| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vorming en de opleiding | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vorming en de opleiding |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december |
| 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, | 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, |
| betreffende de vorming en de opleiding (1) | betreffende de vorming en de opleiding (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| vorming en de opleiding. | vorming en de opleiding. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 17 augustus 2018. | Gegeven te Brussel, 17 augustus 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf | Paritair Comité voor het garagebedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017 |
| Vorming en opleiding | Vorming en opleiding |
| (Overeenkomst geregistreerd op 22 februari 2018 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 22 februari 2018 onder het nummer |
| 144665/CO/112) | 144665/CO/112) |
| In uitvoering van hoofdstuk IV van het nationaal akkoord 2017-2018 van | In uitvoering van hoofdstuk IV van het nationaal akkoord 2017-2018 van |
| 27 juni 2017. | 27 juni 2017. |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder | de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder |
| de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf. | de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. | onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. |
| HOOFDSTUK II. - Risicogroepen | HOOFDSTUK II. - Risicogroepen |
Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen |
Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen |
| Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van | Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van |
| 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het |
| Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en het besluit van 19 | Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en het besluit van 19 |
| februari 2013 tot uitvoering van het artikel 189, 4de lid van | februari 2013 tot uitvoering van het artikel 189, 4de lid van |
| diezelfde wet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april | diezelfde wet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april |
| 2013, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders | 2013, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders |
| aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd. | aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd. |
| Gezien deze inspanning vragen partijen dat de Minister van Werk de | Gezien deze inspanning vragen partijen dat de Minister van Werk de |
| ondernemingen van de sector zou vrijstellen van de in artikel 191, § 1 | ondernemingen van de sector zou vrijstellen van de in artikel 191, § 1 |
| van voornoemde wet voorziene bijdrage van 0,10 pct. bestemd voor het | van voornoemde wet voorziene bijdrage van 0,10 pct. bestemd voor het |
| Tewerkstellingsfonds. | Tewerkstellingsfonds. |
Art. 3.Definitie van risicogroepen |
Art. 3.Definitie van risicogroepen |
| Rekening houdend met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk | Rekening houdend met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk |
| besluit, wordt deze inning van 0,15 pct. aangewend ter ondersteuning | besluit, wordt deze inning van 0,15 pct. aangewend ter ondersteuning |
| van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit de volgende | van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit de volgende |
| risicogroepen : | risicogroepen : |
| - Langdurig werkzoekenden; | - Langdurig werkzoekenden; |
| - Kortgeschoolde werkzoekenden; | - Kortgeschoolde werkzoekenden; |
| - Werkzoekenden van 45 jaar en ouder; | - Werkzoekenden van 45 jaar en ouder; |
| - Herintreders en herintreedsters; | - Herintreders en herintreedsters; |
| - Leefloners; | - Leefloners; |
| - Personen met een arbeidshandicap; | - Personen met een arbeidshandicap; |
| - Personen die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese | - Personen die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese |
| Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze | Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze |
| nationaliteit niet bezitten of niet bezat bij overlijden, of van wie | nationaliteit niet bezitten of niet bezat bij overlijden, of van wie |
| minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of | minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of |
| niet bezaten bij overlijden; | niet bezaten bij overlijden; |
| - Werkzoekenden in een herinschakelingsstatuut; | - Werkzoekenden in een herinschakelingsstatuut; |
| - (Deeltijds) lerende jongeren; | - (Deeltijds) lerende jongeren; |
| - Kortgeschoolde arbeiders; | - Kortgeschoolde arbeiders; |
| - Arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, | - Arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, |
| herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën; | herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën; |
| - Arbeiders van 45 jaar en ouder; | - Arbeiders van 45 jaar en ouder; |
| - De risicogroepen voorzien in het koninklijk besluit van 19 februari | - De risicogroepen voorzien in het koninklijk besluit van 19 februari |
| 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 | 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 |
| december 2006 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 8 | december 2006 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 8 |
| april 2013), gespecifieerd in artikel 3bis van onderhavige collectieve | april 2013), gespecifieerd in artikel 3bis van onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 3bis.Tenminste 0,05 pct. van de loonmassa dient te worden |
Art. 3bis.Tenminste 0,05 pct. van de loonmassa dient te worden |
| voorbehouden aan één of meerdere van volgende risicogroepen : | voorbehouden aan één of meerdere van volgende risicogroepen : |
| 1. De werknemers van minstens 45 jaar oud die in de sector werken; | 1. De werknemers van minstens 45 jaar oud die in de sector werken; |
| 2. De werknemers van minstens 40 jaar die in de sector werken en | 2. De werknemers van minstens 40 jaar die in de sector werken en |
| bedreigd zijn met ontslag, zoals gespecificeerd in artikel 1, 2° van | bedreigd zijn met ontslag, zoals gespecificeerd in artikel 1, 2° van |
| het voornoemde koninklijk besluit; | het voornoemde koninklijk besluit; |
| 3. De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar | 3. De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar |
| werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding, | werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding, |
| zoals gespecificeerd in artikel 1, 3° van het voornoemde koninklijk | zoals gespecificeerd in artikel 1, 3° van het voornoemde koninklijk |
| besluit; | besluit; |
| 4. De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, zoals | 4. De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, zoals |
| gespecificeerd in artikel 1, 4° van het voornoemde koninklijk besluit; | gespecificeerd in artikel 1, 4° van het voornoemde koninklijk besluit; |
| 5. De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, | 5. De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, |
| hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van | hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van |
| een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in | een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in |
| artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 | artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 |
| houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een | houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een |
| instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk | instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk |
| besluit van 25 november 1991. | besluit van 25 november 1991. |
| Voor de eerste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer | Voor de eerste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer |
| over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, | over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, |
| contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis | contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis |
| hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het | hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het |
| paritair comité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake | paritair comité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake |
| beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken conform de afspraken | beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken conform de afspraken |
| omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de | omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid die binnen het | collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid die binnen het |
| Paritair Comité voor het garagebedrijf op 9 oktober 2015 werd | Paritair Comité voor het garagebedrijf op 9 oktober 2015 werd |
| ondertekend. | ondertekend. |
| Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds | Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds |
| dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen EDUCAM | dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen EDUCAM |
| begeleidingsmaatregelen zal voorstellen. | begeleidingsmaatregelen zal voorstellen. |
Art. 3ter.Van de in artikel 3bis bedoelde inspanning moet minstens de |
Art. 3ter.Van de in artikel 3bis bedoelde inspanning moet minstens de |
| helft (0,025 pct.) besteed worden aan initiatieven ten voordele van | helft (0,025 pct.) besteed worden aan initiatieven ten voordele van |
| één of meerdere van de volgende groepen : | één of meerdere van de volgende groepen : |
| a. De in artikel 3bis, 5. bedoelde jongeren; | a. De in artikel 3bis, 5. bedoelde jongeren; |
| b. De in artikel 3bis, 3. en 4. bedoelde personen die nog geen 26 jaar | b. De in artikel 3bis, 3. en 4. bedoelde personen die nog geen 26 jaar |
| oud zijn. | oud zijn. |
| Om de inschakeling van jongeren onder de 26 jaar aan te moedigen, werd | Om de inschakeling van jongeren onder de 26 jaar aan te moedigen, werd |
| de bijdrage voor deze risicogroep sinds 1 januari 2015 verhoogd tot | de bijdrage voor deze risicogroep sinds 1 januari 2015 verhoogd tot |
| 0,05 pct. van de loonmassa, om jongeren, via een ingroeibaan, | 0,05 pct. van de loonmassa, om jongeren, via een ingroeibaan, |
| werkkansen te bieden in de sector. | werkkansen te bieden in de sector. |
| Ingroeibanen zijn een combinatie van een praktijkopleiding met een | Ingroeibanen zijn een combinatie van een praktijkopleiding met een |
| beroepservaring op de werkvloer. | beroepservaring op de werkvloer. |
| Elke jongere onder de 26 jaar kan in aanmerking komen voor een | Elke jongere onder de 26 jaar kan in aanmerking komen voor een |
| ingroeibaan, ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO, deeltijds | ingroeibaan, ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO, deeltijds |
| leren/werken, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde | leren/werken, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde |
| duur,...). | duur,...). |
| De in dit kader en naar aanleiding van het nationaal akkoord 2015-2016 | De in dit kader en naar aanleiding van het nationaal akkoord 2015-2016 |
| ontwikkelde ondersteunende en bijkomende initiatieven worden verder | ontwikkelde ondersteunende en bijkomende initiatieven worden verder |
| opgevolgd door EDUCAM. | opgevolgd door EDUCAM. |
| Een specifieke opdracht voor EDUCAM in dit kader is het promoten van | Een specifieke opdracht voor EDUCAM in dit kader is het promoten van |
| het uitgewerkte opleidingspakket voor werknemers in een traject van | het uitgewerkte opleidingspakket voor werknemers in een traject van |
| peterschap en mentorschap om jongeren in een ingroeibaan te begeleiden | peterschap en mentorschap om jongeren in een ingroeibaan te begeleiden |
| en coachen in hun nieuwe job. Werknemers dienen de nodige tijd te | en coachen in hun nieuwe job. Werknemers dienen de nodige tijd te |
| krijgen om enerzijds deze opleiding te volgen en anderzijds de jonge | krijgen om enerzijds deze opleiding te volgen en anderzijds de jonge |
| werknemer te begeleiden en te coachen in zijn nieuwe functie. | werknemer te begeleiden en te coachen in zijn nieuwe functie. |
Art. 3quater.Opdracht EDUCAM |
Art. 3quater.Opdracht EDUCAM |
| EDUCAM heeft als taak : | EDUCAM heeft als taak : |
| - de opmaak van het evaluatieverslag en financieel overzicht | - de opmaak van het evaluatieverslag en financieel overzicht |
| risicogroepen; | risicogroepen; |
| - begeleidingsmaatregelen voorstellen voor de individuele gevallen in | - begeleidingsmaatregelen voorstellen voor de individuele gevallen in |
| het kader van de risicogroepen zoals voorzien in het laatste lid van | het kader van de risicogroepen zoals voorzien in het laatste lid van |
| artikel 3bis; | artikel 3bis; |
| - verslag uitbrengen aan de sociale partners van de ondersteunende en | - verslag uitbrengen aan de sociale partners van de ondersteunende en |
| bijkomende initiatieven in het kader van risicogroepen; | bijkomende initiatieven in het kader van risicogroepen; |
| - de promotie van de peter- en mentorschapsopleidingen. | - de promotie van de peter- en mentorschapsopleidingen. |
| HOOFDSTUK III. - Tewerkstelling | HOOFDSTUK III. - Tewerkstelling |
Art. 4.Sectorale tewerkstellingscel |
Art. 4.Sectorale tewerkstellingscel |
| In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001 werd | In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001 werd |
| binnen de bestaande EDUCAM-werking een sectorale tewerkstellingscel | binnen de bestaande EDUCAM-werking een sectorale tewerkstellingscel |
| ingevoerd die zich in eerste instantie richt op het afstemmen van | ingevoerd die zich in eerste instantie richt op het afstemmen van |
| vraag en aanbod in onze sector (onder andere via een vacaturebank) en | vraag en aanbod in onze sector (onder andere via een vacaturebank) en |
| in tweede instantie op het behoud van tewerkstelling in de sector via | in tweede instantie op het behoud van tewerkstelling in de sector via |
| een wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde | een wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde |
| werknemers. | werknemers. |
| In het kader van het nationaal akkoord 2007-2008 heeft de sectorale | In het kader van het nationaal akkoord 2007-2008 heeft de sectorale |
| tewerkstellingscel zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek ingeschreven | tewerkstellingscel zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek ingeschreven |
| in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de regelgeving op | in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de regelgeving op |
| nationaal en regionaal vlak. | nationaal en regionaal vlak. |
| De sectorale tewerkstellingscel van EDUCAM neemt proactief haar rol op | De sectorale tewerkstellingscel van EDUCAM neemt proactief haar rol op |
| in de bedrijfseigen en overkoepelende tewerkstellingscellen zoals | in de bedrijfseigen en overkoepelende tewerkstellingscellen zoals |
| voorzien in de nationale en regionale regelgeving, om de arbeiders zo | voorzien in de nationale en regionale regelgeving, om de arbeiders zo |
| efficiënt mogelijk, en gebruik makend van reeds bestaande instrumenten | efficiënt mogelijk, en gebruik makend van reeds bestaande instrumenten |
| zoals opleiding, outplacement en loopbaanbegeleiding, te begeleiden | zoals opleiding, outplacement en loopbaanbegeleiding, te begeleiden |
| naar een wedertewerkstelling, indien mogelijk in de eigen sector. | naar een wedertewerkstelling, indien mogelijk in de eigen sector. |
| Daarenboven zal EDUCAM zich specifiek richten op met ontslag bedreigde | Daarenboven zal EDUCAM zich specifiek richten op met ontslag bedreigde |
| en ontslagen arbeiders. | en ontslagen arbeiders. |
| Daarenboven dient de collectieve of individuele | Daarenboven dient de collectieve of individuele |
| wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde en van | wedertewerkstellingsbegeleiding van met ontslag bedreigde en van |
| ontslagen arbeiders - met inbegrip van aanvullende opleidingen en | ontslagen arbeiders - met inbegrip van aanvullende opleidingen en |
| begeleiding in het sollicitatietraject - het behoud van tewerkstelling | begeleiding in het sollicitatietraject - het behoud van tewerkstelling |
| binnen de sector mogelijk te maken. Individuele | binnen de sector mogelijk te maken. Individuele |
| tewerkstellingsbegeleiding is enkel mogelijk binnen de beschikbare | tewerkstellingsbegeleiding is enkel mogelijk binnen de beschikbare |
| financiële middelen en vergt de goedkeuring van de instanties van | financiële middelen en vergt de goedkeuring van de instanties van |
| EDUCAM. | EDUCAM. |
| De sectorale tewerkstellingscel zal voor het afstemmen van vraag en | De sectorale tewerkstellingscel zal voor het afstemmen van vraag en |
| aanbod rekening houden met de bestaande vacaturebank (onder andere | aanbod rekening houden met de bestaande vacaturebank (onder andere |
| Mobility Jobs,...). | Mobility Jobs,...). |
Art. 4bis.Opdracht EDUCAM |
Art. 4bis.Opdracht EDUCAM |
| EDUCAM heeft als taak : | EDUCAM heeft als taak : |
| - binnen haar instanties een afsprakenkader tot stand te brengen over | - binnen haar instanties een afsprakenkader tot stand te brengen over |
| de individuele tewerkstellingsbegeleiding zoals omschreven in artikel | de individuele tewerkstellingsbegeleiding zoals omschreven in artikel |
| 4, dat zal gepubliceerd worden op de website van EDUCAM; | 4, dat zal gepubliceerd worden op de website van EDUCAM; |
| - de uitvoering van de tewerkstellingsmaatregelen van de nationale | - de uitvoering van de tewerkstellingsmaatregelen van de nationale |
| akkoorden 2001-2002 en 2007-2008 en de wedertewerkstellingsmaatregelen | akkoorden 2001-2002 en 2007-2008 en de wedertewerkstellingsmaatregelen |
| zoals omschreven in artikel 4. | zoals omschreven in artikel 4. |
| HOOFDSTUK IV. - Onderwijs | HOOFDSTUK IV. - Onderwijs |
Art. 5.Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt |
Art. 5.Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt |
| De ondertekenende partijen streven een verhoging na van de instroom in | De ondertekenende partijen streven een verhoging na van de instroom in |
| de opleidingen en onderwijsrichtingen die leiden tot de sector en het | de opleidingen en onderwijsrichtingen die leiden tot de sector en het |
| verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van de instroom op de | verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van de instroom op de |
| arbeidsmarkt en dit in samenwerking met meerdere onderwijs- en | arbeidsmarkt en dit in samenwerking met meerdere onderwijs- en |
| opleidingspartners. De sectoraal opgestelde beroepsprofielen en de | opleidingspartners. De sectoraal opgestelde beroepsprofielen en de |
| overeenkomstige beroepscompetenties vormen daartoe de basisreferentie. | overeenkomstige beroepscompetenties vormen daartoe de basisreferentie. |
| Derhalve worden door EDUCAM onderscheiden samenwerkingsovereenkomsten | Derhalve worden door EDUCAM onderscheiden samenwerkingsovereenkomsten |
| gesloten met overkoepelende onderwijsorganisaties en individuele | gesloten met overkoepelende onderwijsorganisaties en individuele |
| opleidings- en onderwijsinstellingen. | opleidings- en onderwijsinstellingen. |
| De ondertekenende partijen zullen tevens de beroepen in de sectoren | De ondertekenende partijen zullen tevens de beroepen in de sectoren |
| promoten en dus een betere bekendheid nastreven bij leerlingen, | promoten en dus een betere bekendheid nastreven bij leerlingen, |
| scholen, lesgevers, jongeren, cursisten, werkzoekenden, werkenden, | scholen, lesgevers, jongeren, cursisten, werkzoekenden, werkenden, |
| ouders,... van de beroepen, uitdagingen, opportuniteiten en | ouders,... van de beroepen, uitdagingen, opportuniteiten en |
| loopbaanmogelijkheden die er zijn in de verschillende sectoren. EDUCAM | loopbaanmogelijkheden die er zijn in de verschillende sectoren. EDUCAM |
| is belast met de concrete uitvoering van deze promotie. | is belast met de concrete uitvoering van deze promotie. |
Art. 5bis.Leren en werken |
Art. 5bis.Leren en werken |
| In het kader van de opleiding van de deeltijds leerplichtigen en van | In het kader van de opleiding van de deeltijds leerplichtigen en van |
| de door de gewesten en/of gemeenschappen ingestelde stelsels van leren | de door de gewesten en/of gemeenschappen ingestelde stelsels van leren |
| en werken engageren de ondertekenende partijen zich tot de verdere | en werken engageren de ondertekenende partijen zich tot de verdere |
| uitbouw en opvolging van een kwalitatief en paritair beheerd | uitbouw en opvolging van een kwalitatief en paritair beheerd |
| alternerend opleidingssysteem. Daartoe zal EDUCAM met de bevoegde | alternerend opleidingssysteem. Daartoe zal EDUCAM met de bevoegde |
| overheden en de betrokken opleidings- en onderwijsinstellingen een | overheden en de betrokken opleidings- en onderwijsinstellingen een |
| aangepaste samenwerking aangaan. | aangepaste samenwerking aangaan. |
Art. 5ter.Peter- en mentorschap |
Art. 5ter.Peter- en mentorschap |
| Een specifieke opdracht voor EDUCAM is het promoten van het | Een specifieke opdracht voor EDUCAM is het promoten van het |
| uitgewerkte opleidingspakket voor werknemers in een traject van | uitgewerkte opleidingspakket voor werknemers in een traject van |
| peterschap en mentorschap om jongeren en werknemers te begeleiden en | peterschap en mentorschap om jongeren en werknemers te begeleiden en |
| te coachen. Werknemers dienen de nodige tijd te krijgen om enerzijds | te coachen. Werknemers dienen de nodige tijd te krijgen om enerzijds |
| deze opleiding te volgen en anderzijds de jongeren en werknemers te | deze opleiding te volgen en anderzijds de jongeren en werknemers te |
| begeleiden en te coachen. | begeleiden en te coachen. |
Art. 5quater.Opdracht EDUCAM |
Art. 5quater.Opdracht EDUCAM |
| EDUCAM heeft als taak : | EDUCAM heeft als taak : |
| - de verbetering van de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt door het | - de verbetering van de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt door het |
| sluiten van kader- en individuele overeenkomsten met de | sluiten van kader- en individuele overeenkomsten met de |
| onderwijsinstellingen en er promotie over voeren; | onderwijsinstellingen en er promotie over voeren; |
| - de inhoud en de uitvoeringsmodaliteiten van bovenstaande | - de inhoud en de uitvoeringsmodaliteiten van bovenstaande |
| overeenkomsten evenals de opvolging ervan te bepalen binnen zijn | overeenkomsten evenals de opvolging ervan te bepalen binnen zijn |
| instanties; | instanties; |
| - de beroepen van de sector promoten; | - de beroepen van de sector promoten; |
| - samenwerkingsakkoorden sluiten met opleidingsinstellingen in het | - samenwerkingsakkoorden sluiten met opleidingsinstellingen in het |
| kader van leren en werken; | kader van leren en werken; |
| - het promoten van het opleidingspakket waarvan sprake in artikel | - het promoten van het opleidingspakket waarvan sprake in artikel |
| 5ter. | 5ter. |
| HOOFDSTUK V. - Recht op permanente vorming | HOOFDSTUK V. - Recht op permanente vorming |
Art. 6.Definitie |
Art. 6.Definitie |
| Onder "permanente vorming" wordt verstaan : de vorming die het | Onder "permanente vorming" wordt verstaan : de vorming die het |
| vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn arbeidsmarktpositie | vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn arbeidsmarktpositie |
| versterkt en beantwoordt aan de noden van de ondernemingen en de | versterkt en beantwoordt aan de noden van de ondernemingen en de |
| sector. | sector. |
Art. 7.Bijdragen voor permanente vorming |
Art. 7.Bijdragen voor permanente vorming |
| De inspanningen op het gebied van de permanente vorming van werknemers | De inspanningen op het gebied van de permanente vorming van werknemers |
| en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van 0,55 pct. | en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van 0,55 pct. |
| van de brutolonen van de arbeiders aan 108 pct., voorzien voor | van de brutolonen van de arbeiders aan 108 pct., voorzien voor |
| onbepaalde duur. | onbepaalde duur. |
Art. 8.Opdracht EDUCAM |
Art. 8.Opdracht EDUCAM |
| 1. Basisopdracht | 1. Basisopdracht |
| De basisopdracht van EDUCAM omvat het ondersteunen van een sectoraal | De basisopdracht van EDUCAM omvat het ondersteunen van een sectoraal |
| opleidingsbeleid, met name : | opleidingsbeleid, met name : |
| - het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden; | - het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden; |
| - het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van instroom en | - het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van instroom en |
| permanente vorming; | permanente vorming; |
| - de kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen | - de kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen |
| ten behoeve van de sector; | ten behoeve van de sector; |
| - het voeren van een promotiebeleid rond de EDUCAM-producten en | - het voeren van een promotiebeleid rond de EDUCAM-producten en |
| dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die | dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die |
| ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor | ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor |
| het garagebedrijf, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit | het garagebedrijf, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit |
| promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van EDUCAM als | promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van EDUCAM als |
| dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair | dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair |
| opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; | opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; |
| - het bevorderen van de samenwerking tussen EDUCAM en de | - het bevorderen van de samenwerking tussen EDUCAM en de |
| bediendensector, teneinde de opleidingsinitiatieven op bedrijfsvlak | bediendensector, teneinde de opleidingsinitiatieven op bedrijfsvlak |
| voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; | voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; |
| - het ijveren voor een toename van de opleidingsplannen (zie ook | - het ijveren voor een toename van de opleidingsplannen (zie ook |
| artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst); | artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst); |
| - het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de | - het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de |
| uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de | uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de |
| ondernemingen; | ondernemingen; |
| - het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich | - het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich |
| op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en | op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en |
| uitwerken van het opleidingsplan voor arbeiders die van hun recht op | uitwerken van het opleidingsplan voor arbeiders die van hun recht op |
| permanente vorming geen gebruik maken; | permanente vorming geen gebruik maken; |
| - andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven. | - andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven. |
| 2. Databank EDUCAM | 2. Databank EDUCAM |
| Sinds 1 januari 2012 werd binnen EDUCAM een databank opgericht die | Sinds 1 januari 2012 werd binnen EDUCAM een databank opgericht die |
| elke gevolgde opleiding van elke arbeider registreert. | elke gevolgde opleiding van elke arbeider registreert. |
| De uitvoeringsmodaliteiten hiertoe werden bepaald binnen de instanties | De uitvoeringsmodaliteiten hiertoe werden bepaald binnen de instanties |
| van EDUCAM. | van EDUCAM. |
Art. 8bis.Opleidingsinspanningen |
Art. 8bis.Opleidingsinspanningen |
| Overeenkomstig artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017 betreffende | Overeenkomstig artikel 12, 1° van de wet van 5 maart 2017 betreffende |
| werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van | werkbaar en wendbaar werk, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van |
| 15 maart 2017, en het nationaal akkoord 2017-2018 (registratienummer | 15 maart 2017, en het nationaal akkoord 2017-2018 (registratienummer |
| 140616/CO/112) hebben de arbeiders bovenop het collectief recht op | 140616/CO/112) hebben de arbeiders bovenop het collectief recht op |
| opleiding van vier uur per kwartaal per arbeider, vanaf 1 januari | opleiding van vier uur per kwartaal per arbeider, vanaf 1 januari |
| 2018, een individueel recht op opleiding van één dag per kalenderjaar. | 2018, een individueel recht op opleiding van één dag per kalenderjaar. |
| Het gemiddeld aantal dagen besteed aan opleiding per voltijds | Het gemiddeld aantal dagen besteed aan opleiding per voltijds |
| equivalent is gelijk aan twee dagen voor 2017 en is gelijk aan | equivalent is gelijk aan twee dagen voor 2017 en is gelijk aan |
| gemiddeld drie dagen voor 2018. De werkgevers zullen dit engagement | gemiddeld drie dagen voor 2018. De werkgevers zullen dit engagement |
| uitvoeren via een consolidatie en versterking van de zowel individuele | uitvoeren via een consolidatie en versterking van de zowel individuele |
| als collectieve opleidingstijd, bedoeld in dit artikel. | als collectieve opleidingstijd, bedoeld in dit artikel. |
| De formele en informele opleidingen voorzien in artikel 9, a) en b) | De formele en informele opleidingen voorzien in artikel 9, a) en b) |
| van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk | van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk |
| alsook de informele opleidingen op de werkplek, worden in aanmerking | alsook de informele opleidingen op de werkplek, worden in aanmerking |
| genomen om de opleidingsinspanningen te bepalen. | genomen om de opleidingsinspanningen te bepalen. |
| Uiterlijk op 31 december 2018 zullen de sociale partners de | Uiterlijk op 31 december 2018 zullen de sociale partners de |
| vormingsbehoeften van de sector evalueren en een aangepast groeipad | vormingsbehoeften van de sector evalueren en een aangepast groeipad |
| uitwerken in het licht van de interprofessionele doelstelling van | uitwerken in het licht van de interprofessionele doelstelling van |
| gemiddeld vijf dagen voorzien in de wet van 5 maart 2017 betreffende | gemiddeld vijf dagen voorzien in de wet van 5 maart 2017 betreffende |
| werkbaar en wendbaar werk. | werkbaar en wendbaar werk. |
Art. 9.Vormingskrediet |
Art. 9.Vormingskrediet |
| Het vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve | Het vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de | arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de |
| arbeiders te verzekeren. | arbeiders te verzekeren. |
| Het vormingskrediet wordt uitgedrukt in uren en is per onderneming | Het vormingskrediet wordt uitgedrukt in uren en is per onderneming |
| gelijk aan vier uur per kwartaal per arbeider. De berekeningsbasis van | gelijk aan vier uur per kwartaal per arbeider. De berekeningsbasis van |
| het vormingskrediet is het aantal arbeiders bekend bij de | het vormingskrediet is het aantal arbeiders bekend bij de |
| Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid per 30 juni en het sectoraal | Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid per 30 juni en het sectoraal |
| afgesproken recht op opleiding. Vanaf 1 januari 2018 hebben de | afgesproken recht op opleiding. Vanaf 1 januari 2018 hebben de |
| arbeiders bovenop het collectief recht op opleiding van vier uur per | arbeiders bovenop het collectief recht op opleiding van vier uur per |
| kwartaal per arbeider, een individueel recht op opleiding van twee uur | kwartaal per arbeider, een individueel recht op opleiding van twee uur |
| per kwartaal per arbeider per kalenderjaar. | per kwartaal per arbeider per kalenderjaar. |
| Bijvoorbeeld : voor een onderneming waarvoor deze KSZ-gegevens 10 | Bijvoorbeeld : voor een onderneming waarvoor deze KSZ-gegevens 10 |
| arbeiders opgeven, bedraagt het totale collectief vormingskrediet voor | arbeiders opgeven, bedraagt het totale collectief vormingskrediet voor |
| een volledig jaar 4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur en | een volledig jaar 4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur en |
| het individueel vormingskrediet van 2 uur x 4 x 10 = 80 uur, zijnde 8 | het individueel vormingskrediet van 2 uur x 4 x 10 = 80 uur, zijnde 8 |
| uur per arbeider. | uur per arbeider. |
| Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt EDUCAM aan de | Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt EDUCAM aan de |
| ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité zowel hun | ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité zowel hun |
| collectief als hun individueel vormingskrediet. Dit vormingskrediet | collectief als hun individueel vormingskrediet. Dit vormingskrediet |
| bepaalt dan voor de onderneming het collectief en individueel | bepaalt dan voor de onderneming het collectief en individueel |
| objectief voor het komende kalenderjaar van het aantal te realiseren | objectief voor het komende kalenderjaar van het aantal te realiseren |
| opleidingsuren voor de arbeiders. Binnen de instanties van EDUCAM | opleidingsuren voor de arbeiders. Binnen de instanties van EDUCAM |
| worden de uitvoeringsmodaliteiten van het collectief en individueel | worden de uitvoeringsmodaliteiten van het collectief en individueel |
| objectief (onder andere het informeren van de arbeiders van het recht | objectief (onder andere het informeren van de arbeiders van het recht |
| op collectief en individueel recht op opleiding en de opname ervan) | op collectief en individueel recht op opleiding en de opname ervan) |
| verder bepaald, die vervolgens worden gepubliceerd op de website van | verder bepaald, die vervolgens worden gepubliceerd op de website van |
| EDUCAM. Dit vormingskrediet is niet overdraagbaar van het ene jaar | EDUCAM. Dit vormingskrediet is niet overdraagbaar van het ene jaar |
| naar het andere. | naar het andere. |
| Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de | Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de |
| arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen | arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen |
| uitsluitend door EDUCAM erkende opleidingen in aanmerking. EDUCAM | uitsluitend door EDUCAM erkende opleidingen in aanmerking. EDUCAM |
| beheert het vormingskrediet. | beheert het vormingskrediet. |
| De afbouw van het vormingskrediet is voor de ondernemingen met 15 | De afbouw van het vormingskrediet is voor de ondernemingen met 15 |
| werknemers of meer (arbeiders en bedienden samen) gekoppeld aan het | werknemers of meer (arbeiders en bedienden samen) gekoppeld aan het |
| bedrijfseigen opleidingsplan waarvan sprake in artikel 10 en wordt in | bedrijfseigen opleidingsplan waarvan sprake in artikel 10 en wordt in |
| overleg met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met | overleg met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met |
| de arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de | de arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de |
| onderneming. | onderneming. |
| Elk opleidingsuur binnen het vormingskrediet geeft recht op een | Elk opleidingsuur binnen het vormingskrediet geeft recht op een |
| sectorale opleidingssteun die gegeven wordt voor de door EDUCAM | sectorale opleidingssteun die gegeven wordt voor de door EDUCAM |
| erkende opleidingen en is gekoppeld aan het naleven van de | erkende opleidingen en is gekoppeld aan het naleven van de |
| verplichtingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | verplichtingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 10.Opleidingsplan |
Art. 10.Opleidingsplan |
| § 1. Het opleidingsplan geeft een overzicht van de jaarlijks geplande | § 1. Het opleidingsplan geeft een overzicht van de jaarlijks geplande |
| opleidingsactiviteiten in de onderneming en biedt een antwoord op de | opleidingsactiviteiten in de onderneming en biedt een antwoord op de |
| opleidingsnoden van de arbeiders en de onderneming. Ondernemingen met | opleidingsnoden van de arbeiders en de onderneming. Ondernemingen met |
| 15 of meer werknemers (arbeiders en bedienden samen) maken een | 15 of meer werknemers (arbeiders en bedienden samen) maken een |
| bedrijfseigen opleidingsplan op en ondernemingen met minder dan 15 | bedrijfseigen opleidingsplan op en ondernemingen met minder dan 15 |
| werknemers kunnen kiezen om een bedrijfseigen opleidingsplan op te | werknemers kunnen kiezen om een bedrijfseigen opleidingsplan op te |
| stellen of om in het suppletief opleidingsplan hun opleidingsintenties | stellen of om in het suppletief opleidingsplan hun opleidingsintenties |
| per functie aan te geven. | per functie aan te geven. |
| Om een kwaliteitsvol overleg in ondernemingen over het bedrijfseigen | Om een kwaliteitsvol overleg in ondernemingen over het bedrijfseigen |
| opleidingsplan te verzekeren, dienen de besprekingen in de onderneming | opleidingsplan te verzekeren, dienen de besprekingen in de onderneming |
| vóór 15 november van het voorgaande kalenderjaar te worden aangevat en | vóór 15 november van het voorgaande kalenderjaar te worden aangevat en |
| wordt het jaarlijks bedrijfseigen opleidingsplan in de ondernemingen | wordt het jaarlijks bedrijfseigen opleidingsplan in de ondernemingen |
| met 15 werknemers of meer vóór 15 februari van het betreffende | met 15 werknemers of meer vóór 15 februari van het betreffende |
| kalenderjaar aan EDUCAM overgemaakt. | kalenderjaar aan EDUCAM overgemaakt. |
| Op ondernemingsvlak, en in overleg met de arbeider in kwestie, dient | Op ondernemingsvlak, en in overleg met de arbeider in kwestie, dient |
| te worden bepaald welke opleiding zal worden gevolgd door elke | te worden bepaald welke opleiding zal worden gevolgd door elke |
| arbeider. Het bepalen van het soort opleiding dient te gebeuren in | arbeider. Het bepalen van het soort opleiding dient te gebeuren in |
| nauwe samenwerking tussen de onderneming, de ondernemingsraad, bij | nauwe samenwerking tussen de onderneming, de ondernemingsraad, bij |
| ontstentenis met de vakbondsafvaardiging of met de arbeiders, en | ontstentenis met de vakbondsafvaardiging of met de arbeiders, en |
| EDUCAM en maakt integraal deel uit van het opleidingsplan. | EDUCAM en maakt integraal deel uit van het opleidingsplan. |
| In functie van een sectorale erkenning van de opleiding en de | In functie van een sectorale erkenning van de opleiding en de |
| certificatie van de arbeider, een optimaal gebruik van het | certificatie van de arbeider, een optimaal gebruik van het |
| vormingskrediet en van de regelgeving in het kader van het betaald | vormingskrediet en van de regelgeving in het kader van het betaald |
| educatief verlof, verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met | educatief verlof, verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met |
| EDUCAM. | EDUCAM. |
| § 2. Elke onderneming met 15 of meer werknemers (arbeiders en | § 2. Elke onderneming met 15 of meer werknemers (arbeiders en |
| bedienden samen) stelt jaarlijks een bedrijfseigen opleidingsplan op, | bedienden samen) stelt jaarlijks een bedrijfseigen opleidingsplan op, |
| dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ondernemingsraad, bij | dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ondernemingsraad, bij |
| ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan de arbeiders. | ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan de arbeiders. |
| Na ontvangst van voormeld bedrijfseigen opleidingsplan, hebben de | Na ontvangst van voormeld bedrijfseigen opleidingsplan, hebben de |
| sociale partners binnen EDUCAM 20 werkdagen de tijd om dit al dan niet | sociale partners binnen EDUCAM 20 werkdagen de tijd om dit al dan niet |
| goed te keuren. Alle vakbondsorganisaties aanwezig in de onderneming, | goed te keuren. Alle vakbondsorganisaties aanwezig in de onderneming, |
| dienen het bedrijfseigen opleidingsplan goedgekeurd te hebben | dienen het bedrijfseigen opleidingsplan goedgekeurd te hebben |
| vooraleer dat het vormingskrediet kan worden opengesteld. | vooraleer dat het vormingskrediet kan worden opengesteld. |
| Na deze termijn, en bij afwezigheid van reactie, wordt het | Na deze termijn, en bij afwezigheid van reactie, wordt het |
| vormingskrediet vrijgegeven door EDUCAM en dit volgens de modaliteiten | vormingskrediet vrijgegeven door EDUCAM en dit volgens de modaliteiten |
| bepaald in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | bepaald in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Elke wijziging aan een bedrijfseigen opleidingsplan dat | Elke wijziging aan een bedrijfseigen opleidingsplan dat |
| voorafgaandelijk reeds was goedgekeurd binnen de onderneming, dient | voorafgaandelijk reeds was goedgekeurd binnen de onderneming, dient |
| opnieuw ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de ondernemingsraad | opnieuw ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de ondernemingsraad |
| of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging of aan de arbeiders. | of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging of aan de arbeiders. |
| De uitvoering van het bedrijfseigen opleidingsplan wordt paritair | De uitvoering van het bedrijfseigen opleidingsplan wordt paritair |
| opgevolgd en jaarlijks geëvalueerd in de ondernemingsraad, bij | opgevolgd en jaarlijks geëvalueerd in de ondernemingsraad, bij |
| ontstentenis in samenspraak met de vakbondsafvaardiging of door het | ontstentenis in samenspraak met de vakbondsafvaardiging of door het |
| paritair comité. | paritair comité. |
| EDUCAM heeft als taak het erkennen van opleidingen en de opvolging van | EDUCAM heeft als taak het erkennen van opleidingen en de opvolging van |
| de certificering van werknemers. | de certificering van werknemers. |
| § 3. Ondernemingen met minder dan 15 werknemers kunnen in het kader | § 3. Ondernemingen met minder dan 15 werknemers kunnen in het kader |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de representatieve | van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de representatieve |
| functie die binnen het Paritair Comité voor het garagebedrijf op 9 | functie die binnen het Paritair Comité voor het garagebedrijf op 9 |
| oktober 2015 werd ondertekend, hun bedrijfseigen opleidingsplan | oktober 2015 werd ondertekend, hun bedrijfseigen opleidingsplan |
| opmaken. | opmaken. |
| Ondernemingen die geen bedrijfseigen opleidingsplan opstellen kunnen | Ondernemingen die geen bedrijfseigen opleidingsplan opstellen kunnen |
| hun opleidingsintenties in het sectoraal suppletief opleidingsplan | hun opleidingsintenties in het sectoraal suppletief opleidingsplan |
| aangeven. | aangeven. |
Art. 11.Sectoraal certificaat "veiligheid" HEV |
Art. 11.Sectoraal certificaat "veiligheid" HEV |
| Om de veiligheid van de werknemers te waarborgen en risico's te | Om de veiligheid van de werknemers te waarborgen en risico's te |
| vermijden, organiseren de ondernemingen zich zodanig dat hun | vermijden, organiseren de ondernemingen zich zodanig dat hun |
| werknemers houder zijn of worden van een geldig sectoraal certificaat | werknemers houder zijn of worden van een geldig sectoraal certificaat |
| "veiligheid" HEV, waarvan het niveau minimaal overeenkomt met de | "veiligheid" HEV, waarvan het niveau minimaal overeenkomt met de |
| activiteiten aan hybride en elektrische voertuigen (HEV) die de | activiteiten aan hybride en elektrische voertuigen (HEV) die de |
| werknemer in het bedrijf verricht. Zo past de werkgever het dynamisch | werknemer in het bedrijf verricht. Zo past de werkgever het dynamisch |
| risicobeheersingssysteem toe en voldoet hij aan de verplichtingen van | risicobeheersingssysteem toe en voldoet hij aan de verplichtingen van |
| de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn op het werk en haar | de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn op het werk en haar |
| uitvoeringsbesluiten. | uitvoeringsbesluiten. |
Art. 12.Opdracht EDUCAM |
Art. 12.Opdracht EDUCAM |
| EDUCAM heeft als taak : | EDUCAM heeft als taak : |
| - het erkennen van opleidingen; | - het erkennen van opleidingen; |
| - de certificering van de arbeiders; | - de certificering van de arbeiders; |
| - het beheer van het vormingskrediet; | - het beheer van het vormingskrediet; |
| - de registratie van de opleidingsplannen; | - de registratie van de opleidingsplannen; |
| - het opstellen van een suppletief opleidingsplan; | - het opstellen van een suppletief opleidingsplan; |
| - de bestaande instrumenten die de ondernemingen moeten helpen een | - de bestaande instrumenten die de ondernemingen moeten helpen een |
| opleidingsplan op te stellen te optimaliseren om zodoende de kwaliteit | opleidingsplan op te stellen te optimaliseren om zodoende de kwaliteit |
| en de opleidingsinitiatieven op ondernemingsniveau maximaal te | en de opleidingsinitiatieven op ondernemingsniveau maximaal te |
| ondersteunen. | ondersteunen. |
| De uitvoeringsmodaliteiten wat betreft het opleidingskrediet en de | De uitvoeringsmodaliteiten wat betreft het opleidingskrediet en de |
| opleidingssteun worden bepaald binnen de instanties van EDUCAM en | opleidingssteun worden bepaald binnen de instanties van EDUCAM en |
| gepubliceerd op de website van EDUCAM. | gepubliceerd op de website van EDUCAM. |
| Geactualiseerde formele criteria (onder andere de minimumduur van | Geactualiseerde formele criteria (onder andere de minimumduur van |
| bepaalde opleidingen) en een verbeterde procedure voor de erkenning | bepaalde opleidingen) en een verbeterde procedure voor de erkenning |
| van opleidingen en de informatie over de bestaande | van opleidingen en de informatie over de bestaande |
| certificeringsprocedure van werknemers worden bepaald binnen de | certificeringsprocedure van werknemers worden bepaald binnen de |
| instanties van EDUCAM en gepubliceerd op de website van EDUCAM. | instanties van EDUCAM en gepubliceerd op de website van EDUCAM. |
| Binnen de instanties van EDUCAM worden de uitvoeringsmodaliteiten van | Binnen de instanties van EDUCAM worden de uitvoeringsmodaliteiten van |
| het collectief en individueel objectief (onder andere het informeren | het collectief en individueel objectief (onder andere het informeren |
| van de arbeiders van het recht op collectief en individueel recht op | van de arbeiders van het recht op collectief en individueel recht op |
| opleiding en de opname ervan) verder bepaald, die vervolgens worden | opleiding en de opname ervan) verder bepaald, die vervolgens worden |
| gepubliceerd op de website van EDUCAM. | gepubliceerd op de website van EDUCAM. |
| HOOFDSTUK VI. - Geldigheid | HOOFDSTUK VI. - Geldigheid |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 9 |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 9 |
| oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, | oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, |
| betreffende de vorming en de opleiding, algemeen verbindend verklaard | betreffende de vorming en de opleiding, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 15 juli 2016 (Belgisch Staatsblad van 22 | bij koninklijk besluit van 15 juli 2016 (Belgisch Staatsblad van 22 |
| september 2016), geregistreerd op 1 februari 2016 onder het nummer | september 2016), geregistreerd op 1 februari 2016 onder het nummer |
| 131192/CO/112. | 131192/CO/112. |
| HOOFDSTUK VII. - Duur | HOOFDSTUK VII. - Duur |
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2018 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. | januari 2018 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. |
| Zij kan door elk van de ondertekenende organisaties worden opgezegd, | Zij kan door elk van de ondertekenende organisaties worden opgezegd, |
| mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post | mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post |
| aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité | aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor het garagebedrijf en aan de in dit paritair comité | voor het garagebedrijf en aan de in dit paritair comité |
| vertegenwoordigde organisaties. | vertegenwoordigde organisaties. |
| Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 oktober 2019. | Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 oktober 2019. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, | Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de |
| vorming en de opleiding | vorming en de opleiding |
| Paritaire verklaring non-discriminatieclausule | Paritaire verklaring non-discriminatieclausule |
| Elk bedrijf dat ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair | Elk bedrijf dat ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair |
| Comité voor het garagebedrijf wordt aanbevolen om, met ingang van 1 | Comité voor het garagebedrijf wordt aanbevolen om, met ingang van 1 |
| januari 2018 en voor zover dit nog niet gebeurde, de volgende | januari 2018 en voor zover dit nog niet gebeurde, de volgende |
| non-discriminatieclausule op te nemen in haar arbeidsreglement, | non-discriminatieclausule op te nemen in haar arbeidsreglement, |
| hierbij de procedure, zoals vastgelegd door de wet van 8 april 1965 | hierbij de procedure, zoals vastgelegd door de wet van 8 april 1965 |
| tot instelling van de arbeidsreglementen, respecterende : | tot instelling van de arbeidsreglementen, respecterende : |
| "Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van | "Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van |
| welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, | welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, |
| inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich | inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich |
| onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen | onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen |
| van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders | van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders |
| waardigheid, gevoelens en overtuiging. Verboden is bijgevolg elke vorm | waardigheid, gevoelens en overtuiging. Verboden is bijgevolg elke vorm |
| van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en | van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en |
| pamfletten. | pamfletten. |
| Ook elke discriminatie op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, | Ook elke discriminatie op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, |
| burgerlijke staat, geboorte, fortuin, geloof of levensbeschouwing, | burgerlijke staat, geboorte, fortuin, geloof of levensbeschouwing, |
| politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, | politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, |
| gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschappen | gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschappen |
| en sociale origine, geslacht, nationaliteit, een zogenaamd ras, | en sociale origine, geslacht, nationaliteit, een zogenaamd ras, |
| huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming is verboden.". | huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming is verboden.". |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus |
| 2018. | 2018. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |