← Terug naar "Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid "
| Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid | Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| 18 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge | 18 MEI 2020. - Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge |
| de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het | de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het |
| tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten | tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten |
| voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten | voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten |
| vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het | vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het |
| getuigschrift van arbeidsongeschiktheid | getuigschrift van arbeidsongeschiktheid |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
| geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
| 1994, artikel 86, § 3; | 1994, artikel 86, § 3; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling | Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling |
| van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten | van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten |
| voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; | voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; |
| Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de | Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de |
| instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale | instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale |
| voorzorg, artikel 15, eerste lid; | voorzorg, artikel 15, eerste lid; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 |
| april 2020; | april 2020; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d.21 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d.21 |
| april 2020; | april 2020; |
| Gelet op artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013 houdende | Gelet op artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013 houdende |
| diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
| Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de Covid-19-pandemie; | Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de Covid-19-pandemie; |
| Gelet op het feit dat het ingevolge de toepassing van de | Gelet op het feit dat het ingevolge de toepassing van de |
| vrijheidsbeperkende maatregelen en het uitstel van niet-dringende | vrijheidsbeperkende maatregelen en het uitstel van niet-dringende |
| raadplegingen en medische behandelingen niet steeds mogelijk is voor | raadplegingen en medische behandelingen niet steeds mogelijk is voor |
| de zelfstandige om zijn behandelend arts op de eerste dag van het | de zelfstandige om zijn behandelend arts op de eerste dag van het |
| tijdvak van arbeidsongeschiktheid (met inbegrip van de eerste dag van | tijdvak van arbeidsongeschiktheid (met inbegrip van de eerste dag van |
| een verlenging of een herval van eenzelfde periode van | een verlenging of een herval van eenzelfde periode van |
| arbeidsongeschiktheid) te raadplegen; | arbeidsongeschiktheid) te raadplegen; |
| Dat deze onmogelijkheid gevolgen heeft voor de ingangsdatum van het | Dat deze onmogelijkheid gevolgen heeft voor de ingangsdatum van het |
| vervangingsinkomen dat door de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt | vervangingsinkomen dat door de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt |
| gevormd; | gevormd; |
| Dat het in deze crisisperiode belangrijk is om aan de | Dat het in deze crisisperiode belangrijk is om aan de |
| arbeidsongeschikte zelfstandige een adequaat vervangingsinkomen te | arbeidsongeschikte zelfstandige een adequaat vervangingsinkomen te |
| kunnen garanderen; | kunnen garanderen; |
| Dat het derhalve van belang is de adviserend arts van de | Dat het derhalve van belang is de adviserend arts van de |
| verzekeringsinstelling zo snel mogelijk de mogelijkheid te geven om de | verzekeringsinstelling zo snel mogelijk de mogelijkheid te geven om de |
| arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige, in voorkomend geval, vanaf | arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige, in voorkomend geval, vanaf |
| de eerste dag van de periode van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald | de eerste dag van de periode van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald |
| door de behandelend arts te erkennen wanneer deze zelfstandige zijn | door de behandelend arts te erkennen wanneer deze zelfstandige zijn |
| behandelend arts niet op de eerste dag van de desbetreffende periode | behandelend arts niet op de eerste dag van de desbetreffende periode |
| van arbeidsongeschiktheid heeft geraadpleegd; | van arbeidsongeschiktheid heeft geraadpleegd; |
| Gelet op het advies nr. 67.315/2 van de Raad van State, gegeven op 4 | Gelet op het advies nr. 67.315/2 van de Raad van State, gegeven op 4 |
| mei 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de | mei 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van |
| Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, | Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het voorschrift bedoeld in artikel 53, tweede lid, van het |
Artikel 1.Het voorschrift bedoeld in artikel 53, tweede lid, van het |
| koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een | koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een |
| uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van | uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van |
| de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, zoals bepaald vóór | de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, zoals bepaald vóór |
| de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot | de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot |
| wijziging van de artikelen 53 en 58 van het koninklijk besluit van 20 | wijziging van de artikelen 53 en 58 van het koninklijk besluit van 20 |
| juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een | juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een |
| moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de | moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de |
| meewerkende echtgenoten, is niet van toepassing op elk tijdvak van | meewerkende echtgenoten, is niet van toepassing op elk tijdvak van |
| arbeidsongeschiktheid dat aanvat tijdens de periode vanaf 1 maart 2020 | arbeidsongeschiktheid dat aanvat tijdens de periode vanaf 1 maart 2020 |
| tot en met 15 april 2020. | tot en met 15 april 2020. |
Art. 2.Het voorschrift bedoeld in artikel 58, tweede lid, van het |
Art. 2.Het voorschrift bedoeld in artikel 58, tweede lid, van het |
| koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een | koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een |
| uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van | uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van |
| de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, ingevoegd bij het | de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, ingevoegd bij het |
| koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot wijziging van de artikelen 53 | koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot wijziging van de artikelen 53 |
| en 58 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling | en 58 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling |
| van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten | van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten |
| voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, is | voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, is |
| niet van toepassing op elk tijdvak van arbeidsongeschiktheid dat | niet van toepassing op elk tijdvak van arbeidsongeschiktheid dat |
| aanvat vanaf 16 april 2020 tot en met 30 september 2020. | aanvat vanaf 16 april 2020 tot en met 30 september 2020. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
| voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 mei 2020. | Gegeven te Brussel, 18 mei 2020. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
| M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |
| De Minister van Zelfstandigen, | De Minister van Zelfstandigen, |
| D. DUCARME | D. DUCARME |