| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 18 MAART 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 MAART 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, | in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, |
| betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 (1) | betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- |
| en gezondheidssector; | en gezondheidssector; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, | in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, |
| betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013. | betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 maart 2015. | Gegeven te Brussel, 18 maart 2015. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector | Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2014 |
| Sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 (Overeenkomst | Sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2013 (Overeenkomst |
| geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nummer 122609/CO/331) | geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nummer 122609/CO/331) |
| HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst | HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : |
| - in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst | - in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| van 7 februari 2011 tot invoering van een sectoraal aanvullend | van 7 februari 2011 tot invoering van een sectoraal aanvullend |
| pensioenstelsel (registratienummer 103526/CO/331), afgesloten in het | pensioenstelsel (registratienummer 103526/CO/331), afgesloten in het |
| Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector; | Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector; |
| - in toepassing van punt 4 van het pensioenreglement dat als bijlage | - in toepassing van punt 4 van het pensioenreglement dat als bijlage |
| is opgenomen bij de hoger genoemde collectieve arbeidsovereenkomst en | is opgenomen bij de hoger genoemde collectieve arbeidsovereenkomst en |
| zoals laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 10 | zoals laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 10 |
| maart 2014 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal | maart 2014 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal |
| aanvullend pensioenstelsel 331 (registratienummer 121138/CO/331). | aanvullend pensioenstelsel 331 (registratienummer 121138/CO/331). |
| HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
| werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair | werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair |
| Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, met | Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, met |
| uitzondering van : | uitzondering van : |
| - de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve | - de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst; | arbeidsovereenkomst; |
| - de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België | - de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België |
| gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke | gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke |
| EEG-verordening inzake de sociale zekerheid. | EEG-verordening inzake de sociale zekerheid. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op |
| : | : |
| - werknemers met een contract van interimarbeid; | - werknemers met een contract van interimarbeid; |
| - werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract | - werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract |
| (individuele beroepsopleiding); | (individuele beroepsopleiding); |
| - leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald | - leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald |
| (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel | (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel |
| leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling | leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling |
| met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de | met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de |
| Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een | Gemeenschappen en Gewesten, stagiair met een |
| beroepsinlevingsovereenkomst); | beroepsinlevingsovereenkomst); |
| - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van | - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van |
| artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting | artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de inrichting |
| van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van | van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van |
| het koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van | het koninklijk besluit van 25 november 1991 tenzij er sprake is van |
| een arbeidsovereenkomst; | een arbeidsovereenkomst; |
| - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk | - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk |
| rustpensioen genieten; | rustpensioen genieten; |
| - erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking | - erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking |
| komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende | komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende |
| beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli | beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli |
| 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); | 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); |
| - coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die | - coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die |
| werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de | werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de |
| Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; | Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; |
| - niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel | - niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel |
| sociaal-cultureel werk verrichten. | sociaal-cultureel werk verrichten. |
| HOOFDSTUK III. - Pensioentoezegging | HOOFDSTUK III. - Pensioentoezegging |
Art. 4.§ 1. Op 31 december 2013 wordt een eenmalige toelage op de |
Art. 4.§ 1. Op 31 december 2013 wordt een eenmalige toelage op de |
| individuele pensioenrekening gestort voor het jaar 2013. | individuele pensioenrekening gestort voor het jaar 2013. |
| § 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt is 1 | § 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt is 1 |
| januari 2014. | januari 2014. |
Art. 5.§ 1. De toelage voor het jaar 2013 bedraagt maximaal 30 EUR |
Art. 5.§ 1. De toelage voor het jaar 2013 bedraagt maximaal 30 EUR |
| per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 | per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 |
| december 2013 voor zover : | december 2013 voor zover : |
| - de aangeslotene in het jaar 2013 door een arbeidsovereenkomst | - de aangeslotene in het jaar 2013 door een arbeidsovereenkomst |
| verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van | verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van |
| toepassing is; | toepassing is; |
| - en in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 gedurende | - en in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 gedurende |
| minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst | minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst |
| verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van | verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van |
| toepassing is; | toepassing is; |
| - en deze organisatie voor het jaar 2013 bijdragen betaalde in | - en deze organisatie voor het jaar 2013 bijdragen betaalde in |
| uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 | uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2011 |
| tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor | tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor |
| bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot aanvullende | bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot aanvullende |
| financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer 103527/CO/331, | financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer 103527/CO/331, |
| algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 4 oktober | algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 4 oktober |
| 2011, Belgisch Staatsblad van 8 december 2011) en de collectieve | 2011, Belgisch Staatsblad van 8 december 2011) en de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 4 februari 2013 tot vaststelling van het | arbeidsovereenkomst van 4 februari 2013 tot vaststelling van het |
| percentage van de bijdragen voor het jaar 2013 voor het fonds voor | percentage van de bijdragen voor het jaar 2013 voor het fonds voor |
| bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot financiering tweede | bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot financiering tweede |
| pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot | pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot |
| vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2013 (registratienummer | vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2013 (registratienummer |
| 113881/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | 113881/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
| van 10 juni 2013, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2013). | van 10 juni 2013, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2013). |
| § 2. De toelage voor het jaar 2013 bedraagt maximaal 13,50 EUR per | § 2. De toelage voor het jaar 2013 bedraagt maximaal 13,50 EUR per |
| rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 | rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 |
| december 2013 voor zover : | december 2013 voor zover : |
| - de aangeslotene in het jaar 2013 door een arbeidsovereenkomst | - de aangeslotene in het jaar 2013 door een arbeidsovereenkomst |
| verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van | verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van |
| toepassing is; | toepassing is; |
| - en in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 gedurende | - en in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 gedurende |
| minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst | minstens twee opeenvolgende trimesters door een arbeidsovereenkomst |
| verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van | verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van |
| toepassing is; | toepassing is; |
| - en deze organisatie voor het jaar 2013 een vrijstelling van | - en deze organisatie voor het jaar 2013 een vrijstelling van |
| bijdragen had in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van | bijdragen had in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van |
| 7 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het | 7 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het |
| fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot | fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot |
| aanvullende financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer | aanvullende financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer |
| 103527/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | 103527/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
| van 4 oktober 2011, Belgisch Staatsblad van 8 december 2011) en de | van 4 oktober 2011, Belgisch Staatsblad van 8 december 2011) en de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2013 tot vaststelling | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 februari 2013 tot vaststelling |
| van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2013 voor het fonds | van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2013 voor het fonds |
| voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot financiering | voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 331 tot financiering |
| tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot | tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot |
| vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2013 (registratienummer | vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2013 (registratienummer |
| 113881/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit | 113881/CO/331, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
| van 10 juni 2013, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2013). | van 10 juni 2013, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2013). |
Art. 6.§ 1. De toelage wordt toegekend in verhouding tot de |
Art. 6.§ 1. De toelage wordt toegekend in verhouding tot de |
| contractuele arbeidstijd, zijnde [het gemiddeld aantal uren per week | contractuele arbeidstijd, zijnde [het gemiddeld aantal uren per week |
| van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van | van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van |
| de maatpersoon]. | de maatpersoon]. |
| Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop | Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop |
| van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de | van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de |
| contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal | contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal |
| kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van het aantal | kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van het aantal |
| kalenderdagen in het betrokken trimester. | kalenderdagen in het betrokken trimester. |
| § 2. Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk | § 2. Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk |
| pensioen is gegaan wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in | pensioen is gegaan wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in |
| functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte | functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte |
| van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. | van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. |
| § 3. In geval van opzeggingsvergoeding wordt de toelage" bepaald in | § 3. In geval van opzeggingsvergoeding wordt de toelage" bepaald in |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst, toegekend voor de volledige | deze collectieve arbeidsovereenkomst, toegekend voor de volledige |
| periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt, voor zover deze | periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt, voor zover deze |
| periode een aanvang neemt in het jaar 2013 en de betrokken werknemer | periode een aanvang neemt in het jaar 2013 en de betrokken werknemer |
| voorafgaand aan deze periode aan de voorwaarden van deze collectieve | voorafgaand aan deze periode aan de voorwaarden van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst heeft voldaan. | arbeidsovereenkomst heeft voldaan. |
| § 4. De berekening van de toelage wordt vastgesteld op basis van de | § 4. De berekening van de toelage wordt vastgesteld op basis van de |
| gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale | gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale |
| Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. | Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. |
| HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, geldigheidsduur en opzegging van de | HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, geldigheidsduur en opzegging van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst | collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op |
Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op |
| 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
| § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen | § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen |
| worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op | worden opgezegd vóór 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op |
| 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet | 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet |
| betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de | betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de |
| voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en | voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en |
| gezondheidssector, die een kopie van de opzegging stuurt aan elke | gezondheidssector, die een kopie van de opzegging stuurt aan elke |
| ondertekenende partij. | ondertekenende partij. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 maart |
| 2015. | 2015. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |