Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/11/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
17 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 17 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
loonvorming (1) loonvorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993,
gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de
loonvorming betreffende de loonvorming. loonvorming betreffende de loonvorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 november 2000. Gegeven te Brussel, 17 november 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het garagebedrijf Paritair Comité voor het garagebedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993
Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 22 april 1993 onder het Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 22 april 1993 onder het
nummer 32484/CO/112) nummer 32484/CO/112)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder
het Paritair Comité voor het garagebedrijf. het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst,

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst,

wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters.
HOOFDSTUK II. - Lonen HOOFDSTUK II. - Lonen
Sectie 1. - Meerderjarige werklieden Sectie 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 3.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij

Art. 3.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij

artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair
Comité voor het garagebedrijf. Comité voor het garagebedrijf.
Sectie 2. - Jonge werklieden Sectie 2. - Jonge werklieden

Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de

Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de

jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de
werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie
waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de
leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar =
100 pct.) : 100 pct.) :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De verhogingen welke voortvloeien uit de in de bovenstaande tabellen De verhogingen welke voortvloeien uit de in de bovenstaande tabellen
vermelde doorschuiving, worden verleend : vermelde doorschuiving, worden verleend :
- op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1
oktober en 31 maart; oktober en 31 maart;
- op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april
en 30 september. en 30 september.

Art. 5.De beroepencategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt

Art. 5.De beroepencategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt

vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve
arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 gesloten in het Paritair Comité arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 gesloten in het Paritair Comité
voor het garagebedrijf, tot vaststelling van de beroepenclassificatie. voor het garagebedrijf, tot vaststelling van de beroepenclassificatie.
De jonge werklieden worden bezoldigd op grond van het loon van de De jonge werklieden worden bezoldigd op grond van het loon van de
geschoolde 2e categorie, indien zij zich oefenen op machines of in geschoolde 2e categorie, indien zij zich oefenen op machines of in
werken waarvoor geschoolde werklieden 2e categorie vereist worden. werken waarvoor geschoolde werklieden 2e categorie vereist worden.
Zij worden bezoldigd op grond van het loon van de geoefende Zij worden bezoldigd op grond van het loon van de geoefende
hulpwerkman, indien zij zich oefenen op machines of in werken waaraan hulpwerkman, indien zij zich oefenen op machines of in werken waaraan
geoefende hulpwerklieden tewerkgesteld worden. geoefende hulpwerklieden tewerkgesteld worden.
Nochtans kunnen de jonge werklieden, aldus gerangschikt in de Nochtans kunnen de jonge werklieden, aldus gerangschikt in de
categorieën "geoefende hulpwerkman" of "geschoolde 2e categorie" categorieën "geoefende hulpwerkman" of "geschoolde 2e categorie"
gedurende een stageperiode van maximum zes maanden bezoldigd worden gedurende een stageperiode van maximum zes maanden bezoldigd worden
aan het loon van de onmiddellijk lagere categorie. aan het loon van de onmiddellijk lagere categorie.
De jonge werkman kan aanspraak maken op het normaal loon van de De jonge werkman kan aanspraak maken op het normaal loon van de
meerderjarige werkman van de beroepencategorie waartoe hij behoort, zo meerderjarige werkman van de beroepencategorie waartoe hij behoort, zo
hij kwantitatief en kwalitatief hetzelfde werk verricht, en dit bij hij kwantitatief en kwalitatief hetzelfde werk verricht, en dit bij
toepassing van het beginsel "gelijk loon voor gelijk werk". toepassing van het beginsel "gelijk loon voor gelijk werk".
Sectie 3. - Stagiairs Sectie 3. - Stagiairs

Art. 6.De stagiair, zoals bepaald bij het koninklijk besluit nummer

Art. 6.De stagiair, zoals bepaald bij het koninklijk besluit nummer

230 van 21 december 1983, wordt vanaf 1 april 1993 gedurende zijn 230 van 21 december 1983, wordt vanaf 1 april 1993 gedurende zijn
tweede contractperiode van zes maanden vergoed aan 100 pct. van het in tweede contractperiode van zes maanden vergoed aan 100 pct. van het in
aanmerking te nemen loon. aanmerking te nemen loon.
HOOFDSTUK III HOOFDSTUK III
Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 7.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn

Art. 7.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn

gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks
vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt
in het Belgisch Staatsblad. in het Belgisch Staatsblad.
Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde
decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt
tot het hogere honderdste afgerond. tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 8.§ 1. Wanneer het indexcijfer van de consumptieprijzen van de

Art. 8.§ 1. Wanneer het indexcijfer van de consumptieprijzen van de

maand een peil bereikt of overschrijdt gelijk aan het maand een peil bereikt of overschrijdt gelijk aan het
referte-indexcijfer waaraan de lonen gekoppeld zijn (112,46 op 1 referte-indexcijfer waaraan de lonen gekoppeld zijn (112,46 op 1
januari 1993), vermeerderd of verminderd met 2 pct., worden de van januari 1993), vermeerderd of verminderd met 2 pct., worden de van
kracht zijnde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd en gesteld kracht zijnde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd en gesteld
tegenover een nieuw referte-indexcijfer gelijk aan het vorige, tegenover een nieuw referte-indexcijfer gelijk aan het vorige,
vermeerderd of verminderd met 2 pct. vermeerderd of verminderd met 2 pct.
Voorbeeld : De in de ondernemingen van kracht zijnde lonen op 1 Voorbeeld : De in de ondernemingen van kracht zijnde lonen op 1
januari 1993 stemmen overeen met het referte-indexcijfer 112,46. Zij januari 1993 stemmen overeen met het referte-indexcijfer 112,46. Zij
blijven van toepassing zolang het indexcijfer 114,71 niet bereikt of blijven van toepassing zolang het indexcijfer 114,71 niet bereikt of
niet lager dan 110,25 komt te liggen. niet lager dan 110,25 komt te liggen.
§ 2. Er wordt vervolgens op dezelfde manier te werk gegaan in verband § 2. Er wordt vervolgens op dezelfde manier te werk gegaan in verband
met het nieuw referte-indexcijfer, bedoeld bij paragraaf 1. met het nieuw referte-indexcijfer, bedoeld bij paragraaf 1.

Art. 9.Elke wijziging van de lonen treedt in op de eerste van de

Art. 9.Elke wijziging van de lonen treedt in op de eerste van de

maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer de wijziging maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer de wijziging
veroorzaakt en wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst veroorzaakt en wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst
"aanpassing" genoemd. "aanpassing" genoemd.
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen

Art. 10.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend

Art. 10.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend

rekening houdend met de tweede decimaal. rekening houdend met de tweede decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt
tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond. tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond.
...,01 BEF tot en met...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,01 BEF tot en met...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid;
...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid. ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid.

Art. 11.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen

Art. 11.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen

worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100)
toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna
bepaalde loonspanning : bepaalde loonspanning :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Er wordt van de voorgaande regel afgeweken voor de hulpwerkman Er wordt van de voorgaande regel afgeweken voor de hulpwerkman
"Service" (A.1.1.). Voor deze laatste, gebeurt de aanpassing aan het "Service" (A.1.1.). Voor deze laatste, gebeurt de aanpassing aan het
indexcijfer van de consumptieprijzen zoals voor de van kracht zijnde indexcijfer van de consumptieprijzen zoals voor de van kracht zijnde
lonen. lonen.

Art. 12.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de

Art. 12.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de

verhoging eerst toegepast. verhoging eerst toegepast.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

april 1993 en geldt voor een onbepaalde tijd. april 1993 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de
loonvorming, afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf loonvorming, afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf
van 12 maart 1991, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk van 12 maart 1991, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk
besluit van 27 mei 1992. besluit van 27 mei 1992.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging
van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief,
gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het
garagebedrijf. garagebedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november
2000. 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^