Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 19/11/2007
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten (1) "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten (1) Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten (1)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
19 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de 19 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de
opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder de
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of
toezichtsdiensten (P.C. 317) (1) toezichtsdiensten (P.C. 317) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten,
inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli
1991; 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 tot vaststelling Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 tot vaststelling
van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.
Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of
toezichtsdiensten van 1 oktober 2007. toezichtsdiensten van 1 oktober 2007.
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de
opzeggingstermijnen te wijzigen om sociale redenen en in het belang opzeggingstermijnen te wijzigen om sociale redenen en in het belang
van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité
voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten ressorteren; voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de

werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair
Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder

arbeiders, de arbeiders en de arbeidsters. arbeiders, de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en

Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en

derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten wordt de te respecteren opzeggingstermijn bij arbeidsovereenkomsten wordt de te respecteren opzeggingstermijn bij
het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten
voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :
- zeven dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en drie - zeven dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en drie
dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden
betreft die minder dan zes maanden ononderbroken bij dezelfde betreft die minder dan zes maanden ononderbroken bij dezelfde
onderneming in dienst zijn gebleven; onderneming in dienst zijn gebleven;
- vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en - vijfendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de
werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en - tweeënveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de
werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- drieënzestig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en - drieënzestig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de
werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- vierentachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en - vierentachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de
werklieden betreft die tussen vijftien minder dan twintig jaren werklieden betreft die tussen vijftien minder dan twintig jaren
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;
- honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever - honderd en twaalf dagen wanneer de opzegging van de werkgever
uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer
uitgaat, wat de werklieden betreft die tenminste twintig jaren uitgaat, wat de werklieden betreft die tenminste twintig jaren
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.
§ 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de § 2. In geval van ontslag met het oog op brugpensioen gelden de
opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.De bij artikel 3 bepaalde opzeggingstermijnen gaan in de

Art. 4.De bij artikel 3 bepaalde opzeggingstermijnen gaan in de

maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend; deze maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend; deze
betekening moet geschieden ten laatste drie werkdagen voor de aanvang betekening moet geschieden ten laatste drie werkdagen voor de aanvang
van de opzeggingstermijn. van de opzeggingstermijn.

Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit

Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit

besluit blijven al hun gevolgen behouden. besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 5 september 2001 tot vaststelling

Art. 6.Het koninklijk besluit van 5 september 2001 tot vaststelling

van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten wordt het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten wordt
opgeheven. opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

Art. 8.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2007. Gegeven te Brussel, 19 november 2007.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978.
Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.
^