| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, |
| betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd | betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd |
| van 56 jaar (1) | van 56 jaar (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, |
| gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling |
| van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van | van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van |
| halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij | halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3; | koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, |
| betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd | betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd |
| van 56 jaar. | van 56 jaar. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 mei 2008. | Gegeven te Brussel, 18 mei 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 | Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 |
| december 1993. | december 1993. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
| -diensten van de Vlaamse Gemeenschap | -diensten van de Vlaamse Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 |
| Halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar | Halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar |
| (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer |
| 84979/CO/319.01) | 84979/CO/319.01) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die | de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap. | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
| HOOFDSTUK II. - Invoering van het halftijds brugpensioen | HOOFDSTUK II. - Invoering van het halftijds brugpensioen |
Art. 2.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 |
Art. 2.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 |
| van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling | van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling |
| van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere | van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere |
| werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties en het | werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties en het |
| koninklijk besluit van 30 juli 1994, dat de algemene regels inzake | koninklijk besluit van 30 juli 1994, dat de algemene regels inzake |
| halftijds brugpensioen bepaalt, wordt onder de specifieke voorwaarden | halftijds brugpensioen bepaalt, wordt onder de specifieke voorwaarden |
| hierna bepaald, overeengekomen dat een recht op halftijds brugpensioen | hierna bepaald, overeengekomen dat een recht op halftijds brugpensioen |
| wordt ingesteld. | wordt ingesteld. |
Art. 3.Voor het halftijds brugpensioen komen in aanmerking de |
Art. 3.Voor het halftijds brugpensioen komen in aanmerking de |
| werknemers die voltijds zijn tewerkgesteld bij de aanvang van het | werknemers die voltijds zijn tewerkgesteld bij de aanvang van het |
| halftijds brugpensioen, de leeftijd van 56 jaar bereikt hebben en een | halftijds brugpensioen, de leeftijd van 56 jaar bereikt hebben en een |
| anciënniteit van minstens twaalf maanden in dezelfde instelling | anciënniteit van minstens twaalf maanden in dezelfde instelling |
| hebben. | hebben. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 4.De werknemer is ertoe gehouden zijn aanvraag in te dienen bij |
Art. 4.De werknemer is ertoe gehouden zijn aanvraag in te dienen bij |
| de werkgever ten laatste in de derde maand, voorafgaand aan de | de werkgever ten laatste in de derde maand, voorafgaand aan de |
| aanvangsdatum van het halftijds brugpensioen, schriftelijk in twee | aanvangsdatum van het halftijds brugpensioen, schriftelijk in twee |
| exemplaren, waarvan de werkgever een exemplaar voor ontvangst | exemplaren, waarvan de werkgever een exemplaar voor ontvangst |
| ondertekent. Het antwoord van de werkgever moet schriftelijk binnen | ondertekent. Het antwoord van de werkgever moet schriftelijk binnen |
| een termijn van dertig dagen aan de werknemer worden overhandigd. | een termijn van dertig dagen aan de werknemer worden overhandigd. |
| Aan de arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid wordt vóór de aanvang | Aan de arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid wordt vóór de aanvang |
| van het halftijds brugpensioen een bijlage gevoegd, waarin enerzijds | van het halftijds brugpensioen een bijlage gevoegd, waarin enerzijds |
| de schorsing wegens halftijds brugpensioen voor de helft van de | de schorsing wegens halftijds brugpensioen voor de helft van de |
| prestaties wordt vastgelegd en anderzijds de halftijdse | prestaties wordt vastgelegd en anderzijds de halftijdse |
| arbeidsregeling en het werkrooster wordt vermeld. | arbeidsregeling en het werkrooster wordt vermeld. |
Art. 5.Aan de voorwaarde van voltijdse tewerkstelling is voldaan |
Art. 5.Aan de voorwaarde van voltijdse tewerkstelling is voldaan |
| indien de werknemer tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de | indien de werknemer tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de |
| aanvangsdatum effectief prestaties leverde gedurende minstens | aanvangsdatum effectief prestaties leverde gedurende minstens |
| achtendertig uren per week. Met effectieve prestaties worden | achtendertig uren per week. Met effectieve prestaties worden |
| gelijkgesteld de dagen van wettelijke schorsing van de | gelijkgesteld de dagen van wettelijke schorsing van de |
| arbeidsovereenkomst (ziekte, ongeval, arbeidsongeval, jaarlijkse | arbeidsovereenkomst (ziekte, ongeval, arbeidsongeval, jaarlijkse |
| vakantie, feestdagen, verlof om dwingende redenen,...). | vakantie, feestdagen, verlof om dwingende redenen,...). |
| HOOFDSTUK IV. - Vervanging | HOOFDSTUK IV. - Vervanging |
Art. 6.De werkgever gaat de verbintenis aan de werknemer, die |
Art. 6.De werkgever gaat de verbintenis aan de werknemer, die |
| halftijds brugpensioen neemt, voor de uren dat hij geen prestaties | halftijds brugpensioen neemt, voor de uren dat hij geen prestaties |
| meer levert te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde | meer levert te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde |
| werkloze of daarmee gelijkgestelde, binnen de wettelijk voorziene | werkloze of daarmee gelijkgestelde, binnen de wettelijk voorziene |
| termijnen. | termijnen. |
| Hierbij zal hij dienen rekening te houden met de voorwaarde opgelegd | Hierbij zal hij dienen rekening te houden met de voorwaarde opgelegd |
| door de subsidiereglementering. | door de subsidiereglementering. |
| HOOFDSTUK V. - Uitvoering van de halftijdse prestaties | HOOFDSTUK V. - Uitvoering van de halftijdse prestaties |
Art. 7.De werkgever gaat de verbintenis aan de werknemer die |
Art. 7.De werkgever gaat de verbintenis aan de werknemer die |
| halftijds brugpensioen neemt in zijn functie te blijven tewerkstellen. | halftijds brugpensioen neemt in zijn functie te blijven tewerkstellen. |
| Indien dit om organisatorische redenen onmogelijk is, zal deze | Indien dit om organisatorische redenen onmogelijk is, zal deze |
| werknemer een gelijkwaardige functie, overeenstemmend met zijn | werknemer een gelijkwaardige functie, overeenstemmend met zijn |
| opleiding en/of ervaring, kunnen worden aangeboden. Het baremieke loon | opleiding en/of ervaring, kunnen worden aangeboden. Het baremieke loon |
| voor deze functie moet minstens de helft bedragen van het baremieke | voor deze functie moet minstens de helft bedragen van het baremieke |
| loon dat hij werkelijk genoot in de maand, voorafgaand aan de aanvang | loon dat hij werkelijk genoot in de maand, voorafgaand aan de aanvang |
| van het halftijds brugpensioen. | van het halftijds brugpensioen. |
Art. 8.Aan de arbeidsovereenkomst van de halftijds bruggepensioneerde |
Art. 8.Aan de arbeidsovereenkomst van de halftijds bruggepensioneerde |
| kan geen einde worden gesteld, tenzij om over te stappen op het | kan geen einde worden gesteld, tenzij om over te stappen op het |
| voltijds brugpensioen. | voltijds brugpensioen. |
| Indien om andere redenen niettemin toch een einde wordt gesteld aan de | Indien om andere redenen niettemin toch een einde wordt gesteld aan de |
| arbeidsovereenkomst, zal de werkgever in een voorafgaand gesprek de | arbeidsovereenkomst, zal de werkgever in een voorafgaand gesprek de |
| redenen van dit ontslag meedelen. Bovendien zal in geval van | redenen van dit ontslag meedelen. Bovendien zal in geval van |
| verbreking de opzeggingsvergoeding worden berekend op basis van het | verbreking de opzeggingsvergoeding worden berekend op basis van het |
| loon dat de werknemer zou verdiend hebben indien hij voltijds was | loon dat de werknemer zou verdiend hebben indien hij voltijds was |
| tewerkgesteld geweest. | tewerkgesteld geweest. |
Art. 9.De aanvullende vergoeding bij voltijds brugpensioen zal |
Art. 9.De aanvullende vergoeding bij voltijds brugpensioen zal |
| eveneens berekend worden op een loon voor voltijdse prestaties. | eveneens berekend worden op een loon voor voltijdse prestaties. |
| HOOFDSTUK VI. - Vergoeding en loon | HOOFDSTUK VI. - Vergoeding en loon |
Art. 10.Het loon voor de halftijdse prestaties wordt vastgesteld op |
Art. 10.Het loon voor de halftijdse prestaties wordt vastgesteld op |
| 50 pct. van het laatst verdiende baremieke loon voor een voltijdse | 50 pct. van het laatst verdiende baremieke loon voor een voltijdse |
| prestatie. | prestatie. |
Art. 11.De berekening van de eindejaarspremie gebeurt volgens de |
Art. 11.De berekening van de eindejaarspremie gebeurt volgens de |
| modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 | modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 |
| februari 2006 en bijlagen, gesloten in het Paritair Comité voor de | februari 2006 en bijlagen, gesloten in het Paritair Comité voor de |
| opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, inzake de | opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, inzake de |
| toekenning van een eindejaarstoelage. | toekenning van een eindejaarstoelage. |
Art. 12.Op het ogenblik van de overschakeling van voltijdse |
Art. 12.Op het ogenblik van de overschakeling van voltijdse |
| prestaties naar halftijds brugpensioen wordt het enkel en dubbel | prestaties naar halftijds brugpensioen wordt het enkel en dubbel |
| vakantiegeld met betrekking tot de prestaties die niet meer worden | vakantiegeld met betrekking tot de prestaties die niet meer worden |
| voortgezet, uitbetaald volgens de regels bij uitdiensttreding. | voortgezet, uitbetaald volgens de regels bij uitdiensttreding. |
| HOOFDSTUK VII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII. - Geldigheid |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. | januari 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter verlenging van de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter verlenging van de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 juni 1995, 1 juli 1998, 18 | collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 juni 1995, 1 juli 1998, 18 |
| juni 2001, 21 juni 2004 en 13 juni 2006 betreffende de instelling van | juni 2001, 21 juni 2004 en 13 juni 2006 betreffende de instelling van |
| het stelsel van halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar. | het stelsel van halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei |
| 2008. | 2008. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |