten die de prestaties bedoeld in 1°, eerste lid, hebben |
verricht, waarbij voor elke prestatie opgave moet worden gedaan van : | verricht, waarbij voor elke prestatie opgave moet worden gedaan van : |
a) per aanwijzing en per ambtshalve toevoeging : | a) per aanwijzing en per ambtshalve toevoeging : |
- de identiteit en de woonplaats van de bijgestane persoon; | - de identiteit en de woonplaats van de bijgestane persoon; |
- de punten toegekend wegens prestaties verricht ten aanzien van | - de punten toegekend wegens prestaties verricht ten aanzien van |
personen die volledige bijstand genieten; | personen die volledige bijstand genieten; |
- de punten toegekend wegens prestaties verricht ten aanzien van | - de punten toegekend wegens prestaties verricht ten aanzien van |
personen die gedeeltelijke bijstand genieten, evenals het bedrag van | personen die gedeeltelijke bijstand genieten, evenals het bedrag van |
de betaalde erelonen; | de betaalde erelonen; |
b) het totaal van de punten en van de bedragen bedoeld in a). | b) het totaal van de punten en van de bedragen bedoeld in a). |
De stafhouders vermelden eveneens voor de gehele balie het totaal van | De stafhouders vermelden eveneens voor de gehele balie het totaal van |
de punten en van de bedragen bedoeld in b); | de punten en van de bedragen bedoeld in b); |
3° aan de hand van het totale aantal punten dat alle advocaten van het | 3° aan de hand van het totale aantal punten dat alle advocaten van het |
Rijk hebben behaald en van het bedrag bestemd voor de vergoedingen dat | Rijk hebben behaald en van het bedrag bestemd voor de vergoedingen dat |
ingeschreven is op de begroting van het jaar waarin het betrokken | ingeschreven is op de begroting van het jaar waarin het betrokken |
gerechtelijk jaar eindigt, doen de overheden bedoeld in artikel 488 | gerechtelijk jaar eindigt, doen de overheden bedoeld in artikel 488 |
van hetzelfde Wetboek, voor 1 februari van elk jaar, voor het gehele | van hetzelfde Wetboek, voor 1 februari van elk jaar, voor het gehele |
Rijk een voorstel aan de minister betreffende de berekening van de | Rijk een voorstel aan de minister betreffende de berekening van de |
waarde van één punt. | waarde van één punt. |
In dit voorstel is de waarde van één punt gelijk aan het totale bedrag | In dit voorstel is de waarde van één punt gelijk aan het totale bedrag |
van de vergoedingen ingeschreven op de begroting vermeerderd met het | van de vergoedingen ingeschreven op de begroting vermeerderd met het |
totale bedrag van de gedeeltelijke betalingen van de erelonen gedeeld | totale bedrag van de gedeeltelijke betalingen van de erelonen gedeeld |
door het totale aantal van de punten van de advocaten. | door het totale aantal van de punten van de advocaten. |
Tenslotte delen de overheden bedoeld in artikel 488 van hetzelfde | Tenslotte delen de overheden bedoeld in artikel 488 van hetzelfde |
Wetboek, eveneens per balie en voor het gehele Rijk, aan de minister | Wetboek, eveneens per balie en voor het gehele Rijk, aan de minister |
de gegevens mee die zijn omschreven in artikel 2, 2°, a, tweede en | de gegevens mee die zijn omschreven in artikel 2, 2°, a, tweede en |
derde streepje; | derde streepje; |
4° na controle bepaalt de minister het totale bedrag van de | 4° na controle bepaalt de minister het totale bedrag van de |
vergoedingen en stelt hij de waarde vast van één punt vast. Hij geeft | vergoedingen en stelt hij de waarde vast van één punt vast. Hij geeft |
de overheden bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek hiervan | de overheden bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek hiervan |
kennis en betaalt hen het bedrag van de vergoeding uit; | kennis en betaalt hen het bedrag van de vergoeding uit; |
5° op basis van de beslissing van de minister, delen de overheden | 5° op basis van de beslissing van de minister, delen de overheden |
bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek aan ieder stafhouder | bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek aan ieder stafhouder |
volgende gegevens mee : | volgende gegevens mee : |
a) voor de gehele balie, het bedrag waarop de advocaten recht hebben, | a) voor de gehele balie, het bedrag waarop de advocaten recht hebben, |
onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6; | onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6; |
b) per advocaat, voor de juridische bijstand aan personen die | b) per advocaat, voor de juridische bijstand aan personen die |
volledige bijstand genieten, de vergoeding waarop hij recht heeft, | volledige bijstand genieten, de vergoeding waarop hij recht heeft, |
onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6, zijnde het aantal | onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6, zijnde het aantal |
punten die de betrokkene heeft behaald, vermenigvuldigd met de waarde | punten die de betrokkene heeft behaald, vermenigvuldigd met de waarde |
van één punt; | van één punt; |
c) per advocaat, voor de juridische bijstand aan personen die | c) per advocaat, voor de juridische bijstand aan personen die |
gedeeltelijke bijstand genieten, de vergoeding waarop hij recht heeft, | gedeeltelijke bijstand genieten, de vergoeding waarop hij recht heeft, |
onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6, zijnde het aantal | onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6, zijnde het aantal |
punten die de betrokkene heeft behaald vermenigvuldigd met de waarde | punten die de betrokkene heeft behaald vermenigvuldigd met de waarde |
van één punt en verminderd met het bedrag van de erelonen die hij | van één punt en verminderd met het bedrag van de erelonen die hij |
heeft ontvangen. | heeft ontvangen. |
Terzelfder tijd maken de overheden omschreven in artikel 488 van | Terzelfder tijd maken de overheden omschreven in artikel 488 van |
hetzelfde Wetboek de bedragen bedoeld in a) over op een bijzondere | hetzelfde Wetboek de bedragen bedoeld in a) over op een bijzondere |
rekening die elke balie daartoe onder de rubriek "vergoeding | rekening die elke balie daartoe onder de rubriek "vergoeding |
advocaten" opent; | advocaten" opent; |
6° elke balie verdeelt de bedragen bedoeld in 5° die de overheden | 6° elke balie verdeelt de bedragen bedoeld in 5° die de overheden |
bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek hebben overgemaakt, onder | bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek hebben overgemaakt, onder |
de advocaten; | de advocaten; |
7° iedere aanwijzing of ambtshalve toevoeging wordt slechts eenmaal | 7° iedere aanwijzing of ambtshalve toevoeging wordt slechts eenmaal |
vergoed, hetzij bij het einde van de prestatie, hetzij wanneer het | vergoed, hetzij bij het einde van de prestatie, hetzij wanneer het |
bureau voor juridische bijstand de advocaat van de aanwijzing of van | bureau voor juridische bijstand de advocaat van de aanwijzing of van |
de ambtshalve toevoeging ontheft. | de ambtshalve toevoeging ontheft. |
Afdeling II. - Verantwoordingsverslag | Afdeling II. - Verantwoordingsverslag |
Art. 3.De overheden bedoeld in artikel 488 van het Gerechtelijk |
Art. 3.De overheden bedoeld in artikel 488 van het Gerechtelijk |
Wetboek bezorgen aan de minister een verantwoordingsverslag, waarin | Wetboek bezorgen aan de minister een verantwoordingsverslag, waarin |
het beroepsgeheim van de advocaten wordt gerespecteerd, binnen 6 | het beroepsgeheim van de advocaten wordt gerespecteerd, binnen 6 |
maanden te rekenen van de dag waarop zij van hem het bedrag van de | maanden te rekenen van de dag waarop zij van hem het bedrag van de |
vergoedingen bedoeld in artikel 2 hebben ontvangen. | vergoedingen bedoeld in artikel 2 hebben ontvangen. |
Dit verslag bevat : | Dit verslag bevat : |
1° de vermelding van het totale bedrag van de uitbetaalde | 1° de vermelding van het totale bedrag van de uitbetaalde |
vergoedingen, de verdeling ervan in de bedragen uitgekeerd voor | vergoedingen, de verdeling ervan in de bedragen uitgekeerd voor |
juridische bijstand aan personen die volledige bijstand genieten en in | juridische bijstand aan personen die volledige bijstand genieten en in |
die toegekend voor juridische bijstand aan personen die gedeeltelijke | die toegekend voor juridische bijstand aan personen die gedeeltelijke |
bijstand genieten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de | bijstand genieten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de |
gevallen van aanwijzing en die van ambtshalve toevoeging, evenals de | gevallen van aanwijzing en die van ambtshalve toevoeging, evenals de |
vermelding van het totale bedrag van de erelonen gestort door personen | vermelding van het totale bedrag van de erelonen gestort door personen |
die gedeeltelijke bijstand genieten, waarbij een onderscheid wordt | die gedeeltelijke bijstand genieten, waarbij een onderscheid wordt |
gemaakt tussen de gevallen van aanwijzing en die van ambtshalve | gemaakt tussen de gevallen van aanwijzing en die van ambtshalve |
toevoeging; | toevoeging; |
2° voor iedere balie, de vermelding van het bedrag van de uitbetaalde | 2° voor iedere balie, de vermelding van het bedrag van de uitbetaalde |
vergoedingen en van de gestorte erelonen, op dezelfde wijze als in 1°; | vergoedingen en van de gestorte erelonen, op dezelfde wijze als in 1°; |
3° per balie en voor iedere advocaat, de vermelding van het bedrag van | 3° per balie en voor iedere advocaat, de vermelding van het bedrag van |
de uitgekeerde vergoedingen en van de gestorte erelonen, op dezelfde | de uitgekeerde vergoedingen en van de gestorte erelonen, op dezelfde |
wijze als in 1°; | wijze als in 1°; |
4° per bijgestane persoon, de vermelding van het bedrag van de | 4° per bijgestane persoon, de vermelding van het bedrag van de |
uitgekeerde vergoedingen en, in voorkomend geval, van het bedrag van | uitgekeerde vergoedingen en, in voorkomend geval, van het bedrag van |
de gestorte erelonen, waarbij wordt vermeld of het een aanwijzing of | de gestorte erelonen, waarbij wordt vermeld of het een aanwijzing of |
een ambtshalve toevoeging betreft; | een ambtshalve toevoeging betreft; |
5° per zaak, de vermelding van het bedrag van de uitgekeerde | 5° per zaak, de vermelding van het bedrag van de uitgekeerde |
vergoedingen en van de gestorte honoraria, op dezelfde wijze als in | vergoedingen en van de gestorte honoraria, op dezelfde wijze als in |
1°. | 1°. |
Art. 4.De minister deelt aan de minister van Financiën het in artikel |
Art. 4.De minister deelt aan de minister van Financiën het in artikel |
3 bedoelde verslag mee. | 3 bedoelde verslag mee. |
Art. 5.De administratie van het kadaster, de registratie en de |
Art. 5.De administratie van het kadaster, de registratie en de |
domeinen, registratie en domeinen is in de gevallen omschreven in | domeinen, registratie en domeinen is in de gevallen omschreven in |
artikel 508/20 van het Gerechtelijk Wetboek belast met de | artikel 508/20 van het Gerechtelijk Wetboek belast met de |
terugvordering van de vergoeding ten laste van de door een advocaat | terugvordering van de vergoeding ten laste van de door een advocaat |
bijgestane personen. De terugvordering geschiedt overeenkomstig | bijgestane personen. De terugvordering geschiedt overeenkomstig |
artikel 695, eerste lid, van hetzelfde Wetboek. | artikel 695, eerste lid, van hetzelfde Wetboek. |
HOOFDSTUK III. - Terugbetaling van de administratieve kosten die de | HOOFDSTUK III. - Terugbetaling van de administratieve kosten die de |
balies hebben betaald | balies hebben betaald |
Art. 6.De balies kunnen 2 % van het bedrag van de ontvangen |
Art. 6.De balies kunnen 2 % van het bedrag van de ontvangen |
vergoedingen aanwenden voor de betaling van de administratieve kosten | vergoedingen aanwenden voor de betaling van de administratieve kosten |
die de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand heeft | die de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand heeft |
meegebracht. | meegebracht. |
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen en slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen en slotbepalingen |
Art. 7.§ 1. Tot 30 december 1999 wordt de vergoeding van de advocaten |
Art. 7.§ 1. Tot 30 december 1999 wordt de vergoeding van de advocaten |
voor prestaties vermeld in de verslagen betreffende het gerechtelijk | voor prestaties vermeld in de verslagen betreffende het gerechtelijk |
jaar 1998-1999, die zijn opgesteld overeenkomstig de artikelen 455, § | jaar 1998-1999, die zijn opgesteld overeenkomstig de artikelen 455, § |
2, eerste lid, en 455bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk | 2, eerste lid, en 455bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk |
Wetboek, geregeld volgens de procedure ingesteld bij het koninklijk | Wetboek, geregeld volgens de procedure ingesteld bij het koninklijk |
besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de | besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de |
toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding | toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding |
verleend aan de advocaten overeenkomstig de artikelen 455 en 455bis | verleend aan de advocaten overeenkomstig de artikelen 455 en 455bis |
van het Gerechtelijk Wetboek. | van het Gerechtelijk Wetboek. |
Artikel 2, 3° tot en met 6° van dit besluit is vanaf 31 december 1999 | Artikel 2, 3° tot en met 6° van dit besluit is vanaf 31 december 1999 |
van toepassing op de prestaties bedoeld in het eerste lid. Het | van toepassing op de prestaties bedoeld in het eerste lid. Het |
verantwoordingsverslag bedoeld in artikel 3 mag evenwel geen gegevens | verantwoordingsverslag bedoeld in artikel 3 mag evenwel geen gegevens |
bevatten betreffende de erelonen die de bureaus voor consultatie en | bevatten betreffende de erelonen die de bureaus voor consultatie en |
verdediging overeenkomstig de artikelen 455, § 2, vijfde lid, en | verdediging overeenkomstig de artikelen 455, § 2, vijfde lid, en |
455bis, § 2, 1°, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, hebben | 455bis, § 2, 1°, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, hebben |
vastgesteld. | vastgesteld. |
§ 2. Onverminderd § 1 wordt het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot | § 2. Onverminderd § 1 wordt het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot |
vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de | vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de |
wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter | wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter |
uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek | uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 8.De artikelen 2, 8 en 10 van de wet van 23 november 1998 |
Art. 8.De artikelen 2, 8 en 10 van de wet van 23 november 1998 |
betreffende de juridische bijstand en dit besluit hebben uitwerking | betreffende de juridische bijstand en dit besluit hebben uitwerking |
met ingang van 1 september 1999. | met ingang van 1 september 1999. |
Artikel 3 van dezelfde wet treedt in werking op 31 december 1999. | Artikel 3 van dezelfde wet treedt in werking op 31 december 1999. |
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit |
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 20 december 1999. | Gegeven te Brussel, 20 december 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |