Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie voor ouderen | Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie voor ouderen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
15 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de | 15 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de |
bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie | bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie |
voor ouderen | voor ouderen |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening | Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening |
aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om enerzijds de | aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om enerzijds de |
bedragen van de minimumpensioenen op 1 januari 2024 aan te passen en | bedragen van de minimumpensioenen op 1 januari 2024 aan te passen en |
anderzijds de 4de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen | anderzijds de 4de verhoging van de inkomensgarantie voor ouderen |
(hierna IGO) voorzien voor 1 januari 2024 te schrappen, en dit, in | (hierna IGO) voorzien voor 1 januari 2024 te schrappen, en dit, in |
overeenstemming met de begrotingscontrole. | overeenstemming met de begrotingscontrole. |
Aangezien het aanpassingen betreft ten opzichte van een aantal reeds | Aangezien het aanpassingen betreft ten opzichte van een aantal reeds |
geplande welvaartsaanpassingen voor 2024, voorziet dit ontwerp | geplande welvaartsaanpassingen voor 2024, voorziet dit ontwerp |
eveneens in de aanpassing van die al geplande verhogingen. De nog niet | eveneens in de aanpassing van die al geplande verhogingen. De nog niet |
in werking getreden bepalingen die in de welvaartsaanpassingen | in werking getreden bepalingen die in de welvaartsaanpassingen |
voorzien, worden opgeheven en de aangepaste verhogingen worden opnieuw | voorzien, worden opgeheven en de aangepaste verhogingen worden opnieuw |
ingevoegd. | ingevoegd. |
Het voorliggend ontwerp voorziet in aangepast basisbedragen inzake het | Het voorliggend ontwerp voorziet in aangepast basisbedragen inzake het |
gewaarborgd minimumpensioen, en dit, in uitvoering van de artikelen | gewaarborgd minimumpensioen, en dit, in uitvoering van de artikelen |
152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire | 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire |
voorstellen 1979-1980 en de artikelen 33 en 34 van herstelwet van 10 | voorstellen 1979-1980 en de artikelen 33 en 34 van herstelwet van 10 |
februari 1981 inzake de pensioenen van de sociale sector. Aldus worden | februari 1981 inzake de pensioenen van de sociale sector. Aldus worden |
de bedragen van het minimumpensioen niet langer met 2,65 % maar met | de bedragen van het minimumpensioen niet langer met 2,65 % maar met |
2,08 % verhoogd op 1 januari 2024. | 2,08 % verhoogd op 1 januari 2024. |
Aangezien de pensioenreglementering voor zelfstandigen verwijst naar | Aangezien de pensioenreglementering voor zelfstandigen verwijst naar |
deze basisbedragen zal het minimumpensioen ten laste van het | deze basisbedragen zal het minimumpensioen ten laste van het |
zelfstandigenstelsel in dezelfde mate verhoogd worden als in het | zelfstandigenstelsel in dezelfde mate verhoogd worden als in het |
werknemersstelsel. | werknemersstelsel. |
Bovendien heft het verschillende nog niet in werking getreden | Bovendien heft het verschillende nog niet in werking getreden |
bepalingen van het koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing | bepalingen van het koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing |
aan de welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor | aan de welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor |
werknemers op. | werknemers op. |
Het heft ook - in uitvoering van de machtiging aan de Koning hernomen | Het heft ook - in uitvoering van de machtiging aan de Koning hernomen |
in artikel 6, § 5, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een | in artikel 6, § 5, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een |
inkomensgarantie voor ouderen - de verhoging op van het bedrag van de | inkomensgarantie voor ouderen - de verhoging op van het bedrag van de |
IGO op 1 januari 2024, zoals voorzien in voornoemd koninklijk besluit | IGO op 1 januari 2024, zoals voorzien in voornoemd koninklijk besluit |
van 7 april 2023, hernomen in artikel 6, § 1, van dezelfde wet. | van 7 april 2023, hernomen in artikel 6, § 1, van dezelfde wet. |
De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van | De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
K. LALIEUX | K. LALIEUX |
15 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de | 15 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit inzake de aanpassing van de |
bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie | bedragen van het gewaarborgd minimumpensioen en de inkomensgarantie |
voor ouderen | voor ouderen |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire | Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire |
voorstellen 1979-1980, artikel 152, derde lid, laatst gewijzigd bij | voorstellen 1979-1980, artikel 152, derde lid, laatst gewijzigd bij |
het koninklijk besluit van 6 augustus 2021 en artikel 153, eerste lid, | het koninklijk besluit van 6 augustus 2021 en artikel 153, eerste lid, |
laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021; | laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021; |
Gelet op de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de pensioenen van | Gelet op de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de pensioenen van |
de sociale sector, artikel 33, zesde lid, ingevoegd door de wet van 26 | de sociale sector, artikel 33, zesde lid, ingevoegd door de wet van 26 |
mei 2019 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021 | mei 2019 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021 |
en artikel 34, zesde lid, ingevoegd door de wet van 26 mei 2019 en | en artikel 34, zesde lid, ingevoegd door de wet van 26 mei 2019 en |
laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021; | laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021; |
Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een | Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een |
inkomensgarantie voor ouderen, artikel 6, § 5, vervangen bij de wet | inkomensgarantie voor ouderen, artikel 6, § 5, vervangen bij de wet |
van 8 december 2013; | van 8 december 2013; |
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing aan de | Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing aan de |
welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers; | welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale |
Pensioendienst, gegeven op 24 mei 2023; | Pensioendienst, gegeven op 24 mei 2023; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 |
april 2023; | april 2023; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
d.d. 7 juni 2023; | d.d. 7 juni 2023; |
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de | Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de |
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, van rechtswege verlengd | Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, van rechtswege verlengd |
met 15 dagen, die op 24 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, | met 15 dagen, die op 24 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, |
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van | Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van |
de in Raad vergaderde Ministers, | de in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Hoofdstuk 1. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een | Hoofdstuk 1. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een |
volledige loopbaan | volledige loopbaan |
Artikel 1.De bedragen van 14.654,58 euro en van 11.727,37 euro |
Artikel 1.De bedragen van 14.654,58 euro en van 11.727,37 euro |
bedoeld in artikel 152, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980 | bedoeld in artikel 152, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980 |
betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, laatstelijk | betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, laatstelijk |
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden |
respectievelijk vervangen door de bedragen van 15.258,58 euro en | respectievelijk vervangen door de bedragen van 15.258,58 euro en |
12.210,73 euro met ingang van 1 januari 2024. | 12.210,73 euro met ingang van 1 januari 2024. |
Art. 2.Het bedrag van 11.570,64 euro bedoeld in artikel 153, eerste |
Art. 2.Het bedrag van 11.570,64 euro bedoeld in artikel 153, eerste |
lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk | lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 6 augustus 2021, wordt vervangen door het bedrag van | besluit van 6 augustus 2021, wordt vervangen door het bedrag van |
12.047,53 euro met ingang van 1 januari 2024. | 12.047,53 euro met ingang van 1 januari 2024. |
Hoofdstuk 2. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een | Hoofdstuk 2. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een |
onvolledige loopbaan | onvolledige loopbaan |
Art. 3.De bedragen van 14.962,33 euro en van 11.973,64 euro bedoeld |
Art. 3.De bedragen van 14.962,33 euro en van 11.973,64 euro bedoeld |
in artikel 33, eerste lid, van de herstelwet van 10 februari 1981 | in artikel 33, eerste lid, van de herstelwet van 10 februari 1981 |
inzake de pensioenen van de sociale sector, laatstelijk gewijzigd bij | inzake de pensioenen van de sociale sector, laatstelijk gewijzigd bij |
het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden respectievelijk | het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden respectievelijk |
vervangen door de bedragen van 15.579,02 euro en 12.467,14 euro met | vervangen door de bedragen van 15.579,02 euro en 12.467,14 euro met |
ingang van 1 januari 2024. | ingang van 1 januari 2024. |
Art. 4.Het bedrag van 11.813,62 euro bedoeld in artikel 34, eerste |
Art. 4.Het bedrag van 11.813,62 euro bedoeld in artikel 34, eerste |
lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk | lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 6 augustus 2021, wordt vervangen door het bedrag van | besluit van 6 augustus 2021, wordt vervangen door het bedrag van |
12.300,53 euro met ingang van 1 januari 2024. | 12.300,53 euro met ingang van 1 januari 2024. |
Hoofdstuk 3. - Opheffingsbepaling | Hoofdstuk 3. - Opheffingsbepaling |
Art. 5.Artikelen 2, 2°, 3, 2°, 4, 2°, 5, 2° en 9, 2°, van het |
Art. 5.Artikelen 2, 2°, 3, 2°, 4, 2°, 5, 2° en 9, 2°, van het |
koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing aan de welvaart van | koninklijk besluit van 7 april 2023 tot aanpassing aan de welvaart van |
bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers worden opgeheven. | bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers worden opgeheven. |
Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen | Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen |
Art. 6.Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2024 |
Art. 6.Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2024 |
Art. 7.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de |
Art. 7.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 15 september 2023. | Gegeven te Brussel, 15 september 2023. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Pensioenen, | De Minister van Pensioenen, |
K. LALIEUX | K. LALIEUX |