| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 19 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 19 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de | gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de |
| laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning | laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning |
| voor de tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen (1) | voor de tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
| schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers; | schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers | in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers |
| en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning voor de | en de maatwerkers, betreffende een specifieke inspanning voor de |
| tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen. | tewerkstelling en de vorming van de nieuw aangeworvenen. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 19 februari 2008. | Gegeven te Brussel, 19 februari 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| J. PIETTE | J. PIETTE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de | Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de |
| maatwerkers | maatwerkers |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 |
| Specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de | Specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de |
| nieuw aangeworvenen (Overeenkomst geregistreerd op 14 augustus 2007 | nieuw aangeworvenen (Overeenkomst geregistreerd op 14 augustus 2007 |
| onder het nummer 84291/CO/128.02) | onder het nummer 84291/CO/128.02) |
| Toepassingsgebied | Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair | de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair |
| Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de | Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de |
| maatwerkers. | maatwerkers. |
| Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters. | Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters. |
| Duur | Duur |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
| duurtijd van twee jaar, van 1 januari 2007 tot en met 31 december | duurtijd van twee jaar, van 1 januari 2007 tot en met 31 december |
| 2008. | 2008. |
| Specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de | Specifieke inspanning voor de tewerkstelling en de vorming van de |
| nieuw aangeworvenen | nieuw aangeworvenen |
Art. 3.§ 1. Het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de |
Art. 3.§ 1. Het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de |
| laarzenmakers en de maatwerkers voert een specifieke financiële | laarzenmakers en de maatwerkers voert een specifieke financiële |
| inspanning in ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid van de | inspanning in ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid van de |
| sector. Het is een financiële inspanning die strikt beperkt wordt tot | sector. Het is een financiële inspanning die strikt beperkt wordt tot |
| de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die strekt tot | de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die strekt tot |
| de vorming van de nieuw aangeworvenen onder de hiernavolgende | de vorming van de nieuw aangeworvenen onder de hiernavolgende |
| voorwaarden : | voorwaarden : |
| 1. Voor elke vervanging van een arbeider die op brugpensioen gaat zal | 1. Voor elke vervanging van een arbeider die op brugpensioen gaat zal |
| het fonds voor bestaanszekerheid van de sector een forfaitair eenmalig | het fonds voor bestaanszekerheid van de sector een forfaitair eenmalig |
| bedrag uitkeren als aanmoediging tot de vorming van de nieuw | bedrag uitkeren als aanmoediging tot de vorming van de nieuw |
| aangeworven arbeider; | aangeworven arbeider; |
| 2. Voor de aanwervingen, andere dan deze die onder punt 1 hierboven | 2. Voor de aanwervingen, andere dan deze die onder punt 1 hierboven |
| voorzien zijn en die hierna opgesomd worden, wordt eenzelfde bedrag | voorzien zijn en die hierna opgesomd worden, wordt eenzelfde bedrag |
| toegekend voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | toegekend voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Het zijn de aanwervingen van : | Het zijn de aanwervingen van : |
| a) jonge werkzoekende schoolverlaters; | a) jonge werkzoekende schoolverlaters; |
| b) werkzoekenden die aangeworven worden om reden van een wettelijke | b) werkzoekenden die aangeworven worden om reden van een wettelijke |
| verplichting tot vervanging; | verplichting tot vervanging; |
| c) werknemers tewerkgesteld in het kader van een startbaanovereenkomst | c) werknemers tewerkgesteld in het kader van een startbaanovereenkomst |
| die aangeworven worden na afloop van de startbaanovereenkomst; | die aangeworven worden na afloop van de startbaanovereenkomst; |
| d) werkzoekenden die aangeworven worden in het kader van een | d) werkzoekenden die aangeworven worden in het kader van een |
| goedgekeurd bedrijfsplan. | goedgekeurd bedrijfsplan. |
| Het bedrag dient als tussenkomst in de opleidingskosten van de nieuw | Het bedrag dient als tussenkomst in de opleidingskosten van de nieuw |
| aangeworven arbeider. | aangeworven arbeider. |
| § 2. Het forfaitair bedrag waarvoor sprake is in § 1 hierboven | § 2. Het forfaitair bedrag waarvoor sprake is in § 1 hierboven |
| bedraagt 2.500 EUR per aanwerving van een voltijdse arbeider. | bedraagt 2.500 EUR per aanwerving van een voltijdse arbeider. |
| § 3. Het globaal bedrag dat, in uitvoering van dit artikel, door het | § 3. Het globaal bedrag dat, in uitvoering van dit artikel, door het |
| fonds voor bestaanszekerheid van de sector mag toegekend worden is | fonds voor bestaanszekerheid van de sector mag toegekend worden is |
| beperkt tot de reserves in het fonds voor bestaanszekerheid voorzien | beperkt tot de reserves in het fonds voor bestaanszekerheid voorzien |
| voor dit initiatief. De vormingsacties begeleid door de "Federatie van | voor dit initiatief. De vormingsacties begeleid door de "Federatie van |
| de Belgische Schoeiselindustrie" en die meerdere arbeiders omvatten | de Belgische Schoeiselindustrie" en die meerdere arbeiders omvatten |
| hebben prioriteit in het kader van de toekenning van de reserves. | hebben prioriteit in het kader van de toekenning van de reserves. |
| § 4. Worden slechts in aanmerking genomen voor de toekenning van deze | § 4. Worden slechts in aanmerking genomen voor de toekenning van deze |
| vormingspremie, de aanwervingen die : | vormingspremie, de aanwervingen die : |
| - identificeerbaar zijn; | - identificeerbaar zijn; |
| - een netto hoofdelijke aanwerving zijn, met uitzondering van de | - een netto hoofdelijke aanwerving zijn, met uitzondering van de |
| aanwervingen die gebeuren overeenkomstig artikel 3, § 1, punt 1; | aanwervingen die gebeuren overeenkomstig artikel 3, § 1, punt 1; |
| - onder een arbeidscontract van onbepaalde duur gebeuren. | - onder een arbeidscontract van onbepaalde duur gebeuren. |
| § 5. De werkgevers richten een principe-aanvraag voor tussenkomst voor | § 5. De werkgevers richten een principe-aanvraag voor tussenkomst voor |
| de aanwerving van de betrokken werknemers aan het fonds voor | de aanwerving van de betrokken werknemers aan het fonds voor |
| bestaanszekerheid. De raad van bestuur van het fonds voor | bestaanszekerheid. De raad van bestuur van het fonds voor |
| bestaanszekerheid bevestigt de erkenningscriteria (vormvoorwaarden). | bestaanszekerheid bevestigt de erkenningscriteria (vormvoorwaarden). |
| Na zes maanden worden de grondvoorwaarden aan een controle onderworpen | Na zes maanden worden de grondvoorwaarden aan een controle onderworpen |
| zoals bepaald in artikel 4. | zoals bepaald in artikel 4. |
| § 6. De uitvoering van dit artikel wordt toevertrouwd aan de raad van | § 6. De uitvoering van dit artikel wordt toevertrouwd aan de raad van |
| bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. | bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. |
| Toezicht | Toezicht |
Art. 4.De syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis, de |
Art. 4.De syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis, de |
| ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan het comité voor veiligheid | ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan het comité voor veiligheid |
| en gezondheid, wordt belast met de controle over de uitvoering van | en gezondheid, wordt belast met de controle over de uitvoering van |
| deze overeenkomst. | deze overeenkomst. |
| Vorming (IPA) | Vorming (IPA) |
Art. 5.Wat betreft vorming (punt 3 van het interprofessioneel akkoord |
Art. 5.Wat betreft vorming (punt 3 van het interprofessioneel akkoord |
| 2007-2008 en de wet van 23 december 2005 betreffende het | 2007-2008 en de wet van 23 december 2005 betreffende het |
| generatiepact, inzonderheid op artikel 30, gewijzigd door de wet van | generatiepact, inzonderheid op artikel 30, gewijzigd door de wet van |
| 17 mei 2007) zal de sector een jaarlijkse toename van de | 17 mei 2007) zal de sector een jaarlijkse toename van de |
| participatiegraad aan vorming en opleiding met 5 procentpunten | participatiegraad aan vorming en opleiding met 5 procentpunten |
| realiseren. | realiseren. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 februari |
| 2008. | 2008. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| J. PIETTE | J. PIETTE |