| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG EN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG EN |
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
| 18 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 18 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de | besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de |
| beroepsloopbaan van het personeel van de besturen (1) | beroepsloopbaan van het personeel van de besturen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale | Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale |
| bepalingen, inzonderheid op artikel 105, § 1, vervangen bij de wet van | bepalingen, inzonderheid op artikel 105, § 1, vervangen bij de wet van |
| 26 maart 1999 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001; | 26 maart 1999 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de |
| onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, | onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, |
| inzonderheid op de artikelen 10, 11, 12 en 13 gewijzigd bij het | inzonderheid op de artikelen 10, 11, 12 en 13 gewijzigd bij het |
| koninklijk besluit van 20 juli 2005; | koninklijk besluit van 20 juli 2005; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van |
| 3 november 2005; | 3 november 2005; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 3 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 3 |
| februari 2006; | februari 2006; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 |
| februari 2006; | februari 2006; |
| Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 juli 2006; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 juli 2006; |
| Gelet op het Protocol nr. 154/5 van het Gemeenschappelijk Comité voor | Gelet op het Protocol nr. 154/5 van het Gemeenschappelijk Comité voor |
| alle overheidsdiensten, op datum van 20 oktober 2006; | alle overheidsdiensten, op datum van 20 oktober 2006; |
| Gelet op het advies nr. 41.888/1 van de Raad van State, gegeven op 4 | Gelet op het advies nr. 41.888/1 van de Raad van State, gegeven op 4 |
| januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Minister van | Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Minister van |
| Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde | Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
| Ministers, | Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In de artikelen 10, eerste lid en 11, tweede lid van het |
Artikel 1.In de artikelen 10, eerste lid en 11, tweede lid van het |
| koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de | koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de |
| beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, vervallen de | beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, vervallen de |
| woorden « een vierde, een derde ». | woorden « een vierde, een derde ». |
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
| volgende leden : | volgende leden : |
| « Ingeval van zware ziekte van een kind dat hoogstens 16 jaar oud is, | « Ingeval van zware ziekte van een kind dat hoogstens 16 jaar oud is, |
| wordt, wanneer de ambtenaar alleenstaand is, de maximumperiode van de | wordt, wanneer de ambtenaar alleenstaand is, de maximumperiode van de |
| volledige loopbaanonderbreking bedoeld in het zesde lid van dit | volledige loopbaanonderbreking bedoeld in het zesde lid van dit |
| artikel uitgebreid naar 24 maanden en wordt de maximumperiode van de | artikel uitgebreid naar 24 maanden en wordt de maximumperiode van de |
| gedeeltelijke loopbaanonderbreking bedoeld in het zevende lid van dit | gedeeltelijke loopbaanonderbreking bedoeld in het zevende lid van dit |
| artikel uitgebreid naar 48 maanden. | artikel uitgebreid naar 48 maanden. |
| De periodes van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking kunnen | De periodes van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking kunnen |
| enkel worden opgenomen met periodes van minimum één maand en maximum | enkel worden opgenomen met periodes van minimum één maand en maximum |
| drie maanden, aaneensluitend of niet. | drie maanden, aaneensluitend of niet. |
| Onder alleenstaande in de zin van dit artikel wordt verstaan de | Onder alleenstaande in de zin van dit artikel wordt verstaan de |
| ambtenaar die uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere | ambtenaar die uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere |
| van zijn kinderen. | van zijn kinderen. |
| Ingeval van toepassing van het tiende lid van dit artikel moet de | Ingeval van toepassing van het tiende lid van dit artikel moet de |
| ambtenaar bovendien het bewijs leveren van de samenstelling van zijn | ambtenaar bovendien het bewijs leveren van de samenstelling van zijn |
| gezin door middel van een attest dat wordt afgeleverd door de | gezin door middel van een attest dat wordt afgeleverd door de |
| gemeentelijke overheid en waaruit blijkt dat de ambtenaar op het | gemeentelijke overheid en waaruit blijkt dat de ambtenaar op het |
| moment van de aanvraag uitsluitend en effectief samenwoont met één of | moment van de aanvraag uitsluitend en effectief samenwoont met één of |
| meerdere van zijn kinderen. | meerdere van zijn kinderen. |
| Voor iedere verlenging van een periode van volledige en gedeeltelijke | Voor iedere verlenging van een periode van volledige en gedeeltelijke |
| loopbaanonderbreking dient de ambtenaar dezelfde procedure te volgen | loopbaanonderbreking dient de ambtenaar dezelfde procedure te volgen |
| en de door dit koninklijk besluit vereiste attest(en) in te dienen. » | en de door dit koninklijk besluit vereiste attest(en) in te dienen. » |
Art. 3.Artikel 12 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : |
Art. 3.Artikel 12 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : |
| « Art. 12.§ 1. Om voor zijn kind te zorgen heeft de ambtenaar in |
« Art. 12.§ 1. Om voor zijn kind te zorgen heeft de ambtenaar in |
| dienstactiviteit recht op een ouderschapsverlof van : | dienstactiviteit recht op een ouderschapsverlof van : |
| - hetzij een periode van drie maanden volledige onderbreking van de | - hetzij een periode van drie maanden volledige onderbreking van de |
| loopbaan zoals bedoeld bij artikel 100 van de herstelwet van 22 | loopbaan zoals bedoeld bij artikel 100 van de herstelwet van 22 |
| januari 1985 houdende sociale bepalingen; deze periode kan naar keuze | januari 1985 houdende sociale bepalingen; deze periode kan naar keuze |
| van de ambtenaar worden opgesplitst in maanden; | van de ambtenaar worden opgesplitst in maanden; |
| - hetzij een periode van zes maanden halftijdse onderbreking van de | - hetzij een periode van zes maanden halftijdse onderbreking van de |
| loopbaan zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet, wanneer hij | loopbaan zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet, wanneer hij |
| voltijds is tewerkgesteld; deze periode kan naar keuze van de | voltijds is tewerkgesteld; deze periode kan naar keuze van de |
| ambtenaar worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een | ambtenaar worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een |
| veelvoud hiervan; | veelvoud hiervan; |
| - hetzij een periode van vijftien maanden onderbreking van de loopbaan | - hetzij een periode van vijftien maanden onderbreking van de loopbaan |
| met één vijfde zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet wanneer | met één vijfde zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet wanneer |
| hij voltijds is tewerkgesteld; deze periode kan naar keuze van de | hij voltijds is tewerkgesteld; deze periode kan naar keuze van de |
| ambtenaar worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een | ambtenaar worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een |
| veelvoud hiervan. | veelvoud hiervan. |
| § 2. De ambtenaar heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn | § 2. De ambtenaar heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn |
| ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten | ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten |
| vermeld in paragraaf 1. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening | vermeld in paragraaf 1. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening |
| worden gehouden met het principe dat één maand volledige | worden gehouden met het principe dat één maand volledige |
| loopbaanonderbreking gelijk is aan twee maanden halftijdse | loopbaanonderbreking gelijk is aan twee maanden halftijdse |
| loopbaanonderbreking en gelijk is aan vijf maanden | loopbaanonderbreking en gelijk is aan vijf maanden |
| loopbaanonderbreking met één vijfde. | loopbaanonderbreking met één vijfde. |
| § 3. De ambtenaar heeft recht op het bij dit artikel bedoelde | § 3. De ambtenaar heeft recht op het bij dit artikel bedoelde |
| ouderschapsverlof : | ouderschapsverlof : |
| - naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind zes jaar | - naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind zes jaar |
| wordt; | wordt; |
| - in het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode van | - in het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode van |
| vier jaar die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel | vier jaar die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel |
| uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het | uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het |
| vreemdelingenregister van de gemeente waar de ambtenaar zijn | vreemdelingenregister van de gemeente waar de ambtenaar zijn |
| verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind acht jaar wordt. | verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind acht jaar wordt. |
| Wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een | Wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een |
| lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die | lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die |
| tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I | tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I |
| van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende | van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende |
| de kinderbijslag, wordt het recht op ouderschapsverlof toegekend | de kinderbijslag, wordt het recht op ouderschapsverlof toegekend |
| uiterlijk tot het kind acht jaar wordt. | uiterlijk tot het kind acht jaar wordt. |
| § 4. Aan de voorwaarde van de zesde of de achtste verjaardag moet zijn | § 4. Aan de voorwaarde van de zesde of de achtste verjaardag moet zijn |
| voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof. | voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof. |
| § 5. De ambtenaar die al genoten heeft van één of andere vorm van | § 5. De ambtenaar die al genoten heeft van één of andere vorm van |
| ouderschapsverlof voor het betrokken kind vooraleer hij het statuut | ouderschapsverlof voor het betrokken kind vooraleer hij het statuut |
| van ambtenaar heeft verworven, kan voor hetzelfde kind niet meer | van ambtenaar heeft verworven, kan voor hetzelfde kind niet meer |
| genieten van de bepalingen van dit artikel. | genieten van de bepalingen van dit artikel. |
| § 6. De aanvraagprocedure is dezelfde als deze die werd voorzien voor | § 6. De aanvraagprocedure is dezelfde als deze die werd voorzien voor |
| het bekomen van een volledige of halftijdse loopbaanonderbreking. Per | het bekomen van een volledige of halftijdse loopbaanonderbreking. Per |
| aanvraag kan slechts één aaneengesloten periode van ouderschapsverlof | aanvraag kan slechts één aaneengesloten periode van ouderschapsverlof |
| worden gevraagd ». | worden gevraagd ». |
Art. 4.In hetzelfde besluit worden opgeheven : |
Art. 4.In hetzelfde besluit worden opgeheven : |
| 1° artikel 13, § 2, 2° en 3°; | 1° artikel 13, § 2, 2° en 3°; |
| 2° artikel 13, § 3, 2° en 3°. | 2° artikel 13, § 3, 2° en 3°. |
Art. 5.Dit besluit is van toepassing op alle aanvragen die worden |
Art. 5.Dit besluit is van toepassing op alle aanvragen die worden |
| ingediend vanaf de inwerkingtreding ervan. | ingediend vanaf de inwerkingtreding ervan. |
Art. 6.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken |
Art. 6.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken |
| zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 januari 2007. | Gegeven te Brussel, 18 januari 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| C. DUPONT | C. DUPONT |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. | Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. |
| Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. | Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. |
| Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001. | Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001. |
| Koninklijk besluit van 7 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 29 mei | Koninklijk besluit van 7 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 29 mei |
| 1999. | 1999. |