Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 19/04/2021
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de
COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige
arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter
ondertekening voor te leggen, heeft tot doel, tot en met 30 juni 2021, ondertekening voor te leggen, heeft tot doel, tot en met 30 juni 2021,
de toekenning van een aanvullende crisisuitkering aan sommige de toekenning van een aanvullende crisisuitkering aan sommige
arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten als
gevolg van de COVID-19-pandemie te verlengen. gevolg van de COVID-19-pandemie te verlengen.
In het licht van het advies nr. 69.121/1 van2 april 2021 van de Raad In het licht van het advies nr. 69.121/1 van2 april 2021 van de Raad
van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige
toelichting gegeven. toelichting gegeven.
De aanvullende crisisuitkering bedoeld in het koninklijk besluit van De aanvullende crisisuitkering bedoeld in het koninklijk besluit van
15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie,
van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt
erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten wordt echter niet erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten wordt echter niet
langer toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich langer toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich
bevindt na 31 maart 2021. Als gevolg van de voortzetting van de bevindt na 31 maart 2021. Als gevolg van de voortzetting van de
COVID-19-pandemie wordt de maatregel in dit koninklijk besluit met COVID-19-pandemie wordt de maatregel in dit koninklijk besluit met
drie maanden verlengd, d.w.z. tot en met 30 juin 2021. Deze tijdelijke drie maanden verlengd, d.w.z. tot en met 30 juin 2021. Deze tijdelijke
maatregel treedt in werking op 1 japril 2021. maatregel treedt in werking op 1 japril 2021.
Deze weerhouden datum is bepaald binnen het strikte kader van de Deze weerhouden datum is bepaald binnen het strikte kader van de
COVID-19-pandemie waarbij het aantal besmettingen hoog blijft, COVID-19-pandemie waarbij het aantal besmettingen hoog blijft,
waardoor het aantal mensen dat erkend wordt als arbeidsongeschikt en waardoor het aantal mensen dat erkend wordt als arbeidsongeschikt en
geconfronteerd wordt met het risico van een financieel verlies, geconfronteerd wordt met het risico van een financieel verlies,
toeneemt. toeneemt.
Bovendien kunnen vele zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die Bovendien kunnen vele zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die
tijdens de arbeidsongeschiktheid een beroepsactiviteit met de tijdens de arbeidsongeschiktheid een beroepsactiviteit met de
toelating van de adviserend arts verrichtten, deze activiteit niet toelating van de adviserend arts verrichtten, deze activiteit niet
langer uitoefenen wegens, in voorkomend geval, een verergering van de langer uitoefenen wegens, in voorkomend geval, een verergering van de
gezondheidstoestand of de beperkende maatregelen die als gevolg van de gezondheidstoestand of de beperkende maatregelen die als gevolg van de
pandemie door de Regering zijn aangenomen. In deze laatste situatie is pandemie door de Regering zijn aangenomen. In deze laatste situatie is
bovendien een beroep op het `crisisoverbruggingsrecht' niet mogelijk. bovendien een beroep op het `crisisoverbruggingsrecht' niet mogelijk.
Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop de Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop de
samenwonende gerechtigde zonder gezinslast kan aanspraak maken, blijkt samenwonende gerechtigde zonder gezinslast kan aanspraak maken, blijkt
echter lager te zijn dan het maandelijkse bedrag van de financiële echter lager te zijn dan het maandelijkse bedrag van de financiële
uitkering toegekend in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht' uitkering toegekend in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht'
voor een gerechtigde zonder persoon ten laste. voor een gerechtigde zonder persoon ten laste.
Deze maatregel beoogt dan ook een aanvullende crisisuitkering toe te Deze maatregel beoogt dan ook een aanvullende crisisuitkering toe te
kennen aan de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die de kennen aan de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die de
hoedanigheid van samenwonende gerechtigde zonder gezinslast hebben hoedanigheid van samenwonende gerechtigde zonder gezinslast hebben
zodat het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens hun zodat het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens hun
arbeidsongeschiktheid gelijk is aan het, in werkdagen uitgedrukte, arbeidsongeschiktheid gelijk is aan het, in werkdagen uitgedrukte,
maandelijkse bedrag van de financiële uitkering bepaald in de wet tot maandelijkse bedrag van de financiële uitkering bepaald in de wet tot
invoering van het `crisisoverbruggingsrecht'. invoering van het `crisisoverbruggingsrecht'.
Deze maatregel die uitdrukkelijk is verbonden met de Deze maatregel die uitdrukkelijk is verbonden met de
COVID-19-pandemie, is dus binnen de uitkeringsverzekering verenigbaar COVID-19-pandemie, is dus binnen de uitkeringsverzekering verenigbaar
met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel gezien de omvang, de ernst met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel gezien de omvang, de ernst
en het uitzonderlijk karakter van deze COVID-19-pandemie waardoor en het uitzonderlijk karakter van deze COVID-19-pandemie waardoor
talrijke zelfstandigen en meewerkende echtgenoten niet langer hun talrijke zelfstandigen en meewerkende echtgenoten niet langer hun
beroepsactiviteit kunnen uitoefenen en enkel aanspraak kunnen maken op beroepsactiviteit kunnen uitoefenen en enkel aanspraak kunnen maken op
prestaties van deze uitkeringsverzekering. prestaties van deze uitkeringsverzekering.
Wij hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Fr. VANDENBROUCKE Fr. VANDENBROUCKE
De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Zelfstandigen,
D. CLARINVAL D. CLARINVAL
RAAD VAN STATE RAAD VAN STATE
afdeling Wetgeving afdeling Wetgeving
Advies 69.121/1 van 2 april 2021 over een ontwerp van koninklijk Advies 69.121/1 van 2 april 2021 over een ontwerp van koninklijk
besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september
2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een
aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende
zelfstandigen en meewerkende echtgenoten' zelfstandigen en meewerkende echtgenoten'
Op 26 maart 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 26 maart 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Minister van Zelfstandigen verzocht binnen een termijn van vijf Minister van Zelfstandigen verzocht binnen een termijn van vijf
werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk
besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september
2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een
aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende
zelfstandigen en meewerkende echtgenoten'. zelfstandigen en meewerkende echtgenoten'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 30 maart 2021. De Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 30 maart 2021. De
kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Bert kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Bert
THYS en Wouter PAS, staatsraden, Michel TISON, assessor, en Wim THYS en Wouter PAS, staatsraden, Michel TISON, assessor, en Wim
GEURTS, griffier. GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Dries VAN EECKHOUTTE, eerste auditeur. Het verslag is uitgebracht door Dries VAN EECKHOUTTE, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Marnix VAN DAMME, advies is nagezien onder toezicht van Marnix VAN DAMME,
kamervoorzitter. kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 2 april 2021. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 2 april 2021.
1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad
van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de
adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het
spoedeisende karakter ervan. spoedeisende karakter ervan.
In het onderhavige geval wordt het spoedeisende karakter van de In het onderhavige geval wordt het spoedeisende karakter van de
adviesaanvraag in deze laatste gemotiveerd als volgt: adviesaanvraag in deze laatste gemotiveerd als volgt:
"que l'indemnité de crise supplémentaire prévue par l'arrêté royal du "que l'indemnité de crise supplémentaire prévue par l'arrêté royal du
15 septembre 2020 susvisé n'est plus octroyée pour la période 15 septembre 2020 susvisé n'est plus octroyée pour la période
d'incapacité de travail qui se situe après le 31 mars 2021; que, en d'incapacité de travail qui se situe après le 31 mars 2021; que, en
raison de la poursuite de la pandémie COVID-19, la situation des raison de la poursuite de la pandémie COVID-19, la situation des
travailleurs indépendants et conjoints aidants reconnus en incapacité travailleurs indépendants et conjoints aidants reconnus en incapacité
de travail reste difficile, et qu'il apparaît nécessaire de prolonger, de travail reste difficile, et qu'il apparaît nécessaire de prolonger,
pour une période de trois mois, l'octroi de cette indemnité de crise pour une période de trois mois, l'octroi de cette indemnité de crise
supplémentaire; que cette mesure s'inscrit dans le cadre d'un ensemble supplémentaire; que cette mesure s'inscrit dans le cadre d'un ensemble
de `mesures COVID' prolongées pour le deuxième trimestre 2021; qu'en de `mesures COVID' prolongées pour le deuxième trimestre 2021; qu'en
vue de permettre aux organismes assureurs de garantir un paiement vue de permettre aux organismes assureurs de garantir un paiement
adéquat des indemnités dès avril 2021, il importe que cet arrêté royal adéquat des indemnités dès avril 2021, il importe que cet arrêté royal
soit publié au plus vite". soit publié au plus vite".
2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de
Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot
het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van
de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven
vormvereisten is voldaan. vormvereisten is voldaan.
STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP
3. Bij het koninklijk besluit van 15 september 2020(1) werd een 3. Bij het koninklijk besluit van 15 september 2020(1) werd een
tijdelijke, aanvullende crisisuitkering ingevoerd ten gunste van tijdelijke, aanvullende crisisuitkering ingevoerd ten gunste van
bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en
meewerkende echtgenoten. Artikel 1 van het ontwerp beoogt artikel 6, meewerkende echtgenoten. Artikel 1 van het ontwerp beoogt artikel 6,
derde lid, van het voornoemde koninklijk besluit in die zin te derde lid, van het voornoemde koninklijk besluit in die zin te
wijzigen dat de betrokken crisisuitkering niet langer wordt toegekend wijzigen dat de betrokken crisisuitkering niet langer wordt toegekend
"voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 30 juni "voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 30 juni
2021" (in plaats van "na 31 maart 2021"). Aan de ontworpen regeling 2021" (in plaats van "na 31 maart 2021"). Aan de ontworpen regeling
wordt uitwerking gegeven met ingang van 1 april 2021. wordt uitwerking gegeven met ingang van 1 april 2021.
4. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in artikel 86, § 3, van de 4. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in artikel 86, § 3, van de
wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' waaraan verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' waaraan
wordt gerefereerd in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp. wordt gerefereerd in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp.
ALGEMENE OPMERKING ALGEMENE OPMERKING
5. De Raad van State, afdeling Wetgeving, heeft in advies 67.911/1/V 5. De Raad van State, afdeling Wetgeving, heeft in advies 67.911/1/V
van 21 augustus 2020(2) met betrekking tot de verenigbaarheid van de van 21 augustus 2020(2) met betrekking tot de verenigbaarheid van de
ontworpen regeling met het grondwettelijk gewaarborgde ontworpen regeling met het grondwettelijk gewaarborgde
gelijkheidsbeginsel opgemerkt wat volgt: gelijkheidsbeginsel opgemerkt wat volgt:
"Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe "Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe
een tijdelijke, aanvullende crisisuitkering in te voeren ten gunste een tijdelijke, aanvullende crisisuitkering in te voeren ten gunste
van bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen van bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen
en meewerkende echtgenoten. Op die wijze wordt een verschil in en meewerkende echtgenoten. Op die wijze wordt een verschil in
behandeling gecreëerd tussen categorieën zelfstandigen en meewerkende behandeling gecreëerd tussen categorieën zelfstandigen en meewerkende
echtgenoten al naargelang zij wel of niet voor de aanvullende echtgenoten al naargelang zij wel of niet voor de aanvullende
crisisuitkering in aanmerking komen. crisisuitkering in aanmerking komen.
Een verschil in behandeling is slechts verenigbaar met de Een verschil in behandeling is slechts verenigbaar met de
grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie
wanneer dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk wanneer dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk
verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet
worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de
betrokken maatregel en met de aard van de ter zake geldende betrokken maatregel en met de aard van de ter zake geldende
beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer er geen beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer er geen
redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende
middelen en het beoogde doel.(3) middelen en het beoogde doel.(3)
Omgekeerd verzetten, volgens de vaste rechtspraak van het Omgekeerd verzetten, volgens de vaste rechtspraak van het
Grondwettelijk Hof, de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de Grondwettelijk Hof, de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de
niet-discriminatie zich er tegen dat categorieën van personen die zich niet-discriminatie zich er tegen dat categorieën van personen die zich
ten aanzien van een maatregel in wezenlijk verschillende situaties ten aanzien van een maatregel in wezenlijk verschillende situaties
bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een
redelijke verantwoording bestaat.(4) redelijke verantwoording bestaat.(4)
De ontworpen regeling zal aan deze beginselen moeten worden getoetst. De ontworpen regeling zal aan deze beginselen moeten worden getoetst.
Nu al kan in dat verband worden opgemerkt dat de ontworpen regeling Nu al kan in dat verband worden opgemerkt dat de ontworpen regeling
enkel geldt ten aanzien van bepaalde personen die hun activiteit enkel geldt ten aanzien van bepaalde personen die hun activiteit
hebben stopgezet vanaf ten vroegste 1 maart 2020. Gedurende de hebben stopgezet vanaf ten vroegste 1 maart 2020. Gedurende de
geldigheidsduur van de ontworpen regeling ontvangen zij een hogere geldigheidsduur van de ontworpen regeling ontvangen zij een hogere
uitkering dan personen die zich in een zelfde toestand bevinden, maar uitkering dan personen die zich in een zelfde toestand bevinden, maar
waarvan die toestand reeds vóór 1 maart 2020 aanvatte. Uit de door de waarvan die toestand reeds vóór 1 maart 2020 aanvatte. Uit de door de
gemachtigde verstrekte toelichting valt af te leiden dat voor de gemachtigde verstrekte toelichting valt af te leiden dat voor de
voornoemde scharnierdatum is geopteerd omwille van de inwerkingtreding voornoemde scharnierdatum is geopteerd omwille van de inwerkingtreding
van het zogenaamde crisisoverbruggingsrecht, waarmee de uitkering van het zogenaamde crisisoverbruggingsrecht, waarmee de uitkering
wordt gelijkgeschakeld door de toekenning van de aanvullende wordt gelijkgeschakeld door de toekenning van de aanvullende
crisisuitkering. De begunstigden van deze aanvullende crisisuitkering crisisuitkering. De begunstigden van deze aanvullende crisisuitkering
lijken derhalve veeleer te moeten worden vergeleken met personen die lijken derhalve veeleer te moeten worden vergeleken met personen die
zich in dezelfde toestand van arbeidsongeschiktheid bevinden dan met zich in dezelfde toestand van arbeidsongeschiktheid bevinden dan met
personen die van het crisisoverbruggingsrecht genieten. personen die van het crisisoverbruggingsrecht genieten.
Door het feit dat de aanvullende crisisuitkering enkel toekomt aan een Door het feit dat de aanvullende crisisuitkering enkel toekomt aan een
bepaalde categorie van gerechtigden, namelijk de gerechtigden zonder bepaalde categorie van gerechtigden, namelijk de gerechtigden zonder
gezinslast, worden bovendien bestaande verschillen op grond van het gezinslast, worden bovendien bestaande verschillen op grond van het
reeds genoemde koninklijk besluit van 20 juli 1971 uitgevlakt of reeds genoemde koninklijk besluit van 20 juli 1971 uitgevlakt of
tenietgedaan. Bijgevolg lijken wezenlijk verschillende situaties op tenietgedaan. Bijgevolg lijken wezenlijk verschillende situaties op
een (meer) gelijke wijze te worden behandeld. Zoals de gemachtigde een (meer) gelijke wijze te worden behandeld. Zoals de gemachtigde
opmerkt wordt daarmee weliswaar een tijdelijke gelijkstelling met het opmerkt wordt daarmee weliswaar een tijdelijke gelijkstelling met het
crisisoverbruggingsrecht nagestreefd, maar opnieuw lijkt de toets aan crisisoverbruggingsrecht nagestreefd, maar opnieuw lijkt de toets aan
het gelijkheidsbeginsel in de eerste plaats te moeten gebeuren binnen het gelijkheidsbeginsel in de eerste plaats te moeten gebeuren binnen
het stelsel dat geldt voor de als arbeidsongeschikt erkende het stelsel dat geldt voor de als arbeidsongeschikt erkende
zelfstandigen (en meewerkende echtgenoten). zelfstandigen (en meewerkende echtgenoten).
Uit wat voorafgaat volgt dat diverse onderdelen van de ontworpen Uit wat voorafgaat volgt dat diverse onderdelen van de ontworpen
regeling van aard kunnen zijn om vragen te doen rijzen met betrekking regeling van aard kunnen zijn om vragen te doen rijzen met betrekking
tot de verenigbaarheid ervan met het grondwettelijk gewaarborgde tot de verenigbaarheid ervan met het grondwettelijk gewaarborgde
gelijkheidsbeginsel. Teneinde elke onduidelijkheid of speculatie gelijkheidsbeginsel. Teneinde elke onduidelijkheid of speculatie
daaromtrent te voorkomen doen de stellers van het ontwerp er goed aan daaromtrent te voorkomen doen de stellers van het ontwerp er goed aan
om de door hen ontworpen regeling te voorzien van een afdoende om de door hen ontworpen regeling te voorzien van een afdoende
verantwoording ervan in het licht van het gelijkheidsbeginsel en om verantwoording ervan in het licht van het gelijkheidsbeginsel en om
deze verantwoording in een verslag aan de Koning bij het tot stand te deze verantwoording in een verslag aan de Koning bij het tot stand te
brengen koninklijk besluit op te nemen". brengen koninklijk besluit op te nemen".
Dezelfde opmerking geldt ten aanzien van de ontworpen wijziging van Dezelfde opmerking geldt ten aanzien van de ontworpen wijziging van
het koninklijk besluit van 15 september 2020.(5) het koninklijk besluit van 15 september 2020.(5)
ONDERZOEK VAN DE TEKST ONDERZOEK VAN DE TEKST
Artikel 2 Artikel 2
6. Gelet op de datum waarop dit advies wordt uitgebracht, komt artikel 6. Gelet op de datum waarop dit advies wordt uitgebracht, komt artikel
2 van het ontwerp erop neer dat aan de ontworpen regeling 2 van het ontwerp erop neer dat aan de ontworpen regeling
terugwerkende kracht zal worden verleend. Het betrokken artikel dient terugwerkende kracht zal worden verleend. Het betrokken artikel dient
derhalve te luiden: "Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 derhalve te luiden: "Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1
april 2021". april 2021".
De Griffier, De Griffier,
Wim GEURT Wim GEURT
De Voorzitter, De Voorzitter,
Marnix VAN DAMME Marnix VAN DAMME
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Koninklijk besluit van 15 september 2020 `houdende toekenning, (1) Koninklijk besluit van 15 september 2020 `houdende toekenning,
ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering
aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende
echtgenoten'. echtgenoten'.
(2) Advies 67.911/1/V van 21 augustus 2020 over een ontwerp dat heeft (2) Advies 67.911/1/V van 21 augustus 2020 over een ontwerp dat heeft
geleid tot het te wijzigen koninklijk besluit van 15 september 2020. geleid tot het te wijzigen koninklijk besluit van 15 september 2020.
(3) Voetnoot 2 in het geciteerde advies: Vaste rechtspraak van het (3) Voetnoot 2 in het geciteerde advies: Vaste rechtspraak van het
Grondwettelijk Hof (zie bv. GwH 28 februari 2013, nr. 24/2013, Grondwettelijk Hof (zie bv. GwH 28 februari 2013, nr. 24/2013,
B.3.2.). B.3.2.).
(4) Voetnoot 3 in het geciteerde advies: Zie bv. GwH 14 mei 2003, nr. (4) Voetnoot 3 in het geciteerde advies: Zie bv. GwH 14 mei 2003, nr.
63/2003, B.5; GwH 21 december 2005, nr. 194/2005, B.3; GwH 17 mei 63/2003, B.5; GwH 21 december 2005, nr. 194/2005, B.3; GwH 17 mei
2006, nr. 78/2006, B.4; GwH 28 juli 2006, nr. 125/2006, B.5; GwH 11 2006, nr. 78/2006, B.4; GwH 28 juli 2006, nr. 125/2006, B.5; GwH 11
december 2008, nr. 179/2008, B.6; GwH 6 februari 2014, nr. 24/2014, december 2008, nr. 179/2008, B.6; GwH 6 februari 2014, nr. 24/2014,
B.4. B.4.
(5) Ook met betrekking tot de ontworpen wijziging van het koninklijk (5) Ook met betrekking tot de ontworpen wijziging van het koninklijk
besluit van 15 september 2020 zou een afdoende verantwoording moeten besluit van 15 september 2020 zou een afdoende verantwoording moeten
kunnen worden gegeven in het licht van het gelijkheidsbeginsel. De kunnen worden gegeven in het licht van het gelijkheidsbeginsel. De
elementen die wat dat betreft werden aangereikt in het verslag aan de elementen die wat dat betreft werden aangereikt in het verslag aan de
Koning bij het voornoemde koninklijk besluit en in het bij het Koning bij het voornoemde koninklijk besluit en in het bij het
wijzigende koninklijk besluit van 22 december 2020 gevoegde verslag wijzigende koninklijk besluit van 22 december 2020 gevoegde verslag
aan de Koning maken evenwel geen dergelijke verantwoording uit. aan de Koning maken evenwel geen dergelijke verantwoording uit.
19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de besluit van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de
COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige
arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002,
29 maart 2012 en 7 mei 2019; 29 maart 2012 en 7 mei 2019;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 2020 houdende
toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende
crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en
meewerkende echtgenoten; meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering
voor zelfstandigen, gegeven op 17 maart 2021; voor zelfstandigen, gegeven op 17 maart 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3
maart 2021; maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting,
d.d. 16 maart 2021; d.d. 16 maart 2021;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat de Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat de
aanvullende crisisuitkering voorzien in het voormelde koninklijk aanvullende crisisuitkering voorzien in het voormelde koninklijk
besluit van 15 september 2020 niet langer wordt toegekend voor de besluit van 15 september 2020 niet langer wordt toegekend voor de
periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 31 maart 2021; periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 31 maart 2021;
Dat wegens de voortzetting van de COVID-19-pandemie de situatie van Dat wegens de voortzetting van de COVID-19-pandemie de situatie van
arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
moeilijk blijft en dat het noodzakelijk blijkt de toekenning van deze moeilijk blijft en dat het noodzakelijk blijkt de toekenning van deze
aanvullende crisisuitkering met een periode van drie maanden te aanvullende crisisuitkering met een periode van drie maanden te
verlengen; verlengen;
Dat deze maatregel deel uitmaakt van een reeks "COVID-maatregelen" die Dat deze maatregel deel uitmaakt van een reeks "COVID-maatregelen" die
voor het tweede kwartaal van 2021 zijn verlengd; voor het tweede kwartaal van 2021 zijn verlengd;
Dat het, om de verzekeringsinstellingen in staat te stellen een Dat het, om de verzekeringsinstellingen in staat te stellen een
adequate betaling van de uitkeringen vanaf april 2021 te waarborgen, adequate betaling van de uitkeringen vanaf april 2021 te waarborgen,
van belang is dat dit koninklijk besluit zo snel mogelijk wordt van belang is dat dit koninklijk besluit zo snel mogelijk wordt
bekendgemaakt; bekendgemaakt;
Gelet op het advies nr. 69.121/1 van de Raad van State, gegeven op 2 Gelet op het advies nr. 69.121/1 van de Raad van State, gegeven op 2
april 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de april 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van
Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 6, derde lid van het koninklijk besluit van 15

Artikel 1.In artikel 6, derde lid van het koninklijk besluit van 15

september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie,
van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt
erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij het erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 22 december 2020, worden de woorden "31 maart koninklijk besluit van 22 december 2020, worden de woorden "31 maart
2021" vervangen door de woorden "30 juni 2021". 2021" vervangen door de woorden "30 juni 2021".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd

Art. 3.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd

voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2021. Gegeven te Brussel, 19 april 2021.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Fr. VANDENBROUCKE Fr. VANDENBROUCKE
De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Zelfstandigen,
D. CLARINVAL D. CLARINVAL
^