← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 | Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 | bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Wij hebben de eer aan Uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit | Wij hebben de eer aan Uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit |
voor te leggen tot vaststelling van de bedragen van de | voor te leggen tot vaststelling van de bedragen van de |
responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014. | responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014. |
Dit besluit wordt genomen in toepassing van artikel 8 van de | Dit besluit wordt genomen in toepassing van artikel 8 van de |
bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe | bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe |
berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van | berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van |
sommige werkgevers van de openbare sector. | sommige werkgevers van de openbare sector. |
Artikel 10 van voormelde bijzondere wet van 5 mei 2003 voorziet in een | Artikel 10 van voormelde bijzondere wet van 5 mei 2003 voorziet in een |
evaluatie van die bijzondere wet door de federale overheid en de | evaluatie van die bijzondere wet door de federale overheid en de |
verschillende bij de responsabiliseringsbijdrage betrokken overheden | verschillende bij de responsabiliseringsbijdrage betrokken overheden |
in de loop van het jaar 2003. Het bleek niet mogelijk om in het kader | in de loop van het jaar 2003. Het bleek niet mogelijk om in het kader |
van die evaluatie hetzij een akkoord te bereiken om de in de | van die evaluatie hetzij een akkoord te bereiken om de in de |
bijzondere wet bepaalde berekeningswijze voort te zetten hetzij tot | bijzondere wet bepaalde berekeningswijze voort te zetten hetzij tot |
een consensus te komen inzake wijzigingen die moeten worden | een consensus te komen inzake wijzigingen die moeten worden |
aangebracht aan sommige berekeningselementen van de | aangebracht aan sommige berekeningselementen van de |
responsabiliseringsbijdrage. Door de koninklijke besluiten van 7 mei | responsabiliseringsbijdrage. Door de koninklijke besluiten van 7 mei |
2004, 20 oktober 2005, 26 november 2006, 6 november 2007, 23 december | 2004, 20 oktober 2005, 26 november 2006, 6 november 2007, 23 december |
2008, 21 december 2009, 14 december 2010, 17 januari 2012, 27 december | 2008, 21 december 2009, 14 december 2010, 17 januari 2012, 27 december |
2012 en 22 november 2013 werden de door elk van de overheden | 2012 en 22 november 2013 werden de door elk van de overheden |
verschuldigde bijdragen voor de jaren 2003 tot 2013 dan ook, met | verschuldigde bijdragen voor de jaren 2003 tot 2013 dan ook, met |
toepassing van het derde lid van artikel 10, vastgesteld op het bedrag | toepassing van het derde lid van artikel 10, vastgesteld op het bedrag |
dat door elk van die overheden verschuldigd was voor het jaar 2002. | dat door elk van die overheden verschuldigd was voor het jaar 2002. |
Het bleek ook onmogelijk om in de loop van het jaar 2013 met de | Het bleek ook onmogelijk om in de loop van het jaar 2013 met de |
Regeringen van de Gemeenschappen en Gewesten een dergelijk akkoord te | Regeringen van de Gemeenschappen en Gewesten een dergelijk akkoord te |
bereiken. Bijgevolg stelt dit besluit de bedragen van de door de | bereiken. Bijgevolg stelt dit besluit de bedragen van de door de |
Gemeenschappen en Gewesten verschuldigde responsabiliseringsbijdragen | Gemeenschappen en Gewesten verschuldigde responsabiliseringsbijdragen |
voor het jaar 2014 vast op dezelfde bedragen als die welke | voor het jaar 2014 vast op dezelfde bedragen als die welke |
verschuldigd waren voor het jaar 2002. | verschuldigd waren voor het jaar 2002. |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |
19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 | bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2014 |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een | Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een |
nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste | nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste |
van sommige werkgevers van de openbare sector; | van sommige werkgevers van de openbare sector; |
Gelet op het feit dat in 2013 met de Regeringen van de Gemeenschappen | Gelet op het feit dat in 2013 met de Regeringen van de Gemeenschappen |
en de Gewesten geen akkoord kon bereikt worden om de in artikel 10, § | en de Gewesten geen akkoord kon bereikt worden om de in artikel 10, § |
3 van die bijzondere wet bepaalde elementen vast te stellen; | 3 van die bijzondere wet bepaalde elementen vast te stellen; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 |
december 2014; | december 2014; |
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 |
december 2014; | december 2014; |
Gezien het artikel 8 van de wet van 15 decembert 2013 houdende diverse | Gezien het artikel 8 van de wet van 15 decembert 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit |
vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse geien de | vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse geien de |
hoogdringendheid; | hoogdringendheid; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari |
1973, met name op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, met name op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989; | 1989; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat |
het Rekenhof vraagt om de regels inzake de betaling van de | het Rekenhof vraagt om de regels inzake de betaling van de |
responsabilisringsbijdragen nauwgezet te respecteren, namelijk dat de | responsabilisringsbijdragen nauwgezet te respecteren, namelijk dat de |
verschillende betrokkenen entiteiten de bijdragen aan de | verschillende betrokkenen entiteiten de bijdragen aan de |
Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) betalen vóór 31 december | Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) betalen vóór 31 december |
van het betreffende jaar. Om deze aanbeveling van het Rekenhof te | van het betreffende jaar. Om deze aanbeveling van het Rekenhof te |
kunnen respecteren, zou de PDOS de verschuldigde | kunnen respecteren, zou de PDOS de verschuldigde |
responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2014 ten laatste op 31 | responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2014 ten laatste op 31 |
december 2014 moeten krijgen; | december 2014 moeten krijgen; |
Overwegende dat de voor het jaar 2014 verschuldigde | Overwegende dat de voor het jaar 2014 verschuldigde |
responsabiliseringsbijdragen zo snel mogelijk bij de Pensioendienst | responsabiliseringsbijdragen zo snel mogelijk bij de Pensioendienst |
voor de overheidssector moeten toekomen, is het noodzakelijk dat dit | voor de overheidssector moeten toekomen, is het noodzakelijk dat dit |
besluit zo spoedig mogelijk wordt aangenomen; | besluit zo spoedig mogelijk wordt aangenomen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van | Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van |
Onze in Raad vergaderde Ministers, | Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het bedrag van de met toepassing van de bijzondere wet van |
Artikel 1.Het bedrag van de met toepassing van de bijzondere wet van |
5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de | 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de |
responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de | responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de |
openbare sector, voor het jaar 2014 verschuldigde | openbare sector, voor het jaar 2014 verschuldigde |
responsabiliseringsbijdrage wordt vastgesteld als volgt : | responsabiliseringsbijdrage wordt vastgesteld als volgt : |
1° Vlaamse Gemeenschap : 7.104.687,00 | 1° Vlaamse Gemeenschap : 7.104.687,00 |
2° Franse Gemeenschap : 8.427.913,00 | 2° Franse Gemeenschap : 8.427.913,00 |
3° Duitstalige Gemeenschap : 108.347,00 | 3° Duitstalige Gemeenschap : 108.347,00 |
4° Waals Gewest : 518.918,00 | 4° Waals Gewest : 518.918,00 |
5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 75.528,00 | 5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 75.528,00 |
6° Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 5.439,00 | 6° Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 5.439,00 |
7° Franse Gemeenschapscommissie : 1.836,00 | 7° Franse Gemeenschapscommissie : 1.836,00 |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde bedragen van de |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde bedragen van de |
responsabiliseringsbijdragen moeten uiterlijk op 31 december 2014 bij | responsabiliseringsbijdragen moeten uiterlijk op 31 december 2014 bij |
de Pensioendienst voor de overheidssector toekomen. | de Pensioendienst voor de overheidssector toekomen. |
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 19 december 2014. | Gegeven te Brussel, 19 december 2014. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |