← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
18 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het | 18 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels | koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels |
voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale | voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale |
tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het | tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het |
ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart | ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart |
2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van | 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van |
de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven | de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven |
en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan | en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van | Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van |
gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel | gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel |
15/11, § 1quinquies, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2014 en | 15/11, § 1quinquies, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2014 en |
gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019; | gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019; |
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de | Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de |
elektriciteitsmarkt, artikel 21ter, § 3, ingevoegd bij de wet van 20 | elektriciteitsmarkt, artikel 21ter, § 3, ingevoegd bij de wet van 20 |
juli 2005 en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019; | juli 2005 en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019; |
Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van |
de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de | de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de |
sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels | sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels |
voor het ten laste nemen hiervan; | voor het ten laste nemen hiervan; |
Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van |
de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de | de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de |
sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de | sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de |
tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan; | tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan; |
Gelet op het advies (A)2393 van de Commissie voor de Regulering van de | Gelet op het advies (A)2393 van de Commissie voor de Regulering van de |
Elektriciteit en het Gas, gegeven op 5 mei 2022 en 30 juni 2022; | Elektriciteit en het Gas, gegeven op 5 mei 2022 en 30 juni 2022; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juli | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juli |
2022; | 2022; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
d.d. 13 juli 2022; | d.d. 13 juli 2022; |
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig de | Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig de |
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op advies 71.997/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 | Gelet op advies 71.997/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 |
augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de | Overwegende de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen |
artikel 37, § 19, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 februari | artikel 37, § 19, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 februari |
2014; | 2014; |
Overwegende de noodzaak om financiële steun te verlenen aan | Overwegende de noodzaak om financiële steun te verlenen aan |
huishoudens met een laag inkomen om de energiearmoede te bestrijden; | huishoudens met een laag inkomen om de energiearmoede te bestrijden; |
Overwegende dat wanneer het lage inkomen van een huishouden wordt | Overwegende dat wanneer het lage inkomen van een huishouden wordt |
vastgesteld, het voordeel van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming | vastgesteld, het voordeel van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming |
wordt toegekend aan alle leden van het huishouden en dus aan de | wordt toegekend aan alle leden van het huishouden en dus aan de |
residentiële klant die deel uitmaakt van het huishouden; | residentiële klant die deel uitmaakt van het huishouden; |
Overwegende dat wanneer het voordeel van de verhoogde | Overwegende dat wanneer het voordeel van de verhoogde |
verzekeringstegemoetkoming op individuele basis wordt toegekend aan | verzekeringstegemoetkoming op individuele basis wordt toegekend aan |
een ten laste komend lid van het huishouden, vanwege zijn specifieke | een ten laste komend lid van het huishouden, vanwege zijn specifieke |
status, met uitsluiting van de andere leden van het huishouden en dus | status, met uitsluiting van de andere leden van het huishouden en dus |
van de residentiële klant, kan worden aangenomen dat het huishouden | van de residentiële klant, kan worden aangenomen dat het huishouden |
niet voldoet aan de definitie van huishoudens met een laag inkomen, | niet voldoet aan de definitie van huishoudens met een laag inkomen, |
zodat het duidelijk geen deel uitmaakt van de doelgroep die in dit | zodat het duidelijk geen deel uitmaakt van de doelgroep die in dit |
besluit wordt genoemd; | besluit wordt genoemd; |
Overwegende dat het daarom aangewezen is het voordeel van het | Overwegende dat het daarom aangewezen is het voordeel van het |
mechanisme ter ondersteuning van de energiefactuur alleen voor te | mechanisme ter ondersteuning van de energiefactuur alleen voor te |
behouden aan residentiële klanten die behoren tot een huishouden met | behouden aan residentiële klanten die behoren tot een huishouden met |
een laag inkomen en die dus persoonlijk genieten van de verhoogde | een laag inkomen en die dus persoonlijk genieten van de verhoogde |
verzekeringstegemoetkoming; | verzekeringstegemoetkoming; |
Overwegende dat de energieprijzen historisch hoge niveaus behalen op | Overwegende dat de energieprijzen historisch hoge niveaus behalen op |
alle groothandelsmarkten zoals bevestigd in de studie (F)2289 van de | alle groothandelsmarkten zoals bevestigd in de studie (F)2289 van de |
commissie van 24 september 2021 over de stijging van de | commissie van 24 september 2021 over de stijging van de |
elektriciteits- en aardgasprijzen in België en in de studie (F)2336 | elektriciteits- en aardgasprijzen in België en in de studie (F)2336 |
van de commissie van 1 februari 2022 over de gevolgen van de | van de commissie van 1 februari 2022 over de gevolgen van de |
aanhoudende hoge groothandelsmarktprijzen voor gas en elektriciteit; | aanhoudende hoge groothandelsmarktprijzen voor gas en elektriciteit; |
Overwegende dat na de door dit besluit beoogde wijzigingen, in het | Overwegende dat na de door dit besluit beoogde wijzigingen, in het |
zevende lid, van artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart | zevende lid, van artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart |
2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van | 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van |
de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en | de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en |
de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het | de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en het |
koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels | koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels |
voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale | voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale |
tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor | tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor |
het ten laste nemen hiervan, inzake de niet uitbetaling van de | het ten laste nemen hiervan, inzake de niet uitbetaling van de |
voorschotten ten gevolge van één van de in dit lid opgesomde | voorschotten ten gevolge van één van de in dit lid opgesomde |
situaties, het woord "voorschot" klaarblijkelijk als hyperoniem wordt | situaties, het woord "voorschot" klaarblijkelijk als hyperoniem wordt |
gebruikt voor de voorschotten op de in artikel 12 van voornoemde | gebruikt voor de voorschotten op de in artikel 12 van voornoemde |
koninklijke besluiten van 29 maart 2012 bedoelde terugbetalingen, zij | koninklijke besluiten van 29 maart 2012 bedoelde terugbetalingen, zij |
het "voorschot" bedoeld in artikel 12bis, eerste lid van voornoemde | het "voorschot" bedoeld in artikel 12bis, eerste lid van voornoemde |
koninklijke besluiten van 29 maart 2012, zij het het "aanvullend | koninklijke besluiten van 29 maart 2012, zij het het "aanvullend |
voorschot" bedoeld in de overige leden van hetzelfde artikel; | voorschot" bedoeld in de overige leden van hetzelfde artikel; |
Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van |
Justitie, de Minister van Energie en de Staatssecretaris voor | Justitie, de Minister van Energie en de Staatssecretaris voor |
Consumentenbescherming en op advies van de in Raad vergaderde | Consumentenbescherming en op advies van de in Raad vergaderde |
Ministers, | Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 | HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 |
tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de | tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de |
toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de | toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de |
tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan | tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan |
Artikel 1.In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart |
Artikel 1.In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart |
2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van | 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van |
de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en | de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en |
de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij | de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij |
het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd | het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 24 april 2022, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 24 april 2022, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
1° in het eerste tot en met het vierde lid worden de woorden "(btw | 1° in het eerste tot en met het vierde lid worden de woorden "(btw |
inbegrepen)" ingevoegd tussen de woorden "miljoen euro" en het woord | inbegrepen)" ingevoegd tussen de woorden "miljoen euro" en het woord |
"uitbetaald"; | "uitbetaald"; |
2° in het derde lid en het vierde lid worden de woorden "vijfde lid," | 2° in het derde lid en het vierde lid worden de woorden "vijfde lid," |
vervangen door de woorden "zevende lid,"; | vervangen door de woorden "zevende lid,"; |
3° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, | 3° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, |
luidende: | luidende: |
"Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend | "Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend |
voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking | voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking |
tot de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers | tot de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers |
aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde | aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde |
lid van de wet, een bedrag van 38,4 miljoen euro (btw inbegrepen) | lid van de wet, een bedrag van 38,4 miljoen euro (btw inbegrepen) |
uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk dertig dagen | uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk dertig dagen |
volgend op de inwerkingtreding dit lid. Hiertoe ontvangt de CREG het | volgend op de inwerkingtreding dit lid. Hiertoe ontvangt de CREG het |
voormelde bedrag uiterlijk vijftien dagen volgend op de | voormelde bedrag uiterlijk vijftien dagen volgend op de |
inwerkingtreding van dit lid. Dit bedrag wordt geput uit de in het | inwerkingtreding van dit lid. Dit bedrag wordt geput uit de in het |
Fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 15/11, § 1bis/1 van de wet | Fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 15/11, § 1bis/1 van de wet |
en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het | en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het |
aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 | aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 |
december 2021. | december 2021. |
Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot | Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot |
op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de | op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de |
levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers | levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers |
aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde | aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde |
lid, van de wet, een bedrag van 193,3 miljoen euro (btw inbegrepen) | lid, van de wet, een bedrag van 193,3 miljoen euro (btw inbegrepen) |
uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen | uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen |
volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit | volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit |
bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in | bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in |
artikel 15/11, § 1bis/1, van de wet en wordt proportioneel verdeeld | artikel 15/11, § 1bis/1, van de wet en wordt proportioneel verdeeld |
over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële | over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële |
afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.". | afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.". |
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 | HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 |
tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de | tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de |
toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en | toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en |
de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan | de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan |
Art. 2.In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 |
Art. 2.In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 |
tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de | tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de |
toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en | toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en |
de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij | de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij |
het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd | het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 24 april 2022, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 24 april 2022, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
1° in het eerste tot en met het vierde lid worden de woorden "(btw | 1° in het eerste tot en met het vierde lid worden de woorden "(btw |
inbegrepen)" ingevoegd tussen de woorden "miljoen euro" en het woord | inbegrepen)" ingevoegd tussen de woorden "miljoen euro" en het woord |
"uitbetaald" ; | "uitbetaald" ; |
2° in het derde lid en het vierde lid worden de woorden "vijfde lid," | 2° in het derde lid en het vierde lid worden de woorden "vijfde lid," |
vervangen door de woorden "zevende lid,"; | vervangen door de woorden "zevende lid,"; |
3° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, | 3° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, |
luidende: | luidende: |
"Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend | "Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend |
voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking | voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking |
tot de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële | tot de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële |
afnemers aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, | afnemers aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, |
tweede lid van de wet, een bedrag van 49,6 miljoen euro uitbetaald | tweede lid van de wet, een bedrag van 49,6 miljoen euro uitbetaald |
door de CREG aan de leveranciers uiterlijk dertig dagen volgend op de | door de CREG aan de leveranciers uiterlijk dertig dagen volgend op de |
inwerkingtreding van dit lid. Hiertoe ontvangt de CREG het voormelde | inwerkingtreding van dit lid. Hiertoe ontvangt de CREG het voormelde |
bedrag uiterlijk vijftien dagen volgend op de inwerkingtreding van dit | bedrag uiterlijk vijftien dagen volgend op de inwerkingtreding van dit |
lid. Dit bedrag wordt geput uit de in het Fonds aanwezige middelen | lid. Dit bedrag wordt geput uit de in het Fonds aanwezige middelen |
bedoeld in artikel 21bis, § 1/1 van de wet en wordt proportioneel | bedoeld in artikel 21bis, § 1/1 van de wet en wordt proportioneel |
verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde | verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde |
residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021. | residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021. |
Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot | Onverminderd het zevende lid, wordt bij wijze van aanvullend voorschot |
op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de | op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de |
levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers | levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers |
aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, tweede | aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, tweede |
lid, van de wet, een bedrag van 146,8 miljoen euro (btw inbegrepen) | lid, van de wet, een bedrag van 146,8 miljoen euro (btw inbegrepen) |
uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen | uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen |
volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit | volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit |
bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in | bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in |
artikel 21bis, § 1/1, van de wet en wordt proportioneel verdeeld over | artikel 21bis, § 1/1, van de wet en wordt proportioneel verdeeld over |
de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële | de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële |
afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.". | afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.". |
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling |
Art. 3.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor |
Art. 3.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor |
Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 18 september 2022. | Gegeven te Brussel, 18 september 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
V. VAN QUICKENBORNE | V. VAN QUICKENBORNE |
De Minister van Energie, | De Minister van Energie, |
T. VAN DER STRAETEN | T. VAN DER STRAETEN |
De Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, | De Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, |
E. DE BLEEKER | E. DE BLEEKER |