Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 18/06/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van boviene virale diarree "
Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van boviene virale diarree Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van boviene virale diarree
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU EN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU EN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID
VAN DE VOEDSELKETEN VAN DE VOEDSELKETEN
18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van 18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van
boviene virale diarree boviene virale diarree
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 3, artikel Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 3, artikel
6, § 1, artikel 7, artikel 8, eerste lid, 1° en 3°, artikel 9, 1°, 3°, 6, § 1, artikel 7, artikel 8, eerste lid, 1° en 3°, artikel 9, 1°, 3°,
5°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, en 6°, artikel 15, 1° en 5°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, en 6°, artikel 15, 1° en
2°, gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, artikel 17, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, artikel 17, eerste lid,
artikel 18, artikel 18bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 artikel 18, artikel 18bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990
en gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007 en artikel 28; en gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007 en artikel 28;
Gelet op de wet van 28 augustus 1991 betreffende de uitoefening van de Gelet op de wet van 28 augustus 1991 betreffende de uitoefening van de
diergeneeskunde, artikel 5, eerste lid, 1° ; diergeneeskunde, artikel 5, eerste lid, 1° ;
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4,
§ 5, eerste lid en § 6, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2001; § 5, eerste lid en § 6, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het
toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap
voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d); voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van
de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van
de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de
aangifteplicht; aangifteplicht;
Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de
gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten,
gegeven op 6 januari 2014; gegeven op 6 januari 2014;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen, Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen,
gegeven op 20 maart 2014; gegeven op 20 maart 2014;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale
Overheid op 22 april 2014; Overheid op 22 april 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30
januari 2014; januari 2014;
Gelet op het advies 09-2014 van het Wetenschappelijk Comité van het Gelet op het advies 09-2014 van het Wetenschappelijk Comité van het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op
25 april 2014; 25 april 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1
april 2014; april 2014;
Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies nr. 55.988/3 van de Raad van State, gegeven op 14 mei Gelet op advies nr. 55.988/3 van de Raad van State, gegeven op 14 mei
2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling Overwegende het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling
van de identificatie- en registratieregeling voor runderen; van de identificatie- en registratieregeling voor runderen;
Overwegende Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement Overwegende Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement
en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en
registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van
rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG) rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG)
nr. 820/97 van de Raad; nr. 820/97 van de Raad;
Overwegende de Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 Overwegende de Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29
april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het
Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en
bedrijfsregisters. bedrijfsregisters.
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister
van Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, van Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de regels voor de bestrijding van

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de regels voor de bestrijding van

boviene virale diarree bij runderen. boviene virale diarree bij runderen.
Dit besluit is niet van toepassing op runderen in dierentuinen, zoals Dit besluit is niet van toepassing op runderen in dierentuinen, zoals
bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 augustus bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 augustus
1998 betreffende de erkenning van dierentuinen. 1998 betreffende de erkenning van dierentuinen.

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities

van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de
identificatie- en registratieregeling voor runderen. identificatie- en registratieregeling voor runderen.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder : Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder :
1° B.V.D. : boviene virale diarree; 1° B.V.D. : boviene virale diarree;
2° B.V.D.V. : virus dat alle types van B.V.D. veroorzaakt, met 2° B.V.D.V. : virus dat alle types van B.V.D. veroorzaakt, met
inbegrip van « mucosal disease »; inbegrip van « mucosal disease »;
3° biopt-oormerk : primo-identificatiemiddel waarmee tegelijkertijd 3° biopt-oormerk : primo-identificatiemiddel waarmee tegelijkertijd
met het identificeren een weefselmonster van het betreffende rund met het identificeren een weefselmonster van het betreffende rund
wordt genomen; wordt genomen;
4° virologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van het 4° virologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van het
B.V.D.V.; B.V.D.V.;
5° serologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van 5° serologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van
antistoffen tegen het B.V.D.V.; antistoffen tegen het B.V.D.V.;
6° B.V.D. attest : document dat het statuut van een rund met 6° B.V.D. attest : document dat het statuut van een rund met
betrekking tot het B.V.D.V. weergeeft; betrekking tot het B.V.D.V. weergeeft;
7° B.V.D. databank : databank waarin de resultaten van het virologisch 7° B.V.D. databank : databank waarin de resultaten van het virologisch
en serologisch onderzoek worden geregistreerd; en serologisch onderzoek worden geregistreerd;
8° IPI rund : immunotolerant, persistent geïnfecteerd rund met het 8° IPI rund : immunotolerant, persistent geïnfecteerd rund met het
B.V.D.V.; B.V.D.V.;
9° statuut « IPI » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt 9° statuut « IPI » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt
aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, A; aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, A;
10° statuut « IPI verdacht » : statuut toegekend aan een rund dat 10° statuut « IPI verdacht » : statuut toegekend aan een rund dat
beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, B; beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, B;
11° statuut « IPI vrij door onderzoek » : statuut toegekend aan een 11° statuut « IPI vrij door onderzoek » : statuut toegekend aan een
rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, C; rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, C;
12° statuut « IPI vrij door afstamming » : statuut toegekend aan een 12° statuut « IPI vrij door afstamming » : statuut toegekend aan een
rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D; rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D;
13° statuut « B.V.D. onbekend » : statuut toegekend aan een rund dat 13° statuut « B.V.D. onbekend » : statuut toegekend aan een rund dat
beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, E; beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, E;
14° erkend laboratorium : laboratorium dat beantwoordt aan de 14° erkend laboratorium : laboratorium dat beantwoordt aan de
bepalingen van bijlage I; bepalingen van bijlage I;
15° CODA-CERVA : het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en 15° CODA-CERVA : het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en
Agrochemie (CODA)" zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk Agrochemie (CODA)" zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk
besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum van besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum van
Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke
inrichting van de Staat; inrichting van de Staat;
16° koninklijk besluit van 23 maart 2011 : koninklijk besluit van 23 16° koninklijk besluit van 23 maart 2011 : koninklijk besluit van 23
maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en
registratieregeling voor runderen; registratieregeling voor runderen;
17° Fonds : het begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van 17° Fonds : het begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van
de dieren en de dierlijke producten, opgericht bij artikel 3 van de de dieren en de dierlijke producten, opgericht bij artikel 3 van de
wet van 23 maart 1998; wet van 23 maart 1998;
18° koninklijk besluit van 6 december 1978 : koninklijk besluit van 6 18° koninklijk besluit van 6 december 1978 : koninklijk besluit van 6
december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose; december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose;
19° B.V.D. certificaat : een door een bevoegde autoriteit uitgegeven 19° B.V.D. certificaat : een door een bevoegde autoriteit uitgegeven
en gevalideerd document in verband met de B.V.D. gezondheidsstatus van en gevalideerd document in verband met de B.V.D. gezondheidsstatus van
een rund; een rund;
20° moederdier : biologische moederdier; 20° moederdier : biologische moederdier;
21° N.R.L. : Nationaal Referentielaboratorium; 21° N.R.L. : Nationaal Referentielaboratorium;
22° PCR : polymerasekettingreactie; 22° PCR : polymerasekettingreactie;
23° ELISA : Enzyme-Linked Immuno Sorbent Assay; 23° ELISA : Enzyme-Linked Immuno Sorbent Assay;
24° de Dienst : Directoraat-Generaal Dier, Plant en Voeding van de 24° de Dienst : Directoraat-Generaal Dier, Plant en Voeding van de
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.
§ 2. Tenzij anders bepaald door dit besluit, gelden de identificatie- § 2. Tenzij anders bepaald door dit besluit, gelden de identificatie-
en registratieregels voor runderen overeenkomstig : en registratieregels voor runderen overeenkomstig :
1° Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de 1° Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de
Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en
registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van
rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG) rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG)
nr. 820/97 van de Raad; nr. 820/97 van de Raad;
2° Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 2° Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004
tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en
bedrijfsregisters; bedrijfsregisters;
3° het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een 3° het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een
identificatie- en registratieregeling voor runderen. identificatie- en registratieregeling voor runderen.
HOOFDSTUK II. - B.V.D.V. opsporing HOOFDSTUK II. - B.V.D.V. opsporing

Art. 3.Elk nieuwgeboren kalf dient binnen de zeven dagen na de

Art. 3.Elk nieuwgeboren kalf dient binnen de zeven dagen na de

geboorte bemonsterd te worden voor virologisch onderzoek. geboorte bemonsterd te worden voor virologisch onderzoek.
Met het oog hierop kan de veehouder : Met het oog hierop kan de veehouder :
1° een biopt-oormerk gebruiken in toepassing van artikel 7, tweede 1° een biopt-oormerk gebruiken in toepassing van artikel 7, tweede
lid; lid;
of of
2° een beroep doen op zijn bedrijfsdierenarts voor het nemen van een 2° een beroep doen op zijn bedrijfsdierenarts voor het nemen van een
monster met het oog op een virologisch onderzoek. monster met het oog op een virologisch onderzoek.
De bedrijfsdierenarts bemonstert enkel runderen die geïdentificeerd De bedrijfsdierenarts bemonstert enkel runderen die geïdentificeerd
zijn overeenkomstig hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 23 zijn overeenkomstig hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 23
maart 2011. maart 2011.

Art. 4.§ 1. De bedrijfsdierenarts die wordt opgeroepen in toepassing

Art. 4.§ 1. De bedrijfsdierenarts die wordt opgeroepen in toepassing

van de artikelen 4 en 6 van het koninklijk besluit van 6 december 1978 van de artikelen 4 en 6 van het koninklijk besluit van 6 december 1978
maakt van elk moederdier dat verwerpt de foetus over aan een erkend maakt van elk moederdier dat verwerpt de foetus over aan een erkend
laboratorium dat verbonden is aan een vereniging met het oog op een laboratorium dat verbonden is aan een vereniging met het oog op een
virologisch onderzoek. virologisch onderzoek.
Het Agentschap kan andere staalnames opleggen in functie van de Het Agentschap kan andere staalnames opleggen in functie van de
wetenschappelijke ontwikkelingen en toelaten dat ze genomen en wetenschappelijke ontwikkelingen en toelaten dat ze genomen en
opgestuurd worden in plaats van de foetus. opgestuurd worden in plaats van de foetus.
Eveneens dient elk doodgeboren kalf overgemaakt te worden aan een in Eveneens dient elk doodgeboren kalf overgemaakt te worden aan een in
het eerste lid bedoeld laboratorium met het oog op een virologisch het eerste lid bedoeld laboratorium met het oog op een virologisch
onderzoek, behalve in geval reeds een biopt-oormerk werd geplaatst en onderzoek, behalve in geval reeds een biopt-oormerk werd geplaatst en
het monster werd opgestuurd voor analyse. het monster werd opgestuurd voor analyse.
§ 2. Indien het virologisch onderzoek van de foetus of het doodgeboren § 2. Indien het virologisch onderzoek van de foetus of het doodgeboren
kalf bedoeld in paragraaf 1 een positief resultaat oplevert en indien kalf bedoeld in paragraaf 1 een positief resultaat oplevert en indien
het moederdier op het moment van de abortus of doodgeboorte geen het moederdier op het moment van de abortus of doodgeboorte geen
statuut « IPI vrij door onderzoek » of geen « IPI » statuut heeft, statuut « IPI vrij door onderzoek » of geen « IPI » statuut heeft,
krijgt het moederdier het statuut « IPI verdacht » toegekend en wordt krijgt het moederdier het statuut « IPI verdacht » toegekend en wordt
het moederdier onderworpen aan een virologisch onderzoek. het moederdier onderworpen aan een virologisch onderzoek.

Art. 5.§ 1. De vereniging verifieert het B.V.D. statuut van het

Art. 5.§ 1. De vereniging verifieert het B.V.D. statuut van het

moederdier van elk rund dat een statuut « IPI » krijgt toegekend. moederdier van elk rund dat een statuut « IPI » krijgt toegekend.
§ 2. Het moederdier van een rund met een statuut « IPI » krijgt een § 2. Het moederdier van een rund met een statuut « IPI » krijgt een
statuut « IPI verdacht » toegekend, uitgezonderd een moederdier dat statuut « IPI verdacht » toegekend, uitgezonderd een moederdier dat
reeds een statuut « IPI vrij door onderzoek » of een statuut « IPI » reeds een statuut « IPI vrij door onderzoek » of een statuut « IPI »
heeft. heeft.
§ 3. De veehouder dient het rund dat een statuut « IPI- verdacht » § 3. De veehouder dient het rund dat een statuut « IPI- verdacht »
krijgt toegekend, in toepassing van paragraaf 2, binnen de zeven dagen krijgt toegekend, in toepassing van paragraaf 2, binnen de zeven dagen
na de kennisgeving door de vereniging te laten bemonsteren door zijn na de kennisgeving door de vereniging te laten bemonsteren door zijn
bedrijfsdierenarts met het oog op een virologisch onderzoek. bedrijfsdierenarts met het oog op een virologisch onderzoek.

Art. 6.Elk rund dat aan een virologisch onderzoek wordt onderworpen,

Art. 6.Elk rund dat aan een virologisch onderzoek wordt onderworpen,

krijgt op basis van het resultaat van dit virologisch onderzoek en krijgt op basis van het resultaat van dit virologisch onderzoek en
overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V, een B.V.D. statuut overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V, een B.V.D. statuut
toegekend. toegekend.
Indien het moederdier van dergelijk rund het statuut « B.V.D. onbekend Indien het moederdier van dergelijk rund het statuut « B.V.D. onbekend
» heeft, krijgt dit moederdier, overeenkomstig de bepalingen van » heeft, krijgt dit moederdier, overeenkomstig de bepalingen van
hoofdstuk V, een BV.D. statuut toegekend op basis van het resultaat hoofdstuk V, een BV.D. statuut toegekend op basis van het resultaat
van het virologisch onderzoek. van het virologisch onderzoek.
HOOFDSTUK III. - Bemonstering HOOFDSTUK III. - Bemonstering

Art. 7.Voor de toepassing van dit besluit is enkel de

Art. 7.Voor de toepassing van dit besluit is enkel de

bedrijfsdierenarts bevoegd voor het uitvoeren van de bemonstering met bedrijfsdierenarts bevoegd voor het uitvoeren van de bemonstering met
het oog op het virologisch en het serologisch onderzoek. het oog op het virologisch en het serologisch onderzoek.
In afwijking van het eerste lid mag de veehouder naar aanleiding van In afwijking van het eerste lid mag de veehouder naar aanleiding van
de verplichte identificatie van zijn eigen dieren in toepassing van de verplichte identificatie van zijn eigen dieren in toepassing van
hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 een hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 een
weefselmonster afnemen met behulp van een biopt-oormerk met het oog op weefselmonster afnemen met behulp van een biopt-oormerk met het oog op
een virologisch onderzoek. een virologisch onderzoek.

Art. 8.Elk monster dient geïdentificeerd te zijn met het volledige

Art. 8.Elk monster dient geïdentificeerd te zijn met het volledige

identificatienummer van het rund. identificatienummer van het rund.
Indien het een verwerping of doodgeboorte betreft, als bedoeld in Indien het een verwerping of doodgeboorte betreft, als bedoeld in
artikel 4, dient het monster geïdentificeerd te zijn met het volledige artikel 4, dient het monster geïdentificeerd te zijn met het volledige
identificatienummer van het moederdier dat verworpen heeft of met het identificatienummer van het moederdier dat verworpen heeft of met het
moederdier van het doodgeboren kalf. moederdier van het doodgeboren kalf.

Art. 9.De monsternemer is verantwoordelijk voor het overmaken van de

Art. 9.De monsternemer is verantwoordelijk voor het overmaken van de

monsters aan een erkend laboratorium binnen de zeven dagen na de monsters aan een erkend laboratorium binnen de zeven dagen na de
bemonstering. In afwachting van hun verzending dienen de monsters koel bemonstering. In afwachting van hun verzending dienen de monsters koel
en droog bewaard te worden. en droog bewaard te worden.
HOOFDSTUK IV. - Biopt-oormerken HOOFDSTUK IV. - Biopt-oormerken

Art. 10.Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van het koninklijk

Art. 10.Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van het koninklijk

besluit van 23 maart 2011, dient een biopt-oormerk, om erkend te besluit van 23 maart 2011, dient een biopt-oormerk, om erkend te
worden, te beantwoorden aan de bijkomende voorwaarden, overeenkomstig worden, te beantwoorden aan de bijkomende voorwaarden, overeenkomstig
bijlage II van onderhavig besluit. bijlage II van onderhavig besluit.

Art. 11.In aanvulling op artikel 15 van het koninklijk besluit van 23

Art. 11.In aanvulling op artikel 15 van het koninklijk besluit van 23

maart 2011 en alvorens gestart kan worden met de verdeling van een maart 2011 en alvorens gestart kan worden met de verdeling van een
erkend biopt-oormerk aan veehouders, dient de leverancier aan het erkend biopt-oormerk aan veehouders, dient de leverancier aan het
Agentschap een lijst over te maken met de erkende laboratoria die het Agentschap een lijst over te maken met de erkende laboratoria die het
monster van zijn biopt-oormerk aanvaarden voor verwerking en voor monster van zijn biopt-oormerk aanvaarden voor verwerking en voor
virologisch onderzoek. virologisch onderzoek.
De in het eerste lid bedoelde lijst moet vergezeld gaan van een kopie De in het eerste lid bedoelde lijst moet vergezeld gaan van een kopie
van de geschreven overeenkomst tussen de leverancier en één of van de geschreven overeenkomst tussen de leverancier en één of
meerdere erkend(e) laboratorium/laboratoria waarin de verwerking en meerdere erkend(e) laboratorium/laboratoria waarin de verwerking en
het virologisch onderzoek worden gegarandeerd. het virologisch onderzoek worden gegarandeerd.
Het Agentschap maakt deze lijst over aan de verenigingen en houdt hen Het Agentschap maakt deze lijst over aan de verenigingen en houdt hen
op de hoogte van elke wijziging. op de hoogte van elke wijziging.
HOOFDSTUK V. - Modaliteiten voor de kwalificatie van runderen HOOFDSTUK V. - Modaliteiten voor de kwalificatie van runderen

Art. 12.§ 1. Elk in Sanitel geregistreerd levend rund krijgt op datum

Art. 12.§ 1. Elk in Sanitel geregistreerd levend rund krijgt op datum

van het in werking treden van dit besluit het statuut `B.V.D. van het in werking treden van dit besluit het statuut `B.V.D.
onbekend' toegekend overeenkomstig bijlage III, E. onbekend' toegekend overeenkomstig bijlage III, E.
§ 2. Vanaf de datum van het in voege treden van dit besluit krijgt elk § 2. Vanaf de datum van het in voege treden van dit besluit krijgt elk
rund : rund :
1° het statuut « IPI », wanneer dit rund beantwoordt aan de bepalingen 1° het statuut « IPI », wanneer dit rund beantwoordt aan de bepalingen
van bijlage III, A; van bijlage III, A;
2° het statuut « IPI verdacht », wanneer dit rund beantwoordt aan de 2° het statuut « IPI verdacht », wanneer dit rund beantwoordt aan de
bepalingen van bijlage III, B; bepalingen van bijlage III, B;
3° het statuut « IPI vrij door onderzoek », wanneer dit rund 3° het statuut « IPI vrij door onderzoek », wanneer dit rund
beantwoordt aan de bepalingen van bijlage III, C; beantwoordt aan de bepalingen van bijlage III, C;
4° het statuut « IPI vrij door afstamming », wanneer dit rund 4° het statuut « IPI vrij door afstamming », wanneer dit rund
beantwoordt aan de bepalingen van bijlage III, D; beantwoordt aan de bepalingen van bijlage III, D;
5° het statuut « B.V.D. onbekend » wanneer dit rund beantwoordt aan de 5° het statuut « B.V.D. onbekend » wanneer dit rund beantwoordt aan de
bepalingen van bijlage III, E. bepalingen van bijlage III, E.

Art. 13.In afwijking van artikel 22, § 1, kunnen de resultaten van de

Art. 13.In afwijking van artikel 22, § 1, kunnen de resultaten van de

virologische onderzoeken die uitgevoerd werden vóór het in voege virologische onderzoeken die uitgevoerd werden vóór het in voege
treden van onderhavig besluit gebruikt worden voor de kwalificatie van treden van onderhavig besluit gebruikt worden voor de kwalificatie van
een rund voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan : een rund voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de monstername werd uitgevoerd door een erkende dierenarts of door 1° de monstername werd uitgevoerd door een erkende dierenarts of door
de veehouder in geval de monstername werd uitgevoerd met behulp van de veehouder in geval de monstername werd uitgevoerd met behulp van
een biopt-oormerk; een biopt-oormerk;
2° het monster werd geïdentificeerd met het volledige 2° het monster werd geïdentificeerd met het volledige
identificatienummer van het rund; identificatienummer van het rund;
3° de analyse werd uitgevoerd conform de methoden bepaald in artikel 3° de analyse werd uitgevoerd conform de methoden bepaald in artikel
21, 1°. 21, 1°.

Art. 14.§ 1. Op elk identificatiedocument afgeleverd bij de geboorte

Art. 14.§ 1. Op elk identificatiedocument afgeleverd bij de geboorte

of bij herdruk wordt het B.V.D. statuut van het rund vermeld. of bij herdruk wordt het B.V.D. statuut van het rund vermeld.
Voor runderen die het statuut « IPI » of het statuut « IPI verdacht » Voor runderen die het statuut « IPI » of het statuut « IPI verdacht »
toegekend krijgen wordt het identificatiedocument afgeleverd met de toegekend krijgen wordt het identificatiedocument afgeleverd met de
vermelding statuut « IPI » of statuut « IPI verdacht ». vermelding statuut « IPI » of statuut « IPI verdacht ».
§ 2. Voor elk rund geboren na het in werking treden van het besluit § 2. Voor elk rund geboren na het in werking treden van het besluit
wordt het identificatiedocument niet eerder afgedrukt dan wanneer het wordt het identificatiedocument niet eerder afgedrukt dan wanneer het
resultaat van het virologisch onderzoek gekend is. resultaat van het virologisch onderzoek gekend is.
§ 3. In afwijking op paragraaf 2 en indien dertig dagen na de § 3. In afwijking op paragraaf 2 en indien dertig dagen na de
geboortemelding nog geen resultaat van een virologisch onderzoek werd geboortemelding nog geen resultaat van een virologisch onderzoek werd
geregistreerd in de B.V.D. databank, wordt aan het rund het statuut « geregistreerd in de B.V.D. databank, wordt aan het rund het statuut «
IPI verdacht » toegekend en wordt het identificatiedocument afgeleverd IPI verdacht » toegekend en wordt het identificatiedocument afgeleverd
zoals bepaald in paragraaf 1, behalve indien wordt aangetoond dat de zoals bepaald in paragraaf 1, behalve indien wordt aangetoond dat de
veehouder niet verantwoordelijk is voor deze vetraging. veehouder niet verantwoordelijk is voor deze vetraging.
§ 4. Voor elk rund met een statuut « IPI vrij door onderzoek » of « § 4. Voor elk rund met een statuut « IPI vrij door onderzoek » of «
IPI vrij door afstamming » waarvan het statuut nog niet vermeld staat IPI vrij door afstamming » waarvan het statuut nog niet vermeld staat
op het identificatiedocument, kan de veehouder : op het identificatiedocument, kan de veehouder :
hetzij een herdruk van het bestaande identificatiedocument vragen, hetzij een herdruk van het bestaande identificatiedocument vragen,
mits inlevering van het bestaande document; mits inlevering van het bestaande document;
hetzij een B.V.D. attest vragen bij de vereniging, rechtsreeks of via hetzij een B.V.D. attest vragen bij de vereniging, rechtsreeks of via
zijn bedrijfsdierenarts. zijn bedrijfsdierenarts.
HOOFDSTUK VI. - Maatregelen van toepassing op een IPI rund en op een « HOOFDSTUK VI. - Maatregelen van toepassing op een IPI rund en op een «
IPI verdacht » rund IPI verdacht » rund

Art. 15.De veehouder dient het identificatiedocument van elk rund

Art. 15.De veehouder dient het identificatiedocument van elk rund

waaraan een statuut « IPI » wordt toegekend, binnen de vijftien dagen waaraan een statuut « IPI » wordt toegekend, binnen de vijftien dagen
na de kennisgeving van dit statuut door de vereniging over te maken na de kennisgeving van dit statuut door de vereniging over te maken
aan de vereniging, tenzij een tegenonderzoek wordt uitgevoerd of aan de vereniging, tenzij een tegenonderzoek wordt uitgevoerd of
tenzij het dier rechtsreeks wordt afgevoerd naar het slachthuis of tenzij het dier rechtsreeks wordt afgevoerd naar het slachthuis of
geëuthanaseerd wordt binnen deze termijn. De vereniging drukt een geëuthanaseerd wordt binnen deze termijn. De vereniging drukt een
nieuw identificatiedocument af zoals bepaald in artikel 14, § 1. nieuw identificatiedocument af zoals bepaald in artikel 14, § 1.

Art. 16.Op elk rund met een statuut « IPI » zijn de volgende

Art. 16.Op elk rund met een statuut « IPI » zijn de volgende

maatregelen van toepassing : maatregelen van toepassing :
1° de veehouder dient het rund op zijn bedrijf in afzondering op te 1° de veehouder dient het rund op zijn bedrijf in afzondering op te
stallen zodat geen direct contact mogelijk is met andere runderen van stallen zodat geen direct contact mogelijk is met andere runderen van
het beslag, behalve met runderen met het statuut « IPI »; het beslag, behalve met runderen met het statuut « IPI »;
2° het is verboden het rund op de weide te plaatsen, te verhandelen en 2° het is verboden het rund op de weide te plaatsen, te verhandelen en
te laten deelnemen aan eender welke verzameling van dieren; te laten deelnemen aan eender welke verzameling van dieren;
3° in afwijking op 2°, is enkel de rechtstreekse afvoer van het rund 3° in afwijking op 2°, is enkel de rechtstreekse afvoer van het rund
toegelaten, hetzij : toegelaten, hetzij :
a) naar het slachthuis om er onmiddellijk te worden geslacht; a) naar het slachthuis om er onmiddellijk te worden geslacht;
b) naar het bedrijf van herkomst binnen de dertig dagen na de aankoop. b) naar het bedrijf van herkomst binnen de dertig dagen na de aankoop.

Art. 17.Voor een rund met een statuut « IPI verdacht » zijn de

Art. 17.Voor een rund met een statuut « IPI verdacht » zijn de

volgende maatregelen van toepassing : volgende maatregelen van toepassing :
1° het is verboden het rund te verhandelen, en te laten deelnemen aan 1° het is verboden het rund te verhandelen, en te laten deelnemen aan
eender welke verzameling van dieren; eender welke verzameling van dieren;
2° in afwijking op 1°, is het toegelaten om het rund rechtstreeks af 2° in afwijking op 1°, is het toegelaten om het rund rechtstreeks af
te voeren naar het slachthuis om er onmiddellijk te worden geslacht. te voeren naar het slachthuis om er onmiddellijk te worden geslacht.

Art. 18.De vereniging brengt de betrokken veehouder en de

Art. 18.De vereniging brengt de betrokken veehouder en de

bedrijfsdierenarts op de hoogte van elk rund waaraan een statuut « IPI bedrijfsdierenarts op de hoogte van elk rund waaraan een statuut « IPI
» wordt toegekend. » wordt toegekend.
De vereniging traceert al de nakomelingen en kent hen een « IPI » De vereniging traceert al de nakomelingen en kent hen een « IPI »
statuut toe. Bovendien traceert ze de bedrijven waar deze dieren statuut toe. Bovendien traceert ze de bedrijven waar deze dieren
verbleven hebben, informeert de betrokken veehouders en hun verbleven hebben, informeert de betrokken veehouders en hun
bedrijfsdierenartsen hierover en formuleert aanbevelingen over de bedrijfsdierenartsen hierover en formuleert aanbevelingen over de
opvolging van deze runderen. opvolging van deze runderen.
HOOFDSTUK VII. - Voorwaarden betreffende de handel en het verzamelen HOOFDSTUK VII. - Voorwaarden betreffende de handel en het verzamelen
van runderen van runderen

Art. 19.§ 1. Alleen runderen met een statuut « IPI vrij door

Art. 19.§ 1. Alleen runderen met een statuut « IPI vrij door

onderzoek » of « IPI vrij door afstamming » mogen verhandeld worden onderzoek » of « IPI vrij door afstamming » mogen verhandeld worden
van en naar beslagen gelegen op Belgisch grondgebied. van en naar beslagen gelegen op Belgisch grondgebied.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, is het toevoegen van een rund met § 2. In afwijking van paragraaf 1, is het toevoegen van een rund met
een statuut « B.V.D. onbekend » aan een beslag in het kader van het een statuut « B.V.D. onbekend » aan een beslag in het kader van het
handelsverkeer of na invoer, toegelaten mits aan de volgende handelsverkeer of na invoer, toegelaten mits aan de volgende
voorwaarden is voldaan : voorwaarden is voldaan :
1° het toegevoegde rund wordt rechtstreeks ondergebracht in een 1° het toegevoegde rund wordt rechtstreeks ondergebracht in een
quarantainestal met het oog op het uitvoeren van een virologisch quarantainestal met het oog op het uitvoeren van een virologisch
onderzoek; onderzoek;
2° in afwachting van het resultaat mag het rund de quarantainestal 2° in afwachting van het resultaat mag het rund de quarantainestal
niet verlaten noch in direct of indirect contact komen met andere niet verlaten noch in direct of indirect contact komen met andere
runderen; runderen;
3° alleen een rund met een statuut ` IPI vrij door onderzoek' mag de 3° alleen een rund met een statuut ` IPI vrij door onderzoek' mag de
quarantainestal verlaten om binnengebracht te worden in het beslag. quarantainestal verlaten om binnengebracht te worden in het beslag.
§ 3. De voorwaarden in paragraaf 2 zijn niet van toepassing voor een § 3. De voorwaarden in paragraaf 2 zijn niet van toepassing voor een
rund dat een virologisch onderzoek onderging in het land van herkomst rund dat een virologisch onderzoek onderging in het land van herkomst
voor zover dit virologisch onderzoek voldoet aan de voorwaarden voor zover dit virologisch onderzoek voldoet aan de voorwaarden
beschreven in punt C, 3, van bijlage III. beschreven in punt C, 3, van bijlage III.

Art. 20.Alleen runderen met een statuut « IPI vrij door onderzoek »

Art. 20.Alleen runderen met een statuut « IPI vrij door onderzoek »

mogen deelnemen aan niet commerciële verzamelingen. mogen deelnemen aan niet commerciële verzamelingen.
HOOFDSTUK VIII. - Diagnostiek HOOFDSTUK VIII. - Diagnostiek

Art. 21.Het CODA-CERVA is het Nationaal Referentielaboratorium voor

Art. 21.Het CODA-CERVA is het Nationaal Referentielaboratorium voor

het B.V.D.V.. het B.V.D.V..
In deze hoedanigheid, In deze hoedanigheid,
1° bepaalt zij de lijst met methoden en reagentia welke erkend zijn in 1° bepaalt zij de lijst met methoden en reagentia welke erkend zijn in
het kader van dit besluit en voor elk reagens, bepaalt ze het doel van het kader van dit besluit en voor elk reagens, bepaalt ze het doel van
het onderzoek, het of de monstertype(s) evenals in voorkomend geval, het onderzoek, het of de monstertype(s) evenals in voorkomend geval,
de leeftijdscategorie(ën) waarbij het reagens kan gebruikt worden en de leeftijdscategorie(ën) waarbij het reagens kan gebruikt worden en
het maximum aantal stalen waaruit een pool kan bestaan. Het Agentschap het maximum aantal stalen waaruit een pool kan bestaan. Het Agentschap
publiceert deze lijst op zijn website en houdt de erkende laboratoria publiceert deze lijst op zijn website en houdt de erkende laboratoria
op de hoogte van elke wijziging; op de hoogte van elke wijziging;
2° controleert zij de kwaliteit van de loten van ELISA reagentia vóór 2° controleert zij de kwaliteit van de loten van ELISA reagentia vóór
hun gebruik door de erkende laboratoria; hun gebruik door de erkende laboratoria;
3° organiseert zij voor deze methoden technische interlaboratorium 3° organiseert zij voor deze methoden technische interlaboratorium
bekwaamheidstesten waarbij de resultaten bekomen door de erkende bekwaamheidstesten waarbij de resultaten bekomen door de erkende
laboratoria op identieke monsters vergeleken worden met een laboratoria op identieke monsters vergeleken worden met een
referentiewaarde; referentiewaarde;
4° voert zij bevestigingstesten uit. 4° voert zij bevestigingstesten uit.

Art. 22.§ 1. Enkel de resultaten van de onderzoeken van stalen

Art. 22.§ 1. Enkel de resultaten van de onderzoeken van stalen

genomen in toepassing van artikel 7, uitgevoerd in een erkend genomen in toepassing van artikel 7, uitgevoerd in een erkend
laboratorium en met de onderzoeken zoals voorzien in artikel 21 worden laboratorium en met de onderzoeken zoals voorzien in artikel 21 worden
in aanmerking genomen voor de toepassing van de bepalingen van in aanmerking genomen voor de toepassing van de bepalingen van
onderhavig besluit. onderhavig besluit.
§ 2. Elk laboratorium, dierenarts of veehouder dient een positief § 2. Elk laboratorium, dierenarts of veehouder dient een positief
resultaat naar aanleiding van een virologisch onderzoek uitgevoerd resultaat naar aanleiding van een virologisch onderzoek uitgevoerd
buiten het kader van paragraaf 1 onverwijld te melden aan het buiten het kader van paragraaf 1 onverwijld te melden aan het
Agentschap. Agentschap.
§ 3. Elk erkend laboratorium is verplicht het gevalideerd resultaat § 3. Elk erkend laboratorium is verplicht het gevalideerd resultaat
van het onderzoek op B.V.D.V. op elektronische wijze en overeenkomstig van het onderzoek op B.V.D.V. op elektronische wijze en overeenkomstig
de instructies van de vereniging over te maken aan de B.V.D.-databank de instructies van de vereniging over te maken aan de B.V.D.-databank
tegelijkertijd met de melding aan de veehouder en aan de tegelijkertijd met de melding aan de veehouder en aan de
bedrijfsdierenarts. bedrijfsdierenarts.

Art. 23.De verenigingen dienen een B.V.D.-databank te ontwikkelen en

Art. 23.De verenigingen dienen een B.V.D.-databank te ontwikkelen en

te onderhouden. te onderhouden.
De vereniging kent het B.V.D. statuut toe, actualiseert en registreert De vereniging kent het B.V.D. statuut toe, actualiseert en registreert
dit statuut in Sanitel op basis van : dit statuut in Sanitel op basis van :
1° de bepalingen van onderhavig besluit; 1° de bepalingen van onderhavig besluit;
2° de afstammingsgegevens opgeslagen in Sanitel; 2° de afstammingsgegevens opgeslagen in Sanitel;
3° de gegevens van B.V.D. certificaten. 3° de gegevens van B.V.D. certificaten.

Art. 24.In geval van tegenstrijdige resultaten bij opeenvolgende

Art. 24.In geval van tegenstrijdige resultaten bij opeenvolgende

virologische onderzoeken bij eenzelfde rund, voert de vereniging een virologische onderzoeken bij eenzelfde rund, voert de vereniging een
genetisch identificatieprofiel uit op de betreffende monsters genetisch identificatieprofiel uit op de betreffende monsters
vooraleer een B.V.D. statuut toe te kennen aan het betreffende rund. vooraleer een B.V.D. statuut toe te kennen aan het betreffende rund.
In geval de genetische identificatieprofielen een discordantie In geval de genetische identificatieprofielen een discordantie
vertonen, worden de resultaten overgemaakt aan het Agentschap en zijn vertonen, worden de resultaten overgemaakt aan het Agentschap en zijn
de kosten van het onderzoek ten laste van de betrokken veehouder. In de kosten van het onderzoek ten laste van de betrokken veehouder. In
deze gevallen wordt het resultaat van het laatste onderzoek niet deze gevallen wordt het resultaat van het laatste onderzoek niet
weerhouden. weerhouden.
HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen

Art. 25.De vereniging verzekert via een website een permanente

Art. 25.De vereniging verzekert via een website een permanente

toegang aan de erkende laboratoria, aan de dierenartsen, aan de toegang aan de erkende laboratoria, aan de dierenartsen, aan de
veehouders, aan de handelaars in runderen en verzamelcentra voor veehouders, aan de handelaars in runderen en verzamelcentra voor
runderen voor het raadplegen van het B.V.D. statuut van elk rund. runderen voor het raadplegen van het B.V.D. statuut van elk rund.

Art. 26.§ 1. Alle (her)bemonsteringen en analyses in uitvoering van

Art. 26.§ 1. Alle (her)bemonsteringen en analyses in uitvoering van

dit besluit zijn ten laste van de veehouder en/of het Fonds volgens de dit besluit zijn ten laste van de veehouder en/of het Fonds volgens de
modaliteiten bepaald door de Minister van Volksgezondheid en de modaliteiten bepaald door de Minister van Volksgezondheid en de
Minister van Landbouw, na advies van de Raad van het Fonds en binnen Minister van Landbouw, na advies van de Raad van het Fonds en binnen
de beschikbare begrotingskredieten. de beschikbare begrotingskredieten.
§ 2. In afwijking op paragraaf 1, zijn de kosten voor het uitvoeren § 2. In afwijking op paragraaf 1, zijn de kosten voor het uitvoeren
van een genetisch identificatieprofiel zoals bedoeld in artikel 24 ten van een genetisch identificatieprofiel zoals bedoeld in artikel 24 ten
laste van het Fonds behalve in het geval deze profielen een laste van het Fonds behalve in het geval deze profielen een
discordantie vertonen. discordantie vertonen.

Art. 27.§ 1. De bemonsteringen en de analyses uitgevoerd in het kader

Art. 27.§ 1. De bemonsteringen en de analyses uitgevoerd in het kader

van een serologische of virologische screening in opdracht van het van een serologische of virologische screening in opdracht van het
Agentschap en na advies van de Raad van het Fonds, ten laste van het Agentschap en na advies van de Raad van het Fonds, ten laste van het
Fonds. Fonds.
§ 2. De modaliteiten betreffende de monsternames en het aantal te § 2. De modaliteiten betreffende de monsternames en het aantal te
bemonsteren bedrijven voor de serologische en virologische screening bemonsteren bedrijven voor de serologische en virologische screening
bedoeld in paragraaf 1 worden bepaald door het Agentschap. bedoeld in paragraaf 1 worden bepaald door het Agentschap.
§ 3. Voor de screenings bedoeld in paragraaf 1, wordt een vacatie § 3. Voor de screenings bedoeld in paragraaf 1, wordt een vacatie
toegekend aan de bedrijfsdierenarts per uitgevoerd bezoek en per toegekend aan de bedrijfsdierenarts per uitgevoerd bezoek en per
afgenomen staal op voorwaarde dat de bemonstering, de identificatie afgenomen staal op voorwaarde dat de bemonstering, de identificatie
van de monsters en het overmaken ervan aan het laboratorium werden van de monsters en het overmaken ervan aan het laboratorium werden
uitgevoerd volgens de onderrichtingen van het Agentschap. uitgevoerd volgens de onderrichtingen van het Agentschap.
Onverminderd artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 november 2009 Onverminderd artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 november 2009
betreffende de erkenning van de dierenartsen, wordt het bedrag van betreffende de erkenning van de dierenartsen, wordt het bedrag van
deze vacatie bepaald door de Minister van Volksgezondheid en de deze vacatie bepaald door de Minister van Volksgezondheid en de
Minister van Landbouw. Minister van Landbouw.
§ 4. Er wordt een vergoeding toegekend aan de erkende laboratoria voor § 4. Er wordt een vergoeding toegekend aan de erkende laboratoria voor
de analyses uitgevoerd in toepassing van paragraaf 1. Het bedrag van de analyses uitgevoerd in toepassing van paragraaf 1. Het bedrag van
deze vergoeding wordt bepaald door de Minister van Volksgezondheid en deze vergoeding wordt bepaald door de Minister van Volksgezondheid en
de Minister van Landbouw. de Minister van Landbouw.
§ 5. De vergoedingen bedoeld in de paragrafen 3 en 4 worden door de § 5. De vergoedingen bedoeld in de paragrafen 3 en 4 worden door de
Dienst jaarlijks aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand Dienst jaarlijks aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand
juli mits voorafgaand gunstig advies van de Raad van het Fonds. juli mits voorafgaand gunstig advies van de Raad van het Fonds.

Art. 28.§ 1. De kosten voor de ontwikkeling en het onderhoud van de

Art. 28.§ 1. De kosten voor de ontwikkeling en het onderhoud van de

B.V.D. databank, de aanpassingen aan Sanitel in functie van het B.V.D. databank, de aanpassingen aan Sanitel in functie van het
B.V.D.-programma en de applicatie voor het elektronisch ontvangen van B.V.D.-programma en de applicatie voor het elektronisch ontvangen van
de resultaten van het virologisch en serologisch onderzoek zijn ten de resultaten van het virologisch en serologisch onderzoek zijn ten
laste van het Fonds. laste van het Fonds.
§ 2. Het bedrag van de kosten voor het onderhoud van de B.V.D. § 2. Het bedrag van de kosten voor het onderhoud van de B.V.D.
databank wordt jaarlijks aangepast aan het gezondheidsindexcijfer. databank wordt jaarlijks aangepast aan het gezondheidsindexcijfer.

Art. 29.De Minister van Landbouw kan de bijlagen van dit besluit

Art. 29.De Minister van Landbouw kan de bijlagen van dit besluit

wijzigen. wijzigen.
HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 30.Voor de runderen geboren vóór het in werking treden van

Art. 30.Voor de runderen geboren vóór het in werking treden van

onderhavig besluit treden de voorwaarden voorzien in artikel 19, de §§ onderhavig besluit treden de voorwaarden voorzien in artikel 19, de §§
1 en 2 in werking 24 maanden na het in voege treden van onderhavig 1 en 2 in werking 24 maanden na het in voege treden van onderhavig
besluit. besluit.

Art. 31.Het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van

Art. 31.Het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van

de dierenziekten die vallen onder toepassing van hoofdstuk III van de de dierenziekten die vallen onder toepassing van hoofdstuk III van de
dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de
aangifteplicht, wordt gewijzigd als volgt : aangifteplicht, wordt gewijzigd als volgt :
1° een artikel 6/1 wordt ingevoegd, luidende : 1° een artikel 6/1 wordt ingevoegd, luidende :
« In afwijking van artikel 2, § 3, geldt de aangifteplicht wat betreft « In afwijking van artikel 2, § 3, geldt de aangifteplicht wat betreft
boviene virale diarree boviene virale diarree
- noch voor de veehouder en noch voor de bedrijfsdierenarts; - noch voor de veehouder en noch voor de bedrijfsdierenarts;
- voor de verantwoordelijken van een laboratorium overeenkomstig - voor de verantwoordelijken van een laboratorium overeenkomstig
artikel 22, § 3, van het koninklijk besluit van 18 juni 2014 artikel 22, § 3, van het koninklijk besluit van 18 juni 2014
betreffende de bestrijding van boviene virale diarree. »; betreffende de bestrijding van boviene virale diarree. »;
2° bijlage 1, 5° wordt aangevuld met de volgende bepaling, luidende : 2° bijlage 1, 5° wordt aangevuld met de volgende bepaling, luidende :
« - boviene virale diarree. ». « - boviene virale diarree. ».

Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Art. 33.De minister bevoegd voor de volksgezondheid en de minister

Art. 33.De minister bevoegd voor de volksgezondheid en de minister

bevoegd voor de veiligheid van de voedselketen zijn, ieder wat hem bevoegd voor de veiligheid van de voedselketen zijn, ieder wat hem
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 juni 2014. Brussel, 18 juni 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw, De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
Bijlage 1 Bijlage 1
Erkenningsvoorwaarden voor laboratoria in het kader van de B.V.D.V. Erkenningsvoorwaarden voor laboratoria in het kader van de B.V.D.V.
bestrijding bestrijding
Om erkend te worden overeenkomstig de bepalingen in het koninklijk Om erkend te worden overeenkomstig de bepalingen in het koninklijk
besluit van 3 augustus 2012 betreffende de erkenning van de besluit van 3 augustus 2012 betreffende de erkenning van de
laboratoria die analyses uitvoeren in verband met de veiligheid van de laboratoria die analyses uitvoeren in verband met de veiligheid van de
voedselketen dienen de laboratoria te voldoen aan onderstaande voedselketen dienen de laboratoria te voldoen aan onderstaande
criteria : criteria :
1° een lijst voorleggen aan het Agentschap van erkende biopt-oormerken 1° een lijst voorleggen aan het Agentschap van erkende biopt-oormerken
die zij kunnen ontvangen voor verwerking met het oog op een die zij kunnen ontvangen voor verwerking met het oog op een
virologisch onderzoek; virologisch onderzoek;
2° geaccrediteerd zijn voor minimaal één van de methodes bedoeld in 2° geaccrediteerd zijn voor minimaal één van de methodes bedoeld in
artikel 21, tweede lid, 1°, in toepassing van het Wetboek van artikel 21, tweede lid, 1°, in toepassing van het Wetboek van
economisch recht, boek VIII, titel 2; economisch recht, boek VIII, titel 2;
3° op eigen kosten deelnemen en voldoen aan de interlaboratoriumtesten 3° op eigen kosten deelnemen en voldoen aan de interlaboratoriumtesten
georganiseerd door het N.R.L.; georganiseerd door het N.R.L.;
4° alleen gebruik maken van PCR-testkits of ELISA-loten die 4° alleen gebruik maken van PCR-testkits of ELISA-loten die
voorafgaand werden gevalideerd door het N.R.L.; voorafgaand werden gevalideerd door het N.R.L.;
5° de niet negatieve monsters en de stalen voor bevestigingsonderzoek 5° de niet negatieve monsters en de stalen voor bevestigingsonderzoek
zoals voorzien in bijlage III, C, 2, gedurende minstens 60 dagen zoals voorzien in bijlage III, C, 2, gedurende minstens 60 dagen
bewaren; bewaren;
6° alle resultaten van de analyses binnen de 7 werkdagen na ontvangst 6° alle resultaten van de analyses binnen de 7 werkdagen na ontvangst
van het monster via elektronische weg over maken aan de B.V.D. van het monster via elektronische weg over maken aan de B.V.D.
databank. databank.
De erkende laboratoria staan vermeld op de lijst die beschikbaar is op De erkende laboratoria staan vermeld op de lijst die beschikbaar is op
de website van het FAVV : de website van het FAVV :
http://www.favv-afsca.fgov.be/laboratoria/erkendelaboratoria/algemeenheden/lijst.asp http://www.favv-afsca.fgov.be/laboratoria/erkendelaboratoria/algemeenheden/lijst.asp
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014 Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014
betreffende de bestrijding van boviene virale diarree. betreffende de bestrijding van boviene virale diarree.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw, De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
Bijlage 2 Bijlage 2
Erkenningsvoorwaarden voor biopt-oormerken Erkenningsvoorwaarden voor biopt-oormerken
Om te worden erkend dienen biopt-oormerken aan de volgende bijkomende Om te worden erkend dienen biopt-oormerken aan de volgende bijkomende
voorwaarden te voldoen : voorwaarden te voldoen :
a. een biopt-oormerk dient voorzien te zijn van een tube die fungeert a. een biopt-oormerk dient voorzien te zijn van een tube die fungeert
als reservoir voor het weefselmonster dat wordt afgenomen op het als reservoir voor het weefselmonster dat wordt afgenomen op het
moment van het plaatsen van het oormerk; moment van het plaatsen van het oormerk;
b. deze tube moet op een ondubbelzinnige wijze gelinkt zijn aan het b. deze tube moet op een ondubbelzinnige wijze gelinkt zijn aan het
oormerk zodat verwarring of verwisseling met een ander oormerk oormerk zodat verwarring of verwisseling met een ander oormerk
uitgesloten is; uitgesloten is;
c. deze tube dient geïdentificeerd te zijn met hetzelfde nummer als c. deze tube dient geïdentificeerd te zijn met hetzelfde nummer als
deze op het oormerk onder de vorm van een barcode en onder leesbare deze op het oormerk onder de vorm van een barcode en onder leesbare
vorm; vorm;
d. deze tube dient, in een enkele beweging, tijdens het plaatsen van d. deze tube dient, in een enkele beweging, tijdens het plaatsen van
het oormerk het oormerk
i. gevuld te worden; i. gevuld te worden;
ii. en, afgesloten te worden; ii. en, afgesloten te worden;
e. de afsluiting van de tube dient te gebeuren op een zodanige wijze e. de afsluiting van de tube dient te gebeuren op een zodanige wijze
dat elke poging tot opening zichtbaar is en dat de tube niet dat elke poging tot opening zichtbaar is en dat de tube niet
hergebruikt kan worden. hergebruikt kan worden.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014 Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014
betreffende de bestrijding van boviene virale diarree. betreffende de bestrijding van boviene virale diarree.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw, De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
Bijlage 3 Bijlage 3
Kwalificatie van runderen Kwalificatie van runderen
A. Het B.V.D. statuut « IPI » wordt toegekend aan een rund : A. Het B.V.D. statuut « IPI » wordt toegekend aan een rund :
1° waarvoor een positief resultaat wordt bekomen voor één van de 1° waarvoor een positief resultaat wordt bekomen voor één van de
virologische onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° virologische onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1°
en 2° ; en 2° ;
2° waarvan het moederdier werd geïdentificeerd als « IPI »; 2° waarvan het moederdier werd geïdentificeerd als « IPI »;
3° waarvoor een positief resultaat werd bekomen bij het virologische 3° waarvoor een positief resultaat werd bekomen bij het virologische
onderzoek bedoeld in artikel 13. onderzoek bedoeld in artikel 13.
B. Het B.V.D. statuut « IPI verdacht » wordt toegekend aan : B. Het B.V.D. statuut « IPI verdacht » wordt toegekend aan :
1° een rund waarvan het virologisch onderzoek van de foetus of een 1° een rund waarvan het virologisch onderzoek van de foetus of een
doodgeboren kalf een positief resultaat geeft overeenkomstig artikel doodgeboren kalf een positief resultaat geeft overeenkomstig artikel
4, § 1; 4, § 1;
2° een vrouwelijk rund waarvan een nakomeling het statuut « IPI » 2° een vrouwelijk rund waarvan een nakomeling het statuut « IPI »
krijgt toegekend en in afwachting van het resultaat van een krijgt toegekend en in afwachting van het resultaat van een
virologisch onderzoek op dit rund overeenkomstig artikel 5; virologisch onderzoek op dit rund overeenkomstig artikel 5;
3° elk kalf geboren na het in voege treden van onderhavig besluit en 3° elk kalf geboren na het in voege treden van onderhavig besluit en
waarvoor geen resultaat van het virologisch onderzoek werd waarvoor geen resultaat van het virologisch onderzoek werd
geregistreerd in de B.V.D. databank binnen de 30 dagen na de geregistreerd in de B.V.D. databank binnen de 30 dagen na de
geboortemelding en in afwachting van de resultaten van het virologisch geboortemelding en in afwachting van de resultaten van het virologisch
onderzoek; onderzoek;
4° elk rund waarvan het resultaat van het virologisch onderzoek een 4° elk rund waarvan het resultaat van het virologisch onderzoek een
niet - interpreteerbaar resultaat oplevert en in afwachting van een niet - interpreteerbaar resultaat oplevert en in afwachting van een
onderzoek als bedoeld onder punt C, 2, i.; onderzoek als bedoeld onder punt C, 2, i.;
5° een rund waarvoor een positief resultaat wordt gemeld in uitvoering 5° een rund waarvoor een positief resultaat wordt gemeld in uitvoering
van artikel 22, § 2. van artikel 22, § 2.
C. Het B.V.D. statuut « IPI vrij door onderzoek » wordt toegekend aan C. Het B.V.D. statuut « IPI vrij door onderzoek » wordt toegekend aan
een rund : een rund :
1° waarvoor een negatief resultaat wordt bekomen voor één van de 1° waarvoor een negatief resultaat wordt bekomen voor één van de
virologische onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° virologische onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1°
en 2° ; en 2° ;
2° waarvoor, volgend op een positief of niet-interpreteerbaar 2° waarvoor, volgend op een positief of niet-interpreteerbaar
resultaat van het virologisch onderzoek : resultaat van het virologisch onderzoek :
a) een negatief resultaat wordt bekomen voor één van de virologische a) een negatief resultaat wordt bekomen voor één van de virologische
onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° en 2°, op een onderzoeken zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° en 2°, op een
tweede monster genomen op het rund na bekendmaking van het positief of tweede monster genomen op het rund na bekendmaking van het positief of
niet-interpreteerbaar resultaat, en niet-interpreteerbaar resultaat, en
b) desgevallend, in toepassing van artikel 24, het genetisch b) desgevallend, in toepassing van artikel 24, het genetisch
identificatieprofiel van dit tweede monster overeenkomt met het identificatieprofiel van dit tweede monster overeenkomt met het
profiel van het initieel genomen monster, of indien niet beschikbaar, profiel van het initieel genomen monster, of indien niet beschikbaar,
met een ander genetisch identificatieprofiel afgenomen bij het rund met een ander genetisch identificatieprofiel afgenomen bij het rund
door de vereniging; door de vereniging;
3° dat beschikt over een B.V.D. certificaat waarin garanties worden 3° dat beschikt over een B.V.D. certificaat waarin garanties worden
geboden die minstens als evenwaardig worden beschouwd aan de garanties geboden die minstens als evenwaardig worden beschouwd aan de garanties
beschreven in dit besluit; beschreven in dit besluit;
4° waarvoor een negatief resultaat werd bekomen onder de voorwaarden 4° waarvoor een negatief resultaat werd bekomen onder de voorwaarden
van artikel 13. van artikel 13.
D. Het B.V.D. statuut « IPI vrij door afstamming » wordt toegekend aan D. Het B.V.D. statuut « IPI vrij door afstamming » wordt toegekend aan
: :
elk moederdier waarvan minimum één nakomeling het statuut `IPI-vrij elk moederdier waarvan minimum één nakomeling het statuut `IPI-vrij
door onderzoek' toegekend kreeg op basis van een virologisch onderzoek door onderzoek' toegekend kreeg op basis van een virologisch onderzoek
zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° en 2°. zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid, 1° en 2°.
E. Het B.V.D. statuut « B.V.D. onbekend » wordt toegekend aan : E. Het B.V.D. statuut « B.V.D. onbekend » wordt toegekend aan :
elk in Sanitel geregistreerd levend rund op datum van in voege treden elk in Sanitel geregistreerd levend rund op datum van in voege treden
van dit besluit en tot dat een resultaat bekend is van het virologisch van dit besluit en tot dat een resultaat bekend is van het virologisch
onderzoek. onderzoek.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014 Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 juni 2014
betreffende de bestrijding van boviene virale diarree. betreffende de bestrijding van boviene virale diarree.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Landbouw, De Minister van Landbouw,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
^