Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/07/2015
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming "
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
17 JULI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 17 JULI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27,
51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en
170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de
werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en
tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit
en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot
wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering,
in het kader van de Zesde Staatshervorming in het kader van de Zesde Staatshervorming
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid,
i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, l, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, l,
ingevoegd bij de wet van 8 oktober 2001 en gewijzigd bij de wet van 22 ingevoegd bij de wet van 8 oktober 2001 en gewijzigd bij de wet van 22
december 2003, § 1, derde lid m, ingevoegd bij het koninklijk besluit december 2003, § 1, derde lid m, ingevoegd bij het koninklijk besluit
van 14 december 1996, § 1, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 14 van 14 december 1996, § 1, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 14
februari 1961, § 1bis, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en februari 1961, § 1bis, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en
gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 24 december 2002, 8 gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 24 december 2002, 8
april 2003, 22 december 2003 en 20 juli 2006, § 1septies, tweede en april 2003, 22 december 2003 en 20 juli 2006, § 1septies, tweede en
derde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 1octies, derde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 1octies,
ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 2, gewijzigd bij de wetten ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 2, gewijzigd bij de wetten
van 14 februari 1961, 10 oktober 1967 en 8 april 2003, § 4, eerste van 14 februari 1961, 10 oktober 1967 en 8 april 2003, § 4, eerste
lid, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en artikel 8, § 4, lid, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en artikel 8, § 4,
derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de
wet van 7 april 1995 en § 5, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en wet van 7 april 1995 en § 5, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en
gewijzigd bij de wet van 7 april 1995; gewijzigd bij de wet van 7 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de
werkloosheidsreglementering; werkloosheidsreglementering;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van
de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25
november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 november 2014; Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 november 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20
maart 2015; maart 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op
29 april 2015; 29 april 2015;
Gelet op advies 57.604/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli Gelet op advies 57.604/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november

Artikel 1.In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november

1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij de 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 26 juni 2014 en 1 juli 2014, worden de koninklijke besluiten van 26 juni 2014 en 1 juli 2014, worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
1° het 14° wordt vervangen door de volgende bepaling : 1° het 14° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"14° individueel actieplan : het actieplan op maat van de werkloze in "14° individueel actieplan : het actieplan op maat van de werkloze in
functie van zijn profiel, zijn behoeften en deze van de arbeidsmarkt, functie van zijn profiel, zijn behoeften en deze van de arbeidsmarkt,
dat aan de werkloze wordt voorgesteld door de bevoegde gewestelijke dat aan de werkloze wordt voorgesteld door de bevoegde gewestelijke
dienst voor arbeidsbemiddeling met als doel hem een nieuwe start aan dienst voor arbeidsbemiddeling met als doel hem een nieuwe start aan
te bieden onder de vorm van een individuele beroepskeuzebegeleiding, te bieden onder de vorm van een individuele beroepskeuzebegeleiding,
een begeleiding bij het zoeken naar werk, een opleiding of elke andere een begeleiding bij het zoeken naar werk, een opleiding of elke andere
maatregel die zijn beschikbaarheid of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt maatregel die zijn beschikbaarheid of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt
verhoogt, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald door het verhoogt, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald door het
federaal normatief kader dat vastgelegd werd in toepassing van artikel federaal normatief kader dat vastgelegd werd in toepassing van artikel
6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instelling; "; hervorming der instelling; ";
2° het 15° wordt vervangen door de volgende bepaling : 2° het 15° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"15° leerovereenkomst : de overeenkomst door dewelke de leerling, "15° leerovereenkomst : de overeenkomst door dewelke de leerling,
bedoeld in 17°, is verbonden;"; bedoeld in 17°, is verbonden;";
3° het wordt aangevuld met een 17° en 18°, luidend als volgt : 3° het wordt aangevuld met een 17° en 18°, luidend als volgt :
« 17° leerling : de leerling bedoeld in artikel 1bis van het « 17° leerling : de leerling bedoeld in artikel 1bis van het
koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen tot uitvoering van de koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen tot uitvoering van de
wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
18° onderbrekingsuitkeringen : de uitkeringen die door de Rijksdienst 18° onderbrekingsuitkeringen : de uitkeringen die door de Rijksdienst
worden toegekend in toepassing van artikel 7, § 1, derde lid, l, van worden toegekend in toepassing van artikel 7, § 1, derde lid, l, van
de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, alsmede de uitkeringen die door de bevoegde zekerheid der arbeiders, alsmede de uitkeringen die door de bevoegde
gewest- of gemeenschapsinstellingen worden toegekend in het kader van gewest- of gemeenschapsinstellingen worden toegekend in het kader van
een regeling die ingevolge artikel 65 van de bijzondere wet van 6 een regeling die ingevolge artikel 65 van de bijzondere wet van 6
januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in de plaats januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in de plaats
treedt van de regeling bedoeld in het voormelde artikel 7, § 1, derde treedt van de regeling bedoeld in het voormelde artikel 7, § 1, derde
lid, l. ». lid, l. ».

Art. 2.Artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het

Art. 2.Artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het

koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke
besluiten van 9 maart 2006, 14 juni 2007 en 22 april 2009, wordt besluiten van 9 maart 2006, 14 juni 2007 en 22 april 2009, wordt
vervangen door de volgende bepalingen : vervangen door de volgende bepalingen :
" § 2. Na advies van het beheerscomité bepaalt de Minister : " § 2. Na advies van het beheerscomité bepaalt de Minister :
1° de criteria van de passende dienstbetrekking; 1° de criteria van de passende dienstbetrekking;
2° de procedure welke door de Rijksdienst dient te worden gevolgd in 2° de procedure welke door de Rijksdienst dient te worden gevolgd in
geval van betwisting over de lichamelijke of mentale geschiktheid van geval van betwisting over de lichamelijke of mentale geschiktheid van
de werknemer om een dienstbetrekking uit te oefenen. de werknemer om een dienstbetrekking uit te oefenen.
De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld
in 2°, of conform de procedure die toepasselijk is bij de in 2°, of conform de procedure die toepasselijk is bij de
gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instelling bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instelling
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van
werklozen, wordt naargelang het geval beschouwd als werkloze wegens werklozen, wordt naargelang het geval beschouwd als werkloze wegens
omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid,
1° of 3°. 1° of 3°.
De werknemer die conform de procedure die toepasselijk is bij de De werknemer die conform de procedure die toepasselijk is bij de
gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van
werklozen als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel werklozen als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel
60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van 60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van
zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°.". zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°.".

Art. 3.Artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk

Art. 3.Artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk

besluit van 2 oktober 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten besluit van 2 oktober 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten
van 22 november 1995, 9 maart 2006, 7 juni 2009, 10 september 2010 en van 22 november 1995, 9 maart 2006, 7 juni 2009, 10 september 2010 en
6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen : 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
"

Art. 53.§ 1. De beslissing genomen in toepassing van de artikelen 52

"

Art. 53.§ 1. De beslissing genomen in toepassing van de artikelen 52

of 52bis door de directeur ingevolge een ontslag of werkverlating in of 52bis door de directeur ingevolge een ontslag of werkverlating in
de zin van artikel 51, heeft uitwerking vanaf de dag waarop het de zin van artikel 51, heeft uitwerking vanaf de dag waarop het
werkloosheidsbureau kennis kreeg van dit feit. In geval van ontslag of werkloosheidsbureau kennis kreeg van dit feit. In geval van ontslag of
werkverlating gevolgd door een uitkeringsaanvraag, wordt de datum van werkverlating gevolgd door een uitkeringsaanvraag, wordt de datum van
de uitkeringsaanvraag beschouwd als de dag waarop het de uitkeringsaanvraag beschouwd als de dag waarop het
werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit. werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit.
De beslissing heeft echter maar uitwerking te rekenen vanaf de maandag De beslissing heeft echter maar uitwerking te rekenen vanaf de maandag
die volgt op de afgifte ter post van de brief waarbij zij ter kennis die volgt op de afgifte ter post van de brief waarbij zij ter kennis
gegeven wordt aan de werkloze, wanneer deze beslissing niet genomen is gegeven wordt aan de werkloze, wanneer deze beslissing niet genomen is
binnen een termijn van één maand en tien dagen die ingaat de dag binnen een termijn van één maand en tien dagen die ingaat de dag
volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het
feit, of in geval van een feit gevolgd door een uitkeringsaanvraag, feit, of in geval van een feit gevolgd door een uitkeringsaanvraag,
bedoeld in het eerste lid, de dag volgend op deze waarop het bedoeld in het eerste lid, de dag volgend op deze waarop het
werkloosheidsbureau het volledig dossier ontving. werkloosheidsbureau het volledig dossier ontving.
In afwachting van de beslissing bedoeld in de vorige leden, kan de In afwachting van de beslissing bedoeld in de vorige leden, kan de
directeur opdracht geven tot de schorsing van de betaling van de directeur opdracht geven tot de schorsing van de betaling van de
uitkeringen vanaf de voornoemde dag van uitwerking, indien de uitkeringen vanaf de voornoemde dag van uitwerking, indien de
schorsing aan de uitbetalingsinstelling ter kennis wordt gegeven in de schorsing aan de uitbetalingsinstelling ter kennis wordt gegeven in de
loop van de maand waarin het werkloosheidsbureau kennis heeft gekregen loop van de maand waarin het werkloosheidsbureau kennis heeft gekregen
van de feiten en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de van de feiten en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de
theoretische betaaldatum". De schorsing wordt evenwel ambtshalve theoretische betaaldatum". De schorsing wordt evenwel ambtshalve
opgeheven indien er geen beslissing genomen is binnen de termijn opgeheven indien er geen beslissing genomen is binnen de termijn
bedoeld in het tweede lid. bedoeld in het tweede lid.
In afwijking tot het derde lid, indien de schorsing niet is ter kennis In afwijking tot het derde lid, indien de schorsing niet is ter kennis
gegeven vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische gegeven vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische
betaaldatum", gaat de schorsing in : betaaldatum", gaat de schorsing in :
1° indien de kennisgeving plaatsvindt binnen de drie laatste 1° indien de kennisgeving plaatsvindt binnen de drie laatste
werkdagen, die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum" : de werkdagen, die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum" : de
eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving; eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving;
2° indien de kennisgeving plaatsvindt buiten de periode bedoeld in 2° indien de kennisgeving plaatsvindt buiten de periode bedoeld in
punt 1° : de eerste dag van de maand van de kennisgeving. punt 1° : de eerste dag van de maand van de kennisgeving.
Voor de toepassing van het derde en vierde lid geldt het volgende : Voor de toepassing van het derde en vierde lid geldt het volgende :
1° "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand 1° "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand
die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing. In die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing. In
voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de
vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161, vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161,
vierde lid; vierde lid;
2° de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de 2° de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de
zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen. zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen.
Wanneer de werkloze, die van mening is lichamelijk of mentaal niet of Wanneer de werkloze, die van mening is lichamelijk of mentaal niet of
niet meer geschikt te zijn voor het uitoefenen van een bepaalde niet meer geschikt te zijn voor het uitoefenen van een bepaalde
dienstbetrekking, in de zin van artikel 33 van het ministerieel dienstbetrekking, in de zin van artikel 33 van het ministerieel
besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de
werkloosheidsreglementering, opgeroepen wordt voor een medisch werkloosheidsreglementering, opgeroepen wordt voor een medisch
onderzoek in de zin van artikel 141, wordt de termijn van één maand en onderzoek in de zin van artikel 141, wordt de termijn van één maand en
tien dagen verlengd met tien dagen. Indien het medisch onderzoek in tien dagen verlengd met tien dagen. Indien het medisch onderzoek in
toepassing van artikel 141, tweede lid, wordt uitgesteld, wordt de toepassing van artikel 141, tweede lid, wordt uitgesteld, wordt de
termijn van één maand en tien dagen ten belope van de duur van het termijn van één maand en tien dagen ten belope van de duur van het
uitstel verlengd. uitstel verlengd.
Indien het verhoor van de werkloze wordt verdaagd, wordt de termijn Indien het verhoor van de werkloze wordt verdaagd, wordt de termijn
van één maand en tien dagen op evenredige wijze verlengd. van één maand en tien dagen op evenredige wijze verlengd.
De beslissing bedoeld in de voorgaande leden heeft evenwel ten De beslissing bedoeld in de voorgaande leden heeft evenwel ten
vroegste uitwerking na het verstrijken van de periode van zes maanden vroegste uitwerking na het verstrijken van de periode van zes maanden
bedoeld in artikel 55, 2° of 4°, of de periode van drie maanden bedoeld in artikel 55, 2° of 4°, of de periode van drie maanden
bedoeld in artikel 131bis, § 4. bedoeld in artikel 131bis, § 4.
§ 2. De beslissing, genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis § 2. De beslissing, genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis
door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van
werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week
volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt
aan de werkloze en aan de Rijksdienst. aan de werkloze en aan de Rijksdienst.
§ 3. Wanneer meerdere in dit artikel bedoelde beslissingen, terzelfder § 3. Wanneer meerdere in dit artikel bedoelde beslissingen, terzelfder
tijd moeten ingaan, wordt de totale duur van de uitsluiting bekomen tijd moeten ingaan, wordt de totale duur van de uitsluiting bekomen
door samentelling van de periodes van uitsluiting. Wanneer een periode door samentelling van de periodes van uitsluiting. Wanneer een periode
van uitsluiting zou moeten ingaan tijdens een andere periode van van uitsluiting zou moeten ingaan tijdens een andere periode van
uitsluiting, gaat ze in nadat deze laatste verstreken is. uitsluiting, gaat ze in nadat deze laatste verstreken is.
De ziekteperiode verlengt op evenredige wijze de duur van de De ziekteperiode verlengt op evenredige wijze de duur van de
uitsluiting op grond van de artikelen 52 en 52bis. uitsluiting op grond van de artikelen 52 en 52bis.
In afwijking van het vorige lid wordt de verlenging met de In afwijking van het vorige lid wordt de verlenging met de
ziekteperiode evenwel beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar ziekteperiode evenwel beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar
berekend van datum tot datum. berekend van datum tot datum.
De gewestinstelling bedoeld in § 2 maakt in zijn beslissing die zij De gewestinstelling bedoeld in § 2 maakt in zijn beslissing die zij
aan de werkloze meedeelt, melding van de principes vermeld in het aan de werkloze meedeelt, melding van de principes vermeld in het
eerste en het tweede lid.". eerste en het tweede lid.".

Art. 4.Artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 4.Artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

koninklijk besluit van 29 juni 2000, wordt aangevuld met een § 4, koninklijk besluit van 29 juni 2000, wordt aangevuld met een § 4,
luidend als volgt : luidend als volgt :
" § 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die, " § 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die,
ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus
1980 tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke 1980 tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke
overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve
beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen
die hiermee verband houden, gelijkgesteld met de directeur.". die hiermee verband houden, gelijkgesteld met de directeur.".

Art. 5.Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het

Art. 5.Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het

koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende besluit van 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende
bepalingen : bepalingen :
" § 2. De beslissing tot uitsluiting op grond van § 1, tweede lid, " § 2. De beslissing tot uitsluiting op grond van § 1, tweede lid,
genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°,
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve
beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag
van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de
beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst. beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst.
De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover
de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting beschikbaar te de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting beschikbaar te
zijn voor de arbeidsmarkt, zijn voor de arbeidsmarkt,
1° voor de periode van de onbeschikbaarheid, gesitueerd vanaf de dag 1° voor de periode van de onbeschikbaarheid, gesitueerd vanaf de dag
van uitwerking; van uitwerking;
2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de 2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de
onbeschikbaarheid voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt onbeschikbaarheid voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt
genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode.". genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode.".

Art. 6.In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

Art. 6.In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

koninklijke besluiten van 27 april 2001, 4 juli 2004, 15 juni 2006 en koninklijke besluiten van 27 april 2001, 4 juli 2004, 15 juni 2006 en
6 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 6 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : 1° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De beslissing tot uitsluiting op grond van het tweede lid, genomen "De beslissing tot uitsluiting op grond van het tweede lid, genomen
door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van
werklozen, heeft evenwel slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de werklozen, heeft evenwel slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de
vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de
beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst." beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst."
2° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : 2° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor "De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor
zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting ingeschreven zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting ingeschreven
te zijn als werkzoekende, te zijn als werkzoekende,
1° voor de periode van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het 1° voor de periode van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het
tweede lid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking; tweede lid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking;
2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de schrapping als 2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de schrapping als
werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de dag waarop werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de dag waarop
de beslissing wordt genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1° de beslissing wordt genomen; deze periode kan samenvallen met de in 1°
vermelde periode." vermelde periode."

Art. 7.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk

Art. 7.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk

besluit van 19 juni 2015 wordt een artikel 98ter ingevoegd, luidend besluit van 19 juni 2015 wordt een artikel 98ter ingevoegd, luidend
als volgt : als volgt :
"

Art. 98ter.Voor de toepassing van de artikelen 89 en 97 moet de

"

Art. 98ter.Voor de toepassing van de artikelen 89 en 97 moet de

vrijwillig deeltijdse werknemer evenveel halve uitkeringen bewijzen vrijwillig deeltijdse werknemer evenveel halve uitkeringen bewijzen
als het aantal uitkeringen dat vereist is voor de voltijdse werknemer. als het aantal uitkeringen dat vereist is voor de voltijdse werknemer.
Het ontvangen aantal halve uitkeringen mag evenwel slechts in rekening Het ontvangen aantal halve uitkeringen mag evenwel slechts in rekening
worden gebracht ten belope van ten hoogste 26 halve uitkeringen per worden gebracht ten belope van ten hoogste 26 halve uitkeringen per
maand. maand.
Het beheerscomité bepaalt de inhoud en het model van de documenten die Het beheerscomité bepaalt de inhoud en het model van de documenten die
gelden als aanvraag om vrijstelling bedoeld in de artikelen 89, 90, gelden als aanvraag om vrijstelling bedoeld in de artikelen 89, 90,
94bis tot 97. 94bis tot 97.
De directeur kan in de navermelde gevallen de werkloze die bewijst dat De directeur kan in de navermelde gevallen de werkloze die bewijst dat
hij te goeder trouw heeft gehandeld, gelijkstellen met een werkloze hij te goeder trouw heeft gehandeld, gelijkstellen met een werkloze
die voldeed aan de reglementaire bepalingen : die voldeed aan de reglementaire bepalingen :
1° het dossier van de werkloze werd ingediend bij een ander 1° het dossier van de werkloze werd ingediend bij een ander
werkloosheidsbureau dan datgene bedoeld in de artikelen 138, eerste werkloosheidsbureau dan datgene bedoeld in de artikelen 138, eerste
lid, 4° en 142; lid, 4° en 142;
2° de werkloze die verhuist heeft nagelaten een nieuw dossier in te 2° de werkloze die verhuist heeft nagelaten een nieuw dossier in te
dienen in toepassing van artikel 133, § 1, 6°, of van artikel 134, § dienen in toepassing van artikel 133, § 1, 6°, of van artikel 134, §
1, 1°. 1, 1°.
De personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere De personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere
wet van 8 augustus1980 tot hervorming der instellingen, door de wet van 8 augustus1980 tot hervorming der instellingen, door de
bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van
de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de
beslissingen die hiermee verband houden, kunnen de werkloze die beslissingen die hiermee verband houden, kunnen de werkloze die
bewijst dat hij zich te goeder trouw heeft ingeschreven als bewijst dat hij zich te goeder trouw heeft ingeschreven als
werkzoekende bij een andere gewestelijke dienst voor werkzoekende bij een andere gewestelijke dienst voor
arbeidsbemiddeling dan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 58, arbeidsbemiddeling dan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 58,
gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire
bepalingen.". bepalingen.".

Art. 8.In artikel 133, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd

Art. 8.In artikel 133, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd

bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het 10°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1997, 1° het 10°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1997,
wordt vervangen door de volgende bepaling : wordt vervangen door de volgende bepaling :
"10° de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met "10° de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met
activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 152quater, bij de aanvang activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 152quater, bij de aanvang
van de tewerkstelling;"; van de tewerkstelling;";
2° 11° wordt opgeheven; 2° 11° wordt opgeheven;
3° 12° wordt opgeheven. 3° 12° wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel 137, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd

Art. 9.In artikel 137, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd

bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° het 4°, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 juni 2001, wordt 1° het 4°, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 juni 2001, wordt
hersteld als volgt : hersteld als volgt :
« 4° aan de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling « 4° aan de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling
met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 138quinquies, het met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 138quinquies, het
"bewijs van aanvang van een tewerkstelling met "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met
activeringsuitkeringen", bij de aanvang van de tewerkstelling; dit activeringsuitkeringen", bij de aanvang van de tewerkstelling; dit
document bevat eveneens de verklaring van de werkgever bedoeld in document bevat eveneens de verklaring van de werkgever bedoeld in
artikel 152quater, § 7 »; artikel 152quater, § 7 »;
2° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : 2° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 5° aan de werknemer bedoeld in 4°, het " 5° aan de werknemer bedoeld in 4°, het
"activeringsvergoedingsbewijs", na het verstrijken van elke "activeringsvergoedingsbewijs", na het verstrijken van elke
kalendermaand. Dit bewijs vervangt de controlekaart voor de toepassing kalendermaand. Dit bewijs vervangt de controlekaart voor de toepassing
van artikel 160"; van artikel 160";
3° het 6° wordt opgeheven. 3° het 6° wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 138bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 10.In artikel 138bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

koninklijk besluit van 12 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit van 12 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 22 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : besluit van 22 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende bepaling : 1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende bepaling :
"

Art. 138bis.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de

"

Art. 138bis.De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de

wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari
2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale
zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen
ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde de ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde de
gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers, gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers,
door middel van een elektronische techniek overmaken :"; door middel van een elektronische techniek overmaken :";
2° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : 2° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"4° het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met "4° het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met
activeringsuitkeringen", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, activeringsuitkeringen", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,
4°;"; 4°;";
3° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : 3° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"5° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, "5° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1,
eerste lid, 5°;"; eerste lid, 5°;";
4° het 10° wordt opgeheven. 4° het 10° wordt opgeheven.

Art. 11.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk

Art. 11.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk

besluit van 19 juni 2015 wordt in titel II een hoofdstuk Vbis besluit van 19 juni 2015 wordt in titel II een hoofdstuk Vbis
ingevoegd, dat de artikelen 152bis tot 152sexies omvat, luidende : ingevoegd, dat de artikelen 152bis tot 152sexies omvat, luidende :
"Hoofdstuk Vbis - Bijzondere regelen betreffende de activiteiten van "Hoofdstuk Vbis - Bijzondere regelen betreffende de activiteiten van
de Rijksdienst als operator of als instelling belast met de materiële de Rijksdienst als operator of als instelling belast met de materiële
uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen

Art. 152bis.De werking van de Rijksdienst als administratieve en

Art. 152bis.De werking van de Rijksdienst als administratieve en

technische operator of als instelling belast met de materiële technische operator of als instelling belast met de materiële
uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen
overeenkomstig artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, 7°, b) en 11° van de overeenkomstig artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, 7°, b) en 11° van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
wordt inzonderheid geregeld door de bepalingen van dit Hoofdstuk. wordt inzonderheid geregeld door de bepalingen van dit Hoofdstuk.
De specifieke regeling inzake bevoegdheid zijn opgenomen in de De specifieke regeling inzake bevoegdheid zijn opgenomen in de
artikelen 142, § 2, 143, 146 en 170. artikelen 142, § 2, 143, 146 en 170.

Art. 152ter.De specifieke bepalingen inzake de controle op de

Art. 152ter.De specifieke bepalingen inzake de controle op de

passieve beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, van passieve beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, van
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
zijn opgenomen in de artikelen 51, § 2, 53, §§ 2 en 3, 53bis, § 4, 56, zijn opgenomen in de artikelen 51, § 2, 53, §§ 2 en 3, 53bis, § 4, 56,
§ 2, 58 en 98ter. § 2, 58 en 98ter.

Art. 152quater.§ 1. Dit artikel betreft de uitbetaling van de

Art. 152quater.§ 1. Dit artikel betreft de uitbetaling van de

activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
§ 2. Het dossier bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, moet via de § 2. Het dossier bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, moet via de
uitbetalingsinstelling bij het werkloosheidsbureau ingediend worden uitbetalingsinstelling bij het werkloosheidsbureau ingediend worden
binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de
tewerkstelling een aanvang neemt. tewerkstelling een aanvang neemt.
De stukken die als uitkeringsaanvraag gelden, welke stukken het De stukken die als uitkeringsaanvraag gelden, welke stukken het
dossier inzonderheid moet bevatten om volledig te zijn en de wijze dossier inzonderheid moet bevatten om volledig te zijn en de wijze
waarop en de termijnen waarbinnen de stukken door de werkloze aan de waarop en de termijnen waarbinnen de stukken door de werkloze aan de
uitbetalingsinstelling, en door deze aan het werkloosheidsbureau uitbetalingsinstelling, en door deze aan het werkloosheidsbureau
worden bezorgd, wordt voor het overige geregeld overeenkomstig de worden bezorgd, wordt voor het overige geregeld overeenkomstig de
bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°. bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°.
In geval van laattijdige ontvangst van het volledige dossier wordt het In geval van laattijdige ontvangst van het volledige dossier wordt het
recht op uitkeringen toegekend vanaf de datum bepaald krachtens recht op uitkeringen toegekend vanaf de datum bepaald krachtens
artikel 147, derde lid. artikel 147, derde lid.
Het recht wordt evenwel toegekend vanaf de aanvang van de Het recht wordt evenwel toegekend vanaf de aanvang van de
tewerkstelling, indien de werkgever aantoont dat de tewerkstelling, indien de werkgever aantoont dat de
arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit
dat een activeringsuitkering in mindering zal worden gebracht van het dat een activeringsuitkering in mindering zal worden gebracht van het
nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon
ook effectief in mindering werd gebracht. ook effectief in mindering werd gebracht.
§ 3. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit vereist, moet § 3. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit vereist, moet
het dossier vergezeld zijn van een beslissing van de bevoegde het dossier vergezeld zijn van een beslissing van de bevoegde
gewestinstelling waaruit blijkt dat voor de betreffende tewerkstelling gewestinstelling waaruit blijkt dat voor de betreffende tewerkstelling
een recht op activeringsuitkeringen werd toegekend, behalve indien een recht op activeringsuitkeringen werd toegekend, behalve indien
deze beslissing rechtstreeks door de gewestinstelling aan de deze beslissing rechtstreeks door de gewestinstelling aan de
Rijksdienst wordt meegedeeld. Rijksdienst wordt meegedeeld.
§ 4. Het bedrag van de activeringsuitkering voor de betreffende maand § 4. Het bedrag van de activeringsuitkering voor de betreffende maand
wordt bekomen door toepassing van de volgende formule : wordt bekomen door toepassing van de volgende formule :
Het theoretische maandbedrag dat geldt overeenkomstig de toepasselijke Het theoretische maandbedrag dat geldt overeenkomstig de toepasselijke
regelgeving wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan : regelgeving wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan :
1° de teller gelijk is aan het aantal uren waarvoor loon verschuldigd 1° de teller gelijk is aan het aantal uren waarvoor loon verschuldigd
is tijdens de periode gedekt door die arbeidsovereenkomst gelegen in is tijdens de periode gedekt door die arbeidsovereenkomst gelegen in
deze beschouwde kalendermaand; deze beschouwde kalendermaand;
2° de noemer gelijk aan 4 maal de factor S bedoeld in artikel 99, 2°. 2° de noemer gelijk aan 4 maal de factor S bedoeld in artikel 99, 2°.
Het resultaat wordt evenwel begrensd tot het theoretische maandbedrag Het resultaat wordt evenwel begrensd tot het theoretische maandbedrag
en tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende maand en tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende maand
recht heeft. recht heeft.
§ 5. De betaling van de uitkeringen gebeurt op grond van een § 5. De betaling van de uitkeringen gebeurt op grond van een
maandelijks door de werkgever in te vullen formulier, bevattende de maandelijks door de werkgever in te vullen formulier, bevattende de
vereiste loon- en arbeidstijdgegevens, bedoeld in artikel 137, § 1, vereiste loon- en arbeidstijdgegevens, bedoeld in artikel 137, § 1,
eerste lid, 5°. eerste lid, 5°.
De betaling kan gebeuren voor de duur van de ononderbroken De betaling kan gebeuren voor de duur van de ononderbroken
tewerkstelling op grond van één of meerdere arbeidsovereenkomsten, tewerkstelling op grond van één of meerdere arbeidsovereenkomsten,
gelegen in de periode waarvoor de activeringsuitkering kan worden gelegen in de periode waarvoor de activeringsuitkering kan worden
genoten, behoudens : genoten, behoudens :
1° mededeling door de bevoegde gewestinstelling van de stopzetting van 1° mededeling door de bevoegde gewestinstelling van de stopzetting van
het voordeel; het voordeel;
2° de aanwezigheid van een vergoedbaarheidsbeletsel voorzien in de 2° de aanwezigheid van een vergoedbaarheidsbeletsel voorzien in de
regelgeving van het bevoegde gewest; regelgeving van het bevoegde gewest;
3° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd overeenkomstig 3° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd overeenkomstig
artikel 64 of het aanspraak kunnen maken op een volledig pensioen artikel 64 of het aanspraak kunnen maken op een volledig pensioen
overeenkomstig artikel 65. overeenkomstig artikel 65.
De betaling van de uitkeringen wordt geregeld door de artikelen van De betaling van de uitkeringen wordt geregeld door de artikelen van
Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII - Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII -
Indiening en verificatie van de betalingen. Indiening en verificatie van de betalingen.
§ 6. Voor de toepassing van de bepalingen in dit besluit waarbij § 6. Voor de toepassing van de bepalingen in dit besluit waarbij
rekening wordt gehouden met de bezoldiging van een werknemer, worden rekening wordt gehouden met de bezoldiging van een werknemer, worden
de activeringsuitkering geacht integraal deel uit te maken van de de activeringsuitkering geacht integraal deel uit te maken van de
bezoldiging. bezoldiging.
§ 7. Het document bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, bevat § 7. Het document bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, bevat
eveneens de volgende verbintenissen van de werkgever : eveneens de volgende verbintenissen van de werkgever :
1° de werkgever brengt de activeringsuitkering in mindering van het 1° de werkgever brengt de activeringsuitkering in mindering van het
door hem te betalen nettoloon voor de beschouwde maand; door hem te betalen nettoloon voor de beschouwde maand;
2° in geval de activeringsuitkering, ingevolge een laattijdige 2° in geval de activeringsuitkering, ingevolge een laattijdige
ontvangst van het volledig dossier door de Rijksdienst, niet wordt ontvangst van het volledig dossier door de Rijksdienst, niet wordt
toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, mag de werkgever toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, mag de werkgever
voor de periode die voorafgaat aan de maand waarin de laattijdige voor de periode die voorafgaat aan de maand waarin de laattijdige
ontvangst gesitueerd is, de activeringsuitkering niet in mindering ontvangst gesitueerd is, de activeringsuitkering niet in mindering
brengen van het door hem te betalen nettoloon. Deze bepaling geldt brengen van het door hem te betalen nettoloon. Deze bepaling geldt
evenwel niet indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst evenwel niet indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst
of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een
activeringsuitkering in mindering wordt gebracht van het nettoloon, en activeringsuitkering in mindering wordt gebracht van het nettoloon, en
dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief
in mindering werd gebracht; in mindering werd gebracht;
3° de werkgever stelt het werkloosheidsbureau in kennis van een 3° de werkgever stelt het werkloosheidsbureau in kennis van een
arbeidsongeval dat de werknemer overkomt en hij verricht, in geval van arbeidsongeval dat de werknemer overkomt en hij verricht, in geval van
terugbetaling door de arbeidsongevallenverzekeraar, aan de Rijksdienst terugbetaling door de arbeidsongevallenverzekeraar, aan de Rijksdienst
een betaling van een bedrag gelijk aan het resultaat van de formule : een betaling van een bedrag gelijk aan het resultaat van de formule :
A X B X C/D, waarbij : A X B X C/D, waarbij :
Agelijk is aan 0,9; Agelijk is aan 0,9;
B gelijk is aan de uitkering betaald voor de beschouwde maand; B gelijk is aan de uitkering betaald voor de beschouwde maand;
C gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de periode van C gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de periode van
arbeidsongeschiktheid in de beschouwde maand; arbeidsongeschiktheid in de beschouwde maand;
D gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de beschouwde D gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de beschouwde
maand. maand.
§ 8. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit voorziet, en § 8. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit voorziet, en
binnen de in deze regelgeving voorziene grenzen, worden de voordelen binnen de in deze regelgeving voorziene grenzen, worden de voordelen
die werden toegekend voor een tewerkstelling, opnieuw toegekend voor die werden toegekend voor een tewerkstelling, opnieuw toegekend voor
een nieuwe niet-aansluitende tewerkstelling van dezelfde werknemer bij een nieuwe niet-aansluitende tewerkstelling van dezelfde werknemer bij
dezelfde werkgever. dezelfde werkgever.
In dat geval In dat geval
1° moet de werkgever niet opnieuw het formulier bedoeld in artikel 1° moet de werkgever niet opnieuw het formulier bedoeld in artikel
137, § 1, eerste lid, 4°, afleveren; 137, § 1, eerste lid, 4°, afleveren;
2° wordt niet opnieuw een dossier ingediend in toepassing van artikel 2° wordt niet opnieuw een dossier ingediend in toepassing van artikel
133, § 1, 10°; 133, § 1, 10°;
3° wordt, voor de toepassing van § 5, tweede lid, abstractie gemaakt 3° wordt, voor de toepassing van § 5, tweede lid, abstractie gemaakt
van onderbrekingen in de tewerkstelling. van onderbrekingen in de tewerkstelling.

Art. 152quinquies.§ 1. De beslissingen omtrent het behoud van

Art. 152quinquies.§ 1. De beslissingen omtrent het behoud van

uitkeringen en de beslissingen omtrent de vrijstelling van uitkeringen en de beslissingen omtrent de vrijstelling van
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies, beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies,
beroepsopleiding en stage, worden in toepassing van artikel 6, § 1, beroepsopleiding en stage, worden in toepassing van artikel 6, § 1,
IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen genomen door de personen die door de bevoegde instellingen genomen door de personen die door de bevoegde
gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld. gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld.
De in het eerste lid bedoelde beslissingen en de overeenkomsten voor De in het eerste lid bedoelde beslissingen en de overeenkomsten voor
beroepsopleiding maken in voorkomend geval melding van het feit dat de beroepsopleiding maken in voorkomend geval melding van het feit dat de
studies, beroepsopleiding of stage overeenkomstig artikel 35nonies, § studies, beroepsopleiding of stage overeenkomstig artikel 35nonies, §
2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten beschouwd kunnen financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten beschouwd kunnen
worden als voorbereidend op een knelpuntberoep. worden als voorbereidend op een knelpuntberoep.
§ 2. De Rijksdienst maakt de aanvragen om behoud van uitkeringen en om § 2. De Rijksdienst maakt de aanvragen om behoud van uitkeringen en om
vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van
studies en stage, die hij zou ontvangen, over aan de bevoegde studies en stage, die hij zou ontvangen, over aan de bevoegde
gewestinstelling, behalve indien de gewestinstelling toegang heeft tot gewestinstelling, behalve indien de gewestinstelling toegang heeft tot
de betreffende gegevensbank van de Rijksdienst die toelaat de de betreffende gegevensbank van de Rijksdienst die toelaat de
aanvragen te raadplegen. aanvragen te raadplegen.
§ 3. De door de bevoegde gewestinstelling toegekende vrijstelling van § 3. De door de bevoegde gewestinstelling toegekende vrijstelling van
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt houdt een vrijstelling in van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt houdt een vrijstelling in van de
toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56, 58 en toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56, 58 en
74, § 3, alsmede van de procedure betreffende de controle van het 74, § 3, alsmede van de procedure betreffende de controle van het
actief zoekgedrag naar werk als uitkeringsgerechtigd volledig actief zoekgedrag naar werk als uitkeringsgerechtigd volledig
werkloze. werkloze.
De beslissing omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de De beslissing omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt, heeft eveneens betrekking op de toepassing van artikel arbeidsmarkt, heeft eveneens betrekking op de toepassing van artikel
66, in geval de studies, de opleiding of de stage in het buitenland 66, in geval de studies, de opleiding of de stage in het buitenland
wordt gevolgd. wordt gevolgd.
De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen
toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die
zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling. zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling.
§ 4. De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene § 4. De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene
wijze meedelen welke studies, beroepsopleiding en stages gevolgd wijze meedelen welke studies, beroepsopleiding en stages gevolgd
kunnen worden met behoud van uitkeringen doch zonder vrijstelling van kunnen worden met behoud van uitkeringen doch zonder vrijstelling van
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zonder dat een individuele beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zonder dat een individuele
beslissing wordt genomen. beslissing wordt genomen.
De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze
meedelen dat het afsluiten van een overeenkomst voor beroepsopleiding meedelen dat het afsluiten van een overeenkomst voor beroepsopleiding
in de zin van artikel 27, 6°, van rechtswege beschouwd wordt als een in de zin van artikel 27, 6°, van rechtswege beschouwd wordt als een
beslissing betreffende het behoud van uitkeringen en, in voorkomend beslissing betreffende het behoud van uitkeringen en, in voorkomend
geval, betreffende vrijstelling van beschikbaarheid voor de geval, betreffende vrijstelling van beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt. arbeidsmarkt.
§ 5. De Rijksdienst vermeldt de beslissingen die door de bevoegde § 5. De Rijksdienst vermeldt de beslissingen die door de bevoegde
gewestinstelling werden genomen en aan de Rijksdienst werden gewestinstelling werden genomen en aan de Rijksdienst werden
meegedeeld, de aangiften bedoeld in § 4, eerste lid, en de meegedeeld, de aangiften bedoeld in § 4, eerste lid, en de
overeenkomsten voor beroepsopleiding bedoeld in § 4, tweede lid, overeenkomsten voor beroepsopleiding bedoeld in § 4, tweede lid,
overeenkomstig artikel 146 op de uitkeringskaart. overeenkomstig artikel 146 op de uitkeringskaart.
§ 6. Voor zover de bevoegde gewestinstelling dit voorschrijft, moet de § 6. Voor zover de bevoegde gewestinstelling dit voorschrijft, moet de
volledig werkloze die een vrijstelling geniet maandelijks een volledig werkloze die een vrijstelling geniet maandelijks een
getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart, getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart,
behalve voor de maanden tijdens dewelke geen lessen worden behalve voor de maanden tijdens dewelke geen lessen worden
georganiseerd omwille van de vakantie. georganiseerd omwille van de vakantie.
De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het
getuigschrift ongewettigd afwezig is. getuigschrift ongewettigd afwezig is.
Het model van het getuigschrift wordt in gemeen overleg tussen de Het model van het getuigschrift wordt in gemeen overleg tussen de
Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd. Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd.

Art. 152sexies.§ 1. In afwijking van artikel 44 kan de PWA-werknemer,

Art. 152sexies.§ 1. In afwijking van artikel 44 kan de PWA-werknemer,

voor zover hij voldoet aan de toelaatbaarheids- en de voor zover hij voldoet aan de toelaatbaarheids- en de
toekenningsvoorwaarden geldend voor volledig werklozen, aanspraak toekenningsvoorwaarden geldend voor volledig werklozen, aanspraak
maken op een PWA-inkomensgarantie-uitkering. Deze uitkering stemt maken op een PWA-inkomensgarantie-uitkering. Deze uitkering stemt
overeen met de uitkering waarop hij in toepassing van dit besluit overeen met de uitkering waarop hij in toepassing van dit besluit
recht heeft voor de beschouwde maand en wordt, ten belope van 2,96 recht heeft voor de beschouwde maand en wordt, ten belope van 2,96
euro per uur van PWA-activiteit, beschouwd als een gedeelte van het euro per uur van PWA-activiteit, beschouwd als een gedeelte van het
loon waarop de PWA-werknemer recht heeft. De eventueel aan de loon waarop de PWA-werknemer recht heeft. De eventueel aan de
PWA-werknemer betaalde vergoeding om zijn reële verplaatsingskosten te PWA-werknemer betaalde vergoeding om zijn reële verplaatsingskosten te
dekken wordt niet als loon beschouwd. dekken wordt niet als loon beschouwd.
Voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 110, 114, § 4, Voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 110, 114, § 4,
en 124, tweede lid, die betrekking hebben op het inkomen van de en 124, tweede lid, die betrekking hebben op het inkomen van de
werkloze of van zijn gezinsleden, wordt abstractie gemaakt van het werkloze of van zijn gezinsleden, wordt abstractie gemaakt van het
bedrag van de PWA-cheques dat aan de PWA-werknemer betaald wordt. bedrag van de PWA-cheques dat aan de PWA-werknemer betaald wordt.
§ 2. De PWA-werknemer moet in het bezit zijn van een § 2. De PWA-werknemer moet in het bezit zijn van een
prestatieformulier waaruit blijkt dat de door hem verrichte prestaties prestatieformulier waaruit blijkt dat de door hem verrichte prestaties
activiteiten zijn die verricht worden in het kader van de activiteiten zijn die verricht worden in het kader van de
PWA-regeling. Het model van het prestatieformulier wordt in gemeen PWA-regeling. Het model van het prestatieformulier wordt in gemeen
overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling
vastgelegd. vastgelegd.
Indien de werkloze niet voldoet aan de vereiste van het eerste lid, Indien de werkloze niet voldoet aan de vereiste van het eerste lid,
wordt de activiteit beschouwd als arbeid in de zin van artikel 45. wordt de activiteit beschouwd als arbeid in de zin van artikel 45.
§ 3. De werkloze wordt tijdens de maanden waarin hij de PWA-activiteit § 3. De werkloze wordt tijdens de maanden waarin hij de PWA-activiteit
van stadswachter uitoefent, vrijgesteld van de toepassing van de van stadswachter uitoefent, vrijgesteld van de toepassing van de
artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58.
De werkloze die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid van ten De werkloze die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid van ten
minste 33 pct. heeft, vastgesteld overeenkomstig de procedure voorzien minste 33 pct. heeft, vastgesteld overeenkomstig de procedure voorzien
in artikel 141, en aantoont dat hij ten minste 180 PWA-activiteitsuren in artikel 141, en aantoont dat hij ten minste 180 PWA-activiteitsuren
gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes
kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt
gevraagd, wordt vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § gevraagd, wordt vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, §
1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58.
De vrijstelling bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van De vrijstelling bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van
ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze
opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden
vervult. vervult.
De referteperiode bedoeld in het tweede lid wordt verlengd met de duur De referteperiode bedoeld in het tweede lid wordt verlengd met de duur
van de periodes van arbeid in loondienst en van de vergoede periodes van de periodes van arbeid in loondienst en van de vergoede periodes
van arbeidsongeschiktheid. Bij de vaststelling van de duur van deze van arbeidsongeschiktheid. Bij de vaststelling van de duur van deze
gebeurtenissen wordt slechts rekening gehouden met volledige gebeurtenissen wordt slechts rekening gehouden met volledige
ononderbroken maanden. ononderbroken maanden.
De periode van vrijstelling van zes maanden bedoeld in het tweede lid, De periode van vrijstelling van zes maanden bedoeld in het tweede lid,
kan op vraag van de werknemer verlengd worden met een aantal volledige kan op vraag van de werknemer verlengd worden met een aantal volledige
kalendermaanden gelijk aan het aantal maanden waarvoor de werkloze een kalendermaanden gelijk aan het aantal maanden waarvoor de werkloze een
uitkering met toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en uitkering met toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en
invaliditeitsverzekering, ontving. Hierbij wordt evenwel slechts invaliditeitsverzekering, ontving. Hierbij wordt evenwel slechts
rekening gehouden met ziekteperiodes, die gelegen zijn in de periode rekening gehouden met ziekteperiodes, die gelegen zijn in de periode
van vrijstelling of die daar aansluitend op volgen. van vrijstelling of die daar aansluitend op volgen.
§ 4. In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een § 4. In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een
ongeval overkomen in het kader van een PWA-activiteit, blijft de ongeval overkomen in het kader van een PWA-activiteit, blijft de
werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van
onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen. onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen.
De verzekeringsmaatschappij betaalt in geval van tijdelijke De verzekeringsmaatschappij betaalt in geval van tijdelijke
arbeidsongeschiktheid, in afwijking van de artikelen 22 tot 23bis en arbeidsongeschiktheid, in afwijking van de artikelen 22 tot 23bis en
34 tot 39 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, per 34 tot 39 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen, per
dag van ongeschiktheid met uitsluiting van de zondag : dag van ongeschiktheid met uitsluiting van de zondag :
1° aan de Rijksdienst, voor de werkloze gerechtigd op zes 1° aan de Rijksdienst, voor de werkloze gerechtigd op zes
daguitkeringen per week, een bedrag dat correspondeert met de daguitkeringen per week, een bedrag dat correspondeert met de
daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had, daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had,
gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer; gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer;
2° aan de Rijksdienst, voor de werkloze die als vrijwillig deeltijdse 2° aan de Rijksdienst, voor de werkloze die als vrijwillig deeltijdse
werknemer gerechtigd is op halve daguitkeringen, een bedrag dat werknemer gerechtigd is op halve daguitkeringen, een bedrag dat
correspondeert met de halve daguitkering waarop de werkloze de dag correspondeert met de halve daguitkering waarop de werkloze de dag
vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag
geldende indexcijfer en vermenigvuldigd met 1/6e van het wekelijks geldende indexcijfer en vermenigvuldigd met 1/6e van het wekelijks
aantal halve uitkeringen.". aantal halve uitkeringen.".

Art. 12.Artikel 142 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het

Art. 12.Artikel 142 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het

koninklijk besluit van 6 februari 2003, waarvan de bestaande tekst koninklijk besluit van 6 februari 2003, waarvan de bestaande tekst
paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende
: :
" § 2. In afwijking van § 1 worden de beslissingen bedoeld in artikel " § 2. In afwijking van § 1 worden de beslissingen bedoeld in artikel
6, § 1, IX, 5°, 6°, en in voorkomend geval in 7°, b), van de 6, § 1, IX, 5°, 6°, en in voorkomend geval in 7°, b), van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
evenwel genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke evenwel genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke
overheden hiertoe zijn aangesteld. overheden hiertoe zijn aangesteld.
Het eerste lid heeft geen betrekking op de beslissingen die betrekking Het eerste lid heeft geen betrekking op de beslissingen die betrekking
hebben op de taken van de Rijksdienst als administratief en technisch hebben op de taken van de Rijksdienst als administratief en technisch
operator. Het betreft inzonderheid : operator. Het betreft inzonderheid :
1° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk V - Procedure, indien de 1° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk V - Procedure, indien de
Rijksdienst als administratieve en technische operator een aanvraag Rijksdienst als administratieve en technische operator een aanvraag
moet ontvangen en behandelen of indien hij beslissingen van de moet ontvangen en behandelen of indien hij beslissingen van de
bevoegde gewestinstelling moet meedelen aan de bevoegde gewestinstelling moet meedelen aan de
uitbetalingsinstellingen; uitbetalingsinstellingen;
2° de beslissingen betreffende de terugvordering van uitkeringen, 2° de beslissingen betreffende de terugvordering van uitkeringen,
bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, indien de bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, indien de
Rijksdienst vaststelt dat uitkeringen werden genoten in strijd met de Rijksdienst vaststelt dat uitkeringen werden genoten in strijd met de
beslissing van de bevoegde gewestinstelling; beslissing van de bevoegde gewestinstelling;
3° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van 3° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van
uitkeringen, ter uitvoering van een beslissing van de bevoegde uitkeringen, ter uitvoering van een beslissing van de bevoegde
gewestinstelling die leidt tot de ontzegging van uitkeringen voor een gewestinstelling die leidt tot de ontzegging van uitkeringen voor een
periode gesitueerd in het verleden; de Rijksdienst neemt in dat geval periode gesitueerd in het verleden; de Rijksdienst neemt in dat geval
een beslissing tot terugvordering van de reeds betaalde uitkeringen, een beslissing tot terugvordering van de reeds betaalde uitkeringen,
gebaseerd op de beslissing tot ontzegging van de bevoegde gebaseerd op de beslissing tot ontzegging van de bevoegde
gewestinstelling; gewestinstelling;
4° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk VII - Betaling van de 4° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk VII - Betaling van de
uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de
betalingen.". betalingen.".

Art. 13.Artikel 143 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de

Art. 13.Artikel 143 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de

volgende bepaling : volgende bepaling :
"

Art. 143.De directeur en de in artikel 142, § 2, eerste lid,

"

Art. 143.De directeur en de in artikel 142, § 2, eerste lid,

bedoelde personen kunnen eveneens beslissingen nemen inzake het recht bedoelde personen kunnen eveneens beslissingen nemen inzake het recht
op uitkeringen ten aanzien van de werknemer die, de dag waarop de op uitkeringen ten aanzien van de werknemer die, de dag waarop de
beslissing wordt genomen, de dag waarop ze ter kennis wordt gebracht beslissing wordt genomen, de dag waarop ze ter kennis wordt gebracht
of de dag waarop ze in werking moet treden, geen uitkeringen verkregen of de dag waarop ze in werking moet treden, geen uitkeringen verkregen
of aangevraagd heeft.". of aangevraagd heeft.".

Art. 14.Artikel 144, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt

Art. 14.Artikel 144, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
"

Art. 144.§ 1. Vooraleer in toepassing van artikel 142, § 1, of 149

"

Art. 144.§ 1. Vooraleer in toepassing van artikel 142, § 1, of 149

door de directeur een beslissing genomen wordt inzake ontzegging, door de directeur een beslissing genomen wordt inzake ontzegging,
uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, wordt de uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, wordt de
werknemer opgeroepen om gehoord te worden omtrent de feitelijke werknemer opgeroepen om gehoord te worden omtrent de feitelijke
grondslag van de beslissing en omtrent zijn verweermiddelen.". grondslag van de beslissing en omtrent zijn verweermiddelen.".

Art. 15.Artikel 145, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt

Art. 15.Artikel 145, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
"

Art. 145.De beslissing van de directeur over het recht op

"

Art. 145.De beslissing van de directeur over het recht op

uitkeringen wordt genomen binnen een termijn van één maand, te rekenen uitkeringen wordt genomen binnen een termijn van één maand, te rekenen
vanaf de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau in het vanaf de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau in het
bezit is van het volledig dossier. ". bezit is van het volledig dossier. ".

Art. 16.In artikel 146 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

Art. 16.In artikel 146 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

koninklijke besluiten van 30 april 1999, 5 september 2002 en 7 april koninklijke besluiten van 30 april 1999, 5 september 2002 en 7 april
2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"

Art. 146.De beslissing van de directeur wordt vermeld op een

"

Art. 146.De beslissing van de directeur wordt vermeld op een

uitkeringskaart waarvan het model door de Rijksdienst is vastgesteld. uitkeringskaart waarvan het model door de Rijksdienst is vastgesteld.
Het werkloosheidsbureau maakt op deze uitkeringskaart ook melding van Het werkloosheidsbureau maakt op deze uitkeringskaart ook melding van
de beslissingen die worden genomen door de in artikel 142, § 2, eerste de beslissingen die worden genomen door de in artikel 142, § 2, eerste
lid, bedoelde personen."; lid, bedoelde personen.";
2° de inleidende zin van het vierde lid wordt vervangen door de 2° de inleidende zin van het vierde lid wordt vervangen door de
volgende bepaling : volgende bepaling :
"De beslissing van de directeur wordt bovendien ter kennis gebracht "De beslissing van de directeur wordt bovendien ter kennis gebracht
van de werkloze bij gewone brief indien de beslissing leidt tot : ". van de werkloze bij gewone brief indien de beslissing leidt tot : ".

Art. 17.Artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt

Art. 17.Artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
"

Art. 170.De terugvordering van de onrechtmatig betaalde sommen wordt

"

Art. 170.De terugvordering van de onrechtmatig betaalde sommen wordt

bevolen door de directeur of door de personen bedoeld in artikel 142, bevolen door de directeur of door de personen bedoeld in artikel 142,
§ 2, eerste lid, of door de bevoegde rechtsmacht. Het bedrag van de § 2, eerste lid, of door de bevoegde rechtsmacht. Het bedrag van de
terugvordering wordt ter kennis gebracht van de werkloze en van de terugvordering wordt ter kennis gebracht van de werkloze en van de
uitbetalingsinstelling.". uitbetalingsinstelling.".

Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014

Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014

tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
worden de volgende wijzigingen aangebracht aan artikel 138bis : worden de volgende wijzigingen aangebracht aan artikel 138bis :
1° het 1° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling 1° het 1° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling
: :
"1° het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, § "1° het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, §
1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;" 1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;"
2° het 2° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling 2° het 2° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling
: :
"2° de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,3°"; "2° de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,3°";
3° het 7° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling 3° het 7° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling
: :
"7° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, "7° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1,
eerste lid, 5°.". eerste lid, 5°.".

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de

bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid heeft artikel 1 uitwerking met ingang In afwijking van het eerste lid heeft artikel 1 uitwerking met ingang
van 1 juli 2015 en treedt artikel 18 in werking op 1 januari 2016. van 1 juli 2015 en treedt artikel 18 in werking op 1 januari 2016.
De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening maakt evenwel verder toepassing De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening maakt evenwel verder toepassing
van de bepalingen, die golden voor de inwerkingtreding van dit van de bepalingen, die golden voor de inwerkingtreding van dit
besluit, zolang hij ter uitvoering van artikel 94, § 1, van de besluit, zolang hij ter uitvoering van artikel 94, § 1, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en
van de artikelen 75 en 77 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 van de artikelen 75 en 77 van de bijzondere wet van 16 januari 1989
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten,
gedurende een overgangsperiode verder belast blijft met de uitvoering gedurende een overgangsperiode verder belast blijft met de uitvoering
van de betreffende overgedragen materie. van de betreffende overgedragen materie.

Art. 20.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 20.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 juli 2015. Gegeven te Brussel, 17 juli 2015.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^