Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 19/04/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van
een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer
over de weg over de weg
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het koninklijk besluit dat ik de eer heb U voor te leggen beoogt de Het koninklijk besluit dat ik de eer heb U voor te leggen beoogt de
wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de
inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige
inbreuken inzake het vervoer over de weg om de wijziging van het inbreuken inzake het vervoer over de weg om de wijziging van het
bedrag van een boete voor gebrek aan een vrachtbrief en een boete toe bedrag van een boete voor gebrek aan een vrachtbrief en een boete toe
te voegen voor gebrek aan de bepalingen van de reglementering over te voegen voor gebrek aan de bepalingen van de reglementering over
rij- en rusttijd. rij- en rusttijd.
De ministerraad van 28.11.2013 heeft een actieplan aangenomen in de De ministerraad van 28.11.2013 heeft een actieplan aangenomen in de
strijd tegen de frauduleuze detachering van EU-werknemers in ons land, strijd tegen de frauduleuze detachering van EU-werknemers in ons land,
de zogenaamde sociale dumping. de zogenaamde sociale dumping.
Dit operationeel actieplan omvat een reeks maatregelen om efficiënter Dit operationeel actieplan omvat een reeks maatregelen om efficiënter
en strenger op te treden tegen deze belangrijke inbreuken op onze en strenger op te treden tegen deze belangrijke inbreuken op onze
sociale en arbeidswetgeving en tegen frauduleuze structuren erachter. sociale en arbeidswetgeving en tegen frauduleuze structuren erachter.
Het actieplan voorziet daarom in : Het actieplan voorziet daarom in :
- doelgerichte controles door gespecialiseerde en gecoördineerde teams - doelgerichte controles door gespecialiseerde en gecoördineerde teams
- een duidelijke strafvervolging en een geïntegreerde - een duidelijke strafvervolging en een geïntegreerde
fenomeenbestrijding fenomeenbestrijding
- zwaardere straffen - zwaardere straffen
Voor wat het wegvervoer betreft, waren bijzondere maatregelen voorzien Voor wat het wegvervoer betreft, waren bijzondere maatregelen voorzien
: :
a. een verhoging van de boetes bij inbreuken op verplichting om a. een verhoging van de boetes bij inbreuken op verplichting om
vrachtbrief in de vrachtwagen te hebben. Enkel aan de hand van de vrachtbrief in de vrachtwagen te hebben. Enkel aan de hand van de
vrachtbrief kan nagegaan worden of de cabotageregels gerespecteerd vrachtbrief kan nagegaan worden of de cabotageregels gerespecteerd
werden. werden.
De sanctie wanneer geen CMR brief voorhanden is bedraagt thans 55 De sanctie wanneer geen CMR brief voorhanden is bedraagt thans 55
euro. Het was de intentie dit bedrag gevoelig te verhogen, meer euro. Het was de intentie dit bedrag gevoelig te verhogen, meer
bepaald naar 1.800 euro. bepaald naar 1.800 euro.
De wet van 15 juli 2013 betreffende het vervoer van goederen over de De wet van 15 juli 2013 betreffende het vervoer van goederen over de
weg voorziet voor afwezigheid van de vrachtbrief slechts een maximale weg voorziet voor afwezigheid van de vrachtbrief slechts een maximale
strafrechtelijke boete van 1.500 euro (d.i. 250 euro vermeerderd met strafrechtelijke boete van 1.500 euro (d.i. 250 euro vermeerderd met
de opdeciemen). Op basis van het advies van de Raad van State wordt de de opdeciemen). Op basis van het advies van de Raad van State wordt de
overeenkomstige onmiddellijke inning dan ook naar 1.500 euro gebracht overeenkomstige onmiddellijke inning dan ook naar 1.500 euro gebracht
i.p.v. 1.800 euro. i.p.v. 1.800 euro.
Als een vervoerder van mening is dat het ontbreken van een vrachtbrief Als een vervoerder van mening is dat het ontbreken van een vrachtbrief
komt door een vergetelheid, kan hij altijd vragen dat een komt door een vergetelheid, kan hij altijd vragen dat een
proces-verbaal opgesteld wordt. In dat geval zal de rechter, in proces-verbaal opgesteld wordt. In dat geval zal de rechter, in
functie van de bewijselementen, eventueel het bedrag van de boete functie van de bewijselementen, eventueel het bedrag van de boete
kunnen verminderen. kunnen verminderen.
b. een sanctie op het verbod om de lange wekelijkse rust in de b. een sanctie op het verbod om de lange wekelijkse rust in de
vrachtwagen te nemen. vrachtwagen te nemen.
Artikel 1 van het besluit voorziet een sanctie voor gebrek aan Artikel 1 van het besluit voorziet een sanctie voor gebrek aan
vrachtbrief . vrachtbrief .
Deze sanctie bedraagt momenteel 55 euro. Deze sanctie bedraagt momenteel 55 euro.
Dit moet naar 1.500 euro worden gebracht onmiddellijk te betalen bij Dit moet naar 1.500 euro worden gebracht onmiddellijk te betalen bij
ontstentenis waarvan het voertuig wordt geïmmobiliseerd. ontstentenis waarvan het voertuig wordt geïmmobiliseerd.
Zo kunnen de situaties van onwettige cabotage worden aangepakt. Zo kunnen de situaties van onwettige cabotage worden aangepakt.
Artikel 2 van het besluit voorziet een sanctie op het verbod om de Artikel 2 van het besluit voorziet een sanctie op het verbod om de
lange wekelijkse rust in de vrachtwagen te nemen. lange wekelijkse rust in de vrachtwagen te nemen.
Er wordt een onmiddellijke inning gecreëerd met een bedrag van 1.800 Er wordt een onmiddellijke inning gecreëerd met een bedrag van 1.800
euro, onmiddellijk te betalen bij ontstentenis waarvan het voertuig euro, onmiddellijk te betalen bij ontstentenis waarvan het voertuig
wordt geïmmobiliseerd. Zo kunnen de situaties waarbij chauffeurs vaak wordt geïmmobiliseerd. Zo kunnen de situaties waarbij chauffeurs vaak
lange tijd in hun vrachtwagen wonen (een aspect van sociale dumping) lange tijd in hun vrachtwagen wonen (een aspect van sociale dumping)
worden aangepakt. worden aangepakt.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe Majesteit, van Uwe Majesteit,
De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
K. GEENS K. GEENS
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET M. WATHELET
RAAD VAN STATE RAAD VAN STATE
afdeling Wetgeving afdeling Wetgeving
Advies 55.587/4 van 24 maart 2014 over een ontwerp van koninklijk Advies 55.587/4 van 24 maart 2014 over een ontwerp van koninklijk
besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000
betreffende de inning en de consignatie van een som bij het betreffende de inning en de consignatie van een som bij het
vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg' vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg'
Op 28 februari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 28 februari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van
Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een
advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot
wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de
inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige
inbreuken inzake het vervoer over de weg'. inbreuken inzake het vervoer over de weg'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 24 maart 2014 . De Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 24 maart 2014 . De
kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques
Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Marianne Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Marianne
Dony, assessoren, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier. Dony, assessoren, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur. Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy. advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 maart Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 maart
2014. 2014.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State,
beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de
voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van
het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te
vervullen voorafgaande vormvereisten. vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Voorafgaande vormvereisten Voorafgaande vormvereisten
1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8 1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8
augustus 1980 `tot hervorming der instellingen' moeten de drie augustus 1980 `tot hervorming der instellingen' moeten de drie
gewestregeringen bij het uitwerken van het voorliggende ontwerp worden gewestregeringen bij het uitwerken van het voorliggende ontwerp worden
betrokken. betrokken.
In het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, bevinden zich In het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, bevinden zich
evenwel alleen de afschriften van de brieven die aan de verschillende evenwel alleen de afschriften van de brieven die aan de verschillende
gewestregeringen zijn gezonden en die, evenals de adviesaanvraag, zijn gewestregeringen zijn gezonden en die, evenals de adviesaanvraag, zijn
gedagtekend 28 februari 2014. gedagtekend 28 februari 2014.
De steller van het ontwerp moet erop toezien dat dit voorafgaand De steller van het ontwerp moet erop toezien dat dit voorafgaand
vormvereiste naar behoren wordt vervuld. vormvereiste naar behoren wordt vervuld.
2. In het eerste en het tweede lid van de aanhef wordt gepreciseerd 2. In het eerste en het tweede lid van de aanhef wordt gepreciseerd
dat het ontwerp zijn rechtsgrond ontleent aan artikel 2bis van de wet dat het ontwerp zijn rechtsgrond ontleent aan artikel 2bis van de wet
van 18 februari 1969 `betreffende de maatregelen ter uitvoering van de van 18 februari 1969 `betreffende de maatregelen ter uitvoering van de
internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de
weg, de spoorweg of de waterweg' en aan artikel 34 van de wet van 3 weg, de spoorweg of de waterweg' en aan artikel 34 van de wet van 3
mei 1999 `betreffende het vervoer van zaken over de weg' (1). mei 1999 `betreffende het vervoer van zaken over de weg' (1).
De tenuitvoerlegging van deze machtigingen vereist evenwel in geen van De tenuitvoerlegging van deze machtigingen vereist evenwel in geen van
beide gevallen dat koninklijke besluiten worden uitgevaardigd waarover beide gevallen dat koninklijke besluiten worden uitgevaardigd waarover
in de Ministerraad overleg is gepleegd. in de Ministerraad overleg is gepleegd.
De in het vierde lid van de aanhef genoemde impactanalyse is bijgevolg De in het vierde lid van de aanhef genoemde impactanalyse is bijgevolg
geen verplicht voorafgaand vormvereiste krachtens artikel 6 van de wet geen verplicht voorafgaand vormvereiste krachtens artikel 6 van de wet
van 15 december 2013 `houdende diverse bepalingen inzake van 15 december 2013 `houdende diverse bepalingen inzake
administratieve vereenvoudiging'. administratieve vereenvoudiging'.
Het vierde lid van de aanhef moet dan ook ofwel worden weggelaten, Het vierde lid van de aanhef moet dan ook ofwel worden weggelaten,
ofwel worden vervangen door een overweging. De vermelding van het ofwel worden vervangen door een overweging. De vermelding van het
overleg over het ontwerp in de Ministerraad moet eveneens uit de overleg over het ontwerp in de Ministerraad moet eveneens uit de
aanhef worden geschrapt. aanhef worden geschrapt.
Onderzoek van het ontwerp Onderzoek van het ontwerp
Artikel 1 van het ontwerp strekt ertoe het bedrag van de onmiddellijke Artikel 1 van het ontwerp strekt ertoe het bedrag van de onmiddellijke
inning, bedoeld in bijlage 1, b), 1., van het koninklijk besluit van inning, bedoeld in bijlage 1, b), 1., van het koninklijk besluit van
19 juli 2000 `betreffende de inning en de consignatie van een som bij 19 juli 2000 `betreffende de inning en de consignatie van een som bij
het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg', het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg',
te verhogen van 55 euro tot 1.800 euro. te verhogen van 55 euro tot 1.800 euro.
Dat nieuwe bedrag van 1.800 euro is in overeenstemming met artikel 35, Dat nieuwe bedrag van 1.800 euro is in overeenstemming met artikel 35,
§ 1, eerste lid, van de wet van 3 mei 1999 `betreffende het vervoer § 1, eerste lid, van de wet van 3 mei 1999 `betreffende het vervoer
van zaken over de weg' dat luidt als volgt : van zaken over de weg' dat luidt als volgt :
"

Art. 35.§ 1. De in artikel 36 bedoelde inbreuken op deze wet en haar

"

Art. 35.§ 1. De in artikel 36 bedoelde inbreuken op deze wet en haar

uitvoeringsbesluiten worden bestraft met een gevangenisstraf van acht uitvoeringsbesluiten worden bestraft met een gevangenisstraf van acht
dagen tot zes maanden en met een geldboete van vijftig tot tienduizend dagen tot zes maanden en met een geldboete van vijftig tot tienduizend
1euro, vermeerderd met de opdeciemen, of met één van die straffen 1euro, vermeerderd met de opdeciemen, of met één van die straffen
alleen, onverminderd de eventuele schadevergoeding". alleen, onverminderd de eventuele schadevergoeding".
Er moet echter rekening gehouden worden met de wet van 15 juli 2013 Er moet echter rekening gehouden worden met de wet van 15 juli 2013
`betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering `betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering
van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de
Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke
regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het
beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van
Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de
Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad
van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels
voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de
weg', waarvan artikel 54 de wet van 3 mei 1999 op een nog niet gekende weg', waarvan artikel 54 de wet van 3 mei 1999 op een nog niet gekende
datum opheft. datum opheft.
Artikel 41, § 1, 4°, van de wet van 15 juli 2013 luidt immers als Artikel 41, § 1, 4°, van de wet van 15 juli 2013 luidt immers als
volgt : volgt :
"Art. 41, § 1. Worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 250 euro, "Art. 41, § 1. Worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 250 euro,
vermeerderd met de opdeciemen, zij die de volgende bepalingen van deze vermeerderd met de opdeciemen, zij die de volgende bepalingen van deze
wet of haar uitvoeringsbesluiten overtreden : wet of haar uitvoeringsbesluiten overtreden :
1° de krachtens artikel 28, 4° en 6°, door de Koning vastgestelde 1° de krachtens artikel 28, 4° en 6°, door de Koning vastgestelde
regels betreffende de afgifte, de vervanging, de vernieuwing, de regels betreffende de afgifte, de vervanging, de vernieuwing, de
schrapping en de geldigheid van de vergunningen en de schrapping en de geldigheid van de vergunningen en de
bestuurdersattesten; bestuurdersattesten;
2° de krachtens artikel 15, 5°, door de Koning vastgestelde 2° de krachtens artikel 15, 5°, door de Koning vastgestelde
verplichtingen van de borgen in geval van afneming op de borgtocht en verplichtingen van de borgen in geval van afneming op de borgtocht en
in geval van vermindering of opzegging van de borgtocht; in geval van vermindering of opzegging van de borgtocht;
3° de eventueel krachtens artikel 28, 9°, door de Koning vastgestelde 3° de eventueel krachtens artikel 28, 9°, door de Koning vastgestelde
verplichting tot het verstrekken van statistische gegevens; verplichting tot het verstrekken van statistische gegevens;
4° de door artikel 29 vastgestelde verplichting een vrachtbrief op te 4° de door artikel 29 vastgestelde verplichting een vrachtbrief op te
maken en de eventueel daarmee gepaard gaande bijkomende regels maken en de eventueel daarmee gepaard gaande bijkomende regels
vastgesteld door de Koning". vastgesteld door de Koning".
Deze nieuwe bepaling zal, op het ogenblik van haar inwerkingtreding, Deze nieuwe bepaling zal, op het ogenblik van haar inwerkingtreding,
het maximumbedrag van de onmiddellijke inning bedoeld in bijlage 1, het maximumbedrag van de onmiddellijke inning bedoeld in bijlage 1,
b), 1, van het koninklijk besluit van 19 juli 2000, beperken tot het b), 1, van het koninklijk besluit van 19 juli 2000, beperken tot het
bedrag van 250 euro, vermeerderd met de opcentiemen, dit wil zeggen bedrag van 250 euro, vermeerderd met de opcentiemen, dit wil zeggen
1.500 euro volgens de thans geldende opcentiemen. 1.500 euro volgens de thans geldende opcentiemen.
Het zou beter zijn nu al met dat toekomstige maximumbedrag rekening te Het zou beter zijn nu al met dat toekomstige maximumbedrag rekening te
houden. houden.
De griffier, De griffier,
Anne-Catherine Van Geersdaele Anne-Catherine Van Geersdaele
De voorzitter, De voorzitter,
Pierre Liénardy Pierre Liénardy
_______ _______
Nota Nota
(1) Dat, in het tweede lid van de aanhef, zou moeten worden vervangen (1) Dat, in het tweede lid van de aanhef, zou moeten worden vervangen
door artikel 40 van de wet van 15 juli 2013 `betreffende het door artikel 40 van de wet van 15 juli 2013 `betreffende het
goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening
(EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21
oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels
betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van
wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn
96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG)
nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober
2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot
de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg', ingeval de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg', ingeval
deze wet in werking zou treden voordat het ontworpen besluit deze wet in werking zou treden voordat het ontworpen besluit
definitief wordt aangenomen. definitief wordt aangenomen.
19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van
een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer
over de weg over de weg
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter
uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer
over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 2bis, over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 2bis,
ingevoegd bij de wet van 6 mei 1985; ingevoegd bij de wet van 6 mei 1985;
Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over
de weg, artikel 34; de weg, artikel 34;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning
en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige
inbreuken inzake het vervoer over de weg; inbreuken inzake het vervoer over de weg;
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen; Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 25 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 25
februari 2014; februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven
op 25 februari 2014; op 25 februari 2014;
Gelet op advies 55.587/4 van de Raad van State, gegeven op 24 maart Gelet op advies 55.587/4 van de Raad van State, gegeven op 24 maart
2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de strijd tegen de sociale dumping inzake wegvervoer Overwegende dat de strijd tegen de sociale dumping inzake wegvervoer
voornamelijk kan worden aangegaan door de verhoging van bepaalde voornamelijk kan worden aangegaan door de verhoging van bepaalde
straffen; straffen;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister
van Justitie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor van Justitie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor
Mobiliteit, Mobiliteit,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000

Artikel 1.In bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000

betreffende de inning en de consignatie van een som bij het betreffende de inning en de consignatie van een som bij het
vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg,
vervangen bij het koninklijk besluit van 19 juli 2013, wordt in b) vervangen bij het koninklijk besluit van 19 juli 2013, wordt in b)
Goederenvervoer over de weg - vrachtbrief, 1., het bedrag "55 EUR" Goederenvervoer over de weg - vrachtbrief, 1., het bedrag "55 EUR"
vervangen door "1.500 EUR". vervangen door "1.500 EUR".

Art. 2.In bijlage 1, Aanhangsel 1, bij hetzelfde besluit, wordt c)

Art. 2.In bijlage 1, Aanhangsel 1, bij hetzelfde besluit, wordt c)

Rij- en rusttijden aangevuld met een punt 8 luidende : Rij- en rusttijden aangevuld met een punt 8 luidende :
" "
8. 8.
De op het ogenblik van de controle verplicht te nemen normale De op het ogenblik van de controle verplicht te nemen normale
wekelijkse rusttijd, wordt genomen aan boord van het voertuig. wekelijkse rusttijd, wordt genomen aan boord van het voertuig.
- verordening - verordening
(EG) nr. 561/2006, art. 8. 6 en 8.8. (EG) nr. 561/2006, art. 8. 6 en 8.8.
- AETR, art. 8. - AETR, art. 8.
1.800 EUR 1.800 EUR
" "
« «
8. 8.
Le temps de repos hebdomadaire normal, obligatoire au moment du Le temps de repos hebdomadaire normal, obligatoire au moment du
contrôle, est pris à bord du véhicule. contrôle, est pris à bord du véhicule.
- règlement - règlement
(CE) N° 561/2006, art. 8. 6 et 8.8. (CE) N° 561/2006, art. 8. 6 et 8.8.
- AETR, art. 8. - AETR, art. 8.
1.800 EUR 1.800 EUR
» »

Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister

Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister

bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën en de bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën en de
minister bevoegd voor het Wegvervoer, zijn, ieder wat hem betreft, minister bevoegd voor het Wegvervoer, zijn, ieder wat hem betreft,
belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014. Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
K. GEENS K. GEENS
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET M. WATHELET
^