| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 14 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 14 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober |
| 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en | 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en |
| elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 (1) | elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- |
| en elektrische bouw; | en elektrische bouw; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en | gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en |
| elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022. | elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 14 oktober 2022. | Gegeven te Brussel, 14 oktober 2022. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw | Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2021 |
| Nationaal akkoord 2021-2022 | Nationaal akkoord 2021-2022 |
| (Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 21 december 2021 onder het nummer |
| 169137/CO/111) | 169137/CO/111) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder | werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder |
| het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met | het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met |
| uitzondering van die ondernemingen die bruggen en metalen gebinten | uitzondering van die ondernemingen die bruggen en metalen gebinten |
| monteren. | monteren. |
Art. 2.Voorwerp |
Art. 2.Voorwerp |
| Agoria en de werknemersorganisaties hebben afspraken gemaakt omtrent | Agoria en de werknemersorganisaties hebben afspraken gemaakt omtrent |
| de toekomstige loonvorming, de coronapremie, de loopbaanplanning van | de toekomstige loonvorming, de coronapremie, de loopbaanplanning van |
| werknemers en het sociaal overleg. Deze afspraken zijn het voorwerp | werknemers en het sociaal overleg. Deze afspraken zijn het voorwerp |
| van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met in acht name | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met in acht name |
| van het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot uitvoering van artikel | van het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot uitvoering van artikel |
| 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
| werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
| concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021). | concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021). |
| Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve | Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt | arbeidsovereenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt |
| verklaard. | verklaard. |
Art. 3.Ondernemingsenveloppe 2022 |
Art. 3.Ondernemingsenveloppe 2022 |
| De ondernemingen kunnen op 1 januari 2022 de beschikbare maximale | De ondernemingen kunnen op 1 januari 2022 de beschikbare maximale |
| loonmarge van 0,4 pct. van de loonmassa op een bedrijfsspecifieke | loonmarge van 0,4 pct. van de loonmassa op een bedrijfsspecifieke |
| manier invullen via een recurrente ondernemingsenveloppe. De besteding | manier invullen via een recurrente ondernemingsenveloppe. De besteding |
| ervan kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden. | ervan kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden. |
| In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging verloopt de procedure | In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging verloopt de procedure |
| voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van de | voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van de |
| recurrente enveloppe in 2 stappen : | recurrente enveloppe in 2 stappen : |
| 1. Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als | 1. Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als |
| alle in de vakbondsafvaardiging van de in de onderneming | alle in de vakbondsafvaardiging van de in de onderneming |
| vertegenwoordigde vakbonden akkoord gaan met een bedrijfsspecifieke | vertegenwoordigde vakbonden akkoord gaan met een bedrijfsspecifieke |
| besteding van de enveloppe. | besteding van de enveloppe. |
| In de multizetelondernemingen wordt de beslissing genomen op | In de multizetelondernemingen wordt de beslissing genomen op |
| groepsniveau. Deze beslissing heeft niet alleen betrekking op het al | groepsniveau. Deze beslissing heeft niet alleen betrekking op het al |
| dan niet onderhandelen, maar ook op het niveau waarop deze | dan niet onderhandelen, maar ook op het niveau waarop deze |
| onderhandelingen zullen gevoerd worden. | onderhandelingen zullen gevoerd worden. |
| 2. Indien besloten wordt tot ondernemingsoverleg, moet dit overleg ten | 2. Indien besloten wordt tot ondernemingsoverleg, moet dit overleg ten |
| laatste op 15 januari 2022 leiden tot een collectieve | laatste op 15 januari 2022 leiden tot een collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging dient de besteding van de | In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging dient de besteding van de |
| recurrente enveloppe : | recurrente enveloppe : |
| - ofwel goedgekeurd te worden door het paritair comité; | - ofwel goedgekeurd te worden door het paritair comité; |
| - ofwel vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, | - ofwel vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, |
| te sluiten uiterlijk op 15 januari 2022. Een afschrift van de aldus | te sluiten uiterlijk op 15 januari 2022. Een afschrift van de aldus |
| gesloten collectieve arbeidsovereenkomst moet onmiddellijk ter | gesloten collectieve arbeidsovereenkomst moet onmiddellijk ter |
| informatie overgemaakt worden aan de voorzitter van het nationaal | informatie overgemaakt worden aan de voorzitter van het nationaal |
| paritair comité. | paritair comité. |
| De effectieve en de baremieke bruto uurlonen van de arbeiders worden | De effectieve en de baremieke bruto uurlonen van de arbeiders worden |
| verhoogd met 0,4 pct. op 1 januari 2022 indien het overleg op | verhoogd met 0,4 pct. op 1 januari 2022 indien het overleg op |
| ondernemingsvlak tegen 15 januari 2022 niet uitmondt in een | ondernemingsvlak tegen 15 januari 2022 niet uitmondt in een |
| collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan goedkeuring door het | collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan goedkeuring door het |
| paritair comité van het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding. | paritair comité van het voorstel van bedrijfsspecifieke besteding. |
| De termijnen, procedure en modaliteiten voor de ondernemingsenveloppe | De termijnen, procedure en modaliteiten voor de ondernemingsenveloppe |
| of de verhoging van de lonen zijn opgenomen in een afzonderlijke | of de verhoging van de lonen zijn opgenomen in een afzonderlijke |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 4.Retro-activiteitspremie 2021 |
Art. 4.Retro-activiteitspremie 2021 |
| De ondernemingen kunnen een niet recurrente beschikbare loonmarge van | De ondernemingen kunnen een niet recurrente beschikbare loonmarge van |
| 200 EUR per voltijds equivalent, exclusief werkgeverslasten, op een | 200 EUR per voltijds equivalent, exclusief werkgeverslasten, op een |
| bedrijfsspecifieke manier invullen overeenkomstig de procedure | bedrijfsspecifieke manier invullen overeenkomstig de procedure |
| voorzien voor de ondernemingsenveloppe 2022. | voorzien voor de ondernemingsenveloppe 2022. |
| Indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 15 januari 2022 niet | Indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 15 januari 2022 niet |
| uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan | uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst of bij gebrek aan |
| goedkeuring door het paritair comité van het voorstel van | goedkeuring door het paritair comité van het voorstel van |
| bedrijfsspecifieke besteding dient de onderneming aan de arbeiders in | bedrijfsspecifieke besteding dient de onderneming aan de arbeiders in |
| dienst op datum van 30 november 2021 een forfaitaire brutopremie van | dienst op datum van 30 november 2021 een forfaitaire brutopremie van |
| 200 EUR toe te kennen. | 200 EUR toe te kennen. |
| De modaliteiten voor de niet recurrente beschikbare loonmarge of de | De modaliteiten voor de niet recurrente beschikbare loonmarge of de |
| retro-activiteitspremie zijn opgenomen in een afzonderlijke | retro-activiteitspremie zijn opgenomen in een afzonderlijke |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 5.Coronapremie |
Art. 5.Coronapremie |
| Uiterlijk op 31 december 2021 kennen de ondernemingen die aan de | Uiterlijk op 31 december 2021 kennen de ondernemingen die aan de |
| voorwaarden voldoen een eenmalige coronapremie toe onder de vorm zoals | voorwaarden voldoen een eenmalige coronapremie toe onder de vorm zoals |
| bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit van 28 | bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit van 28 |
| november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
| herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het |
| koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli | koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli |
| 2021). | 2021). |
| Het bedrag van de coronapremie is gelijk aan 300 EUR. | Het bedrag van de coronapremie is gelijk aan 300 EUR. |
| Deze premie wordt verhoogd met een variabel deel voor ondernemingen | Deze premie wordt verhoogd met een variabel deel voor ondernemingen |
| met bedrijfswinst (code 9901) in het boekjaar 2020 als volgt : | met bedrijfswinst (code 9901) in het boekjaar 2020 als volgt : |
| - De verhoging is gelijk aan 200 EUR wanneer de brutomarge van het | - De verhoging is gelijk aan 200 EUR wanneer de brutomarge van het |
| boekjaar 2020 gelijk of groter is dan de gemiddelde brutomarge over de | boekjaar 2020 gelijk of groter is dan de gemiddelde brutomarge over de |
| boekjaren 2018 en 2019; | boekjaren 2018 en 2019; |
| - De verhoging bedraagt 100 EUR wanneer de brutomarge van het boekjaar | - De verhoging bedraagt 100 EUR wanneer de brutomarge van het boekjaar |
| 2020 maximaal 10 pct. lager is dan de gemiddelde brutomarge over de | 2020 maximaal 10 pct. lager is dan de gemiddelde brutomarge over de |
| boekjaren 2018 en 2019. | boekjaren 2018 en 2019. |
| Ondernemingen met bedrijfsverlies (code 9901) in de boekjaren 2019 en | Ondernemingen met bedrijfsverlies (code 9901) in de boekjaren 2019 en |
| 2020 en met een daling van de brutomarge van minimaal 10 pct. in het | 2020 en met een daling van de brutomarge van minimaal 10 pct. in het |
| boekjaar 2020 ten opzichte van de gemiddelde brutomarge over de | boekjaar 2020 ten opzichte van de gemiddelde brutomarge over de |
| boekjaren 2018 en 2019, zijn de coronapremie niet verschuldigd. | boekjaren 2018 en 2019, zijn de coronapremie niet verschuldigd. |
| De ondernemingen kunnen ook een aanvraag voor een afwijkingsprocedure | De ondernemingen kunnen ook een aanvraag voor een afwijkingsprocedure |
| met goedkeuring van de syndicale delegatie indienen bij het paritair | met goedkeuring van de syndicale delegatie indienen bij het paritair |
| comité. | comité. |
| De modaliteiten voor toekenning van de coronapremie en voor de | De modaliteiten voor toekenning van de coronapremie en voor de |
| afwijkingsprocedure zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve | afwijkingsprocedure zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 6.Minimumlonen |
Art. 6.Minimumlonen |
| Op 1 januari 2022 worden de regionale minimumuurlonen verhoogd met 0,4 | Op 1 januari 2022 worden de regionale minimumuurlonen verhoogd met 0,4 |
| pct. | pct. |
| De sectorale sociale partners engageren zich om in de volgende | De sectorale sociale partners engageren zich om in de volgende |
| sectorale akkoorden tot 2026 het nationaal minimumloon te verhogen met | sectorale akkoorden tot 2026 het nationaal minimumloon te verhogen met |
| de indexering en de beschikbare maximale marge voor de | de indexering en de beschikbare maximale marge voor de |
| loonkostenontwikkeling. | loonkostenontwikkeling. |
| Het nationaal sectoraal minimumloon zal verhoogd worden tot 13 EUR | Het nationaal sectoraal minimumloon zal verhoogd worden tot 13 EUR |
| vanaf 1 januari 2022. Een bijkomende verhoging met telkens 0,2606 EUR | vanaf 1 januari 2022. Een bijkomende verhoging met telkens 0,2606 EUR |
| is voorzien op de volgende tijdstippen : | is voorzien op de volgende tijdstippen : |
| - op 1 september 2022; | - op 1 september 2022; |
| - op 1 januari 2024; | - op 1 januari 2024; |
| - op 1 januari 2026. | - op 1 januari 2026. |
| Deze verhogingen worden verrekend met de toekomstige beschikbare | Deze verhogingen worden verrekend met de toekomstige beschikbare |
| loonmarges. | loonmarges. |
| De aangepaste minimumuurlonen worden opgenomen in afzonderlijke | De aangepaste minimumuurlonen worden opgenomen in afzonderlijke |
| collectieve arbeidsovereenkomsten. | collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Art. 7.Mobiliteit woon-werkplaats |
Art. 7.Mobiliteit woon-werkplaats |
| De sectorale sociale partners komen overeen om de tussenkomsten in de | De sectorale sociale partners komen overeen om de tussenkomsten in de |
| vervoerskosten voor ander vervoer en de fiets met ingang vanaf 1 | vervoerskosten voor ander vervoer en de fiets met ingang vanaf 1 |
| januari 2022 te verhogen. De aangepaste tussenkomsten zullen opgenomen | januari 2022 te verhogen. De aangepaste tussenkomsten zullen opgenomen |
| worden in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst. | worden in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om gebruik te maken van de | Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om gebruik te maken van de |
| derdebetalersregeling. Dit kan een extra stimulans zijn om het | derdebetalersregeling. Dit kan een extra stimulans zijn om het |
| openbaar vervoer te gebruiken om naar het werk te gaan. | openbaar vervoer te gebruiken om naar het werk te gaan. |
Art. 8.Mobiliteitsvergoeding |
Art. 8.Mobiliteitsvergoeding |
| Het bedrag voor de mobiliteitsvergoeding wordt verhoogd tot 0,1579 EUR | Het bedrag voor de mobiliteitsvergoeding wordt verhoogd tot 0,1579 EUR |
| vanaf 1 januari 2022. In ondernemingen waar er vandaag geen vergoeding | vanaf 1 januari 2022. In ondernemingen waar er vandaag geen vergoeding |
| voor de verplaatsingstijd bestaat, dient deze mobiliteitsvergoeding | voor de verplaatsingstijd bestaat, dient deze mobiliteitsvergoeding |
| betaald te worden. De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december | betaald te worden. De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december |
| 2019 zal worden aangepast. | 2019 zal worden aangepast. |
Art. 9.Fonds van bestaanszekerheid |
Art. 9.Fonds van bestaanszekerheid |
| De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid zullen aangepast | De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid zullen aangepast |
| worden om rekening te houden met de onderstaande wijzigingen : | worden om rekening te houden met de onderstaande wijzigingen : |
| - Volledige werkloosheid : verhoging met 2 pct. per 1 oktober 2021 en | - Volledige werkloosheid : verhoging met 2 pct. per 1 oktober 2021 en |
| bij de volgende overschrijding(en) van de spilindex in de periode | bij de volgende overschrijding(en) van de spilindex in de periode |
| 2021-2022; | 2021-2022; |
| - Tijdelijke werkloosheid : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari | - Tijdelijke werkloosheid : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari |
| 2022; | 2022; |
| - Ziekte : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari 2022 en begeleiden | - Ziekte : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari 2022 en begeleiden |
| van werkhervatting door toekenning volledig bedrag van de aanvullende | van werkhervatting door toekenning volledig bedrag van de aanvullende |
| vergoeding bij progressieve werkhervatting (deeltijds); | vergoeding bij progressieve werkhervatting (deeltijds); |
| - Kinderopvang : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari 2022, | - Kinderopvang : verhoging met 2,21 pct. per 1 januari 2022, |
| verlenging met 2 jaar en uitbreiding tussenkomst tot alle vormen van | verlenging met 2 jaar en uitbreiding tussenkomst tot alle vormen van |
| geattesteerde kinderopvang; | geattesteerde kinderopvang; |
| - Invoering van een nieuwe tussenkomst bij landingsbanen vanaf 58 | - Invoering van een nieuwe tussenkomst bij landingsbanen vanaf 58 |
| jaar; | jaar; |
| - Verbetering tussenkomst bij loopbaanwijzigingen/zachte | - Verbetering tussenkomst bij loopbaanwijzigingen/zachte |
| landingsbanen. | landingsbanen. |
Art. 10.Opleiding en risicogroepen |
Art. 10.Opleiding en risicogroepen |
| De collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleiding zal worden | De collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleiding zal worden |
| aangepast vanaf 1 januari 2022 om rekening te houden met de volgende | aangepast vanaf 1 januari 2022 om rekening te houden met de volgende |
| wijzigingen : | wijzigingen : |
| - Verhoging van het overdraagbaar individueel opleidingsrecht van 16 | - Verhoging van het overdraagbaar individueel opleidingsrecht van 16 |
| tot 24 uren; | tot 24 uren; |
| - Behoud definitie opleiding formeel en informeel; | - Behoud definitie opleiding formeel en informeel; |
| - Initiatief en opleidingsplicht voor werknemer en werkgever. | - Initiatief en opleidingsplicht voor werknemer en werkgever. |
| De sociale partners komen overeen om het sectoraal opleidingskader in | De sociale partners komen overeen om het sectoraal opleidingskader in |
| een werkgroep te evalueren. | een werkgroep te evalueren. |
| De sectorale sociale partners komen overeen om de afspraken inzake | De sectorale sociale partners komen overeen om de afspraken inzake |
| risicogroepen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake | risicogroepen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake |
| risicogroepen en ingroeibanen van 19 juni 2017 (nr. 140566/CO/111) te | risicogroepen en ingroeibanen van 19 juni 2017 (nr. 140566/CO/111) te |
| verlengen tot 31 december 2023 door het sluiten van een nieuwe | verlengen tot 31 december 2023 door het sluiten van een nieuwe |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
| In uitvoering van artikel 22bis van de wet betreffende de | In uitvoering van artikel 22bis van de wet betreffende de |
| arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 worden vormingen die financieel | arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 worden vormingen die financieel |
| ondersteund worden door de sectorale opleidingsfondsen uitgesloten van | ondersteund worden door de sectorale opleidingsfondsen uitgesloten van |
| de toepassing van het scholingsbeding. | de toepassing van het scholingsbeding. |
Art. 11.Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) |
Art. 11.Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) |
| De sectorale sociale partners komen overeen om op sectoraal vlak in te | De sectorale sociale partners komen overeen om op sectoraal vlak in te |
| tekenen op alle Nationale Arbeidsraad-kader collectieve | tekenen op alle Nationale Arbeidsraad-kader collectieve |
| arbeidsovereenkomsten rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de | arbeidsovereenkomsten rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de |
| mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid. | mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid. |
| In een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sectorale | In een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sectorale |
| sociale partners de toepassing van de bestaande stelsels van | sociale partners de toepassing van de bestaande stelsels van |
| werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) bevestigen en verlengen tot 30 | werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) bevestigen en verlengen tot 30 |
| juni 2023, en de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste | juni 2023, en de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste |
| beschikbaarheid tot en met 31 december 2024. | beschikbaarheid tot en met 31 december 2024. |
Art. 12.Tijdskrediet en landingsbanen |
Art. 12.Tijdskrediet en landingsbanen |
| De sectorale sociale partners komen overeen om een aparte collectieve | De sectorale sociale partners komen overeen om een aparte collectieve |
| arbeidsovereenkomst te sluiten inzake tijdskrediet en landingsbanen | arbeidsovereenkomst te sluiten inzake tijdskrediet en landingsbanen |
| waarbij : | waarbij : |
| - het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse | - het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse |
| opnamevorm gedurende 51 maanden vastgelegd wordt voor onbepaalde duur; | opnamevorm gedurende 51 maanden vastgelegd wordt voor onbepaalde duur; |
| - het recht op een landingsbaan zonder uitkering voor arbeiders vanaf | - het recht op een landingsbaan zonder uitkering voor arbeiders vanaf |
| 50 jaar met een loopbaan van 28 jaar verlengd wordt voor onbepaalde | 50 jaar met een loopbaan van 28 jaar verlengd wordt voor onbepaalde |
| duur; | duur; |
| - de minimumleeftijd voor de landingsbanen voor arbeiders met een | - de minimumleeftijd voor de landingsbanen voor arbeiders met een |
| lange loopbaan of zwaar beroep tot 30 juni 2023 vastgelegd wordt op 55 | lange loopbaan of zwaar beroep tot 30 juni 2023 vastgelegd wordt op 55 |
| jaar indien deze arbeiders hun arbeidsprestaties verminderen met een | jaar indien deze arbeiders hun arbeidsprestaties verminderen met een |
| vijfde of tot een halftijdse betrekking. | vijfde of tot een halftijdse betrekking. |
Art. 13.Loopbaanverlof |
Art. 13.Loopbaanverlof |
| De sectorale sociale partners komen overeen om een tweede dag | De sectorale sociale partners komen overeen om een tweede dag |
| loopbaanverlof te voorzien vanaf de leeftijd van 58 jaar en dit vanaf | loopbaanverlof te voorzien vanaf de leeftijd van 58 jaar en dit vanaf |
| het jaar 2022. De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2015 | het jaar 2022. De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2015 |
| inzake loopbaanverlof zal hiervoor aangepast worden. | inzake loopbaanverlof zal hiervoor aangepast worden. |
Art. 14.Sectoraal project duurzame inzetbaarheid |
Art. 14.Sectoraal project duurzame inzetbaarheid |
| De sectorale sociale partners komen overeen om een gemeenschappelijk | De sectorale sociale partners komen overeen om een gemeenschappelijk |
| sectoraal project duurzame inzetbaarheid aan te vatten en te | sectoraal project duurzame inzetbaarheid aan te vatten en te |
| finaliseren tegen einde 2022 met als doel het inhoudelijk en | finaliseren tegen einde 2022 met als doel het inhoudelijk en |
| financieel ondersteunen van werkgevers en arbeiders bij de uitdagingen | financieel ondersteunen van werkgevers en arbeiders bij de uitdagingen |
| die gepaard gaan met langere loopbanen. | die gepaard gaan met langere loopbanen. |
| De sectorale sociale partners wensen de paritaire betrokkenheid rond | De sectorale sociale partners wensen de paritaire betrokkenheid rond |
| het thema te ontwikkelen en te stimuleren. | het thema te ontwikkelen en te stimuleren. |
| De initiatieven die genomen worden zullen gemeenschappelijk voor de | De initiatieven die genomen worden zullen gemeenschappelijk voor de |
| arbeiders en de bedienden tot stand gebracht worden binnen de | arbeiders en de bedienden tot stand gebracht worden binnen de |
| bestaande middelen van de fondsen. | bestaande middelen van de fondsen. |
Art. 15.Werkzekerheid en uitzendarbeid |
Art. 15.Werkzekerheid en uitzendarbeid |
| De sectorale sociale partners komen overeen om de collectieve | De sectorale sociale partners komen overeen om de collectieve |
| arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid te verlengen voor de periode | arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid te verlengen voor de periode |
| van 1 januari 2021 tot 31 december 2022. Zij zullen hierover een | van 1 januari 2021 tot 31 december 2022. Zij zullen hierover een |
| afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst sluiten. Daarnaast | afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst sluiten. Daarnaast |
| zullen zij ook een coördinatieovereenkomst sluiten voor de bestaande | zullen zij ook een coördinatieovereenkomst sluiten voor de bestaande |
| bepalingen die betrekking hebben op uitzendarbeid en tijdelijke | bepalingen die betrekking hebben op uitzendarbeid en tijdelijke |
| arbeid. | arbeid. |
Art. 16.Onderaanneming |
Art. 16.Onderaanneming |
| De sectorale sociale partners komen overeen een overeenkomst te | De sectorale sociale partners komen overeen een overeenkomst te |
| sluiten die identiek is aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 | sluiten die identiek is aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 |
| december 2015 aangaande de procedure van informatie en raadpleging van | december 2015 aangaande de procedure van informatie en raadpleging van |
| de ondernemingsraad bij uitbesteding en verplaatsing van activiteiten | de ondernemingsraad bij uitbesteding en verplaatsing van activiteiten |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der |
| metaalfabrikatennijverheid (nr. 132048/CO/209). | metaalfabrikatennijverheid (nr. 132048/CO/209). |
Art. 17.Klein verlet |
Art. 17.Klein verlet |
| De collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012 inzake klein verlet | De collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012 inzake klein verlet |
| zal worden aangepast als volgt : | zal worden aangepast als volgt : |
| - De voorwaarde "onder hetzelfde dak" valt weg bij klein verlet voor | - De voorwaarde "onder hetzelfde dak" valt weg bij klein verlet voor |
| begrafenis en huwelijk. Het betreft hier artikel 3, punten 2 en 7 van | begrafenis en huwelijk. Het betreft hier artikel 3, punten 2 en 7 van |
| de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012 (nr. | de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012 (nr. |
| 110547/CO/111). De notie "familie" zal verder gedefinieerd worden als | 110547/CO/111). De notie "familie" zal verder gedefinieerd worden als |
| verwantschap tot en met de derde graad; | verwantschap tot en met de derde graad; |
| - Het klein verlet voor het huwelijk van het kind van de werknemer kan | - Het klein verlet voor het huwelijk van het kind van de werknemer kan |
| ook opgenomen worden de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk | ook opgenomen worden de activiteitsdag voorafgaand aan het huwelijk |
| indien dit huwelijk op een inactiviteitsdag valt van de werknemer. | indien dit huwelijk op een inactiviteitsdag valt van de werknemer. |
Art. 18.Ecocheques |
Art. 18.Ecocheques |
| De ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te kennen op | De ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te kennen op |
| basis van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen kiezen | basis van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen kiezen |
| voor een alternatieve en equivalente besteding van de ecocheques | voor een alternatieve en equivalente besteding van de ecocheques |
| volgens dezelfde procedure en timing als deze voorzien voor de | volgens dezelfde procedure en timing als deze voorzien voor de |
| onderhandeling van de ondernemingsenveloppe. | onderhandeling van de ondernemingsenveloppe. |
| In artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017 | In artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2017 |
| inzake het sectoraal systeem ecocheques met registratienummer 140564 | inzake het sectoraal systeem ecocheques met registratienummer 140564 |
| worden de dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en | worden de dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en |
| adoptieverlof toegevoegd als gelijkgestelde dagen. | adoptieverlof toegevoegd als gelijkgestelde dagen. |
Art. 19.Jongerenlonen |
Art. 19.Jongerenlonen |
| De sectorale partners herbevestigen dat ze geen jongerenlonen in de | De sectorale partners herbevestigen dat ze geen jongerenlonen in de |
| sector zullen invoeren. | sector zullen invoeren. |
Art. 20.Arbeidsorganisatie |
Art. 20.Arbeidsorganisatie |
| De sectorale sociale partners verlengen de bestaande sectorale | De sectorale sociale partners verlengen de bestaande sectorale |
| bepalingen waarbij : | bepalingen waarbij : |
| - de periode van 3 maanden waarbinnen de inhaalrust moet worden | - de periode van 3 maanden waarbinnen de inhaalrust moet worden |
| toegekend, verlengd wordt naar 12 maanden; | toegekend, verlengd wordt naar 12 maanden; |
| - de periode waarbinnen de inhaalrust voor zondagsarbeid moet worden | - de periode waarbinnen de inhaalrust voor zondagsarbeid moet worden |
| toegekend, verlengd wordt naar 13 weken. | toegekend, verlengd wordt naar 13 weken. |
| Partijen vragen dat voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023 | Partijen vragen dat voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023 |
| een koninklijk besluit genomen zou worden gelijkaardig aan het | een koninklijk besluit genomen zou worden gelijkaardig aan het |
| koninklijk besluit van 14 april 2020 betreffende de zondagsrust en de | koninklijk besluit van 14 april 2020 betreffende de zondagsrust en de |
| arbeidsduur van sommige arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen | arbeidsduur van sommige arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen |
| die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en | die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en |
| elektrische bouw met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen | elektrische bouw met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen |
| en metalen gebinten monteren. | en metalen gebinten monteren. |
Art. 21.Werkgroep harmonisatie |
Art. 21.Werkgroep harmonisatie |
| De sectorale sociale partners komen overeen om de werkzaamheden van de | De sectorale sociale partners komen overeen om de werkzaamheden van de |
| werkgroep opgericht met het oog op de toenadering van de statuten van | werkgroep opgericht met het oog op de toenadering van de statuten van |
| arbeiders en bedienden op sectorvlak verder te zetten in de periode | arbeiders en bedienden op sectorvlak verder te zetten in de periode |
| 2021-2022, met inbegrip van de functieclassificatie. | 2021-2022, met inbegrip van de functieclassificatie. |
Art. 22.Sociaal overleg van en voor de toekomst |
Art. 22.Sociaal overleg van en voor de toekomst |
| De sectorale sociale partners verbinden zich tot het opstarten van een | De sectorale sociale partners verbinden zich tot het opstarten van een |
| reflectie om te komen tot een gemeenschappelijke visie op het | reflectie om te komen tot een gemeenschappelijke visie op het |
| sociaaloverleg van en voor de toekomst. De basisidee van dit model is | sociaaloverleg van en voor de toekomst. De basisidee van dit model is |
| "sociaal overleg voor groei en jobs". | "sociaal overleg voor groei en jobs". |
Art. 23.Sociale vrede |
Art. 23.Sociale vrede |
| De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd | De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd |
| van deze overeenkomst. | van deze overeenkomst. |
| Dit houdt in dat de ondertekenende vakorganisaties, hun nationale, | Dit houdt in dat de ondertekenende vakorganisaties, hun nationale, |
| provinciale en regionale verantwoordelijken deze overeenkomst zullen | provinciale en regionale verantwoordelijken deze overeenkomst zullen |
| naleven en doen naleven. | naleven en doen naleven. |
| Bijgevolg zullen de ondertekenende vakorganisaties, hun nationale, | Bijgevolg zullen de ondertekenende vakorganisaties, hun nationale, |
| provinciale en regionale verantwoordelijken zich ervan onthouden op | provinciale en regionale verantwoordelijken zich ervan onthouden op |
| provinciaal, gewestelijk of ondernemingsvlak eisen van algemene of | provinciaal, gewestelijk of ondernemingsvlak eisen van algemene of |
| collectieve aard te stellen of te steunen die de verbintenissen die | collectieve aard te stellen of te steunen die de verbintenissen die |
| voorzien zijn in deze overeenkomst uitbreiden. | voorzien zijn in deze overeenkomst uitbreiden. |
| Ingeval er toch dergelijke eisen zouden gesteld worden, zullen de | Ingeval er toch dergelijke eisen zouden gesteld worden, zullen de |
| ondertekenende organisaties, hun nationale, provinciale en regionale | ondertekenende organisaties, hun nationale, provinciale en regionale |
| verantwoordelijken, samen of apart optreden en daartoe de gepaste | verantwoordelijken, samen of apart optreden en daartoe de gepaste |
| middelen gebruiken. | middelen gebruiken. |
Art. 24.Duur |
Art. 24.Duur |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde |
| duur, gaande van 1 januari 2021 tot 31 december 2022 of tot de datum | duur, gaande van 1 januari 2021 tot 31 december 2022 of tot de datum |
| zoals opgenomen in het betreffende artikel. | zoals opgenomen in het betreffende artikel. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober |
| 2022. | 2022. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |