Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming | Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
17 JULI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, | 17 JULI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, |
51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en | 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en |
170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en | werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en |
tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit | tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit |
en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot | en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot |
wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk | wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk |
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, | besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, |
in het kader van de Zesde Staatshervorming | in het kader van de Zesde Staatshervorming |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, |
i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, l, | i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, l, |
ingevoegd bij de wet van 8 oktober 2001 en gewijzigd bij de wet van 22 | ingevoegd bij de wet van 8 oktober 2001 en gewijzigd bij de wet van 22 |
december 2003, § 1, derde lid m, ingevoegd bij het koninklijk besluit | december 2003, § 1, derde lid m, ingevoegd bij het koninklijk besluit |
van 14 december 1996, § 1, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 14 | van 14 december 1996, § 1, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 14 |
februari 1961, § 1bis, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en | februari 1961, § 1bis, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en |
gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 24 december 2002, 8 | gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 24 december 2002, 8 |
april 2003, 22 december 2003 en 20 juli 2006, § 1septies, tweede en | april 2003, 22 december 2003 en 20 juli 2006, § 1septies, tweede en |
derde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 1octies, | derde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 1octies, |
ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 2, gewijzigd bij de wetten | ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 2, gewijzigd bij de wetten |
van 14 februari 1961, 10 oktober 1967 en 8 april 2003, § 4, eerste | van 14 februari 1961, 10 oktober 1967 en 8 april 2003, § 4, eerste |
lid, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en artikel 8, § 4, | lid, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en artikel 8, § 4, |
derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de | derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de |
wet van 7 april 1995 en § 5, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en | wet van 7 april 1995 en § 5, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en |
gewijzigd bij de wet van 7 april 1995; | gewijzigd bij de wet van 7 april 1995; |
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
werkloosheidsreglementering; | werkloosheidsreglementering; |
Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van | Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van |
de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 | de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 |
november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; | november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 november 2014; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 november 2014; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 |
maart 2015; | maart 2015; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
29 april 2015; | 29 april 2015; |
Gelet op advies 57.604/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli | Gelet op advies 57.604/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli |
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november |
Artikel 1.In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november |
1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij de | 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij de |
koninklijke besluiten van 26 juni 2014 en 1 juli 2014, worden de | koninklijke besluiten van 26 juni 2014 en 1 juli 2014, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° het 14° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° het 14° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"14° individueel actieplan : het actieplan op maat van de werkloze in | "14° individueel actieplan : het actieplan op maat van de werkloze in |
functie van zijn profiel, zijn behoeften en deze van de arbeidsmarkt, | functie van zijn profiel, zijn behoeften en deze van de arbeidsmarkt, |
dat aan de werkloze wordt voorgesteld door de bevoegde gewestelijke | dat aan de werkloze wordt voorgesteld door de bevoegde gewestelijke |
dienst voor arbeidsbemiddeling met als doel hem een nieuwe start aan | dienst voor arbeidsbemiddeling met als doel hem een nieuwe start aan |
te bieden onder de vorm van een individuele beroepskeuzebegeleiding, | te bieden onder de vorm van een individuele beroepskeuzebegeleiding, |
een begeleiding bij het zoeken naar werk, een opleiding of elke andere | een begeleiding bij het zoeken naar werk, een opleiding of elke andere |
maatregel die zijn beschikbaarheid of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt | maatregel die zijn beschikbaarheid of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt |
verhoogt, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald door het | verhoogt, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald door het |
federaal normatief kader dat vastgelegd werd in toepassing van artikel | federaal normatief kader dat vastgelegd werd in toepassing van artikel |
6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
hervorming der instelling; "; | hervorming der instelling; "; |
2° het 15° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 2° het 15° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"15° leerovereenkomst : de overeenkomst door dewelke de leerling, | "15° leerovereenkomst : de overeenkomst door dewelke de leerling, |
bedoeld in 17°, is verbonden;"; | bedoeld in 17°, is verbonden;"; |
3° het wordt aangevuld met een 17° en 18°, luidend als volgt : | 3° het wordt aangevuld met een 17° en 18°, luidend als volgt : |
« 17° leerling : de leerling bedoeld in artikel 1bis van het | « 17° leerling : de leerling bedoeld in artikel 1bis van het |
koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen tot uitvoering van de | koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen tot uitvoering van de |
wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december | wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december |
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; | 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; |
18° onderbrekingsuitkeringen : de uitkeringen die door de Rijksdienst | 18° onderbrekingsuitkeringen : de uitkeringen die door de Rijksdienst |
worden toegekend in toepassing van artikel 7, § 1, derde lid, l, van | worden toegekend in toepassing van artikel 7, § 1, derde lid, l, van |
de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, alsmede de uitkeringen die door de bevoegde | zekerheid der arbeiders, alsmede de uitkeringen die door de bevoegde |
gewest- of gemeenschapsinstellingen worden toegekend in het kader van | gewest- of gemeenschapsinstellingen worden toegekend in het kader van |
een regeling die ingevolge artikel 65 van de bijzondere wet van 6 | een regeling die ingevolge artikel 65 van de bijzondere wet van 6 |
januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in de plaats | januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in de plaats |
treedt van de regeling bedoeld in het voormelde artikel 7, § 1, derde | treedt van de regeling bedoeld in het voormelde artikel 7, § 1, derde |
lid, l. ». | lid, l. ». |
Art. 2.Artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 2.Artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke | koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke |
besluiten van 9 maart 2006, 14 juni 2007 en 22 april 2009, wordt | besluiten van 9 maart 2006, 14 juni 2007 en 22 april 2009, wordt |
vervangen door de volgende bepalingen : | vervangen door de volgende bepalingen : |
" § 2. Na advies van het beheerscomité bepaalt de Minister : | " § 2. Na advies van het beheerscomité bepaalt de Minister : |
1° de criteria van de passende dienstbetrekking; | 1° de criteria van de passende dienstbetrekking; |
2° de procedure welke door de Rijksdienst dient te worden gevolgd in | 2° de procedure welke door de Rijksdienst dient te worden gevolgd in |
geval van betwisting over de lichamelijke of mentale geschiktheid van | geval van betwisting over de lichamelijke of mentale geschiktheid van |
de werknemer om een dienstbetrekking uit te oefenen. | de werknemer om een dienstbetrekking uit te oefenen. |
De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld | De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld |
in 2°, of conform de procedure die toepasselijk is bij de | in 2°, of conform de procedure die toepasselijk is bij de |
gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de | gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instelling | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instelling |
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van | bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van |
werklozen, wordt naargelang het geval beschouwd als werkloze wegens | werklozen, wordt naargelang het geval beschouwd als werkloze wegens |
omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, | omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, |
1° of 3°. | 1° of 3°. |
De werknemer die conform de procedure die toepasselijk is bij de | De werknemer die conform de procedure die toepasselijk is bij de |
gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de | gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van | bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van |
werklozen als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel | werklozen als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel |
60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van | 60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van |
zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°.". | zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°.". |
Art. 3.Artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk |
Art. 3.Artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk |
besluit van 2 oktober 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten | besluit van 2 oktober 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
van 22 november 1995, 9 maart 2006, 7 juni 2009, 10 september 2010 en | van 22 november 1995, 9 maart 2006, 7 juni 2009, 10 september 2010 en |
6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen : | 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen : |
" Art. 53.§ 1. De beslissing genomen in toepassing van de artikelen 52 |
" Art. 53.§ 1. De beslissing genomen in toepassing van de artikelen 52 |
of 52bis door de directeur ingevolge een ontslag of werkverlating in | of 52bis door de directeur ingevolge een ontslag of werkverlating in |
de zin van artikel 51, heeft uitwerking vanaf de dag waarop het | de zin van artikel 51, heeft uitwerking vanaf de dag waarop het |
werkloosheidsbureau kennis kreeg van dit feit. In geval van ontslag of | werkloosheidsbureau kennis kreeg van dit feit. In geval van ontslag of |
werkverlating gevolgd door een uitkeringsaanvraag, wordt de datum van | werkverlating gevolgd door een uitkeringsaanvraag, wordt de datum van |
de uitkeringsaanvraag beschouwd als de dag waarop het | de uitkeringsaanvraag beschouwd als de dag waarop het |
werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit. | werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit. |
De beslissing heeft echter maar uitwerking te rekenen vanaf de maandag | De beslissing heeft echter maar uitwerking te rekenen vanaf de maandag |
die volgt op de afgifte ter post van de brief waarbij zij ter kennis | die volgt op de afgifte ter post van de brief waarbij zij ter kennis |
gegeven wordt aan de werkloze, wanneer deze beslissing niet genomen is | gegeven wordt aan de werkloze, wanneer deze beslissing niet genomen is |
binnen een termijn van één maand en tien dagen die ingaat de dag | binnen een termijn van één maand en tien dagen die ingaat de dag |
volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het | volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het |
feit, of in geval van een feit gevolgd door een uitkeringsaanvraag, | feit, of in geval van een feit gevolgd door een uitkeringsaanvraag, |
bedoeld in het eerste lid, de dag volgend op deze waarop het | bedoeld in het eerste lid, de dag volgend op deze waarop het |
werkloosheidsbureau het volledig dossier ontving. | werkloosheidsbureau het volledig dossier ontving. |
In afwachting van de beslissing bedoeld in de vorige leden, kan de | In afwachting van de beslissing bedoeld in de vorige leden, kan de |
directeur opdracht geven tot de schorsing van de betaling van de | directeur opdracht geven tot de schorsing van de betaling van de |
uitkeringen vanaf de voornoemde dag van uitwerking, indien de | uitkeringen vanaf de voornoemde dag van uitwerking, indien de |
schorsing aan de uitbetalingsinstelling ter kennis wordt gegeven in de | schorsing aan de uitbetalingsinstelling ter kennis wordt gegeven in de |
loop van de maand waarin het werkloosheidsbureau kennis heeft gekregen | loop van de maand waarin het werkloosheidsbureau kennis heeft gekregen |
van de feiten en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de | van de feiten en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de |
theoretische betaaldatum". De schorsing wordt evenwel ambtshalve | theoretische betaaldatum". De schorsing wordt evenwel ambtshalve |
opgeheven indien er geen beslissing genomen is binnen de termijn | opgeheven indien er geen beslissing genomen is binnen de termijn |
bedoeld in het tweede lid. | bedoeld in het tweede lid. |
In afwijking tot het derde lid, indien de schorsing niet is ter kennis | In afwijking tot het derde lid, indien de schorsing niet is ter kennis |
gegeven vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische | gegeven vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische |
betaaldatum", gaat de schorsing in : | betaaldatum", gaat de schorsing in : |
1° indien de kennisgeving plaatsvindt binnen de drie laatste | 1° indien de kennisgeving plaatsvindt binnen de drie laatste |
werkdagen, die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum" : de | werkdagen, die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum" : de |
eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving; | eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving; |
2° indien de kennisgeving plaatsvindt buiten de periode bedoeld in | 2° indien de kennisgeving plaatsvindt buiten de periode bedoeld in |
punt 1° : de eerste dag van de maand van de kennisgeving. | punt 1° : de eerste dag van de maand van de kennisgeving. |
Voor de toepassing van het derde en vierde lid geldt het volgende : | Voor de toepassing van het derde en vierde lid geldt het volgende : |
1° "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand | 1° "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand |
die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing. In | die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing. In |
voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de | voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de |
vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161, | vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161, |
vierde lid; | vierde lid; |
2° de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de | 2° de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de |
zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen. | zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen. |
Wanneer de werkloze, die van mening is lichamelijk of mentaal niet of | Wanneer de werkloze, die van mening is lichamelijk of mentaal niet of |
niet meer geschikt te zijn voor het uitoefenen van een bepaalde | niet meer geschikt te zijn voor het uitoefenen van een bepaalde |
dienstbetrekking, in de zin van artikel 33 van het ministerieel | dienstbetrekking, in de zin van artikel 33 van het ministerieel |
besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de | besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de |
werkloosheidsreglementering, opgeroepen wordt voor een medisch | werkloosheidsreglementering, opgeroepen wordt voor een medisch |
onderzoek in de zin van artikel 141, wordt de termijn van één maand en | onderzoek in de zin van artikel 141, wordt de termijn van één maand en |
tien dagen verlengd met tien dagen. Indien het medisch onderzoek in | tien dagen verlengd met tien dagen. Indien het medisch onderzoek in |
toepassing van artikel 141, tweede lid, wordt uitgesteld, wordt de | toepassing van artikel 141, tweede lid, wordt uitgesteld, wordt de |
termijn van één maand en tien dagen ten belope van de duur van het | termijn van één maand en tien dagen ten belope van de duur van het |
uitstel verlengd. | uitstel verlengd. |
Indien het verhoor van de werkloze wordt verdaagd, wordt de termijn | Indien het verhoor van de werkloze wordt verdaagd, wordt de termijn |
van één maand en tien dagen op evenredige wijze verlengd. | van één maand en tien dagen op evenredige wijze verlengd. |
De beslissing bedoeld in de voorgaande leden heeft evenwel ten | De beslissing bedoeld in de voorgaande leden heeft evenwel ten |
vroegste uitwerking na het verstrijken van de periode van zes maanden | vroegste uitwerking na het verstrijken van de periode van zes maanden |
bedoeld in artikel 55, 2° of 4°, of de periode van drie maanden | bedoeld in artikel 55, 2° of 4°, of de periode van drie maanden |
bedoeld in artikel 131bis, § 4. | bedoeld in artikel 131bis, § 4. |
§ 2. De beslissing, genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis | § 2. De beslissing, genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis |
door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de | door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van | bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van |
werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week | werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week |
volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt | volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt |
aan de werkloze en aan de Rijksdienst. | aan de werkloze en aan de Rijksdienst. |
§ 3. Wanneer meerdere in dit artikel bedoelde beslissingen, terzelfder | § 3. Wanneer meerdere in dit artikel bedoelde beslissingen, terzelfder |
tijd moeten ingaan, wordt de totale duur van de uitsluiting bekomen | tijd moeten ingaan, wordt de totale duur van de uitsluiting bekomen |
door samentelling van de periodes van uitsluiting. Wanneer een periode | door samentelling van de periodes van uitsluiting. Wanneer een periode |
van uitsluiting zou moeten ingaan tijdens een andere periode van | van uitsluiting zou moeten ingaan tijdens een andere periode van |
uitsluiting, gaat ze in nadat deze laatste verstreken is. | uitsluiting, gaat ze in nadat deze laatste verstreken is. |
De ziekteperiode verlengt op evenredige wijze de duur van de | De ziekteperiode verlengt op evenredige wijze de duur van de |
uitsluiting op grond van de artikelen 52 en 52bis. | uitsluiting op grond van de artikelen 52 en 52bis. |
In afwijking van het vorige lid wordt de verlenging met de | In afwijking van het vorige lid wordt de verlenging met de |
ziekteperiode evenwel beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar | ziekteperiode evenwel beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar |
berekend van datum tot datum. | berekend van datum tot datum. |
De gewestinstelling bedoeld in § 2 maakt in zijn beslissing die zij | De gewestinstelling bedoeld in § 2 maakt in zijn beslissing die zij |
aan de werkloze meedeelt, melding van de principes vermeld in het | aan de werkloze meedeelt, melding van de principes vermeld in het |
eerste en het tweede lid.". | eerste en het tweede lid.". |
Art. 4.Artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 4.Artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 29 juni 2000, wordt aangevuld met een § 4, | koninklijk besluit van 29 juni 2000, wordt aangevuld met een § 4, |
luidend als volgt : | luidend als volgt : |
" § 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die, | " § 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die, |
ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus | ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus |
1980 tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke | 1980 tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke |
overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve | overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve |
beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen | beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen |
die hiermee verband houden, gelijkgesteld met de directeur.". | die hiermee verband houden, gelijkgesteld met de directeur.". |
Art. 5.Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 5.Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij het koninklijk | koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende | besluit van 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende |
bepalingen : | bepalingen : |
" § 2. De beslissing tot uitsluiting op grond van § 1, tweede lid, | " § 2. De beslissing tot uitsluiting op grond van § 1, tweede lid, |
genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, | genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, |
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve | instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve |
beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag | beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag |
van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de | van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de |
beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst. | beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst. |
De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover | De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover |
de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting beschikbaar te | de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting beschikbaar te |
zijn voor de arbeidsmarkt, | zijn voor de arbeidsmarkt, |
1° voor de periode van de onbeschikbaarheid, gesitueerd vanaf de dag | 1° voor de periode van de onbeschikbaarheid, gesitueerd vanaf de dag |
van uitwerking; | van uitwerking; |
2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de | 2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de |
onbeschikbaarheid voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt | onbeschikbaarheid voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt |
genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode.". | genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode.". |
Art. 6.In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 6.In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
koninklijke besluiten van 27 april 2001, 4 juli 2004, 15 juni 2006 en | koninklijke besluiten van 27 april 2001, 4 juli 2004, 15 juni 2006 en |
6 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | 6 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"De beslissing tot uitsluiting op grond van het tweede lid, genomen | "De beslissing tot uitsluiting op grond van het tweede lid, genomen |
door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de | door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van | bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van |
werklozen, heeft evenwel slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de | werklozen, heeft evenwel slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de |
vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de | vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de |
beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst." | beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst." |
2° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 2° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor | "De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor |
zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting ingeschreven | zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting ingeschreven |
te zijn als werkzoekende, | te zijn als werkzoekende, |
1° voor de periode van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het | 1° voor de periode van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het |
tweede lid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking; | tweede lid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking; |
2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de schrapping als | 2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de schrapping als |
werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de dag waarop | werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de dag waarop |
de beslissing wordt genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° | de beslissing wordt genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° |
vermelde periode." | vermelde periode." |
Art. 7.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk |
Art. 7.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 19 juni 2015 wordt een artikel 98ter ingevoegd, luidend | besluit van 19 juni 2015 wordt een artikel 98ter ingevoegd, luidend |
als volgt : | als volgt : |
" Art. 98ter.Voor de toepassing van de artikelen 89 en 97 moet de |
" Art. 98ter.Voor de toepassing van de artikelen 89 en 97 moet de |
vrijwillig deeltijdse werknemer evenveel halve uitkeringen bewijzen | vrijwillig deeltijdse werknemer evenveel halve uitkeringen bewijzen |
als het aantal uitkeringen dat vereist is voor de voltijdse werknemer. | als het aantal uitkeringen dat vereist is voor de voltijdse werknemer. |
Het ontvangen aantal halve uitkeringen mag evenwel slechts in rekening | Het ontvangen aantal halve uitkeringen mag evenwel slechts in rekening |
worden gebracht ten belope van ten hoogste 26 halve uitkeringen per | worden gebracht ten belope van ten hoogste 26 halve uitkeringen per |
maand. | maand. |
Het beheerscomité bepaalt de inhoud en het model van de documenten die | Het beheerscomité bepaalt de inhoud en het model van de documenten die |
gelden als aanvraag om vrijstelling bedoeld in de artikelen 89, 90, | gelden als aanvraag om vrijstelling bedoeld in de artikelen 89, 90, |
94bis tot 97. | 94bis tot 97. |
De directeur kan in de navermelde gevallen de werkloze die bewijst dat | De directeur kan in de navermelde gevallen de werkloze die bewijst dat |
hij te goeder trouw heeft gehandeld, gelijkstellen met een werkloze | hij te goeder trouw heeft gehandeld, gelijkstellen met een werkloze |
die voldeed aan de reglementaire bepalingen : | die voldeed aan de reglementaire bepalingen : |
1° het dossier van de werkloze werd ingediend bij een ander | 1° het dossier van de werkloze werd ingediend bij een ander |
werkloosheidsbureau dan datgene bedoeld in de artikelen 138, eerste | werkloosheidsbureau dan datgene bedoeld in de artikelen 138, eerste |
lid, 4° en 142; | lid, 4° en 142; |
2° de werkloze die verhuist heeft nagelaten een nieuw dossier in te | 2° de werkloze die verhuist heeft nagelaten een nieuw dossier in te |
dienen in toepassing van artikel 133, § 1, 6°, of van artikel 134, § | dienen in toepassing van artikel 133, § 1, 6°, of van artikel 134, § |
1, 1°. | 1, 1°. |
De personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere | De personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere |
wet van 8 augustus1980 tot hervorming der instellingen, door de | wet van 8 augustus1980 tot hervorming der instellingen, door de |
bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van | bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van |
de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de | de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de |
beslissingen die hiermee verband houden, kunnen de werkloze die | beslissingen die hiermee verband houden, kunnen de werkloze die |
bewijst dat hij zich te goeder trouw heeft ingeschreven als | bewijst dat hij zich te goeder trouw heeft ingeschreven als |
werkzoekende bij een andere gewestelijke dienst voor | werkzoekende bij een andere gewestelijke dienst voor |
arbeidsbemiddeling dan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 58, | arbeidsbemiddeling dan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 58, |
gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire | gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire |
bepalingen.". | bepalingen.". |
Art. 8.In artikel 133, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd |
Art. 8.In artikel 133, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° het 10°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1997, | 1° het 10°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1997, |
wordt vervangen door de volgende bepaling : | wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"10° de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met | "10° de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met |
activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 152quater, bij de aanvang | activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 152quater, bij de aanvang |
van de tewerkstelling;"; | van de tewerkstelling;"; |
2° 11° wordt opgeheven; | 2° 11° wordt opgeheven; |
3° 12° wordt opgeheven. | 3° 12° wordt opgeheven. |
Art. 9.In artikel 137, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd |
Art. 9.In artikel 137, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd |
bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende | bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° het 4°, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 juni 2001, wordt | 1° het 4°, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 juni 2001, wordt |
hersteld als volgt : | hersteld als volgt : |
« 4° aan de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling | « 4° aan de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling |
met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 138quinquies, het | met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 138quinquies, het |
"bewijs van aanvang van een tewerkstelling met | "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met |
activeringsuitkeringen", bij de aanvang van de tewerkstelling; dit | activeringsuitkeringen", bij de aanvang van de tewerkstelling; dit |
document bevat eveneens de verklaring van de werkgever bedoeld in | document bevat eveneens de verklaring van de werkgever bedoeld in |
artikel 152quater, § 7 »; | artikel 152quater, § 7 »; |
2° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 2° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
" 5° aan de werknemer bedoeld in 4°, het | " 5° aan de werknemer bedoeld in 4°, het |
"activeringsvergoedingsbewijs", na het verstrijken van elke | "activeringsvergoedingsbewijs", na het verstrijken van elke |
kalendermaand. Dit bewijs vervangt de controlekaart voor de toepassing | kalendermaand. Dit bewijs vervangt de controlekaart voor de toepassing |
van artikel 160"; | van artikel 160"; |
3° het 6° wordt opgeheven. | 3° het 6° wordt opgeheven. |
Art. 10.In artikel 138bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 10.In artikel 138bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 12 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk | koninklijk besluit van 12 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 22 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | besluit van 22 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende bepaling : |
" Art. 138bis.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de |
" Art. 138bis.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de |
wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari | wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari |
2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale | 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale |
zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen | zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen |
ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde de | ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde de |
gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers, | gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers, |
door middel van een elektronische techniek overmaken :"; | door middel van een elektronische techniek overmaken :"; |
2° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 2° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"4° het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met | "4° het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met |
activeringsuitkeringen", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, | activeringsuitkeringen", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, |
4°;"; | 4°;"; |
3° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 3° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
"5° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, | "5° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, |
eerste lid, 5°;"; | eerste lid, 5°;"; |
4° het 10° wordt opgeheven. | 4° het 10° wordt opgeheven. |
Art. 11.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk |
Art. 11.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 19 juni 2015 wordt in titel II een hoofdstuk Vbis | besluit van 19 juni 2015 wordt in titel II een hoofdstuk Vbis |
ingevoegd, dat de artikelen 152bis tot 152sexies omvat, luidende : | ingevoegd, dat de artikelen 152bis tot 152sexies omvat, luidende : |
"Hoofdstuk Vbis - Bijzondere regelen betreffende de activiteiten van | "Hoofdstuk Vbis - Bijzondere regelen betreffende de activiteiten van |
de Rijksdienst als operator of als instelling belast met de materiële | de Rijksdienst als operator of als instelling belast met de materiële |
uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen | uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen |
Art. 152bis.De werking van de Rijksdienst als administratieve en |
Art. 152bis.De werking van de Rijksdienst als administratieve en |
technische operator of als instelling belast met de materiële | technische operator of als instelling belast met de materiële |
uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen | uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen |
overeenkomstig artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, 7°, b) en 11° van de | overeenkomstig artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, 7°, b) en 11° van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
wordt inzonderheid geregeld door de bepalingen van dit Hoofdstuk. | wordt inzonderheid geregeld door de bepalingen van dit Hoofdstuk. |
De specifieke regeling inzake bevoegdheid zijn opgenomen in de | De specifieke regeling inzake bevoegdheid zijn opgenomen in de |
artikelen 142, § 2, 143, 146 en 170. | artikelen 142, § 2, 143, 146 en 170. |
Art. 152ter.De specifieke bepalingen inzake de controle op de |
Art. 152ter.De specifieke bepalingen inzake de controle op de |
passieve beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, van | passieve beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, van |
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
zijn opgenomen in de artikelen 51, § 2, 53, §§ 2 en 3, 53bis, § 4, 56, | zijn opgenomen in de artikelen 51, § 2, 53, §§ 2 en 3, 53bis, § 4, 56, |
§ 2, 58 en 98ter. | § 2, 58 en 98ter. |
Art. 152quater.§ 1. Dit artikel betreft de uitbetaling van de |
Art. 152quater.§ 1. Dit artikel betreft de uitbetaling van de |
activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de | activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. |
§ 2. Het dossier bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, moet via de | § 2. Het dossier bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, moet via de |
uitbetalingsinstelling bij het werkloosheidsbureau ingediend worden | uitbetalingsinstelling bij het werkloosheidsbureau ingediend worden |
binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de | binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de |
tewerkstelling een aanvang neemt. | tewerkstelling een aanvang neemt. |
De stukken die als uitkeringsaanvraag gelden, welke stukken het | De stukken die als uitkeringsaanvraag gelden, welke stukken het |
dossier inzonderheid moet bevatten om volledig te zijn en de wijze | dossier inzonderheid moet bevatten om volledig te zijn en de wijze |
waarop en de termijnen waarbinnen de stukken door de werkloze aan de | waarop en de termijnen waarbinnen de stukken door de werkloze aan de |
uitbetalingsinstelling, en door deze aan het werkloosheidsbureau | uitbetalingsinstelling, en door deze aan het werkloosheidsbureau |
worden bezorgd, wordt voor het overige geregeld overeenkomstig de | worden bezorgd, wordt voor het overige geregeld overeenkomstig de |
bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°. | bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°. |
In geval van laattijdige ontvangst van het volledige dossier wordt het | In geval van laattijdige ontvangst van het volledige dossier wordt het |
recht op uitkeringen toegekend vanaf de datum bepaald krachtens | recht op uitkeringen toegekend vanaf de datum bepaald krachtens |
artikel 147, derde lid. | artikel 147, derde lid. |
Het recht wordt evenwel toegekend vanaf de aanvang van de | Het recht wordt evenwel toegekend vanaf de aanvang van de |
tewerkstelling, indien de werkgever aantoont dat de | tewerkstelling, indien de werkgever aantoont dat de |
arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit | arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit |
dat een activeringsuitkering in mindering zal worden gebracht van het | dat een activeringsuitkering in mindering zal worden gebracht van het |
nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon | nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon |
ook effectief in mindering werd gebracht. | ook effectief in mindering werd gebracht. |
§ 3. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit vereist, moet | § 3. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit vereist, moet |
het dossier vergezeld zijn van een beslissing van de bevoegde | het dossier vergezeld zijn van een beslissing van de bevoegde |
gewestinstelling waaruit blijkt dat voor de betreffende tewerkstelling | gewestinstelling waaruit blijkt dat voor de betreffende tewerkstelling |
een recht op activeringsuitkeringen werd toegekend, behalve indien | een recht op activeringsuitkeringen werd toegekend, behalve indien |
deze beslissing rechtstreeks door de gewestinstelling aan de | deze beslissing rechtstreeks door de gewestinstelling aan de |
Rijksdienst wordt meegedeeld. | Rijksdienst wordt meegedeeld. |
§ 4. Het bedrag van de activeringsuitkering voor de betreffende maand | § 4. Het bedrag van de activeringsuitkering voor de betreffende maand |
wordt bekomen door toepassing van de volgende formule : | wordt bekomen door toepassing van de volgende formule : |
Het theoretische maandbedrag dat geldt overeenkomstig de toepasselijke | Het theoretische maandbedrag dat geldt overeenkomstig de toepasselijke |
regelgeving wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan : | regelgeving wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan : |
1° de teller gelijk is aan het aantal uren waarvoor loon verschuldigd | 1° de teller gelijk is aan het aantal uren waarvoor loon verschuldigd |
is tijdens de periode gedekt door die arbeidsovereenkomst gelegen in | is tijdens de periode gedekt door die arbeidsovereenkomst gelegen in |
deze beschouwde kalendermaand; | deze beschouwde kalendermaand; |
2° de noemer gelijk aan 4 maal de factor S bedoeld in artikel 99, 2°. | 2° de noemer gelijk aan 4 maal de factor S bedoeld in artikel 99, 2°. |
Het resultaat wordt evenwel begrensd tot het theoretische maandbedrag | Het resultaat wordt evenwel begrensd tot het theoretische maandbedrag |
en tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende maand | en tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende maand |
recht heeft. | recht heeft. |
§ 5. De betaling van de uitkeringen gebeurt op grond van een | § 5. De betaling van de uitkeringen gebeurt op grond van een |
maandelijks door de werkgever in te vullen formulier, bevattende de | maandelijks door de werkgever in te vullen formulier, bevattende de |
vereiste loon- en arbeidstijdgegevens, bedoeld in artikel 137, § 1, | vereiste loon- en arbeidstijdgegevens, bedoeld in artikel 137, § 1, |
eerste lid, 5°. | eerste lid, 5°. |
De betaling kan gebeuren voor de duur van de ononderbroken | De betaling kan gebeuren voor de duur van de ononderbroken |
tewerkstelling op grond van één of meerdere arbeidsovereenkomsten, | tewerkstelling op grond van één of meerdere arbeidsovereenkomsten, |
gelegen in de periode waarvoor de activeringsuitkering kan worden | gelegen in de periode waarvoor de activeringsuitkering kan worden |
genoten, behoudens : | genoten, behoudens : |
1° mededeling door de bevoegde gewestinstelling van de stopzetting van | 1° mededeling door de bevoegde gewestinstelling van de stopzetting van |
het voordeel; | het voordeel; |
2° de aanwezigheid van een vergoedbaarheidsbeletsel voorzien in de | 2° de aanwezigheid van een vergoedbaarheidsbeletsel voorzien in de |
regelgeving van het bevoegde gewest; | regelgeving van het bevoegde gewest; |
3° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd overeenkomstig | 3° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd overeenkomstig |
artikel 64 of het aanspraak kunnen maken op een volledig pensioen | artikel 64 of het aanspraak kunnen maken op een volledig pensioen |
overeenkomstig artikel 65. | overeenkomstig artikel 65. |
De betaling van de uitkeringen wordt geregeld door de artikelen van | De betaling van de uitkeringen wordt geregeld door de artikelen van |
Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII - | Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII - |
Indiening en verificatie van de betalingen. | Indiening en verificatie van de betalingen. |
§ 6. Voor de toepassing van de bepalingen in dit besluit waarbij | § 6. Voor de toepassing van de bepalingen in dit besluit waarbij |
rekening wordt gehouden met de bezoldiging van een werknemer, worden | rekening wordt gehouden met de bezoldiging van een werknemer, worden |
de activeringsuitkering geacht integraal deel uit te maken van de | de activeringsuitkering geacht integraal deel uit te maken van de |
bezoldiging. | bezoldiging. |
§ 7. Het document bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, bevat | § 7. Het document bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, bevat |
eveneens de volgende verbintenissen van de werkgever : | eveneens de volgende verbintenissen van de werkgever : |
1° de werkgever brengt de activeringsuitkering in mindering van het | 1° de werkgever brengt de activeringsuitkering in mindering van het |
door hem te betalen nettoloon voor de beschouwde maand; | door hem te betalen nettoloon voor de beschouwde maand; |
2° in geval de activeringsuitkering, ingevolge een laattijdige | 2° in geval de activeringsuitkering, ingevolge een laattijdige |
ontvangst van het volledig dossier door de Rijksdienst, niet wordt | ontvangst van het volledig dossier door de Rijksdienst, niet wordt |
toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, mag de werkgever | toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, mag de werkgever |
voor de periode die voorafgaat aan de maand waarin de laattijdige | voor de periode die voorafgaat aan de maand waarin de laattijdige |
ontvangst gesitueerd is, de activeringsuitkering niet in mindering | ontvangst gesitueerd is, de activeringsuitkering niet in mindering |
brengen van het door hem te betalen nettoloon. Deze bepaling geldt | brengen van het door hem te betalen nettoloon. Deze bepaling geldt |
evenwel niet indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst | evenwel niet indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst |
of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een | of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een |
activeringsuitkering in mindering wordt gebracht van het nettoloon, en | activeringsuitkering in mindering wordt gebracht van het nettoloon, en |
dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief | dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief |
in mindering werd gebracht; | in mindering werd gebracht; |
3° de werkgever stelt het werkloosheidsbureau in kennis van een | 3° de werkgever stelt het werkloosheidsbureau in kennis van een |
arbeidsongeval dat de werknemer overkomt en hij verricht, in geval van | arbeidsongeval dat de werknemer overkomt en hij verricht, in geval van |
terugbetaling door de arbeidsongevallenverzekeraar, aan de Rijksdienst | terugbetaling door de arbeidsongevallenverzekeraar, aan de Rijksdienst |
een betaling van een bedrag gelijk aan het resultaat van de formule : | een betaling van een bedrag gelijk aan het resultaat van de formule : |
A X B X C/D, waarbij : | A X B X C/D, waarbij : |
Agelijk is aan 0,9; | Agelijk is aan 0,9; |
B gelijk is aan de uitkering betaald voor de beschouwde maand; | B gelijk is aan de uitkering betaald voor de beschouwde maand; |
C gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de periode van | C gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de periode van |
arbeidsongeschiktheid in de beschouwde maand; | arbeidsongeschiktheid in de beschouwde maand; |
D gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de beschouwde | D gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de beschouwde |
maand. | maand. |
§ 8. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit voorziet, en | § 8. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit voorziet, en |
binnen de in deze regelgeving voorziene grenzen, worden de voordelen | binnen de in deze regelgeving voorziene grenzen, worden de voordelen |
die werden toegekend voor een tewerkstelling, opnieuw toegekend voor | die werden toegekend voor een tewerkstelling, opnieuw toegekend voor |
een nieuwe niet-aansluitende tewerkstelling van dezelfde werknemer bij | een nieuwe niet-aansluitende tewerkstelling van dezelfde werknemer bij |
dezelfde werkgever. | dezelfde werkgever. |
In dat geval | In dat geval |
1° moet de werkgever niet opnieuw het formulier bedoeld in artikel | 1° moet de werkgever niet opnieuw het formulier bedoeld in artikel |
137, § 1, eerste lid, 4°, afleveren; | 137, § 1, eerste lid, 4°, afleveren; |
2° wordt niet opnieuw een dossier ingediend in toepassing van artikel | 2° wordt niet opnieuw een dossier ingediend in toepassing van artikel |
133, § 1, 10°; | 133, § 1, 10°; |
3° wordt, voor de toepassing van § 5, tweede lid, abstractie gemaakt | 3° wordt, voor de toepassing van § 5, tweede lid, abstractie gemaakt |
van onderbrekingen in de tewerkstelling. | van onderbrekingen in de tewerkstelling. |
Art. 152quinquies.§ 1. De beslissingen omtrent het behoud van |
Art. 152quinquies.§ 1. De beslissingen omtrent het behoud van |
uitkeringen en de beslissingen omtrent de vrijstelling van | uitkeringen en de beslissingen omtrent de vrijstelling van |
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies, | beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies, |
beroepsopleiding en stage, worden in toepassing van artikel 6, § 1, | beroepsopleiding en stage, worden in toepassing van artikel 6, § 1, |
IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen genomen door de personen die door de bevoegde | instellingen genomen door de personen die door de bevoegde |
gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld. | gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld. |
De in het eerste lid bedoelde beslissingen en de overeenkomsten voor | De in het eerste lid bedoelde beslissingen en de overeenkomsten voor |
beroepsopleiding maken in voorkomend geval melding van het feit dat de | beroepsopleiding maken in voorkomend geval melding van het feit dat de |
studies, beroepsopleiding of stage overeenkomstig artikel 35nonies, § | studies, beroepsopleiding of stage overeenkomstig artikel 35nonies, § |
2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de | 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten beschouwd kunnen | financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten beschouwd kunnen |
worden als voorbereidend op een knelpuntberoep. | worden als voorbereidend op een knelpuntberoep. |
§ 2. De Rijksdienst maakt de aanvragen om behoud van uitkeringen en om | § 2. De Rijksdienst maakt de aanvragen om behoud van uitkeringen en om |
vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van | vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van |
studies en stage, die hij zou ontvangen, over aan de bevoegde | studies en stage, die hij zou ontvangen, over aan de bevoegde |
gewestinstelling, behalve indien de gewestinstelling toegang heeft tot | gewestinstelling, behalve indien de gewestinstelling toegang heeft tot |
de betreffende gegevensbank van de Rijksdienst die toelaat de | de betreffende gegevensbank van de Rijksdienst die toelaat de |
aanvragen te raadplegen. | aanvragen te raadplegen. |
§ 3. De door de bevoegde gewestinstelling toegekende vrijstelling van | § 3. De door de bevoegde gewestinstelling toegekende vrijstelling van |
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt houdt een vrijstelling in van de | beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt houdt een vrijstelling in van de |
toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56, 58 en | toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56, 58 en |
74, § 3, alsmede van de procedure betreffende de controle van het | 74, § 3, alsmede van de procedure betreffende de controle van het |
actief zoekgedrag naar werk als uitkeringsgerechtigd volledig | actief zoekgedrag naar werk als uitkeringsgerechtigd volledig |
werkloze. | werkloze. |
De beslissing omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de | De beslissing omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de |
arbeidsmarkt, heeft eveneens betrekking op de toepassing van artikel | arbeidsmarkt, heeft eveneens betrekking op de toepassing van artikel |
66, in geval de studies, de opleiding of de stage in het buitenland | 66, in geval de studies, de opleiding of de stage in het buitenland |
wordt gevolgd. | wordt gevolgd. |
De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen | De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen |
toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die | toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die |
zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling. | zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling. |
§ 4. De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene | § 4. De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene |
wijze meedelen welke studies, beroepsopleiding en stages gevolgd | wijze meedelen welke studies, beroepsopleiding en stages gevolgd |
kunnen worden met behoud van uitkeringen doch zonder vrijstelling van | kunnen worden met behoud van uitkeringen doch zonder vrijstelling van |
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zonder dat een individuele | beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zonder dat een individuele |
beslissing wordt genomen. | beslissing wordt genomen. |
De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze | De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze |
meedelen dat het afsluiten van een overeenkomst voor beroepsopleiding | meedelen dat het afsluiten van een overeenkomst voor beroepsopleiding |
in de zin van artikel 27, 6°, van rechtswege beschouwd wordt als een | in de zin van artikel 27, 6°, van rechtswege beschouwd wordt als een |
beslissing betreffende het behoud van uitkeringen en, in voorkomend | beslissing betreffende het behoud van uitkeringen en, in voorkomend |
geval, betreffende vrijstelling van beschikbaarheid voor de | geval, betreffende vrijstelling van beschikbaarheid voor de |
arbeidsmarkt. | arbeidsmarkt. |
§ 5. De Rijksdienst vermeldt de beslissingen die door de bevoegde | § 5. De Rijksdienst vermeldt de beslissingen die door de bevoegde |
gewestinstelling werden genomen en aan de Rijksdienst werden | gewestinstelling werden genomen en aan de Rijksdienst werden |
meegedeeld, de aangiften bedoeld in § 4, eerste lid, en de | meegedeeld, de aangiften bedoeld in § 4, eerste lid, en de |
overeenkomsten voor beroepsopleiding bedoeld in § 4, tweede lid, | overeenkomsten voor beroepsopleiding bedoeld in § 4, tweede lid, |
overeenkomstig artikel 146 op de uitkeringskaart. | overeenkomstig artikel 146 op de uitkeringskaart. |
§ 6. Voor zover de bevoegde gewestinstelling dit voorschrijft, moet de | § 6. Voor zover de bevoegde gewestinstelling dit voorschrijft, moet de |
volledig werkloze die een vrijstelling geniet maandelijks een | volledig werkloze die een vrijstelling geniet maandelijks een |
getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart, | getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart, |
behalve voor de maanden tijdens dewelke geen lessen worden | behalve voor de maanden tijdens dewelke geen lessen worden |
georganiseerd omwille van de vakantie. | georganiseerd omwille van de vakantie. |
De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het | De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het |
getuigschrift ongewettigd afwezig is. | getuigschrift ongewettigd afwezig is. |
Het model van het getuigschrift wordt in gemeen overleg tussen de | Het model van het getuigschrift wordt in gemeen overleg tussen de |
Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd. | Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd. |
Art. 152sexies.§ 1. In afwijking van artikel 44 kan de PWA-werknemer, |
Art. 152sexies.§ 1. In afwijking van artikel 44 kan de PWA-werknemer, |
voor zover hij voldoet aan de toelaatbaarheids- en de | voor zover hij voldoet aan de toelaatbaarheids- en de |
toekenningsvoorwaarden geldend voor volledig werklozen, aanspraak | toekenningsvoorwaarden geldend voor volledig werklozen, aanspraak |
maken op een PWA-inkomensgarantie-uitkering. Deze uitkering stemt | maken op een PWA-inkomensgarantie-uitkering. Deze uitkering stemt |
overeen met de uitkering waarop hij in toepassing van dit besluit | overeen met de uitkering waarop hij in toepassing van dit besluit |
recht heeft voor de beschouwde maand en wordt, ten belope van 2,96 | recht heeft voor de beschouwde maand en wordt, ten belope van 2,96 |
euro per uur van PWA-activiteit, beschouwd als een gedeelte van het | euro per uur van PWA-activiteit, beschouwd als een gedeelte van het |
loon waarop de PWA-werknemer recht heeft. De eventueel aan de | loon waarop de PWA-werknemer recht heeft. De eventueel aan de |
PWA-werknemer betaalde vergoeding om zijn reële verplaatsingskosten te | PWA-werknemer betaalde vergoeding om zijn reële verplaatsingskosten te |
dekken wordt niet als loon beschouwd. | dekken wordt niet als loon beschouwd. |
Voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 110, 114, § 4, | Voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 110, 114, § 4, |
en 124, tweede lid, die betrekking hebben op het inkomen van de | en 124, tweede lid, die betrekking hebben op het inkomen van de |
werkloze of van zijn gezinsleden, wordt abstractie gemaakt van het | werkloze of van zijn gezinsleden, wordt abstractie gemaakt van het |
bedrag van de PWA-cheques dat aan de PWA-werknemer betaald wordt. | bedrag van de PWA-cheques dat aan de PWA-werknemer betaald wordt. |
§ 2. De PWA-werknemer moet in het bezit zijn van een | § 2. De PWA-werknemer moet in het bezit zijn van een |
prestatieformulier waaruit blijkt dat de door hem verrichte prestaties | prestatieformulier waaruit blijkt dat de door hem verrichte prestaties |
activiteiten zijn die verricht worden in het kader van de | activiteiten zijn die verricht worden in het kader van de |
PWA-regeling. Het model van het prestatieformulier wordt in gemeen | PWA-regeling. Het model van het prestatieformulier wordt in gemeen |
overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling | overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling |
vastgelegd. | vastgelegd. |
Indien de werkloze niet voldoet aan de vereiste van het eerste lid, | Indien de werkloze niet voldoet aan de vereiste van het eerste lid, |
wordt de activiteit beschouwd als arbeid in de zin van artikel 45. | wordt de activiteit beschouwd als arbeid in de zin van artikel 45. |
§ 3. De werkloze wordt tijdens de maanden waarin hij de PWA-activiteit | § 3. De werkloze wordt tijdens de maanden waarin hij de PWA-activiteit |
van stadswachter uitoefent, vrijgesteld van de toepassing van de | van stadswachter uitoefent, vrijgesteld van de toepassing van de |
artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. | artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. |
De werkloze die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid van ten | De werkloze die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid van ten |
minste 33 pct. heeft, vastgesteld overeenkomstig de procedure voorzien | minste 33 pct. heeft, vastgesteld overeenkomstig de procedure voorzien |
in artikel 141, en aantoont dat hij ten minste 180 PWA-activiteitsuren | in artikel 141, en aantoont dat hij ten minste 180 PWA-activiteitsuren |
gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes | gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes |
kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt | kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt |
gevraagd, wordt vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § | gevraagd, wordt vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § |
1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. | 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. |
De vrijstelling bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van | De vrijstelling bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van |
ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze | ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze |
opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden | opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden |
vervult. | vervult. |
De referteperiode bedoeld in het tweede lid wordt verlengd met de duur | De referteperiode bedoeld in het tweede lid wordt verlengd met de duur |
van de periodes van arbeid in loondienst en van de vergoede periodes | van de periodes van arbeid in loondienst en van de vergoede periodes |
van arbeidsongeschiktheid. Bij de vaststelling van de duur van deze | van arbeidsongeschiktheid. Bij de vaststelling van de duur van deze |
gebeurtenissen wordt slechts rekening gehouden met volledige | gebeurtenissen wordt slechts rekening gehouden met volledige |
ononderbroken maanden. | ononderbroken maanden. |
De periode van vrijstelling van zes maanden bedoeld in het tweede lid, | De periode van vrijstelling van zes maanden bedoeld in het tweede lid, |
kan op vraag van de werknemer verlengd worden met een aantal volledige | kan op vraag van de werknemer verlengd worden met een aantal volledige |
kalendermaanden gelijk aan het aantal maanden waarvoor de werkloze een | kalendermaanden gelijk aan het aantal maanden waarvoor de werkloze een |
uitkering met toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en | uitkering met toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en |
invaliditeitsverzekering, ontving. Hierbij wordt evenwel slechts | invaliditeitsverzekering, ontving. Hierbij wordt evenwel slechts |
rekening gehouden met ziekteperiodes, die gelegen zijn in de periode | rekening gehouden met ziekteperiodes, die gelegen zijn in de periode |
van vrijstelling of die daar aansluitend op volgen. | van vrijstelling of die daar aansluitend op volgen. |
§ 4. In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een | § 4. In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een |
ongeval overkomen in het kader van een PWA-activiteit, blijft de | ongeval overkomen in het kader van een PWA-activiteit, blijft de |
werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van | werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van |
onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen. | onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen. |
De verzekeringsmaatschappij betaalt in geval van tijdelijke | De verzekeringsmaatschappij betaalt in geval van tijdelijke |
arbeidsongeschiktheid, in afwijking van de artikelen 22 tot 23bis en | arbeidsongeschiktheid, in afwijking van de artikelen 22 tot 23bis en |
34 tot 39 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, per | 34 tot 39 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, per |
dag van ongeschiktheid met uitsluiting van de zondag : | dag van ongeschiktheid met uitsluiting van de zondag : |
1° aan de Rijksdienst, voor de werkloze gerechtigd op zes | 1° aan de Rijksdienst, voor de werkloze gerechtigd op zes |
daguitkeringen per week, een bedrag dat correspondeert met de | daguitkeringen per week, een bedrag dat correspondeert met de |
daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had, | daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had, |
gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer; | gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer; |
2° aan de Rijksdienst, voor de werkloze die als vrijwillig deeltijdse | 2° aan de Rijksdienst, voor de werkloze die als vrijwillig deeltijdse |
werknemer gerechtigd is op halve daguitkeringen, een bedrag dat | werknemer gerechtigd is op halve daguitkeringen, een bedrag dat |
correspondeert met de halve daguitkering waarop de werkloze de dag | correspondeert met de halve daguitkering waarop de werkloze de dag |
vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag | vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag |
geldende indexcijfer en vermenigvuldigd met 1/6e van het wekelijks | geldende indexcijfer en vermenigvuldigd met 1/6e van het wekelijks |
aantal halve uitkeringen.". | aantal halve uitkeringen.". |
Art. 12.Artikel 142 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 12.Artikel 142 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 6 februari 2003, waarvan de bestaande tekst | koninklijk besluit van 6 februari 2003, waarvan de bestaande tekst |
paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende | paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende |
: | : |
" § 2. In afwijking van § 1 worden de beslissingen bedoeld in artikel | " § 2. In afwijking van § 1 worden de beslissingen bedoeld in artikel |
6, § 1, IX, 5°, 6°, en in voorkomend geval in 7°, b), van de | 6, § 1, IX, 5°, 6°, en in voorkomend geval in 7°, b), van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
evenwel genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke | evenwel genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke |
overheden hiertoe zijn aangesteld. | overheden hiertoe zijn aangesteld. |
Het eerste lid heeft geen betrekking op de beslissingen die betrekking | Het eerste lid heeft geen betrekking op de beslissingen die betrekking |
hebben op de taken van de Rijksdienst als administratief en technisch | hebben op de taken van de Rijksdienst als administratief en technisch |
operator. Het betreft inzonderheid : | operator. Het betreft inzonderheid : |
1° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk V - Procedure, indien de | 1° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk V - Procedure, indien de |
Rijksdienst als administratieve en technische operator een aanvraag | Rijksdienst als administratieve en technische operator een aanvraag |
moet ontvangen en behandelen of indien hij beslissingen van de | moet ontvangen en behandelen of indien hij beslissingen van de |
bevoegde gewestinstelling moet meedelen aan de | bevoegde gewestinstelling moet meedelen aan de |
uitbetalingsinstellingen; | uitbetalingsinstellingen; |
2° de beslissingen betreffende de terugvordering van uitkeringen, | 2° de beslissingen betreffende de terugvordering van uitkeringen, |
bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, indien de | bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, indien de |
Rijksdienst vaststelt dat uitkeringen werden genoten in strijd met de | Rijksdienst vaststelt dat uitkeringen werden genoten in strijd met de |
beslissing van de bevoegde gewestinstelling; | beslissing van de bevoegde gewestinstelling; |
3° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van | 3° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van |
uitkeringen, ter uitvoering van een beslissing van de bevoegde | uitkeringen, ter uitvoering van een beslissing van de bevoegde |
gewestinstelling die leidt tot de ontzegging van uitkeringen voor een | gewestinstelling die leidt tot de ontzegging van uitkeringen voor een |
periode gesitueerd in het verleden; de Rijksdienst neemt in dat geval | periode gesitueerd in het verleden; de Rijksdienst neemt in dat geval |
een beslissing tot terugvordering van de reeds betaalde uitkeringen, | een beslissing tot terugvordering van de reeds betaalde uitkeringen, |
gebaseerd op de beslissing tot ontzegging van de bevoegde | gebaseerd op de beslissing tot ontzegging van de bevoegde |
gewestinstelling; | gewestinstelling; |
4° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk VII - Betaling van de | 4° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk VII - Betaling van de |
uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de | uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de |
betalingen.". | betalingen.". |
Art. 13.Artikel 143 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de |
Art. 13.Artikel 143 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
" Art. 143.De directeur en de in artikel 142, § 2, eerste lid, |
" Art. 143.De directeur en de in artikel 142, § 2, eerste lid, |
bedoelde personen kunnen eveneens beslissingen nemen inzake het recht | bedoelde personen kunnen eveneens beslissingen nemen inzake het recht |
op uitkeringen ten aanzien van de werknemer die, de dag waarop de | op uitkeringen ten aanzien van de werknemer die, de dag waarop de |
beslissing wordt genomen, de dag waarop ze ter kennis wordt gebracht | beslissing wordt genomen, de dag waarop ze ter kennis wordt gebracht |
of de dag waarop ze in werking moet treden, geen uitkeringen verkregen | of de dag waarop ze in werking moet treden, geen uitkeringen verkregen |
of aangevraagd heeft.". | of aangevraagd heeft.". |
Art. 14.Artikel 144, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt |
Art. 14.Artikel 144, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
" Art. 144.§ 1. Vooraleer in toepassing van artikel 142, § 1, of 149 |
" Art. 144.§ 1. Vooraleer in toepassing van artikel 142, § 1, of 149 |
door de directeur een beslissing genomen wordt inzake ontzegging, | door de directeur een beslissing genomen wordt inzake ontzegging, |
uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, wordt de | uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, wordt de |
werknemer opgeroepen om gehoord te worden omtrent de feitelijke | werknemer opgeroepen om gehoord te worden omtrent de feitelijke |
grondslag van de beslissing en omtrent zijn verweermiddelen.". | grondslag van de beslissing en omtrent zijn verweermiddelen.". |
Art. 15.Artikel 145, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt |
Art. 15.Artikel 145, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
" Art. 145.De beslissing van de directeur over het recht op |
" Art. 145.De beslissing van de directeur over het recht op |
uitkeringen wordt genomen binnen een termijn van één maand, te rekenen | uitkeringen wordt genomen binnen een termijn van één maand, te rekenen |
vanaf de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau in het | vanaf de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau in het |
bezit is van het volledig dossier. ". | bezit is van het volledig dossier. ". |
Art. 16.In artikel 146 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 16.In artikel 146 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
koninklijke besluiten van 30 april 1999, 5 september 2002 en 7 april | koninklijke besluiten van 30 april 1999, 5 september 2002 en 7 april |
2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
" Art. 146.De beslissing van de directeur wordt vermeld op een |
" Art. 146.De beslissing van de directeur wordt vermeld op een |
uitkeringskaart waarvan het model door de Rijksdienst is vastgesteld. | uitkeringskaart waarvan het model door de Rijksdienst is vastgesteld. |
Het werkloosheidsbureau maakt op deze uitkeringskaart ook melding van | Het werkloosheidsbureau maakt op deze uitkeringskaart ook melding van |
de beslissingen die worden genomen door de in artikel 142, § 2, eerste | de beslissingen die worden genomen door de in artikel 142, § 2, eerste |
lid, bedoelde personen."; | lid, bedoelde personen."; |
2° de inleidende zin van het vierde lid wordt vervangen door de | 2° de inleidende zin van het vierde lid wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
"De beslissing van de directeur wordt bovendien ter kennis gebracht | "De beslissing van de directeur wordt bovendien ter kennis gebracht |
van de werkloze bij gewone brief indien de beslissing leidt tot : ". | van de werkloze bij gewone brief indien de beslissing leidt tot : ". |
Art. 17.Artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt |
Art. 17.Artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
" Art. 170.De terugvordering van de onrechtmatig betaalde sommen wordt |
" Art. 170.De terugvordering van de onrechtmatig betaalde sommen wordt |
bevolen door de directeur of door de personen bedoeld in artikel 142, | bevolen door de directeur of door de personen bedoeld in artikel 142, |
§ 2, eerste lid, of door de bevoegde rechtsmacht. Het bedrag van de | § 2, eerste lid, of door de bevoegde rechtsmacht. Het bedrag van de |
terugvordering wordt ter kennis gebracht van de werkloze en van de | terugvordering wordt ter kennis gebracht van de werkloze en van de |
uitbetalingsinstelling.". | uitbetalingsinstelling.". |
Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 |
Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 |
tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk | tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk |
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering | besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering |
worden de volgende wijzigingen aangebracht aan artikel 138bis : | worden de volgende wijzigingen aangebracht aan artikel 138bis : |
1° het 1° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling | 1° het 1° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling |
: | : |
"1° het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, § | "1° het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, § |
1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;" | 1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;" |
2° het 2° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling | 2° het 2° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling |
: | : |
"2° de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,3°"; | "2° de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,3°"; |
3° het 7° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling | 3° het 7° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling |
: | : |
"7° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, | "7° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, |
eerste lid, 5°.". | eerste lid, 5°.". |
Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de |
Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de |
bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
In afwijking van het eerste lid heeft artikel 1 uitwerking met ingang | In afwijking van het eerste lid heeft artikel 1 uitwerking met ingang |
van 1 juli 2015 en treedt artikel 18 in werking op 1 januari 2016. | van 1 juli 2015 en treedt artikel 18 in werking op 1 januari 2016. |
De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening maakt evenwel verder toepassing | De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening maakt evenwel verder toepassing |
van de bepalingen, die golden voor de inwerkingtreding van dit | van de bepalingen, die golden voor de inwerkingtreding van dit |
besluit, zolang hij ter uitvoering van artikel 94, § 1, van de | besluit, zolang hij ter uitvoering van artikel 94, § 1, van de |
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en |
van de artikelen 75 en 77 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 | van de artikelen 75 en 77 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 |
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, | betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, |
gedurende een overgangsperiode verder belast blijft met de uitvoering | gedurende een overgangsperiode verder belast blijft met de uitvoering |
van de betreffende overgedragen materie. | van de betreffende overgedragen materie. |
Art. 20.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 20.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 17 juli 2015. | Gegeven te Brussel, 17 juli 2015. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |