Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
16 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 16 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de |
arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week (1) | arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 19; | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 19; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten |
in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de | in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de |
arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week. | arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 16 juli 2004. | Gegeven te Brussel, 16 juli 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. | Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de landbouw | Paritair Comité voor de landbouw |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001 |
Arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week | Arbeidsduur-invoering van de 38 uren-week |
(Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 | (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 |
onder het nummer 58977/CO/144) | onder het nummer 58977/CO/144) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het | de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het |
toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de landbouw. | toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de landbouw. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de |
werknemers bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 | werknemers bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 |
november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders. | maatschappelijke zekerheid der arbeiders. |
Art. 2.De arbeidsduur per week bedoeld in artikel 19 van de |
Art. 2.De arbeidsduur per week bedoeld in artikel 19 van de |
arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) | arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) |
wordt met ingang van 1 oktober 2002 teruggebracht naar 38 uren | wordt met ingang van 1 oktober 2002 teruggebracht naar 38 uren |
gemiddeld per week. | gemiddeld per week. |
De arbeidsduur van 38 uren per week wordt bereikt als een gemiddelde | De arbeidsduur van 38 uren per week wordt bereikt als een gemiddelde |
op jaarbasis. | op jaarbasis. |
Art. 3.Er wordt in elke individuele onderneming afgesproken of men de |
Art. 3.Er wordt in elke individuele onderneming afgesproken of men de |
normale arbeidsduur van 40 uren met 12 onbetaalde compensatiedagen of | normale arbeidsduur van 40 uren met 12 onbetaalde compensatiedagen of |
de normale arbeidsduur van 39 uren met 6 onbetaalde compensatiedagen | de normale arbeidsduur van 39 uren met 6 onbetaalde compensatiedagen |
behoudt dan wel of de normale arbeidsduur per week bepaald wordt op 38 | behoudt dan wel of de normale arbeidsduur per week bepaald wordt op 38 |
uren zonder compensatiedagen. | uren zonder compensatiedagen. |
Art. 4.Voorzover geopteerd wordt voor een arbeidsregeling met |
Art. 4.Voorzover geopteerd wordt voor een arbeidsregeling met |
onbetaalde compensatiedagen, gelden de volgende regels : | onbetaalde compensatiedagen, gelden de volgende regels : |
§ 1. De werknemers die het ganse jaar in dienst zijn van dezelfde | § 1. De werknemers die het ganse jaar in dienst zijn van dezelfde |
werkgever hebben recht op zes (regime van 39 uren/week) of twaalf | werkgever hebben recht op zes (regime van 39 uren/week) of twaalf |
(regime van 40 uren/week) onbetaalde compensatiedagen. De werknemers | (regime van 40 uren/week) onbetaalde compensatiedagen. De werknemers |
die in de loop van het jaar in dienst komen of uit dienst zijn gegaan, | die in de loop van het jaar in dienst komen of uit dienst zijn gegaan, |
hebben recht op één of twee compensatiedagen per schijf van twee | hebben recht op één of twee compensatiedagen per schijf van twee |
maanden dat zij in de onderneming in dienst waren. | maanden dat zij in de onderneming in dienst waren. |
§ 2. Voor de vaststelling van het aantal compensatiedagen wordt | § 2. Voor de vaststelling van het aantal compensatiedagen wordt |
rekening gehouden met de effectieve prestaties, met de periodes van | rekening gehouden met de effectieve prestaties, met de periodes van |
jaarlijkse vakantie, de feestdagen en met alle schorsingen van de | jaarlijkse vakantie, de feestdagen en met alle schorsingen van de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst die recht geven op een betaling | uitvoering van de arbeidsovereenkomst die recht geven op een betaling |
van gewaarborgd loon ten laste van de werkgever. | van gewaarborgd loon ten laste van de werkgever. |
§ 3. De compensatiedagen worden genomen overeenkomstig de in dit | § 3. De compensatiedagen worden genomen overeenkomstig de in dit |
verband tussen de werkgever en de werknemer op ondernemingsvlak | verband tussen de werkgever en de werknemer op ondernemingsvlak |
gemaakte afspraken. | gemaakte afspraken. |
§ 4. Voorzover alle compensatiedagen niet integraal zijn opgenomen in | § 4. Voorzover alle compensatiedagen niet integraal zijn opgenomen in |
het betrokken jaar, dan worden de resterende compensatiedagen verder | het betrokken jaar, dan worden de resterende compensatiedagen verder |
uitgeput in de loop van het eerste kwartaal van het daaropvolgend | uitgeput in de loop van het eerste kwartaal van het daaropvolgend |
jaar. | jaar. |
Art. 5.Alle betwistingen in verband met de toepassing van deze |
Art. 5.Alle betwistingen in verband met de toepassing van deze |
collectieve arbeidsovereenkomst worden voorgelegd aan het Paritair | collectieve arbeidsovereenkomst worden voorgelegd aan het Paritair |
Comité voor de landbouw. | Comité voor de landbouw. |
Art. 6.Rekening houdende met hetgeen gesteld is in artikel 2 |
Art. 6.Rekening houdende met hetgeen gesteld is in artikel 2 |
hierboven, worden met ingang van 1 oktober 2002 de werkelijk | hierboven, worden met ingang van 1 oktober 2002 de werkelijk |
uitbetaalde lonen en de minimumuurlonen verhoogd met de factor 2,63 | uitbetaalde lonen en de minimumuurlonen verhoogd met de factor 2,63 |
pct. | pct. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
oktober 2002 en geldt voor een onbepaalde duur. | oktober 2002 en geldt voor een onbepaalde duur. |
Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen door middel van een | Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen door middel van een |
aan de andere ondertekenende partijen opzegtermijn van drie maanden | aan de andere ondertekenende partijen opzegtermijn van drie maanden |
die verstuurd wordt per aangetekende brief, met afschrift aan de | die verstuurd wordt per aangetekende brief, met afschrift aan de |
voorzitter van het paritair comité. | voorzitter van het paritair comité. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli |
2004. | 2004. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |