Koninklijk besluit houdende nadere bepaling van de gelijkwaardige vermindering van bedden, zoals bedoeld in artikel 5, § 4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging | Koninklijk besluit houdende nadere bepaling van de gelijkwaardige vermindering van bedden, zoals bedoeld in artikel 5, § 4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
16 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende nadere bepaling van de | 16 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende nadere bepaling van de |
gelijkwaardige vermindering van bedden, zoals bedoeld in artikel 5, § | gelijkwaardige vermindering van bedden, zoals bedoeld in artikel 5, § |
4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de | 4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de |
wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van | wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van |
verzorging | verzorging |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de | Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de |
ziekenhuizen en betreffende sommige vormen van verzorging, | ziekenhuizen en betreffende sommige vormen van verzorging, |
inzonderheid op artikel 5, § 4, gewijzigd door het koninklijk besluit | inzonderheid op artikel 5, § 4, gewijzigd door het koninklijk besluit |
nr. 59 van 22 juli 1982; | nr. 59 van 22 juli 1982; |
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling |
van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van | van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van |
ziekenhuisbedden vereist voor het bekomen van een bijzondere erkenning | ziekenhuisbedden vereist voor het bekomen van een bijzondere erkenning |
voor verzorgingsbedden, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 | voor verzorgingsbedden, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 |
april 1991, 5 augustus 1991, 12 oktober 1993 en 23 december 1993; | april 1991, 5 augustus 1991, 12 oktober 1993 en 23 december 1993; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 |
november 1998; | november 1998; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 |
juni 1999; | juni 1999; |
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 4 december 1998 over de | Gelet op het besluit van de Ministerraad van 4 december 1998 over de |
adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; | adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 mei 1999 met | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 mei 1999 met |
toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op voordracht van Onze Minister belast met Volksgezondheid en van Onze | Op voordracht van Onze Minister belast met Volksgezondheid en van Onze |
Minister van Sociale Zaken, en op advies van Onze in Raad vergaderde | Minister van Sociale Zaken, en op advies van Onze in Raad vergaderde |
Ministers, | Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
onder : | onder : |
1° « T-bedden » : bedden in diensten voor neuropsychiatrie voor | 1° « T-bedden » : bedden in diensten voor neuropsychiatrie voor |
behandeling van volwassen patiënten; | behandeling van volwassen patiënten; |
2° « PVT-bedden » : bedden in psychiatrische verzorgingstehuizen; | 2° « PVT-bedden » : bedden in psychiatrische verzorgingstehuizen; |
3° « t-bedden » : bedden of plaatsen in diensten voor dag- of | 3° « t-bedden » : bedden of plaatsen in diensten voor dag- of |
nachthospitalisatie voor neuropsychiatrie voor behandeling van | nachthospitalisatie voor neuropsychiatrie voor behandeling van |
volwassen patiënten; | volwassen patiënten; |
4° « a-bedden » : bedden of plaatsen in diensten voor dag- of | 4° « a-bedden » : bedden of plaatsen in diensten voor dag- of |
nachthospitalisatie voor neuropsychiatrie voor observatie en | nachthospitalisatie voor neuropsychiatrie voor observatie en |
behandeling van volwassen patiënten; | behandeling van volwassen patiënten; |
5° « Tf-plaatsen » : plaatsen voor psychiatrische gezinsverpleging; | 5° « Tf-plaatsen » : plaatsen voor psychiatrische gezinsverpleging; |
6° « acute bedden » : bedden in diensten voor diagnose en voor | 6° « acute bedden » : bedden in diensten voor diagnose en voor |
heelkundige behandeling (kenletter C), bedden in diensten voor | heelkundige behandeling (kenletter C), bedden in diensten voor |
diagnose en geneeskundige behandeling (kenletter D), bedden in | diagnose en geneeskundige behandeling (kenletter D), bedden in |
diensten voor geriatrie (kenletter G), bedden in diensten voor | diensten voor geriatrie (kenletter G), bedden in diensten voor |
kindergeneeskunde (kenletter E); | kindergeneeskunde (kenletter E); |
7° « ROB-bedden » : bedden in erkende rustoorden voor bejaarden. | 7° « ROB-bedden » : bedden in erkende rustoorden voor bejaarden. |
Art. 2.Ziekenhuisbedden die op de datum van de bekendmaking van dit |
Art. 2.Ziekenhuisbedden die op de datum van de bekendmaking van dit |
besluit afgeschaft zijn met toepassing van de normen inzake de | besluit afgeschaft zijn met toepassing van de normen inzake de |
bezettingsgraden, overeenkomstig artikel 20, § 1, van het koninklijk | bezettingsgraden, overeenkomstig artikel 20, § 1, van het koninklijk |
besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende | besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende |
normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten | normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten |
alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van | alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van |
de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, kunnen geen | de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, kunnen geen |
aanleiding geven tot de ingebruikneming van PVT-bedden. | aanleiding geven tot de ingebruikneming van PVT-bedden. |
Art. 3.De desaffectatie van 1 T-bed kan aanleiding geven tot de |
Art. 3.De desaffectatie van 1 T-bed kan aanleiding geven tot de |
oprichting van 1,5 PVT-bedden. | oprichting van 1,5 PVT-bedden. |
Deze reconversie mag niet doorgevoerd worden indien de toepassing | Deze reconversie mag niet doorgevoerd worden indien de toepassing |
ervan tot gevolg heeft dat het aanbod van T-bedden daalt beneden 50 % | ervan tot gevolg heeft dat het aanbod van T-bedden daalt beneden 50 % |
van de voor deze bedden voorziene programmatie. | van de voor deze bedden voorziene programmatie. |
De desaffectatie van 1 t-bed kan aanleiding geven tot de oprichting | De desaffectatie van 1 t-bed kan aanleiding geven tot de oprichting |
van 1,1 PVT-bedden. | van 1,1 PVT-bedden. |
De desaffectatie van 1 a-bed kan aanleiding geven tot de oprichting | De desaffectatie van 1 a-bed kan aanleiding geven tot de oprichting |
van 1,1 PVT-bedden. | van 1,1 PVT-bedden. |
De desaffectatie van 1 Tf-plaats kan aanleiding geven tot de | De desaffectatie van 1 Tf-plaats kan aanleiding geven tot de |
oprichting van 0,56 PVT-bed. | oprichting van 0,56 PVT-bed. |
Art. 4.De desaffectatie van 1 acuut bed kan aanleiding geven tot de |
Art. 4.De desaffectatie van 1 acuut bed kan aanleiding geven tot de |
oprichting van 2,7 PVT-bedden. | oprichting van 2,7 PVT-bedden. |
In de Gemeenschappen en Gewesten waar op 1 januari 1999 minder dan 50 | In de Gemeenschappen en Gewesten waar op 1 januari 1999 minder dan 50 |
% van de voor PVT-bedden bepaalde programmatie gerealiseerd is, kan de | % van de voor PVT-bedden bepaalde programmatie gerealiseerd is, kan de |
desaffectatie van 1 ROB-bed aanleiding geven tot de oprichting van | desaffectatie van 1 ROB-bed aanleiding geven tot de oprichting van |
0,44 PVT-bed. Voor het hele Rijk kunnen aldus evenwel ten hoogste 500 | 0,44 PVT-bed. Voor het hele Rijk kunnen aldus evenwel ten hoogste 500 |
PVT-bedden opgericht worden. | PVT-bedden opgericht worden. |
Art. 5.De in de artikelen 3 en 4 bedoelde PVT-bedden mogen in geen |
Art. 5.De in de artikelen 3 en 4 bedoelde PVT-bedden mogen in geen |
geval gevestigd zijn op de campus van een ziekenhuis. | geval gevestigd zijn op de campus van een ziekenhuis. |
Art. 6.Voor de toepassing van dit besluit dient het engagement tot |
Art. 6.Voor de toepassing van dit besluit dient het engagement tot |
reconversie te worden aangegaan vóór 1 december 1999 in het kader van | reconversie te worden aangegaan vóór 1 december 1999 in het kader van |
een herstructureringsplan dat ter kennis gebracht wordt van de | een herstructureringsplan dat ter kennis gebracht wordt van de |
bevoegde overheid van de betrokken Gemeenschap. Een afschrift van het | bevoegde overheid van de betrokken Gemeenschap. Een afschrift van het |
bedoelde plan dient te worden overgemaakt aan de Ministers die | bedoelde plan dient te worden overgemaakt aan de Ministers die |
respectievelijk de volksgezondheid en de vaststelling van de | respectievelijk de volksgezondheid en de vaststelling van de |
verpleegdagprijs van de ziekenhuizen onder hun bevoegdheid hebben. | verpleegdagprijs van de ziekenhuizen onder hun bevoegdheid hebben. |
De reconversie dient gerealiseerd te zijn uiterlijk op 31 december | De reconversie dient gerealiseerd te zijn uiterlijk op 31 december |
2000. | 2000. |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling |
van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van | van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van |
ziekenhuisbedden vereist voor het bekomen van een bijzondere erkenning | ziekenhuisbedden vereist voor het bekomen van een bijzondere erkenning |
voor verzorgingsbedden, wordt opgeheven. | voor verzorgingsbedden, wordt opgeheven. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 9.Onze Minister belast met Volksgezondheid en Onze Minister van |
Art. 9.Onze Minister belast met Volksgezondheid en Onze Minister van |
Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering | Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 16 juni 1999. | Gegeven te Brussel, 16 juni 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister belast met Volksgezondheid, | De Minister belast met Volksgezondheid, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |