← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
15 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het | 15 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de | koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de |
budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut | budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut |
voor postdiensten en telecommunicatie | voor postdiensten en telecommunicatie |
ADVIES 53.303/4 VAN 29 MEI 2013 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING | ADVIES 53.303/4 VAN 29 MEI 2013 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING |
WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN | WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN |
HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JANUARI 2006 TOT VASTSTELLING VAN DE | HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JANUARI 2006 TOT VASTSTELLING VAN DE |
BUDGETTAIRE EN BOEKHOUDKUNDIGE REGELING VAN HET BELGISCH INSTITUUT | BUDGETTAIRE EN BOEKHOUDKUNDIGE REGELING VAN HET BELGISCH INSTITUUT |
VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE | VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE |
Op 3 mei 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 3 mei 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een | Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een |
termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp | termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp |
van koninklijk besluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van | van koninklijk besluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van |
10 januari 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige | 10 januari 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige |
regeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en | regeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie'. | telecommunicatie'. |
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 29 mei 2013. | Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 29 mei 2013. |
De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Pierre | De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Pierre |
Vandernoot en Bernard Blero, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck | Vandernoot en Bernard Blero, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck |
en Jacques Englebert, assessoren, en Colette Gigot, griffier. | en Jacques Englebert, assessoren, en Colette Gigot, griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Yves Delval, auditeur. | Het verslag is uitgebracht door Yves Delval, auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy. | advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy. |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 29 mei 2013. | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 29 mei 2013. |
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de | zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de |
afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde | afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde |
gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het | gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het |
ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te |
vervullen voorafgaande vormvereisten. | vervullen voorafgaande vormvereisten. |
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
Bijzondere opmerkingen | Bijzondere opmerkingen |
Aanhef | Aanhef |
1. In het eerste lid ontleent de bij het ontwerp gewijzigde bepaling | 1. In het eerste lid ontleent de bij het ontwerp gewijzigde bepaling |
uitsluitend rechtsgrond aan artikel 36 van de wet van 17 januari 2003 | uitsluitend rechtsgrond aan artikel 36 van de wet van 17 januari 2003 |
'met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische | 'met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische |
post- en telecommunicatiesector'. Er is dan ook geen reden om artikel | post- en telecommunicatiesector'. Er is dan ook geen reden om artikel |
35 van deze wet in de aanhef te vermelden. | 35 van deze wet in de aanhef te vermelden. |
2. In het tweede lid hoeft het gewijzigde artikel niet te worden | 2. In het tweede lid hoeft het gewijzigde artikel niet te worden |
vermeld. Een dergelijke vermelding vindt plaats in de inleidende | vermeld. Een dergelijke vermelding vindt plaats in de inleidende |
zinnen in het dispositief (1). | zinnen in het dispositief (1). |
Dispositief | Dispositief |
In te voegen artikel | In te voegen artikel |
Artikel 1, 1°, van het bij het voorliggende ontwerp gewijzigde besluit | Artikel 1, 1°, van het bij het voorliggende ontwerp gewijzigde besluit |
verwijst naar artikel 71, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 | verwijst naar artikel 71, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 |
'betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven' | 'betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven' |
om het woord « Instituut » te definiëren. Dit artikel is opgeheven bij | om het woord « Instituut » te definiëren. Dit artikel is opgeheven bij |
artikel 158 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen | artikel 158 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen |
(IV)'. Het voorliggende ontwerp behoort te worden aangevuld om deze | (IV)'. Het voorliggende ontwerp behoort te worden aangevuld om deze |
verwijzing naar een opgeheven tekst ongedaan te maken. | verwijzing naar een opgeheven tekst ongedaan te maken. |
Artikel 2 | Artikel 2 |
Artikel 2 beoogt aan het ontworpen besluit terugwerkende kracht te | Artikel 2 beoogt aan het ontworpen besluit terugwerkende kracht te |
verlenen. | verlenen. |
Zoals de afdeling Wetgeving al meermaals heeft aangegeven, is het | Zoals de afdeling Wetgeving al meermaals heeft aangegeven, is het |
verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde | verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde |
voorwaarden toelaatbaar, namelijk ingeval voor de terugwerking een | voorwaarden toelaatbaar, namelijk ingeval voor de terugwerking een |
wettelijke grondslag bestaat, de terugwerking betrekking heeft op een | wettelijke grondslag bestaat, de terugwerking betrekking heeft op een |
regeling die, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen | regeling die, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen |
toekent of in zover de terugwerking noodzakelijk is voor de goede | toekent of in zover de terugwerking noodzakelijk is voor de goede |
werking van de diensten en daardoor, in beginsel, geen verkregen | werking van de diensten en daardoor, in beginsel, geen verkregen |
situaties worden aangetast. De steller van het ontwerp moet kunnen | situaties worden aangetast. De steller van het ontwerp moet kunnen |
aantonen dat de beoogde terugwerking past in het kader van één van | aantonen dat de beoogde terugwerking past in het kader van één van |
deze gevallen. | deze gevallen. |
(1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het | (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het |
opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, | opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, |
www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling 30. | www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling 30. |
De griffier, | De griffier, |
C. Gigot. | C. Gigot. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
P. Liénardy. | P. Liénardy. |
15 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het | 15 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de | koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling van de |
budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut | budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch Instituut |
voor postdiensten en telecommunicatie | voor postdiensten en telecommunicatie |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van | Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van |
de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, artikel | de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, artikel |
36; | 36; |
Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 2006 tot vaststelling |
van de budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch | van de budgettaire en boekhoudkundige regeling van het Belgisch |
Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; | Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 |
oktober 2012; | oktober 2012; |
Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Sectorcomité VIII, | Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Sectorcomité VIII, |
gesloten op 18 maart 2013; | gesloten op 18 maart 2013; |
Gelet op advies 53.303/4 van de Raad van State, gegeven op 29 mei | Gelet op advies 53.303/4 van de Raad van State, gegeven op 29 mei |
2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van |
Financiën en de Minister van Begroting, | Financiën en de Minister van Begroting, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 januari |
Artikel 1.In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 januari |
2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige regeling | 2006 tot vaststelling van de budgettaire en boekhoudkundige regeling |
van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, | van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, |
worden de woorden « bedoeld in artikel 71, eerste lid, van de wet van | worden de woorden « bedoeld in artikel 71, eerste lid, van de wet van |
21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische | 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische |
overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, | overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 2, |
3°, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van | 3°, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van |
de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector ». | de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector ». |
Art. 2.Artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
Art. 2.Artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
bepaling onder 8°, luidende : | bepaling onder 8°, luidende : |
« 8° de aanvaarding van de in de privésector of als zelfstandige | « 8° de aanvaarding van de in de privésector of als zelfstandige |
verrichte diensten in de gevallen bedoeld in artikel 17 van het | verrichte diensten in de gevallen bedoeld in artikel 17 van het |
koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut | koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut |
van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en | van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
telecommunicatie. ». | telecommunicatie. ». |
Art. 3.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de |
Art. 3.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 15 september 2013. | Gegeven te Brussel, 15 september 2013. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
K. GEENS | K. GEENS |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
O. CHASTEL | O. CHASTEL |