Koninklijk besluit tot bepaling van de bestemming van de archieven van de opgeheven militaire gerechten en tot vaststelling van verschillende maatregelen en wijzigingen betreffende het College van Procureurs-generaal | Koninklijk besluit tot bepaling van de bestemming van de archieven van de opgeheven militaire gerechten en tot vaststelling van verschillende maatregelen en wijzigingen betreffende het College van Procureurs-generaal |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot bepaling van de bestemming | 17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot bepaling van de bestemming |
van de archieven van de opgeheven militaire gerechten en tot | van de archieven van de opgeheven militaire gerechten en tot |
vaststelling van verschillende maatregelen en wijzigingen betreffende | vaststelling van verschillende maatregelen en wijzigingen betreffende |
het College van Procureurs-generaal | het College van Procureurs-generaal |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de artikelen 143bis en 1380 van het Gerechtelijk wetboek; | Gelet op de artikelen 143bis en 1380 van het Gerechtelijk wetboek; |
Gelet op de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van | Gelet op de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van |
de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan | de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan |
in oorlogstijd, inzonderheid op artikel 132; | in oorlogstijd, inzonderheid op artikel 132; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende het |
algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken, | algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1952, 23 juni 1965, | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1952, 23 juni 1965, |
14 maart 1968, 3 november 1968, 2 maart 1971, 3 mei 1976, 9 december | 14 maart 1968, 3 november 1968, 2 maart 1971, 3 mei 1976, 9 december |
1977, 17 juli 1978, 6 juli 1982, 9 maart 1983, 3 augustus 1988, 29 | 1977, 17 juli 1978, 6 juli 1982, 9 maart 1983, 3 augustus 1988, 29 |
juli 1992, 23 december 1993, 16 november 1994, 13 juni 1999 et 25 | juli 1992, 23 december 1993, 16 november 1994, 13 juni 1999 et 25 |
februari 2003; | februari 2003; |
Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1997 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1997 betreffende de |
specifieke taken van de leden van het College van Procureurs-generaal; | specifieke taken van de leden van het College van Procureurs-generaal; |
Gelet op het koninklijk besluit van 4 februari 1999 tot regeling van | Gelet op het koninklijk besluit van 4 februari 1999 tot regeling van |
de samenwerking tussen het college van Procureurs-generaal en het | de samenwerking tussen het college van Procureurs-generaal en het |
Ministerie van Justitie; | Ministerie van Justitie; |
Gelet op het overleg met het College van Procureurs-generaal op 16 en | Gelet op het overleg met het College van Procureurs-generaal op 16 en |
24 september 2003; | 24 september 2003; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 |
november 2003; | november 2003; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat de wet van 10 april 2003 tot regeling van de | omstandigheid dat de wet van 10 april 2003 tot regeling van de |
afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van | afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van |
het behoud ervan in oorlogstijd, in werking treedt op 1 januari 2004 | het behoud ervan in oorlogstijd, in werking treedt op 1 januari 2004 |
en dat het noodzakelijk is dat dit koninklijk besluit, genomen ter | en dat het noodzakelijk is dat dit koninklijk besluit, genomen ter |
uitvoering, op dezelfde datum in werking treedt; | uitvoering, op dezelfde datum in werking treedt; |
Gelet op het advies 36242/2 van de Raad van State, gegeven op 12 | Gelet op het advies 36242/2 van de Raad van State, gegeven op 12 |
december 2003 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | december 2003 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet |
van 2 april 2003; | van 2 april 2003; |
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. De bestemming van de archieven van de militaire gerechten | HOOFDSTUK I. De bestemming van de archieven van de militaire gerechten |
Artikel 1.Het College van Procureurs-generaal wordt aangesteld als |
Artikel 1.Het College van Procureurs-generaal wordt aangesteld als |
bewaarder van de archieven die voortgebracht en ontvangen werden door | bewaarder van de archieven die voortgebracht en ontvangen werden door |
de opgeheven militaire gerechten. De Minister van Justitie bepaalt, in | de opgeheven militaire gerechten. De Minister van Justitie bepaalt, in |
overleg met het College van Procureurs-generaal, de plaats(en) waar | overleg met het College van Procureurs-generaal, de plaats(en) waar |
deze archieven materieel bewaard worden. | deze archieven materieel bewaard worden. |
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 december | HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 december |
1950 houdende het algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in | 1950 houdende het algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in |
strafzaken | strafzaken |
Art. 2.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 december 1950 |
Art. 2.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 december 1950 |
houdende het algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in | houdende het algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in |
strafzaken, vervallen de woorden « de auditeur-generaal bij het | strafzaken, vervallen de woorden « de auditeur-generaal bij het |
militair gerechtshof, ». | militair gerechtshof, ». |
Art. 3.In artikel 42 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 3.In artikel 42 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
van de auditeur-generaal ». | van de auditeur-generaal ». |
Art. 4.In artikel 50 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 4.In artikel 50 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
van de auditeur-generaal ». | van de auditeur-generaal ». |
Art. 5.In artikel 51 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 5.In artikel 51 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
van de auditeur-generaal ». | van de auditeur-generaal ». |
Art. 6.In artikel 52 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 6.In artikel 52 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
van de auditeur-generaal » en « aan de krijgsauditeurs en hun | van de auditeur-generaal » en « aan de krijgsauditeurs en hun |
substituten, ». | substituten, ». |
Art. 7.In artikel 60 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 7.In artikel 60 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
door de auditeur-generaal ». | door de auditeur-generaal ». |
Art. 8.In artikel 62 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 8.In artikel 62 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
de auditeur-generaal ». | de auditeur-generaal ». |
Art. 9.In artikel 63 van hetzelfde besluit worden de woorden « of |
Art. 9.In artikel 63 van hetzelfde besluit worden de woorden « of |
door de auditeur-generaal » vervangen door de woorden « of door de | door de auditeur-generaal » vervangen door de woorden « of door de |
magistraat die het College van Procureurs-generaal bijstaat in de | magistraat die het College van Procureurs-generaal bijstaat in de |
gevallen bedoeld in artikel 125, tweede lid ». | gevallen bedoeld in artikel 125, tweede lid ». |
Art. 10.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 10.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in eerste lid vervallen de woorden « hetzij van de | 1° in eerste lid vervallen de woorden « hetzij van de |
auditeur-generaal, »; | auditeur-generaal, »; |
2° in tweede en derde leden vervallen de woorden « en de | 2° in tweede en derde leden vervallen de woorden « en de |
auditeur-generaal ». | auditeur-generaal ». |
Art. 11.In artikel 82 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
Art. 11.In artikel 82 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of |
aan de auditeur-generaal » en de woorden « of de krijgsauditeurs ». | aan de auditeur-generaal » en de woorden « of de krijgsauditeurs ». |
Art. 12.In artikel 125 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 12.In artikel 125 van hetzelfde besluit worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in eerste lid vervallen de woorden « of van de auditeur-generaal »; | 1° in eerste lid vervallen de woorden « of van de auditeur-generaal »; |
2° tussen het eerste lid en het tweede lid worden de volgende leden | 2° tussen het eerste lid en het tweede lid worden de volgende leden |
ingevoegd : | ingevoegd : |
« De uitgiften en de kopieën van de onderzoeks- en procedurestukken | « De uitgiften en de kopieën van de onderzoeks- en procedurestukken |
van de opgeheven militaire gerechten en parketten met betrekking tot | van de opgeheven militaire gerechten en parketten met betrekking tot |
dossiers waarin definitief werd gevonnist of over dewelke door de | dossiers waarin definitief werd gevonnist of over dewelke door de |
krijgsauditeur of de auditeur-generaal per 31 december 2003 hebben | krijgsauditeur of de auditeur-generaal per 31 december 2003 hebben |
beslist, kunnen slechts afgeleverd worden mits uitdrukkelijke | beslist, kunnen slechts afgeleverd worden mits uitdrukkelijke |
toelating van de magistraat of één van de magistraten die daartoe | toelating van de magistraat of één van de magistraten die daartoe |
uitdrukkelijk een opdracht kregen van het College van | uitdrukkelijk een opdracht kregen van het College van |
Procureurs-generaal. | Procureurs-generaal. |
De griffie van het hof van beroep te Brussel is belast met de | De griffie van het hof van beroep te Brussel is belast met de |
aflevering van de uitgiften en de kopieën bedoeld in het tweede lid. | aflevering van de uitgiften en de kopieën bedoeld in het tweede lid. |
». | ». |
Art. 13.In artikel 135 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « |
Art. 13.In artikel 135 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « |
of de auditeur-generaal ». | of de auditeur-generaal ». |
Art. 14.In artikel 136 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « , |
Art. 14.In artikel 136 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « , |
van de auditeur-generaal ». | van de auditeur-generaal ». |
Art. 15.In artikel 138 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « , |
Art. 15.In artikel 138 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « , |
de auditeur-generaal ». | de auditeur-generaal ». |
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 | HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 |
betreffende de specifieke taken van de leden van het College van | betreffende de specifieke taken van de leden van het College van |
Procureurs-generaal | Procureurs-generaal |
Art. 16.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 |
Art. 16.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 |
betreffende de specifieke taken van de leden van het College van | betreffende de specifieke taken van de leden van het College van |
Procureurs-generaal, worden de woorden « het Ministerie van Justitie » | Procureurs-generaal, worden de woorden « het Ministerie van Justitie » |
vervangen door de woorden « de Federale Overheidsdienst Justitie ». | vervangen door de woorden « de Federale Overheidsdienst Justitie ». |
Art. 17.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 17.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : | 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : |
« 5° de betrekkingen met het federaal parket. »; | « 5° de betrekkingen met het federaal parket. »; |
2° het tweede lid wordt opgeheven. | 2° het tweede lid wordt opgeheven. |
Art. 18.Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
Art. 18.Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen |
als volgt : | als volgt : |
« Aan de procureur-generaal bij het hof van beroep te Bergen worden | « Aan de procureur-generaal bij het hof van beroep te Bergen worden |
specifieke taken toegewezen met betrekking tot de volgende materies : | specifieke taken toegewezen met betrekking tot de volgende materies : |
1° de betrekkingen met de politiediensten, in het bijzonder in verband | 1° de betrekkingen met de politiediensten, in het bijzonder in verband |
met de zonale veiligheidsraden, het onderzoeksoverleg en het | met de zonale veiligheidsraden, het onderzoeksoverleg en het |
provinciaal overleg; | provinciaal overleg; |
2° de betrekkingen met het Commissariaat-generaal, de | 2° de betrekkingen met het Commissariaat-generaal, de |
directoraten-generaal en de leiding van de federale politie, de vaste | directoraten-generaal en de leiding van de federale politie, de vaste |
commissie van de lokale politie, het vaste controlecomité van de | commissie van de lokale politie, het vaste controlecomité van de |
politiediensten en het nationaal instituut voor criminalistiek en | politiediensten en het nationaal instituut voor criminalistiek en |
criminologie; | criminologie; |
3° het militair strafrecht en de relaties met de strijdkrachten; | 3° het militair strafrecht en de relaties met de strijdkrachten; |
4° de veiligheid van de burger, in het bijzonder de verkeersveiligheid | 4° de veiligheid van de burger, in het bijzonder de verkeersveiligheid |
en de acties tegen de stadscriminaliteit; | en de acties tegen de stadscriminaliteit; |
5° het burgerlijk recht en het gerechtelijk recht, met uitzondering | 5° het burgerlijk recht en het gerechtelijk recht, met uitzondering |
van de organisatie van de hoven en de rechtbanken. » | van de organisatie van de hoven en de rechtbanken. » |
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 februari | HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 februari |
1999 tot regeling van de samenwerking tussen het College van | 1999 tot regeling van de samenwerking tussen het College van |
Procureurs-generaal en het Ministerie van Justitie | Procureurs-generaal en het Ministerie van Justitie |
Art. 19.In het opschrift van het koninklijk besluit van 4 februari |
Art. 19.In het opschrift van het koninklijk besluit van 4 februari |
1999 worden de woorden « tot regeling van de samenwerking tussen het | 1999 worden de woorden « tot regeling van de samenwerking tussen het |
College van Procureurs-generaal en het Ministerie van Justitie » | College van Procureurs-generaal en het Ministerie van Justitie » |
vervangen door de woorden « tot regeling van de samenwerking tussen | vervangen door de woorden « tot regeling van de samenwerking tussen |
het College van Procureurs-generaal en de Federale Overheidsdienst | het College van Procureurs-generaal en de Federale Overheidsdienst |
Justitie ». | Justitie ». |
Art. 20.In hetzelfde besluit worden de woorden « Ministerie van |
Art. 20.In hetzelfde besluit worden de woorden « Ministerie van |
Justitie » vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst | Justitie » vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst |
Justitie » en de woorden « secretaris-generaal » door de woorden « | Justitie » en de woorden « secretaris-generaal » door de woorden « |
voorzitter van het directiecomité ». | voorzitter van het directiecomité ». |
Art. 21.Artikel 2, vierde lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen |
Art. 21.Artikel 2, vierde lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen |
door de volgende leden : | door de volgende leden : |
« De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rechterlijke | « De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rechterlijke |
Organisatie is de plaatsvervanger van de voorzitter van het | Organisatie is de plaatsvervanger van de voorzitter van het |
directiecomité. Hij vergezelt of vervangt hem bij diens contacten met | directiecomité. Hij vergezelt of vervangt hem bij diens contacten met |
het college of met de voorzitter van het college. | het college of met de voorzitter van het college. |
Tijdens de in het tweede lid bedoelde vergaderingen kan de voorzitter | Tijdens de in het tweede lid bedoelde vergaderingen kan de voorzitter |
van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie, met | van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie, met |
de instemming van de Minister van Justitie als deze de vergaderingen | de instemming van de Minister van Justitie als deze de vergaderingen |
bijwoont of van de voorzitter van het College van Procureurs-generaal, | bijwoont of van de voorzitter van het College van Procureurs-generaal, |
laten bijstaan door een of meer leden van het directiecomité al | laten bijstaan door een of meer leden van het directiecomité al |
naargelang van de behandelde onderwerpen. » | naargelang van de behandelde onderwerpen. » |
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004. |
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004. |
Art. 23.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van |
Art. 23.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 7 december 2003. | Gegeven te Brussel, 7 december 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |