Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 jaar na 40 jaar beroepsverleden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 jaar na 40 jaar beroepsverleden |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
16 FEBRUARI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 16 FEBRUARI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari |
2016, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende | 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende |
het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van | het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van |
58 jaar na 40 jaar beroepsverleden (1) | 58 jaar na 40 jaar beroepsverleden (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016, |
gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende het | gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak, betreffende het |
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 |
jaar na 40 jaar beroepsverleden. | jaar na 40 jaar beroepsverleden. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 16 februari 2017. | Gegeven te Brussel, 16 februari 2017. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de schoonmaak | Paritair Comité voor de schoonmaak |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2016 |
Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 | Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 |
jaar na 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst geregistreerd op 7 april | jaar na 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst geregistreerd op 7 april |
2016 onder het nummer 132617/CO/121) | 2016 onder het nummer 132617/CO/121) |
Inleiding | Inleiding |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van |
de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 115 en 116, gesloten in de | de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 115 en 116, gesloten in de |
schoot van de Nationale Arbeidsraad. | schoot van de Nationale Arbeidsraad. |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en arbeiders uit de ondernemingen die onder het Paritair | de werkgevers en arbeiders uit de ondernemingen die onder het Paritair |
Comité voor de schoonmaak ressorteren, kleine en middelgrote | Comité voor de schoonmaak ressorteren, kleine en middelgrote |
ondernemingen en andere. | ondernemingen en andere. |
Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeisters. | Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeisters. |
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
arbeiders verbonden door een arbeidsovereenkomst aan een onderneming | arbeiders verbonden door een arbeidsovereenkomst aan een onderneming |
uit de sector schoonmaak die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op | uit de sector schoonmaak die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op |
het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, voor zover | het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, voor zover |
dat zij : | dat zij : |
1) een beroepsloopbaan kunnen bewijzen van 40 jaar; | 1) een beroepsloopbaan kunnen bewijzen van 40 jaar; |
2) zij kunnen genieten van een werkloosheidsvergoeding; | 2) zij kunnen genieten van een werkloosheidsvergoeding; |
3) zij een aanwezigheid in de sector rechtvaardigen die voldoende is | 3) zij een aanwezigheid in de sector rechtvaardigen die voldoende is |
geweest om in de loop van de 10 laatste jaren, 5 eindejaarspremies | geweest om in de loop van de 10 laatste jaren, 5 eindejaarspremies |
verkregen te hebben waaronder minstens één tijdens de laatste twee | verkregen te hebben waaronder minstens één tijdens de laatste twee |
jaar. | jaar. |
Voor de toepassing van dit artikel worden, voor de berekening van de | Voor de toepassing van dit artikel worden, voor de berekening van de |
getrouwheid aan de sector, de periodes van loopbaanonderbreking | getrouwheid aan de sector, de periodes van loopbaanonderbreking |
geneutraliseerd. | geneutraliseerd. |
HOOFDSTUK II. - Doelstelling | HOOFDSTUK II. - Doelstelling |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel een |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel een |
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, met compenserende | stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, met compenserende |
aanwerving in te stellen om bij voorrang de tewerkstelling van de | aanwerving in te stellen om bij voorrang de tewerkstelling van de |
jongeren en de werklozen te bevorderen. | jongeren en de werklozen te bevorderen. |
Zij werd op punt gesteld op basis van : | Zij werd op punt gesteld op basis van : |
a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, | a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, |
gesloten in de Nationale Arbeidsraad, bekrachtigd door het koninklijk | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, bekrachtigd door het koninklijk |
besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), | besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), |
zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies | zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies |
sexies van 27 april 2015; | sexies van 27 april 2015; |
b) het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel | b) het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel |
van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni | van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni |
2007). | 2007). |
HOOFDSTUK III. - Financiering | HOOFDSTUK III. - Financiering |
Art. 4.Aan de werklieden die tot onderhavig stelsel van werkloosheid |
Art. 4.Aan de werklieden die tot onderhavig stelsel van werkloosheid |
met bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald | met bedrijfstoeslag toetreden, wordt de aanvullende vergoeding betaald |
door het fonds van bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de | door het fonds van bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de |
schoomaak- en ontsmettingsondernemingen" (hierna het SFSOO genoemd). | schoomaak- en ontsmettingsondernemingen" (hierna het SFSOO genoemd). |
Die aanvullende vergoeding wordt beperkt tot het bedrag dat berekend | Die aanvullende vergoeding wordt beperkt tot het bedrag dat berekend |
wordt overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | wordt overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
Nationale Arbeidsraad, ongeacht de toepassing van het in artikel 8 | Nationale Arbeidsraad, ongeacht de toepassing van het in artikel 8 |
bepaalde garantiemechanisme. | bepaalde garantiemechanisme. |
De door de wettelijke bepalingen en de uitvoeringsbesluiten opgelegde | De door de wettelijke bepalingen en de uitvoeringsbesluiten opgelegde |
bijzondere werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op het bedrag van | bijzondere werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op het bedrag van |
de overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de | de overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de |
Nationale Arbeidsraad, berekende aanvullende vergoeding, zijn eveneens | Nationale Arbeidsraad, berekende aanvullende vergoeding, zijn eveneens |
ten laste van het SFSOO. | ten laste van het SFSOO. |
Art. 5.De in de artikel 2 bedoelde arbeiders hebben, voor zover zij |
Art. 5.De in de artikel 2 bedoelde arbeiders hebben, voor zover zij |
de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op de | de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op de |
aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken | aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken |
waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de voorwaarden | waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn binnen de voorwaarden |
zoals door de pensioenreglementering vastgesteld. | zoals door de pensioenreglementering vastgesteld. |
De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling |
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke | wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsvergoeding ontvangen. | werkloosheidsvergoeding ontvangen. |
Art. 6.In afwijking van artikel 5 hebben de in artikel 2 bedoelde |
Art. 6.In afwijking van artikel 5 hebben de in artikel 2 bedoelde |
werklieden die hun hoofdsverblijfplaats hebben in een land van de | werklieden die hun hoofdsverblijfplaats hebben in een land van de |
Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende vergoeding | Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende vergoeding |
ten laste van hun werkgever voor zover zij geen | ten laste van hun werkgever voor zover zij geen |
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in | werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in |
het kader van de regelgeving inzake werkloosheid met bedrijfstoeslag, | het kader van de regelgeving inzake werkloosheid met bedrijfstoeslag, |
alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België | alleen omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België |
hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 | hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 |
november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij | november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij |
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun | werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun |
woonland. | woonland. |
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers | Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die werknemers |
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. | werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. |
Art. 7.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 5 en |
Art. 7.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 5 en |
artikel 6 behoudend e werklieden die zijn ontslagen in het kader van | artikel 6 behoudend e werklieden die zijn ontslagen in het kader van |
deze collectieve arbeidsovereenkomst het recht op de aanvullende | deze collectieve arbeidsovereenkomst het recht op de aanvullende |
vergoeding, wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een | vergoeding, wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een |
andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet | andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet |
behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die | behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die |
hen heeft ontslagen. | hen heeft ontslagen. |
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 5 en artikel 6 | § 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 5 en artikel 6 |
behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van deze | behouden de werklieden die zijn ontslagen in het kader van deze |
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding, ingeval een | overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding, ingeval een |
zelfstandige activiteit in hoofberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde | zelfstandige activiteit in hoofberoep wordt uitgeoefend, op voorwaarde |
dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de | dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de |
werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever | werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever |
die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever | die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever |
die hen heeft ontslagen. | die hen heeft ontslagen. |
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen | § 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen |
werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de | werklieden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de |
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de | opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de |
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben | aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben |
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden | gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden |
hervat. | hervat. |
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de | § 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de |
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de | aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de |
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele | tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele |
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep | duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep |
volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve | volgens de regels bepaald in onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de | arbeidsovereenkomst en voor heel de periode gedurende welke de |
werklieden die recht hebben op de aanvullende uitkering geen | werklieden die recht hebben op de aanvullende uitkering geen |
werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze | werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze |
meer genieten. | meer genieten. |
De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan het SFSOO het bewijs | De in § 1 en § 2 bedoelde werklieden leveren aan het SFSOO het bewijs |
dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een | dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een |
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in | arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in |
hoofdberoep uitoefenen. | hoofdberoep uitoefenen. |
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de bedrijfstoeslag, geen cumul, eventuele | HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de bedrijfstoeslag, geen cumul, eventuele |
afhouding | afhouding |
Art. 8.§ 1. De arbeiders die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald |
Art. 8.§ 1. De arbeiders die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald |
in artikel 2 hebben recht op een aanvullende vergoeding die gelijk is | in artikel 2 hebben recht op een aanvullende vergoeding die gelijk is |
aan het resultaat van de volgende bewerking : | aan het resultaat van de volgende bewerking : |
Te waarborgen inkomen = 1/2 (netto referteloon | Te waarborgen inkomen = 1/2 (netto referteloon |
werkloosheidsuitkeringen), | werkloosheidsuitkeringen), |
Met als minimum een forfaitaire maandelijkse geïndexeerde vergoeding | Met als minimum een forfaitaire maandelijkse geïndexeerde vergoeding |
van 233,94 EUR ten laste van het "Sociaal Fonds voor de schoomaak- en | van 233,94 EUR ten laste van het "Sociaal Fonds voor de schoomaak- en |
ontsmettingsondernemingen". | ontsmettingsondernemingen". |
Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op het | Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op het |
ogenblik dat het recht op die vergoeding voor de betrokken werknemer | ogenblik dat het recht op die vergoeding voor de betrokken werknemer |
ingaat. Zodra het bedrag is vastgesteld kan het alleen nog gewijzigd | ingaat. Zodra het bedrag is vastgesteld kan het alleen nog gewijzigd |
worden door een aanpassing aan de ontwikkeling van het indexcijfer van | worden door een aanpassing aan de ontwikkeling van het indexcijfer van |
de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten van toepassing inzake | de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten van toepassing inzake |
werkloosheidsvergoedingen, overeenkomstig de beschikkingen van de wet | werkloosheidsvergoedingen, overeenkomstig de beschikkingen van de wet |
van 2 augustus 1971 en als gevolg van de jaarlijkse herziening door de | van 2 augustus 1971 en als gevolg van de jaarlijkse herziening door de |
Nationale Arbeidsraad, in het licht van de ontwikkeling van de | Nationale Arbeidsraad, in het licht van de ontwikkeling van de |
regelingslonen. | regelingslonen. |
Het netto referteloon van de betrokkene wordt berekend op basis van | Het netto referteloon van de betrokkene wordt berekend op basis van |
volgende formule : | volgende formule : |
(Bruto jaarloon aangegeven aan | (Bruto jaarloon aangegeven aan |
de RSZ tijdens de laatste | de RSZ tijdens de laatste |
12 maanden die zijn voorafgegaan | 12 maanden die zijn voorafgegaan |
aan de aanvraag van brugpensioen) x 26 x 1,090 | aan de aanvraag van brugpensioen) x 26 x 1,090 |
Aantal gepresteerde dagen tijdens | Aantal gepresteerde dagen tijdens |
dezelfde periode (in 6 dagen per week regime) | dezelfde periode (in 6 dagen per week regime) |
§ 2. Zodra zij genieten van de bedrijfstoeslag ten laste van het | § 2. Zodra zij genieten van de bedrijfstoeslag ten laste van het |
"Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen", | "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen", |
zullen de arbeiders niet meer de bijkomende werkloosheidsvergoeding, | zullen de arbeiders niet meer de bijkomende werkloosheidsvergoeding, |
noch de bijzondere vergoeding voor arbeiders in geval van ontslag om | noch de bijzondere vergoeding voor arbeiders in geval van ontslag om |
economische redenen ten laste van het SFSOO kunnen genieten. | economische redenen ten laste van het SFSOO kunnen genieten. |
HOOFDSTUK V. - Compenserende aanwerving | HOOFDSTUK V. - Compenserende aanwerving |
Art. 9.De werkgever waarvan één of meerdere arbeiders kunnen genieten |
Art. 9.De werkgever waarvan één of meerdere arbeiders kunnen genieten |
van de bovenvermelde beschikkingen moet aan deze arbeider(s) samen met | van de bovenvermelde beschikkingen moet aan deze arbeider(s) samen met |
de andere geschikte documenten bestemd voor de RVA één of meer | de andere geschikte documenten bestemd voor de RVA één of meer |
formulier(en) "C4 Brugpensioen" zorgvuldigd ingevuld overhandigen, dit | formulier(en) "C4 Brugpensioen" zorgvuldigd ingevuld overhandigen, dit |
wil zeggen één of meer verklaringen door dewelke hij zich verbindt hem | wil zeggen één of meer verklaringen door dewelke hij zich verbindt hem |
(hen) te vervangen tijdens de bepaalde periode (in principe 36 | (hen) te vervangen tijdens de bepaalde periode (in principe 36 |
maanden) door één of meer personen die aan de criteria bepaald in | maanden) door één of meer personen die aan de criteria bepaald in |
artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 (Belgisch | artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 (Belgisch |
Staatsblad van 10 augustus 1994) beantwoorden. | Staatsblad van 10 augustus 1994) beantwoorden. |
HOOFDSTUK VI. - Bijzondere werkgeversbijdragen | HOOFDSTUK VI. - Bijzondere werkgeversbijdragen |
Art. 10.De bijzondere werkgeversbijdragen worden gedragen door het |
Art. 10.De bijzondere werkgeversbijdragen worden gedragen door het |
"Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en de ontsmettingsondernemingen". | "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en de ontsmettingsondernemingen". |
HOOFDSTUK VII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII. - Geldigheid |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2016 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016. | januari 2016 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari |
2017. | 2017. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |