Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 18/07/2018
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart voor het personeel van de hulpverleningszones "
Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart voor het personeel van de hulpverleningszones Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart voor het personeel van de hulpverleningszones
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
18 JULI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart 18 JULI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart
voor het personeel van de hulpverleningszones voor het personeel van de hulpverleningszones
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid,
artikelen 106 en 119, § 2; artikelen 106 en 119, § 2;
Gelet op de betrokkenheid van de gewesten; Gelet op de betrokkenheid van de gewesten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8
maart 2017; maart 2017;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 25 Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 25
augustus 2017; augustus 2017;
Gelet op het protocol nr. 2017/13 van het comité voor de plaatselijke Gelet op het protocol nr. 2017/13 van het comité voor de plaatselijke
en provinciale overheidsdiensten, gesloten op 14 november 2017; en provinciale overheidsdiensten, gesloten op 14 november 2017;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd
overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 mei 2018 bij de Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 mei 2018 bij de
Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973; 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het
advies van de in Raad vergaderde Ministers, advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:

1° Hulpverleningszone: de hulpverlenings-zone zoals bedoeld in artikel 1° Hulpverleningszone: de hulpverlenings-zone zoals bedoeld in artikel
5 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid of de 5 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid of de
Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische
Hulp (BHDBDMH); Hulp (BHDBDMH);
2° Personeelslid van een hulpverleningszone: ieder, vrijwillig of 2° Personeelslid van een hulpverleningszone: ieder, vrijwillig of
beroeps, lid van het operationeel personeel dat brandweerman is; beroeps, lid van het operationeel personeel dat brandweerman is;
ieder, vrijwillig of beroeps, lid van het operationeel personeel dat ieder, vrijwillig of beroeps, lid van het operationeel personeel dat
geen brandweerman is en dat is toegewezen aan de dienst dringende geen brandweerman is en dat is toegewezen aan de dienst dringende
geneeskundige hulpverlening in overeenstemming met artikel 103 van de geneeskundige hulpverlening in overeenstemming met artikel 103 van de
wet van 15 mei 2007 en ieder lid van het administratief personeel; wet van 15 mei 2007 en ieder lid van het administratief personeel;
3° De zonecommandant: de zonecommandant, vermeld in artikel 109 van de 3° De zonecommandant: de zonecommandant, vermeld in artikel 109 van de
wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid of het bevoegde wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid of het bevoegde
orgaan van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en orgaan van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en
Dringende Medische Hulp. Dringende Medische Hulp.
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Elk personeelslid krijgt een identificatiekaart waaruit zijn

Art. 2.Elk personeelslid krijgt een identificatiekaart waaruit zijn

hoedanigheid van personeelslid van een hulpverleningszone blijkt. hoedanigheid van personeelslid van een hulpverleningszone blijkt.
De kaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaar. De kaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.

Art. 3.Het model van de identificatiekaart wordt vastgesteld in

Art. 3.Het model van de identificatiekaart wordt vastgesteld in

bijlage. bijlage.
De identificatiekaart heeft de vorm van een rechthoek met afgeronde De identificatiekaart heeft de vorm van een rechthoek met afgeronde
hoeken die een lengte heeft van 86mm en een breedte van 54mm. Zij is hoeken die een lengte heeft van 86mm en een breedte van 54mm. Zij is
geplastificeerd en is voorzien van een veiligheidshologram. geplastificeerd en is voorzien van een veiligheidshologram.
De buitenste rand van de kaart heeft een rode kader van 5mm, in de De buitenste rand van de kaart heeft een rode kader van 5mm, in de
RAL-kleur 3020. RAL-kleur 3020.

Art. 4.Op de voorzijde bevat de identificatiekaart de volgende

Art. 4.Op de voorzijde bevat de identificatiekaart de volgende

vermeldingen: vermeldingen:
1° rechtsboven: de naam en voornaam van het personeelslid; 1° rechtsboven: de naam en voornaam van het personeelslid;
2° linksboven: een pasfoto in kleur van het personeelslid; 2° linksboven: een pasfoto in kleur van het personeelslid;
3° onder de naam: de graad van het personeelslid en een uniek nummer 3° onder de naam: de graad van het personeelslid en een uniek nummer
dat bestaat uit drie onderdelen gescheiden door schuine strepen: de dat bestaat uit drie onderdelen gescheiden door schuine strepen: de
drie eerste hoofdletters van de naam van de provincie, het volgnummer drie eerste hoofdletters van de naam van de provincie, het volgnummer
van de hulpverleningszone zoals vermeld in het koninklijk besluit van van de hulpverleningszone zoals vermeld in het koninklijk besluit van
2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de
hulpverleningszones, en het volgnummer van de kaart, toegekend door de hulpverleningszones, en het volgnummer van de kaart, toegekend door de
hulpverleningszone. hulpverleningszone.
Voor personeelsleden van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Voor personeelsleden van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor
Brandweer en Dringende Medische Hulp bestaat het uniek nummer uit de Brandweer en Dringende Medische Hulp bestaat het uniek nummer uit de
hoofdletters `BHDBDMH' en het volgnummer van de kaart, toegekend door hoofdletters `BHDBDMH' en het volgnummer van de kaart, toegekend door
de BHDBDMH; de BHDBDMH;
4° onder de foto: de vermelding `geldig tot', gevolgd door de 4° onder de foto: de vermelding `geldig tot', gevolgd door de
vervaldatum; vervaldatum;
5° rechts onderaan: de vermelding van de naam van de 5° rechts onderaan: de vermelding van de naam van de
hulpverleningszone; hulpverleningszone;
6° links onderaan: het logo van de brandweer. 6° links onderaan: het logo van de brandweer.

Art. 5.De kaart kan een geheugenchip bevatten die niet zichtbaar is.

Art. 5.De kaart kan een geheugenchip bevatten die niet zichtbaar is.

Elke hulpverleningszone bepaalt de bijkomende functionaliteiten die Elke hulpverleningszone bepaalt de bijkomende functionaliteiten die
zij aan de identificatiekaart wil toekennen. zij aan de identificatiekaart wil toekennen.

Art. 6.De vermeldingen bedoeld in artikel 4 worden gesteld in de taal

Art. 6.De vermeldingen bedoeld in artikel 4 worden gesteld in de taal

van het personeelslid. van het personeelslid.
HOOFDSTUK III. - Dragen van de identificatiekaart HOOFDSTUK III. - Dragen van de identificatiekaart

Art. 7.Onverminderd de verplichting opgelegd door artikel 24 van het

Art. 7.Onverminderd de verplichting opgelegd door artikel 24 van het

koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en
vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, zijn de vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, zijn de
personeelsleden te allen tijde verplicht om de identificatiekaart bij personeelsleden te allen tijde verplicht om de identificatiekaart bij
zich te dragen wanneer zij in dienst zijn, ook bij een interventie. zich te dragen wanneer zij in dienst zijn, ook bij een interventie.
Zij moeten de kaart kunnen voorleggen aan iedereen die daarom Zij moeten de kaart kunnen voorleggen aan iedereen die daarom
verzoekt. verzoekt.
Wanneer een personeelslid zijn kaart uitzonderlijk niet bij zich heeft Wanneer een personeelslid zijn kaart uitzonderlijk niet bij zich heeft
tijdens een interventie, staat het personeelslid dat de interventie tijdens een interventie, staat het personeelslid dat de interventie
leidt, in voor de identificatie. leidt, in voor de identificatie.
HOOFDSTUK IV. - Uitreiking, teruggave en intrekking van de HOOFDSTUK IV. - Uitreiking, teruggave en intrekking van de
identificatiekaart identificatiekaart

Art. 8.De zonecommandant of zijn afgevaardigde staat in voor het

Art. 8.De zonecommandant of zijn afgevaardigde staat in voor het

uitreiken van de identificatiekaarten aan de personeelsleden. uitreiken van de identificatiekaarten aan de personeelsleden.

Art. 9.Het personeelslid geeft de identificatiekaart terug aan de

Art. 9.Het personeelslid geeft de identificatiekaart terug aan de

zonecommandant of zijn afgevaardigde: zonecommandant of zijn afgevaardigde:
1° wanneer de kaart beschadigd is; 1° wanneer de kaart beschadigd is;
2° wanneer het personeelslid niet langer deel uitmaakt van het 2° wanneer het personeelslid niet langer deel uitmaakt van het
personeel van de hulpverleningszone; personeel van de hulpverleningszone;
3° wanneer een of meer gegevens die op de kaart voorkomen, gewijzigd 3° wanneer een of meer gegevens die op de kaart voorkomen, gewijzigd
zijn of de foto niet meer voldoende gelijkend is. zijn of de foto niet meer voldoende gelijkend is.

Art. 10.§ 1. Wanneer een personeelslid afwezig is voor een periode

Art. 10.§ 1. Wanneer een personeelslid afwezig is voor een periode

van meer dan twee maanden, trekt de zonecommandant of zijn van meer dan twee maanden, trekt de zonecommandant of zijn
afgevaardigde de identificatiekaart in. De kaart wordt aan het afgevaardigde de identificatiekaart in. De kaart wordt aan het
personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak hervat. personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak hervat.
§ 2. Wanneer een personeelslid tijdelijk wordt geschorst conform § 2. Wanneer een personeelslid tijdelijk wordt geschorst conform
artikel 250 of artikel 291 van het koninklijk besluit van 19 april artikel 250 of artikel 291 van het koninklijk besluit van 19 april
2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel
personeel van de hulpverleningszones, trekt de zonecommandant of zijn personeel van de hulpverleningszones, trekt de zonecommandant of zijn
afgevaardigde de identificatiekaart in. afgevaardigde de identificatiekaart in.
De kaart wordt aan het personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak De kaart wordt aan het personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak
hervat. hervat.

Art. 11.Het verlies of de diefstal van de identificatiekaart wordt

Art. 11.Het verlies of de diefstal van de identificatiekaart wordt

onmiddellijk gemeld aan de zonecommandant of zijn afgevaardigde. onmiddellijk gemeld aan de zonecommandant of zijn afgevaardigde.
Indien de kaart wordt teruggevonden nadat het personeelslid een nieuwe Indien de kaart wordt teruggevonden nadat het personeelslid een nieuwe
kaart heeft ontvangen, wordt de eerste kaart vernietigd. kaart heeft ontvangen, wordt de eerste kaart vernietigd.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit treedt in werking zes maanden na de bekendmaking

Art. 12.Dit besluit treedt in werking zes maanden na de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 13.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juli 2018. Gegeven te Brussel, 18 juli 2018.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. JAMBON J. JAMBON
BIJLAGE - Model van de identificatiekaart voor het personeel van de BIJLAGE - Model van de identificatiekaart voor het personeel van de
hulpverleningszones hulpverleningszones
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 juli 2018 Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 juli 2018
betreffende de identificatiekaart voor het personeel van de betreffende de identificatiekaart voor het personeel van de
hulpverleningszones. hulpverleningszones.
Gegeven te Brussel, 18 juli 2018. Gegeven te Brussel, 18 juli 2018.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. JAMBON J. JAMBON
^