Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 16/03/2004
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
16 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 16 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003,
gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid,
betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de
kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg (1) kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige
nijverheid; nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003,
gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid,
betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de betreffende de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de
kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 2004. Gegeven te Brussel, 16 maart 2004.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003 Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2003
Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende
nijverheid van de provincie Limburg (Overeenkomst geregistreerd op 30 nijverheid van de provincie Limburg (Overeenkomst geregistreerd op 30
oktober 2003 onder het nummer 68210/CO/116) oktober 2003 onder het nummer 68210/CO/116)
Toepassingsgebied Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen
die gelegen zijn in de provincie Limburg en die ressorteren onder het die gelegen zijn in de provincie Limburg en die ressorteren onder het
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid in hoofde van hun Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid in hoofde van hun
bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen. bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.
Onder « arbeiders » wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. Onder « arbeiders » wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.
Algemene bepaling Algemene bepaling

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan

de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair
Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze collectieve Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze collectieve
arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het
interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003 en het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003 en het
nationaal akkoord 2003-2004 voor arbeiders gesloten op 26 februari nationaal akkoord 2003-2004 voor arbeiders gesloten op 26 februari
2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. 2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.
Werkzekerheid Werkzekerheid

Art. 3.Tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve

Art. 3.Tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve

arbeidsovereenkomst stellen de werkgevers alles in het werk om ontslag arbeidsovereenkomst stellen de werkgevers alles in het werk om ontslag
wegens economische redenen te vermijden. Eventuele problemen in dit wegens economische redenen te vermijden. Eventuele problemen in dit
verband worden vooreerst opgevangen door het invoeren van een regeling verband worden vooreerst opgevangen door het invoeren van een regeling
gedeeltelijke werkloosheid, gedurende een bepaalde periode. gedeeltelijke werkloosheid, gedurende een bepaalde periode.
Deze periode wordt als volgt bepaald : Deze periode wordt als volgt bepaald :
- de werkgever deelt mee hoeveel arbeidsplaatsen bedreigd zijn; - de werkgever deelt mee hoeveel arbeidsplaatsen bedreigd zijn;
- deze mededeling gebeurt aan de vertegenwoordigers van de - deze mededeling gebeurt aan de vertegenwoordigers van de
vakorganisaties; vakorganisaties;
- de werkgever kan niet tot ontslagen overgaan voordat een aantal - de werkgever kan niet tot ontslagen overgaan voordat een aantal
dagen economische werkloosheid in de onderneming hebben dagen economische werkloosheid in de onderneming hebben
plaatsgevonden. Dit aantal dagen is gelijk aan het aantal bedreigde plaatsgevonden. Dit aantal dagen is gelijk aan het aantal bedreigde
arbeidsplaatsen vermenigvuldigd met 30. arbeidsplaatsen vermenigvuldigd met 30.
Tijdens deze periode zullen de partijen de maatregelen onderzoeken die Tijdens deze periode zullen de partijen de maatregelen onderzoeken die
zouden kunnen genomen worden om de nadelen van deze ontslagen ten zouden kunnen genomen worden om de nadelen van deze ontslagen ten
aanzien van de arbeiders te milderen, bijvoorbeeld : brugpensioen, aanzien van de arbeiders te milderen, bijvoorbeeld : brugpensioen,
werkverdeling, tijdskrediet, loopbaanvermindering, wijze van werkverdeling, tijdskrediet, loopbaanvermindering, wijze van
toepassing van de wet betreffende de tijdelijke arbeid en toepassing van de wet betreffende de tijdelijke arbeid en
uitzendarbeid, vermindering van overuren. uitzendarbeid, vermindering van overuren.
Indien bij ontslagen om economische redenen de werkgever deze Indien bij ontslagen om economische redenen de werkgever deze
procedure niet volgt, wordt de wettelijke opzeggingstermijn of procedure niet volgt, wordt de wettelijke opzeggingstermijn of
wettelijke verbrekingsvergoeding met 100 pct. vermeerderd. wettelijke verbrekingsvergoeding met 100 pct. vermeerderd.
Bij ontslag om economische redenen wordt boven op de uitgekeerde Bij ontslag om economische redenen wordt boven op de uitgekeerde
werkloosheidsvergoeding een aanvullende bestaanszekerheid toegekend a werkloosheidsvergoeding een aanvullende bestaanszekerheid toegekend a
rato van het verschil tussen de ontvangen werkloosheidsvergoeding en rato van het verschil tussen de ontvangen werkloosheidsvergoeding en
het nettoloon, en dit gedurende de duurtijd hierna, volgens het aantal het nettoloon, en dit gedurende de duurtijd hierna, volgens het aantal
dienstjaren in de onderneming : dienstjaren in de onderneming :
- van 5 tot 9 dienstjaren : 4 weken, vanaf het einde van de - van 5 tot 9 dienstjaren : 4 weken, vanaf het einde van de
opzeggingstermijn of van de periode gedekt door de opzeggingstermijn of van de periode gedekt door de
verbrekingsvergoeding; verbrekingsvergoeding;
- van 10 tot 14 dienstjaren : 8 weken, zoals hiervoor vermeld; - van 10 tot 14 dienstjaren : 8 weken, zoals hiervoor vermeld;
- vanaf 15 dienstjaren : 12 weken, zoals hiervoor vermeld. - vanaf 15 dienstjaren : 12 weken, zoals hiervoor vermeld.
Maaltijdcheques Maaltijdcheques

Art. 4.§ 1. Vanaf 1 oktober 2003 wordt, overeenkomstig de bepalingen

Art. 4.§ 1. Vanaf 1 oktober 2003 wordt, overeenkomstig de bepalingen

opgenomen in artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november opgenomen in artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders, hierna koninklijk besluit van 28 november zekerheid der arbeiders, hierna koninklijk besluit van 28 november
1969 genoemd, aan de arbeiders per effectief volledig gepresteerde 1969 genoemd, aan de arbeiders per effectief volledig gepresteerde
dag, een maaltijdcheque toegekend met een faciale waarde van 3 EUR per dag, een maaltijdcheque toegekend met een faciale waarde van 3 EUR per
dag. De werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,85 EUR per dag. De werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,85 EUR per
dag. De werknemersbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,15 EUR per dag. De werknemersbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,15 EUR per
dag. dag.
Voor een deeltijds effectief gepresteerde dag wordt de Voor een deeltijds effectief gepresteerde dag wordt de
werkgeversbijdrage geproratiseerd. werkgeversbijdrage geproratiseerd.
§ 2. De ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in het § 2. De ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in het
artikel 19bis, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 28 november artikel 19bis, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 28 november
1969 betreffende de bepaling van het aantal maaltijdcheques door 1969 betreffende de bepaling van het aantal maaltijdcheques door
toepassing van de « alternatieve telling », kunnen en wordt aanbevolen toepassing van de « alternatieve telling », kunnen en wordt aanbevolen
een systeem van « alternatieve telling » in te voeren of verder te een systeem van « alternatieve telling » in te voeren of verder te
zetten overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in bovenstaand zetten overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in bovenstaand
artikel 19bis, § 2, 2°. artikel 19bis, § 2, 2°.
§ 3. Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of § 3. Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of
overbruggingsploegen met een arbeidsprestatie van 12 uren per gewerkte overbruggingsploegen met een arbeidsprestatie van 12 uren per gewerkte
dag bedraagt de werkgeversbijdrage, per effectief volledig dag bedraagt de werkgeversbijdrage, per effectief volledig
gepresteerde dag 4,62 EUR per dag. gepresteerde dag 4,62 EUR per dag.
Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of
overbruggingsploegen in een onderneming die gebruik maakt van § 2 van overbruggingsploegen in een onderneming die gebruik maakt van § 2 van
dit artikel wordt, conform de bepalingen van artikel 19bis van het dit artikel wordt, conform de bepalingen van artikel 19bis van het
koninklijk besluit van 28 november 1969, een regeling getroffen koninklijk besluit van 28 november 1969, een regeling getroffen
waardoor zij een totaal bedrag aan werkgeversbijdragen ontvangen waardoor zij een totaal bedrag aan werkgeversbijdragen ontvangen
gelijk aan het totaal bedrag van de werkgeversbijdragen voor een gelijk aan het totaal bedrag van de werkgeversbijdragen voor een
gewone voltijdse prestatie. gewone voltijdse prestatie.
§ 4. Voor de ondernemingen die reeds voor 1 oktober 2003, § 4. Voor de ondernemingen die reeds voor 1 oktober 2003,
overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk
besluit van 28 november 1969, maaltijdcheques toekennen aan hun besluit van 28 november 1969, maaltijdcheques toekennen aan hun
arbeiders gelden volgende bepalingen : arbeiders gelden volgende bepalingen :
- voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de - voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de
maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage, als maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage, als
bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel, de wettelijk bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel, de wettelijk
maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR) niet overschrijdt, wordt de maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR) niet overschrijdt, wordt de
werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque op 1 oktober 2003 verhoogd met werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque op 1 oktober 2003 verhoogd met
het bedrag als bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit het bedrag als bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit
artikel. artikel.
- voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de - voor de ondernemingen waarvan de werkgeversbijdrage in de
maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage, als maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage, als
bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel, de wettelijk bepaald in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel, de wettelijk
maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR) overschrijdt wordt de maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR) overschrijdt wordt de
bestaande werkgeversbijdrage in de onderneming op 1 oktober 2003 bestaande werkgeversbijdrage in de onderneming op 1 oktober 2003
verhoogd tot de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR). verhoogd tot de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 4,91 EUR).
Het gedeelte van de in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel Het gedeelte van de in § 1 of in toepassing van § 3 van dit artikel
bedoelde verhoging van de werkgeversbijdrage dat de wettelijk maximale bedoelde verhoging van de werkgeversbijdrage dat de wettelijk maximale
werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque doet overschrijden wordt aan werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque doet overschrijden wordt aan
de betrokken arbeiders toegekend onder de vorm van een verhoging van de betrokken arbeiders toegekend onder de vorm van een verhoging van
het effectieve basisuurloon. Deze verhoging is gelijk aan het gedeelte het effectieve basisuurloon. Deze verhoging is gelijk aan het gedeelte
van de werkgeversbijdrage dat het wettelijk maximale overschrijdt van de werkgeversbijdrage dat het wettelijk maximale overschrijdt
gedeeld door 10. gedeeld door 10.
§ 5. De maaltijdcheques worden maandelijks toegekend aan de werknemer, § 5. De maaltijdcheques worden maandelijks toegekend aan de werknemer,
overeenkomstig de wettelijke bepalingen vastgelegd in bovenstaand overeenkomstig de wettelijke bepalingen vastgelegd in bovenstaand
artikel 19bis, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 28 november artikel 19bis, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 28 november
1969. 1969.
§ 6. De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd § 6. De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd
§ 7. De geldigheid van de maaltijdcheques is beperkt tot drie maanden § 7. De geldigheid van de maaltijdcheques is beperkt tot drie maanden
en de maaltijdcheques kunnen enkel gebruikt worden voor het betalen en de maaltijdcheques kunnen enkel gebruikt worden voor het betalen
van maaltijden of voor de aankoop van gebruiksklare voedingsmiddelen. van maaltijden of voor de aankoop van gebruiksklare voedingsmiddelen.
§ 8. Indien het systeem van maaltijdcheques wordt beëindigd, zal de § 8. Indien het systeem van maaltijdcheques wordt beëindigd, zal de
werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque omgezet worden in een werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque omgezet worden in een
verhoging van het effectieve basisuurloon. Deze verhoging is gelijk verhoging van het effectieve basisuurloon. Deze verhoging is gelijk
aan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque gedeeld door 10. aan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque gedeeld door 10.
Premies voor werk in opeenvolgende ploegen Premies voor werk in opeenvolgende ploegen

Art. 5.De bedragen van de premies voor werk in ploegen, enkel in

Art. 5.De bedragen van de premies voor werk in ploegen, enkel in

opeenvolgende ploegen, worden vanaf 1 mei 2003 verhoogd tot 6,85 pct. opeenvolgende ploegen, worden vanaf 1 mei 2003 verhoogd tot 6,85 pct.
van het referentieloon en voor de nachtploegen tot 21,10 pct. van het van het referentieloon en voor de nachtploegen tot 21,10 pct. van het
referentieloon. referentieloon.
Het hierboven vermelde referentieloon bedraagt op 1 januari 2003 in Het hierboven vermelde referentieloon bedraagt op 1 januari 2003 in
het 40-urenstelsel : 9,9025 EUR. het 40-urenstelsel : 9,9025 EUR.
De berekening van de bedragen in euro gebeurt tot op de vijfde De berekening van de bedragen in euro gebeurt tot op de vijfde
decimaal en alles wat na de vierde decimaal komt vervalt, zoals decimaal en alles wat na de vierde decimaal komt vervalt, zoals
bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei
2001 betreffende de ploegenpremies, gesloten in het Paritair Comité 2001 betreffende de ploegenpremies, gesloten in het Paritair Comité
voor de scheikundige nijverheid. voor de scheikundige nijverheid.
Hierdoor worden de ploegenpremies vanaf 1 mei 2003 : Hierdoor worden de ploegenpremies vanaf 1 mei 2003 :
- morgen- en namiddagploeg : 0,6919 EUR per uur; - morgen- en namiddagploeg : 0,6919 EUR per uur;
- nachtploeg : 2,1313 EUR per uur; - nachtploeg : 2,1313 EUR per uur;
De bedragen bepaald in bovenstaande alinea's zijn gekoppeld aan de De bedragen bepaald in bovenstaande alinea's zijn gekoppeld aan de
evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de
collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de
koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Het bedrag vermeld in de tweede alinea stemt overeen met het Het bedrag vermeld in de tweede alinea stemt overeen met het
spilindexcijfer 108,60 op (basis 1996 = 100). De bedragen vermeld in spilindexcijfer 108,60 op (basis 1996 = 100). De bedragen vermeld in
de vierde alinea bevatten de indexatie toegepast op 1 maart 2003 en de vierde alinea bevatten de indexatie toegepast op 1 maart 2003 en
stemmen overeen met het spilindexcijfer 110,77 (op basis 1996 = 100). stemmen overeen met het spilindexcijfer 110,77 (op basis 1996 = 100).
Bestaanszekerheid bij gedeeltelijke werkloosheid Bestaanszekerheid bij gedeeltelijke werkloosheid

Art. 6.Vanaf 1 mei 2003, wordt de aanvullende

Art. 6.Vanaf 1 mei 2003, wordt de aanvullende

bestaanszekerheidsvergoeding, ten laste van de werkgever, in geval van bestaanszekerheidsvergoeding, ten laste van de werkgever, in geval van
gedeeltelijke werkloosheid ingevolge economische of technische redenen gedeeltelijke werkloosheid ingevolge economische of technische redenen
of ingevolge overmacht in hoofde van de onderneming, verhoogd van 8,18 of ingevolge overmacht in hoofde van de onderneming, verhoogd van 8,18
EUR per dag naar 9 EUR per dag. EUR per dag naar 9 EUR per dag.
Voor arbeiders van minder dan 19 jaar, bedraagt deze vergoeding vanaf Voor arbeiders van minder dan 19 jaar, bedraagt deze vergoeding vanaf
1 mei 2003 8,55 EUR per dag. 1 mei 2003 8,55 EUR per dag.
Deze bedragen worden uitbetaald tot uitputting van een « pool » per Deze bedragen worden uitbetaald tot uitputting van een « pool » per
onderneming. Deze « pool » met het aantal uit te keren onderneming. Deze « pool » met het aantal uit te keren
bestaanszekerheidsvergoedingen per onderneming wordt jaarlijks bestaanszekerheidsvergoedingen per onderneming wordt jaarlijks
vastgesteld door het aantal in de onderneming ingeschreven arbeiders vastgesteld door het aantal in de onderneming ingeschreven arbeiders
op 1 januari van ieder kalenderjaar te vermenigvuldigen met vijftig op 1 januari van ieder kalenderjaar te vermenigvuldigen met vijftig
dagen. Het saldo van de « pool » kan niet worden overgedragen naar het dagen. Het saldo van de « pool » kan niet worden overgedragen naar het
volgende kalenderjaar. volgende kalenderjaar.
Carenzdag Carenzdag

Art. 7.Voor de eerste dag van arbeidsongeschiktheid van arbeiders

Art. 7.Voor de eerste dag van arbeidsongeschiktheid van arbeiders

wegens ziekte of ongeval, « carenzdag » genoemd, die niet betaald wegens ziekte of ongeval, « carenzdag » genoemd, die niet betaald
wordt door de werkgever wanneer de duur van de arbeidsongeschiktheid wordt door de werkgever wanneer de duur van de arbeidsongeschiktheid
niet meer dan één week bedraagt, gelden volgende bepalingen : niet meer dan één week bedraagt, gelden volgende bepalingen :
- vanaf 1 januari 2003 wordt de eerste carenzdag per kalenderjaar aan - vanaf 1 januari 2003 wordt de eerste carenzdag per kalenderjaar aan
de betrokken arbeiders betaald door de werkgever; de betrokken arbeiders betaald door de werkgever;
- vanaf 1 januari 2004 zullen aan de betrokken arbeiders de eerste en - vanaf 1 januari 2004 zullen aan de betrokken arbeiders de eerste en
de tweede carenzdag per kalenderjaar door hun werkgever worden de tweede carenzdag per kalenderjaar door hun werkgever worden
betaald; aan de arbeiders die minstens 15 jaar anciënniteit tellen in betaald; aan de arbeiders die minstens 15 jaar anciënniteit tellen in
de onderneming zal bovendien, eveneens vanaf 1 januari 2004, de derde de onderneming zal bovendien, eveneens vanaf 1 januari 2004, de derde
carenzdag per kalenderjaar door hun werkgever worden betaald. carenzdag per kalenderjaar door hun werkgever worden betaald.
Brugpensioen Brugpensioen

Art. 8.§ 1. Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 8.§ 1. Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst

wordt het recht op volledig brugpensioen vanaf 58 jaar verlengd. De wordt het recht op volledig brugpensioen vanaf 58 jaar verlengd. De
procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door de collectieve procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19
december 1974 (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch december 1974 (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch
Staatsblad van 31 januari 1975), voorzien zijn. Staatsblad van 31 januari 1975), voorzien zijn.
§ 2. In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 26 februari § 2. In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 26 februari
2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de 2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de
sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 7 mei 2003 in sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 7 mei 2003 in
het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt, voor de het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt, voor de
duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, het recht op duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, het recht op
brugpensioen verlengd voor de arbeiders die : brugpensioen verlengd voor de arbeiders die :
- de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op - de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op
het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en
uiterlijk op 31 december 2004; uiterlijk op 31 december 2004;
- voldoen aan de terzake geldende wettelijke voorwaarden : bijgevolg - voldoen aan de terzake geldende wettelijke voorwaarden : bijgevolg
zullen de betrokken arbeiders een beroepsverleden als loontrekkende zullen de betrokken arbeiders een beroepsverleden als loontrekkende
van 33 jaar moeten kunnen rechtvaardigen evenals minimaal 20 jaar van 33 jaar moeten kunnen rechtvaardigen evenals minimaal 20 jaar
gewerkt te hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van gewerkt te hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 in
de Nationale Arbeidsraad. Bovendien zullen de betrokken arbeiders ten de Nationale Arbeidsraad. Bovendien zullen de betrokken arbeiders ten
minste 5 jaar anciënniteit in de onderneming moeten bewijzen; minste 5 jaar anciënniteit in de onderneming moeten bewijzen;
- ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in - ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in
de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten
De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door de De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale
Arbeidsraad op 19 december 1974, voorzien zijn. Arbeidsraad op 19 december 1974, voorzien zijn.
§ 3. Voor de bepaling van de aanvullende vergoeding ten laste van de § 3. Voor de bepaling van de aanvullende vergoeding ten laste van de
werkgever, voortvloeiend uit de in § 1 en § 2 vernoemde collectieve werkgever, voortvloeiend uit de in § 1 en § 2 vernoemde collectieve
arbeidsovereenkomsten, zal rekening gehouden moeten worden met hetgeen arbeidsovereenkomsten, zal rekening gehouden moeten worden met hetgeen
volgt : volgt :
- voor de berekening van het netto referteloon tot bepaling van de - voor de berekening van het netto referteloon tot bepaling van de
bovenvernoemde aanvullende vergoeding zal, overeenkomstig de bovenvernoemde aanvullende vergoeding zal, overeenkomstig de
bepalingen van het nationaal akkoord gesloten op 26 februari 2003 in bepalingen van het nationaal akkoord gesloten op 26 februari 2003 in
het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, vanaf 1 januari het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, vanaf 1 januari
2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders
berekend worden op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd berekend worden op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd
bruto maandloon; bruto maandloon;
- voor de bepaling van de boven vernoemde aanvullende vergoeding zal - voor de bepaling van de boven vernoemde aanvullende vergoeding zal
voor voltijdse prestaties, het netto referteloon verhoogd worden met voor voltijdse prestaties, het netto referteloon verhoogd worden met
18 maal de werkgeversbijdrage per maaltijdcheque van de betrokken 18 maal de werkgeversbijdrage per maaltijdcheque van de betrokken
arbeider. Dit geldt voor de arbeiders van wie het brugpensioen arbeider. Dit geldt voor de arbeiders van wie het brugpensioen
effectief ingaat vanaf 1 oktober 2003. effectief ingaat vanaf 1 oktober 2003.
Voor deeltijdse prestaties zal het netto referteloon verhoogd worden Voor deeltijdse prestaties zal het netto referteloon verhoogd worden
met een aantal maal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque pro met een aantal maal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque pro
rata de gepresteerde arbeidsregeling. rata de gepresteerde arbeidsregeling.
Voor weekendwerkers zal het netto referteloon verhoogd worden met een Voor weekendwerkers zal het netto referteloon verhoogd worden met een
bedrag gelijk aan 18 maal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bedrag gelijk aan 18 maal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque
van een arbeider met gewone voltijdse prestaties. van een arbeider met gewone voltijdse prestaties.

Art. 9.Voor arbeiders die aansluitend op een stelsel van 1/5e

Art. 9.Voor arbeiders die aansluitend op een stelsel van 1/5e

loopbaanvermindering voor oudere werknemers opgenomen vanaf 50 jaar, loopbaanvermindering voor oudere werknemers opgenomen vanaf 50 jaar,
of die aansluitend op een stelsel van halftijdse loopbaanvermindering of die aansluitend op een stelsel van halftijdse loopbaanvermindering
opgenomen vanaf 50 jaar, op volledig brugpensioen worden gesteld, opgenomen vanaf 50 jaar, op volledig brugpensioen worden gesteld,
wordt het bruto referteloon voor de bepaling van de aanvullende wordt het bruto referteloon voor de bepaling van de aanvullende
vergoeding ten laste van de werkgever, onverminderd de modaliteiten vergoeding ten laste van de werkgever, onverminderd de modaliteiten
bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale bepaald door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale
Arbeidsraad, berekend op basis van voltijdse prestaties. Arbeidsraad, berekend op basis van voltijdse prestaties.
Arbeidsherverdelende maatregelen Arbeidsherverdelende maatregelen

Art. 10.Tijdskrediet

Art. 10.Tijdskrediet

In het kader van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en In het kader van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en
vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
wordt in aanvulling van de bepalingen voorzien in de collectieve wordt in aanvulling van de bepalingen voorzien in de collectieve
Arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten in de Nationale arbeidsraad op Arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten in de Nationale arbeidsraad op
19 december 2001, het volgende overeengekomen voor de duur van deze 19 december 2001, het volgende overeengekomen voor de duur van deze
collectieve arbeidsovereenkomst : collectieve arbeidsovereenkomst :
§ 1. Het recht op tijdskrediet, als voorzien in artikel 3 van de § 1. Het recht op tijdskrediet, als voorzien in artikel 3 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt overeenkomstig het collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt overeenkomstig het
nationaal akkoord 2003-2004, gesloten op 26 februari 2003 in het nationaal akkoord 2003-2004, gesloten op 26 februari 2003 in het
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uitgebreid tot een Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uitgebreid tot een
duur van maximum vijf jaar over de gehele loopbaan. duur van maximum vijf jaar over de gehele loopbaan.
Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op
tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van drie arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van drie
maanden. maanden.
Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van
het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve
voorwaarden nageleefd te worden : voorwaarden nageleefd te worden :
- het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar;
- de anciënniteitsvoorwaarden zijn die voorzien in artikel 5 van de - de anciënniteitsvoorwaarden zijn die voorzien in artikel 5 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.
§ 2. In uitvoering van artikel 15, § 7 van de collectieve § 2. In uitvoering van artikel 15, § 7 van de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op
19 december 2001, worden de arbeiders die in het kader van het 19 december 2001, worden de arbeiders die in het kader van het
tijdskrediet hun arbeidsprestaties volledig onderbreken niet tijdskrediet hun arbeidsprestaties volledig onderbreken niet
aangerekend op de drempel als bepaald in artikel 15, § 1 van de aangerekend op de drempel als bepaald in artikel 15, § 1 van de
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.
§ 3. Rekening houdend met de voorwaarden voorzien in de voornoemde § 3. Rekening houdend met de voorwaarden voorzien in de voornoemde
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, heeft de arbeider die een collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, heeft de arbeider die een
halftijds tijdskrediet aanvangt, vanaf 50 jaar of meer, recht op een halftijds tijdskrediet aanvangt, vanaf 50 jaar of meer, recht op een
bestaanszekerheidsvergoeding ten laste van de werkgever. De vergoeding bestaanszekerheidsvergoeding ten laste van de werkgever. De vergoeding
bedraagt 49,58 EUR per maand en wordt betaald tot op het ogenblik van bedraagt 49,58 EUR per maand en wordt betaald tot op het ogenblik van
het opnemen van het brugpensioen of indien geen brugpensioen wordt het opnemen van het brugpensioen of indien geen brugpensioen wordt
opgenomen, tot op het ogenblik van het opnemen van rustpensioen. opgenomen, tot op het ogenblik van het opnemen van rustpensioen.
Deze regeling geldt ook voor de arbeiders die zich op 31 december 2001 Deze regeling geldt ook voor de arbeiders die zich op 31 december 2001
bevinden in een systeem van halftijdse loopbaanonderbreking als bevinden in een systeem van halftijdse loopbaanonderbreking als
bepaald in de artikelen 9 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst bepaald in de artikelen 9 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst
van 30 juni 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige van 30 juni 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige
nijverheid, houdende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden nijverheid, houdende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden
voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg. voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg.
§ 4. De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale § 4. De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale
afvaardiging wordt ingelicht over de beslissing van de werkgever om al afvaardiging wordt ingelicht over de beslissing van de werkgever om al
dan niet tot vervanging over te gaan. dan niet tot vervanging over te gaan.

Art. 11.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt

Art. 11.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt

de mogelijkheid tot deeltijdse arbeid voorzien in een 4/5de regeling de mogelijkheid tot deeltijdse arbeid voorzien in een 4/5de regeling
op voorwaarde dat het organiseerbaar is. Bij weigering zal de op voorwaarde dat het organiseerbaar is. Bij weigering zal de
werkgever de redenen meedelen aan de syndicale delegatie. werkgever de redenen meedelen aan de syndicale delegatie.
Dienstjarenbeloning Dienstjarenbeloning

Art. 12.Dienstjarenpremie

Art. 12.Dienstjarenpremie

De jaarlijkse dienstjarenpremie toegekend aan de arbeiders die in de De jaarlijkse dienstjarenpremie toegekend aan de arbeiders die in de
onderneming een anciënniteit van tenminste drie jaar en maximum 15 onderneming een anciënniteit van tenminste drie jaar en maximum 15
jaar kennen, is als volgt samengesteld : jaar kennen, is als volgt samengesteld :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor het berekenen van de anciënniteit geldt de datum van de Voor het berekenen van de anciënniteit geldt de datum van de
verjaardag van de indiensttreding in de onderneming. De verjaardag van de indiensttreding in de onderneming. De
dienstjarenpremie wordt betaald tijdens de maand welke volgt op die dienstjarenpremie wordt betaald tijdens de maand welke volgt op die
waarin de verjaardag van de indiensttreding zich voordoet. Zij is niet waarin de verjaardag van de indiensttreding zich voordoet. Zij is niet
gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Art. 13.Anciënniteitsverlof

Art. 13.Anciënniteitsverlof

Vanaf 1 januari 2004 wordt één bijkomende betaalde dag Vanaf 1 januari 2004 wordt één bijkomende betaalde dag
anciënniteitsverlof toegekend aan de arbeiders die in de onderneming anciënniteitsverlof toegekend aan de arbeiders die in de onderneming
een anciënniteit van ten minste 25 jaar hebben. een anciënniteit van ten minste 25 jaar hebben.
Het anciënniteitsverlof wordt hierdoor vanaf 1 januari 2004 als volgt Het anciënniteitsverlof wordt hierdoor vanaf 1 januari 2004 als volgt
bepaald : jaarlijks één betaalde dag anciënniteitsverlof voor de bepaald : jaarlijks één betaalde dag anciënniteitsverlof voor de
arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van ten minste 10 arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van ten minste 10
jaar hebben; een tweede betaalde dag anciënniteitsverlof wordt jaar hebben; een tweede betaalde dag anciënniteitsverlof wordt
jaarlijks toegekend aan de arbeiders die in de onderneming een jaarlijks toegekend aan de arbeiders die in de onderneming een
anciënniteit van ten minste 15 jaar hebben; een derde betaalde dag anciënniteit van ten minste 15 jaar hebben; een derde betaalde dag
anciënniteitsverlof wordt jaarlijks toegekend aan de arbeiders die in anciënniteitsverlof wordt jaarlijks toegekend aan de arbeiders die in
de onderneming een anciënniteit van ten minste 20 jaar hebben en een de onderneming een anciënniteit van ten minste 20 jaar hebben en een
vierde betaalde dag anciënniteitsverlof wordt jaarlijks toegekend aan vierde betaalde dag anciënniteitsverlof wordt jaarlijks toegekend aan
de arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van ten minste 25 de arbeiders die in de onderneming een anciënniteit van ten minste 25
jaar hebben (in totaal maximum vier dagen per kalenderjaar). jaar hebben (in totaal maximum vier dagen per kalenderjaar).

Art. 14.Behoud anciënniteitsverlofdagen bij overgang voltijds naar

Art. 14.Behoud anciënniteitsverlofdagen bij overgang voltijds naar

deeltijds arbeidsregime. deeltijds arbeidsregime.
Vanaf 1 januari 2004 behoudt een arbeider die overgaat van een Vanaf 1 januari 2004 behoudt een arbeider die overgaat van een
voltijds naar een deeltijds arbeidsregime het aantal voltijds naar een deeltijds arbeidsregime het aantal
anciënniteitsverlofdagen zoals hij die heeft opgebouwd in zijn anciënniteitsverlofdagen zoals hij die heeft opgebouwd in zijn
voltijds arbeidsregime. De verdere opbouw van het aantal voltijds arbeidsregime. De verdere opbouw van het aantal
anciënniteitsverlofdagen als bepaald in artikel 13 van deze anciënniteitsverlofdagen als bepaald in artikel 13 van deze
collectieve arbeidsovereenkomst gebeurt rekening houdend met de collectieve arbeidsovereenkomst gebeurt rekening houdend met de
tewerkstellingsbreuk op het ogenblik van de toekenning van de volgende tewerkstellingsbreuk op het ogenblik van de toekenning van de volgende
anciënniteitsverlofdagen. anciënniteitsverlofdagen.
Eventuele betere regelingen op ondernemingsvlak blijven bestaan. Eventuele betere regelingen op ondernemingsvlak blijven bestaan.
Stress op het werk Stress op het werk

Art. 15.Het onderwerp « stress op het werk » zal in een werkgroep

Art. 15.Het onderwerp « stress op het werk » zal in een werkgroep

besproken worden. besproken worden.
Verlenging van de vorige overeenkomsten Verlenging van de vorige overeenkomsten

Art. 16.Alle bepalingen van de vorige overeenkomsten die niet

Art. 16.Alle bepalingen van de vorige overeenkomsten die niet

éénmalig werden toegekend en die door deze collectieve éénmalig werden toegekend en die door deze collectieve
arbeidsovereenkomsten niet worden gewijzigd of afgeschaft, worden voor arbeidsovereenkomsten niet worden gewijzigd of afgeschaft, worden voor
de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd. de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.
Sociale vrede Sociale vrede

Art. 17.De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van

Art. 17.De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van

deze collectieve arbeidsovereenkomst. deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Geldigheidsduur Geldigheidsduur

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten voor een

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten voor een

bepaalde duur van 2 jaar lopende van 1 januari 2003 tot en met 31 bepaalde duur van 2 jaar lopende van 1 januari 2003 tot en met 31
december 2004, met uitzondering van artikel 4 dat gesloten is voor december 2004, met uitzondering van artikel 4 dat gesloten is voor
onbepaalde duur. onbepaalde duur.
Dit laatste kan door elk der partijen worden opgezegd mits een Dit laatste kan door elk der partijen worden opgezegd mits een
opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité
voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te
lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter
wordt toegezonden en dit ten vroegste vanaf 30 september 2004. De wordt toegezonden en dit ten vroegste vanaf 30 september 2004. De
poststempel geldt als bewijs. poststempel geldt als bewijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 maart
2004. 2004.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
^