← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening "
| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening |
|---|---|
| MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 18 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 18 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor | besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor |
| Dringende Geneeskundige Hulpverlening | Dringende Geneeskundige Hulpverlening |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige | Gelet op de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige |
| hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de | hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de |
| wet van 22 februari 1998; | wet van 22 februari 1998; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting | Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting |
| van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, | van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, |
| gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1999 en 23 oktober | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1999 en 23 oktober |
| 2001; | 2001; |
| Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit | Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit |
| dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor | dat de huidige regeling inzake programmatie en erkenningsnormen voor |
| de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, | de functie « mobiele urgentiegroep » en de fusie van de ziekenhuizen, |
| in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 | in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 |
| augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering | augustus 1987, enerzijds, en de reglementering inzake de uitvoering |
| van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige | van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige |
| hulpverlening, anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het | hulpverlening, anderzijds, niet de mogelijkheid biedt tot het |
| garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de | garanderen van een voldoende aantal en een adequate spreiding van de |
| mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat | mobiele urgentiegroepen over het territorium van het gehele Rijk; dat |
| een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke | een recente statistische studie heeft uitgewezen overeenkomstig welke |
| criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide | criteria de mobiele urgentiegroepen, in uitvoering van beide |
| voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, | voornoemde wetten, zouden moeten worden toegewezen; dat dienvolgens, |
| en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige | en gelet op de zware gevolgen die een onvoldoende aantal en gebrekkige |
| spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute | spreiding van de mobiele urgentiegroepen kan hebben, bij absolute |
| hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden | hoogdringendheid de voornoemde reglementeringen moeten worden |
| aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van | aangepast; dat de Ministerraad op 7 juni 2002 het ontwerp van |
| koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake het | koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake het |
| maximum aantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van | maximum aantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van |
| toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft | toepassing zijn op de functie « mobiele urgentiegroep », heeft |
| goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste | goedgekeurd; dat dit ontwerp bij toepassing van artikel 84, eerste |
| lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor | lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, voor |
| advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet | advies is overgemaakt; dat de nieuwe programmatiecriteria echter niet |
| zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere | zullen kunnen worden toegepast zonder een aanpassing van de andere |
| elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing | elementen van voornoemde reglementering; dat derhalve de aanpassing |
| van onder meer het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot | van onder meer het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
| oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige | oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige |
| Hulpverlening, bij absolute hoogdringendheid geboden is; | Hulpverlening, bij absolute hoogdringendheid geboden is; |
| Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.707/3, gegeven op 26 | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.707/3, gegeven op 26 |
| juni 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | juni 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze |
| Minister van Binnenlandse Zaken, | Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 |
Artikel 1.In artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 |
| augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende | augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende |
| Geneeskundige Hulpverlening, gewijzigd bij het koninklijk besluit van | Geneeskundige Hulpverlening, gewijzigd bij het koninklijk besluit van |
| 8 juli 1999, wordt 5° opgeheven. | 8 juli 1999, wordt 5° opgeheven. |
Art. 2.In artikel 5, § 3, worden de volgende wijzigingen aangebracht |
Art. 2.In artikel 5, § 3, worden de volgende wijzigingen aangebracht |
| : | : |
| 1° In het eerste lid worden de woorden « artikel 4, eerste lid, 5° en | 1° In het eerste lid worden de woorden « artikel 4, eerste lid, 5° en |
| 6° » vervangen door de woorden « artikel 4, eerste lid, 6° »; | 6° » vervangen door de woorden « artikel 4, eerste lid, 6° »; |
| 2° In het tweede lid worden de woorden « artikel 4, eerste lid, 5° of | 2° In het tweede lid worden de woorden « artikel 4, eerste lid, 5° of |
| 6° » vervangen door de woorden « artikel 4, eerste lid, 6 » en worden | 6° » vervangen door de woorden « artikel 4, eerste lid, 6 » en worden |
| de woorden « en dit afhankelijk van de bevoegdheden die door de | de woorden « en dit afhankelijk van de bevoegdheden die door de |
| werkgroep worden uitgeoefend » geschrapt; | werkgroep worden uitgeoefend » geschrapt; |
| 3° Het vierde lid wordt geschrapt. | 3° Het vierde lid wordt geschrapt. |
Art. 3.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 3.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
| koninklijk besluit van 8 juli 1999, wordt 3° geschrapt. | koninklijk besluit van 8 juli 1999, wordt 3° geschrapt. |
Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van |
Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van |
| Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 juli 2002. | Gegeven te Brussel, 18 juli 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Volksgezondheid, | De Minister van Volksgezondheid, |
| Mevr. M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| A. DUQUESNE | A. DUQUESNE |