Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 15/07/2013
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
15 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 15 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke
voertuigen en het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende voertuigen en het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende
de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van
overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en
tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli
2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de 2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de
consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid; gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het
wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, gewijzigd bij het koninklijk wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 24 oktober 2011; besluit van 24 oktober 2011;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 27 februari 2013 betreffende de
inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van
overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en overtredingen inzake het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen en
tot wijziging van de Koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli tot wijziging van de Koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli
2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de 2000, 22 december 2003 en 1 september 2006 betreffende de inning en de
consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen; consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5
maart 2013; maart 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op
11 april 2013; 11 april 2013;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerp van Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerp van
dit besluit betrokken zijn; dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het advies nr. 52.629/4 van de Raad van State, gegeven op 16 Gelet op het advies nr. 52.629/4 van de Raad van State, gegeven op 16
januari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van januari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat er is voldaan aan de bepalingen van artikel 8 van Overwegende dat er is voldaan aan de bepalingen van artikel 8 van
Richtlijn 98/34/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni Richtlijn 98/34/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni
1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en
technische voorschriften, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EEG; technische voorschriften, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EEG;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de
Staatssecretaris voor Mobiliteit, Staatssecretaris voor Mobiliteit,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 2 juni 2010 HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 2 juni 2010
betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen

Artikel 1.In artikel 19 van het koninklijk besluit van 2 juni 2010

Artikel 1.In artikel 19 van het koninklijk besluit van 2 juni 2010

betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, wordt de betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, wordt de
bepaling onder 2° vervangen als volgt : bepaling onder 2° vervangen als volgt :
« 2° Met uitzondering van de kraanauto, als de breedte van het « 2° Met uitzondering van de kraanauto, als de breedte van het
uitzonderlijk voertuig meer bedraagt dan 2,55 meter, uitzonderlijk voertuig meer bedraagt dan 2,55 meter,
a) worden vier panelen geplaatst, twee vooraan en twee achteraan, om a) worden vier panelen geplaatst, twee vooraan en twee achteraan, om
de uiterste breedte van het uitzonderlijk voertuig af te bakenen. Zij de uiterste breedte van het uitzonderlijk voertuig af te bakenen. Zij
worden zodanig bevestigd dat zij op zichzelf geen hindernis vormen; worden zodanig bevestigd dat zij op zichzelf geen hindernis vormen;
b) De onderste rand van de panelen is geplaatst op een hoogte tussen b) De onderste rand van de panelen is geplaatst op een hoogte tussen
minimum 0,40 meter en maximum 2 meter gemeten vanaf de grond. Indien, minimum 0,40 meter en maximum 2 meter gemeten vanaf de grond. Indien,
om technische redenen, de maximumhoogte niet kan worden geëerbiedigd, om technische redenen, de maximumhoogte niet kan worden geëerbiedigd,
kan een grotere hoogte worden toegestaan; kan een grotere hoogte worden toegestaan;
c) de panelen zijn in overeenstemming : c) de panelen zijn in overeenstemming :
i. met de voorschriften van het artikel 28, § 6, 3, 1° van het i. met de voorschriften van het artikel 28, § 6, 3, 1° van het
Technisch Reglement met dien verstande dat de vierkante panelen Technisch Reglement met dien verstande dat de vierkante panelen
bedoeld in het artikel 28, § 6, 3, 1°, tweede lid enkel op de bedoeld in het artikel 28, § 6, 3, 1°, tweede lid enkel op de
uitzonderlijke voertuigen met een maximale breedte van 3,50 meter uitzonderlijke voertuigen met een maximale breedte van 3,50 meter
mogen worden geplaatst; mogen worden geplaatst;
ii. of met het artikel 47.1 van het Verkeersreglement met dien ii. of met het artikel 47.1 van het Verkeersreglement met dien
verstande dat ten minste de witte strepen op de panelen vooraan en ten verstande dat ten minste de witte strepen op de panelen vooraan en ten
minste de rode strepen op de panelen achteraan retroreflecterend zijn; minste de rode strepen op de panelen achteraan retroreflecterend zijn;
d) de panelen vooraan zijn bovendien uitgerust met minstens een wit d) de panelen vooraan zijn bovendien uitgerust met minstens een wit
licht en deze achteraan met minstens een rood licht. Deze lichten zijn licht en deze achteraan met minstens een rood licht. Deze lichten zijn
voortdurend in werking. ». voortdurend in werking. ».

Art. 2.In het hetzelfde besluit, wordt een artikel 19/1 ingevoegd,

Art. 2.In het hetzelfde besluit, wordt een artikel 19/1 ingevoegd,

dat luidt als volgt : dat luidt als volgt :
«

Art. 19/1.De lading die meer dan één meter buiten het achtereinde

«

Art. 19/1.De lading die meer dan één meter buiten het achtereinde

van het voertuig uitsteekt moet worden gesignaleerd : van het voertuig uitsteekt moet worden gesignaleerd :
door een bord, dat aan het meest uitstekende gedeelte van de lading door een bord, dat aan het meest uitstekende gedeelte van de lading
wordt bevestigd, zodat het zich steeds in een vertikaal vlak, wordt bevestigd, zodat het zich steeds in een vertikaal vlak,
loodrecht op de middelste lengteas van het voertuig bevindt, conform : loodrecht op de middelste lengteas van het voertuig bevindt, conform :
a) artikel 28, § 6, 3, 1° van het Technisch Reglement; a) artikel 28, § 6, 3, 1° van het Technisch Reglement;
b) of artikel 47.1 van het Verkeersreglement. b) of artikel 47.1 van het Verkeersreglement.
De onderste rand van het bord is geplaatst op een hoogte tussen De onderste rand van het bord is geplaatst op een hoogte tussen
minimaal 40 cm en maximaal 200 cm gemeten vanaf de grond. Het bord is minimaal 40 cm en maximaal 200 cm gemeten vanaf de grond. Het bord is
zodanig bevestigd dat het zelf geen hindernis vormt. Indien, om zodanig bevestigd dat het zelf geen hindernis vormt. Indien, om
technische redenen, de maximumhoogte niet kan worden geëerbiedigd, kan technische redenen, de maximumhoogte niet kan worden geëerbiedigd, kan
een grotere hoogte worden toegestaan. een grotere hoogte worden toegestaan.
Het paneel is bovendien uitgerust met een rood licht. Dit licht is Het paneel is bovendien uitgerust met een rood licht. Dit licht is
altijd in werking. ». altijd in werking. ».

Art. 3.In het hetzelfde besluit, wordt een artikel 41/1 ingevoegd,

Art. 3.In het hetzelfde besluit, wordt een artikel 41/1 ingevoegd,

dat luidt als volgt : dat luidt als volgt :
«

Art. 41/1.De artikelen 19, 2°, c), ii, en 19/1, b), treden buiten

«

Art. 41/1.De artikelen 19, 2°, c), ii, en 19/1, b), treden buiten

werking op 1 januari 2016. ». werking op 1 januari 2016. ».
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 27 februari HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 27 februari
2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de
vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van
uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke
besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1
september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij
de vaststelling van sommige overtredingen de vaststelling van sommige overtredingen

Art. 4.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 februari 2013

Art. 4.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 februari 2013

betreffende de inning en de consignatie van een som bij de betreffende de inning en de consignatie van een som bij de
vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van
uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke
besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1
september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij
de vaststelling van sommige overtredingen wordt vervangen als volgt : de vaststelling van sommige overtredingen wordt vervangen als volgt :
«

Art. 2.Onder de in artikel 65 van de wet betreffende de politie

«

Art. 2.Onder de in artikel 65 van de wet betreffende de politie

over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, vastgestelde over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, vastgestelde
voorwaarden, kunnen de in artikel 2 van bijlage 1 bij dit besluit voorwaarden, kunnen de in artikel 2 van bijlage 1 bij dit besluit
aangewezen en op een openbare plaats vastgestelde overtredingen van de aangewezen en op een openbare plaats vastgestelde overtredingen van de
bepalingen van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het bepalingen van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het
wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, aanleiding geven tot de wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, aanleiding geven tot de
inning, per overtreding, van de in dezelfde bijlage vermelde sommen. inning, per overtreding, van de in dezelfde bijlage vermelde sommen.
». ».

Art. 5.In artikel 2 van bijlage 1 bij hetzelfde koninklijk besluit,

Art. 5.In artikel 2 van bijlage 1 bij hetzelfde koninklijk besluit,

wordt punt e9 vervangen als volgt : wordt punt e9 vervangen als volgt :
e9 e9
(A l'exception du véhicule grue), lorsque la largeur du véhicule (A l'exception du véhicule grue), lorsque la largeur du véhicule
exceptionnel est supérieure à 2,55 mètres, quatre panneaux conformes exceptionnel est supérieure à 2,55 mètres, quatre panneaux conformes
aux prescriptions de l'article 28, § 6, 3, 1° du Règlement technique aux prescriptions de l'article 28, § 6, 3, 1° du Règlement technique
(étant entendu que les panneaux carrés visés à l'article 28, § 6, 3, (étant entendu que les panneaux carrés visés à l'article 28, § 6, 3,
1°, al. 2 du règlement technique, ne peuvent être placés que sur les 1°, al. 2 du règlement technique, ne peuvent être placés que sur les
véhicules exceptionnels d'une largeur maximale de 3,50 mètres) ou, véhicules exceptionnels d'une largeur maximale de 3,50 mètres) ou,
jusqu'au 31 décembre 2015, à l'article 47.1 du Code de la route (étant jusqu'au 31 décembre 2015, à l'article 47.1 du Code de la route (étant
entendu qu'au moins les bandes blanches sur les panneaux avant et au entendu qu'au moins les bandes blanches sur les panneaux avant et au
moins les bandes rouges sur les panneaux arrières sont moins les bandes rouges sur les panneaux arrières sont
rétro-réfléchissantes) ne sont pas placés, deux à l'avant et deux à rétro-réfléchissantes) ne sont pas placés, deux à l'avant et deux à
l'arrière, pour délimiter la largeur du véhicule exceptionnel; l'arrière, pour délimiter la largeur du véhicule exceptionnel;
ou, les panneaux avant ne sont pas munis d'au moins un feu blanc et ou, les panneaux avant ne sont pas munis d'au moins un feu blanc et
ceux arrières d'au moins un feu rouge; ceux arrières d'au moins un feu rouge;
ou, ces feux ne fonctionnent pas en permanence. ou, ces feux ne fonctionnent pas en permanence.
AR du 2.6.2010, art. 19, 2° AR du 2.6.2010, art. 19, 2°
300 EUR 300 EUR
e9 e9
Als het uitzonderlijk voertuig (met uitzondering van de kraanauto) Als het uitzonderlijk voertuig (met uitzondering van de kraanauto)
breder is dan 2,55 meter, zijn er geen vier panelen geplaatst, twee breder is dan 2,55 meter, zijn er geen vier panelen geplaatst, twee
vooraan en twee achteraan, om de breedte van het uitzonderlijk vooraan en twee achteraan, om de breedte van het uitzonderlijk
voertuig af te bakenen, overeenkomstig de voorschriften van artikel voertuig af te bakenen, overeenkomstig de voorschriften van artikel
28, § 6, 3, 1° van het Technisch Reglement (met dien verstande dat de 28, § 6, 3, 1° van het Technisch Reglement (met dien verstande dat de
vierkante panelen bedoeld in artikel 28, § 6, 3, 1°, tweede lid van vierkante panelen bedoeld in artikel 28, § 6, 3, 1°, tweede lid van
het Technisch Reglement enkel op de uitzonderlijke voertuigen met een het Technisch Reglement enkel op de uitzonderlijke voertuigen met een
maximale breedte van 3,50 meter mogen worden geplaatst) of, tot 31 maximale breedte van 3,50 meter mogen worden geplaatst) of, tot 31
december 2015, overeenkomstig artikel 47.1 van de Wegcode (met dien december 2015, overeenkomstig artikel 47.1 van de Wegcode (met dien
verstande dat ten minste de witte strepen op de panelen vooraan en ten verstande dat ten minste de witte strepen op de panelen vooraan en ten
minste de rode strepen op de panelen achteraan retroreflecterend minste de rode strepen op de panelen achteraan retroreflecterend
zijn); zijn);
of, de panelen vooraan zijn niet uitgerust met minstens of, de panelen vooraan zijn niet uitgerust met minstens
een wit licht en de panelen een wit licht en de panelen
achteraan met minstens een achteraan met minstens een
rood licht; rood licht;
of, deze lichten zijn niet voortdurend in werking. of, deze lichten zijn niet voortdurend in werking.
KB van 2.6.2010, art. 19, 2° KB van 2.6.2010, art. 19, 2°
300 EUR 300 EUR

Art. 6.In artikel 2 van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 27

Art. 6.In artikel 2 van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 27

februari 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij februari 2013 betreffende de inning en de consignatie van een som bij
de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer van
uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke uitzonderlijke voertuigen en tot wijziging van de koninklijke
besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1 besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000, 22 december 2003 en 1
september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij
de vaststelling van sommige overtredingen, worden een punt e10/1 en de vaststelling van sommige overtredingen, worden een punt e10/1 en
een punt e10/2 ingevoegd, luidende als volgt : een punt e10/2 ingevoegd, luidende als volgt :
e10/1 e10/1
Le chargement dépassant l'arrière du véhicule de plus d'un mètre n'est Le chargement dépassant l'arrière du véhicule de plus d'un mètre n'est
pas signalé : par un panneau conforme à l'article 28, § 6, 3, 1° du pas signalé : par un panneau conforme à l'article 28, § 6, 3, 1° du
Règlement technique ou, jusqu'au 31 décembre 2015, à l'article 47.1 du Règlement technique ou, jusqu'au 31 décembre 2015, à l'article 47.1 du
Code de la route; ou, le panneau n'est pas munis d'un feu rouge; ou, Code de la route; ou, le panneau n'est pas munis d'un feu rouge; ou,
ce feu ne fonctionne pas en permanence. ce feu ne fonctionne pas en permanence.
AR du 2.6.2010, art. 19/1 AR du 2.6.2010, art. 19/1
300 EUR 300 EUR
e10/1 e10/1
De lading die meer dan één meter buiten het achtereinde van het De lading die meer dan één meter buiten het achtereinde van het
voertuig uitsteekt is niet gesignaleerd : met een paneel dat in voertuig uitsteekt is niet gesignaleerd : met een paneel dat in
overeenstemming is met artikel 28, § 6, 3, 1° van het Technisch overeenstemming is met artikel 28, § 6, 3, 1° van het Technisch
Reglement of, tot 31 december 2015, met artikel 47.1 van de Wegcode; Reglement of, tot 31 december 2015, met artikel 47.1 van de Wegcode;
of het paneel is niet uitgerust met een rood licht; of dit licht is of het paneel is niet uitgerust met een rood licht; of dit licht is
niet voortdurend in werking. niet voortdurend in werking.
KB van 2.6.2010, art. 19/1 KB van 2.6.2010, art. 19/1
300 EUR 300 EUR
e10/2 e10/2
Le bord inférieur du panneau visé sous e10/1 n'est pas placé à une Le bord inférieur du panneau visé sous e10/1 n'est pas placé à une
hauteur mesurée à partir du sol comprise entre 0,40 mètre minimum et 2 hauteur mesurée à partir du sol comprise entre 0,40 mètre minimum et 2
mètres maximum (une hauteur supérieure peut être tolérée dans le cas mètres maximum (une hauteur supérieure peut être tolérée dans le cas
où la hauteur maximum ne peut être respectée pour des raisons où la hauteur maximum ne peut être respectée pour des raisons
techniques); techniques);
ou il n'est pas fixé de manière à ne pas constituer un obstacle par ou il n'est pas fixé de manière à ne pas constituer un obstacle par
lui- même; lui- même;
ou le panneau n'est pas fixé à la plus forte saillie du chargement de ou le panneau n'est pas fixé à la plus forte saillie du chargement de
manière à être constamment dans un plan vertical perpendiculaire au manière à être constamment dans un plan vertical perpendiculaire au
plan longitudinal médian du véhicule. plan longitudinal médian du véhicule.
AR du AR du
2.6.2010, art. 19/1 2.6.2010, art. 19/1
55 EUR 55 EUR
e10/2 e10/2
De onderste rand van het paneel bedoeld in e10/1 is niet geplaatst op De onderste rand van het paneel bedoeld in e10/1 is niet geplaatst op
een hoogte tussen minimaal 0,40 meter en maximaal 2 meter gemeten een hoogte tussen minimaal 0,40 meter en maximaal 2 meter gemeten
vanaf de grond (een grotere hoogte kan worden toegestaan indien de vanaf de grond (een grotere hoogte kan worden toegestaan indien de
maximumhoogte om technische redenen niet in acht kan worden genomen); maximumhoogte om technische redenen niet in acht kan worden genomen);
of het is niet bevestigd zodat of het is niet bevestigd zodat
het op zichzelf geen het op zichzelf geen
hindernis vormt; hindernis vormt;
of het paneel is niet vastgemaakt op het verst uitstekende gedeelte of het paneel is niet vastgemaakt op het verst uitstekende gedeelte
van de lading opdat het zich steeds in een vertikaal vlak loodrecht op van de lading opdat het zich steeds in een vertikaal vlak loodrecht op
de middelste lengteas van het voertuig bevindt. de middelste lengteas van het voertuig bevindt.
AR du AR du
2.6.2010, art. 19/1 2.6.2010, art. 19/1
55 55
EUR EUR
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na

afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op
de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 8.De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de

Art. 8.De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2013. Gegeven te Brussel, 15 juli 2013.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
M. WATHELET M. WATHELET
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x