Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de revalidatiecentra vanaf het kalenderjaar 2015 | Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de revalidatiecentra vanaf het kalenderjaar 2015 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
15 FEBRUARI 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag | 15 FEBRUARI 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag |
ter betaling van de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in | ter betaling van de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in |
het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale | het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale |
regering en de representatieve organisaties van werkgevers en | regering en de representatieve organisaties van werkgevers en |
werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de | werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de |
revalidatiecentra vanaf het kalenderjaar 2015 | revalidatiecentra vanaf het kalenderjaar 2015 |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikels 57-59; | Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikels 57-59; |
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het | Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht |
op 10 november 2015; | op 10 november 2015; |
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor | Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor |
geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en | geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 16 november 2015; | invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 16 november 2015; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 |
december 2015; | december 2015; |
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 |
januari 2016; | januari 2016; |
Gelet op het voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een | Gelet op het voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een |
effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is | effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is |
vereist; | vereist; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, artikel 3, § 1; | 1973, artikel 3, § 1; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan | Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan |
het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet | het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet |
worden voor zover het vanaf 1 januari 2015 uitvoering geeft aan de | worden voor zover het vanaf 1 januari 2015 uitvoering geeft aan de |
vergoeding voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat door de | vergoeding voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat door de |
federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve | federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve |
organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik | organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik |
dat dit bedrag is gestort, dat het Fonds kan zorgen voor de verdeling | dat dit bedrag is gestort, dat het Fonds kan zorgen voor de verdeling |
ervan onder zijn leden; | ervan onder zijn leden; |
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, en op het advies | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, en op het advies |
van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De bijkomende vergoeding voor de creatie van tewerkstelling |
Artikel 1.De bijkomende vergoeding voor de creatie van tewerkstelling |
die in het kader van dit akkoord voor de federale gezondheidssectoren | die in het kader van dit akkoord voor de federale gezondheidssectoren |
is overeengekomen in het akkoord dat op 24 oktober 2012 door de | is overeengekomen in het akkoord dat op 24 oktober 2012 door de |
federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve | federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve |
organisaties van de werkgevers en werknemers, en voor zover het | organisaties van de werkgevers en werknemers, en voor zover het |
betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de | betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de |
revalidatiecentra wordt vanaf het kalenderjaar 2015 vastgesteld op | revalidatiecentra wordt vanaf het kalenderjaar 2015 vastgesteld op |
100.000 euro. | 100.000 euro. |
Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut |
Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut |
voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort aan het Fonds Sociale | voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort aan het Fonds Sociale |
Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330. | Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330. |
Art. 3.De betalingen door het Fonds aan de betrokken werkgevers zijn |
Art. 3.De betalingen door het Fonds aan de betrokken werkgevers zijn |
afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel | afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel |
1 bedoelde akkoord. | 1 bedoelde akkoord. |
Art. 4.Het bedrag vermeld in artikel 1 wordt gekoppeld aan het |
Art. 4.Het bedrag vermeld in artikel 1 wordt gekoppeld aan het |
spilindexcijfer 99,04 (basis 2013 = 100) en wordt aangepast in | spilindexcijfer 99,04 (basis 2013 = 100) en wordt aangepast in |
overeenstemming met de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende | overeenstemming met de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende |
inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de | inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de |
overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het | overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het |
Rijk worden gekoppeld. | Rijk worden gekoppeld. |
Art. 5.Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering is |
Art. 5.Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering is |
belast de jaarlijkse betaling van het bedrag voorzien in artikel 1 te | belast de jaarlijkse betaling van het bedrag voorzien in artikel 1 te |
doen vanaf het kalenderjaar 2015. | doen vanaf het kalenderjaar 2015. |
De betaling is uit te voeren : | De betaling is uit te voeren : |
- voor het jaar 2015 na publicatie van dit besluit; | - voor het jaar 2015 na publicatie van dit besluit; |
- vanaf het jaar 2016: in de loop van de maand juni van het | - vanaf het jaar 2016: in de loop van de maand juni van het |
respectievelijk jaar. | respectievelijk jaar. |
Art. 6.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt ten laste gelegd van de |
Art. 6.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt ten laste gelegd van de |
begroting voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor | begroting voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor |
ziekte- en invaliditeitsverzekering. | ziekte- en invaliditeitsverzekering. |
Art. 7.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de |
Art. 7.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 15 februari 2016. | Gegeven te Brussel, 15 februari 2016. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
Mevr. M. DE BLOCK | Mevr. M. DE BLOCK |