Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken | Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken |
---|---|
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
14 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse | 14 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend |
toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van | toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van |
de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken | de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter | Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter |
ondertekening voor te leggen strekt ertoe artikel 5, eerste lid, en | ondertekening voor te leggen strekt ertoe artikel 5, eerste lid, en |
artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een | artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een |
Rijksregister van de natuurlijke personen uit te voeren ten behoeve | Rijksregister van de natuurlijke personen uit te voeren ten behoeve |
van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. Deze | van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. Deze |
Dienst is een instelling van openbaar nut, gerangschikt in categorie | Dienst is een instelling van openbaar nut, gerangschikt in categorie |
B, bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de | B, bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
controle op sommige instellingen van openbaar nut. | controle op sommige instellingen van openbaar nut. |
Overeenkomstig artikel 16, § 1, van de gecoördineerde wet van 13 maart | Overeenkomstig artikel 16, § 1, van de gecoördineerde wet van 13 maart |
1991 betreffende de afschaffing of de herstructurering van | 1991 betreffende de afschaffing of de herstructurering van |
instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, voert de | instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, voert de |
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling de opdrachten | Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling de opdrachten |
uit die zijn toegekend aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bij | uit die zijn toegekend aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bij |
artikel 7, § 1, a, d, e, f, en g, van de besluitwet van 28 december | artikel 7, § 1, a, d, e, f, en g, van de besluitwet van 28 december |
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders alsook de | 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders alsook de |
taken die vroeger waren toegewezen aan de Rijksdienst voor | taken die vroeger waren toegewezen aan de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening in het kader van de uitvoering van de maatregelen | Arbeidsvoorziening in het kader van de uitvoering van de maatregelen |
betreffende de plaatsing van werklozen die door de nationale overheid | betreffende de plaatsing van werklozen die door de nationale overheid |
waren getroffen. | waren getroffen. |
Overeenkomstig het Protocol van 22 november 1988 tot regeling van de | Overeenkomstig het Protocol van 22 november 1988 tot regeling van de |
betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering | betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering |
van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, is de Brusselse | van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, is de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling verplicht de | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling verplicht de |
informatiegegevens, gebaseerd op objectieve vaststellingen, die | informatiegegevens, gebaseerd op objectieve vaststellingen, die |
noodzakelijk blijken te zijn voor de uitvoering van de wettelijke en | noodzakelijk blijken te zijn voor de uitvoering van de wettelijke en |
reglementaire opdrachten waarmee deze instellingen zijn belast, door | reglementaire opdrachten waarmee deze instellingen zijn belast, door |
te geven aan de RVA, of FOREM, aan het Brusselse Franstalige instituut | te geven aan de RVA, of FOREM, aan het Brusselse Franstalige instituut |
voor beroepsopleiding en aan de VDAB en vice versa. In uitvoering van | voor beroepsopleiding en aan de VDAB en vice versa. In uitvoering van |
het Samenwerkingsakkoord dat op 7 april 1995 werd afgesloten tussen de | het Samenwerkingsakkoord dat op 7 april 1995 werd afgesloten tussen de |
Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het | Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het |
begeleidingsplan voor de werklozen, wordt de Brusselse Gewestelijke | begeleidingsplan voor de werklozen, wordt de Brusselse Gewestelijke |
Dienst voor Arbeidsbemiddeling verondersteld de nodige gegevens uit te | Dienst voor Arbeidsbemiddeling verondersteld de nodige gegevens uit te |
wisselen met de voornoemde instellingen. | wisselen met de voornoemde instellingen. |
Wanneer deze instellingen deze gegevens opvragen of meedelen, staat de | Wanneer deze instellingen deze gegevens opvragen of meedelen, staat de |
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor een | Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor een |
probleem van identificatie van de betrokken personen. In dit opzicht | probleem van identificatie van de betrokken personen. In dit opzicht |
is het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister de | is het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister de |
enige volledig efficiënte oplossing. | enige volledig efficiënte oplossing. |
Wat de toegang tot de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste | Wat de toegang tot de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste |
lid, 1° tot 9°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 betreft, zijn | lid, 1° tot 9°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 betreft, zijn |
tevens de naam en voornamen, de geboorteplaats en -datum en de | tevens de naam en voornamen, de geboorteplaats en -datum en de |
hoofdverblijfplaats de minimale gegevens die noodzakelijk zijn om een | hoofdverblijfplaats de minimale gegevens die noodzakelijk zijn om een |
bepaalde persoon te identificeren die in het gegevensbestand is | bepaalde persoon te identificeren die in het gegevensbestand is |
opgenomen. | opgenomen. |
Wat de geboortedatum betreft, moet verduidelijkt worden dat deze | Wat de geboortedatum betreft, moet verduidelijkt worden dat deze |
informatie bepalend is om, afhankelijk van de leeftijdscategorie van | informatie bepalend is om, afhankelijk van de leeftijdscategorie van |
de werkzoekende, te beslissen op welke stempellijst de betrokkene moet | de werkzoekende, te beslissen op welke stempellijst de betrokkene moet |
worden ingeschreven. Deze datum dient eveneens voor het onderzoek van | worden ingeschreven. Deze datum dient eveneens voor het onderzoek van |
het in aanmerking nemen van de betrokken personen voor de | het in aanmerking nemen van de betrokken personen voor de |
werkgelegenheidsprogramma's, waarvoor leeftijdsgrenzen vaak bij de wet | werkgelegenheidsprogramma's, waarvoor leeftijdsgrenzen vaak bij de wet |
zijn vastgelegd. | zijn vastgelegd. |
De hoofdverblijfplaats bepaalt bovendien de stempelplaats die wordt | De hoofdverblijfplaats bepaalt bovendien de stempelplaats die wordt |
toegewezen aan de werkzoekende. | toegewezen aan de werkzoekende. |
De wetgeving betreffende de arbeidsbescherming van vrouwen verplicht | De wetgeving betreffende de arbeidsbescherming van vrouwen verplicht |
de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling bovendien het | de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling bovendien het |
geslacht van de werkzoekenden te kennen. | geslacht van de werkzoekenden te kennen. |
De nationaliteit is een essentieel gegeven om het recht op arbeid in | De nationaliteit is een essentieel gegeven om het recht op arbeid in |
België vast te stellen, onafhankelijk van het eventuele bezit van een | België vast te stellen, onafhankelijk van het eventuele bezit van een |
arbeidsvergunning. | arbeidsvergunning. |
Het spreekt vanzelf dat het beroep dat wordt uitgeoefend door de | Het spreekt vanzelf dat het beroep dat wordt uitgeoefend door de |
betrokken persoon een essentieel gegeven is voor de plaatsing en | betrokken persoon een essentieel gegeven is voor de plaatsing en |
bijgevolg noodzakelijkerwijs gekend moet zijn. | bijgevolg noodzakelijkerwijs gekend moet zijn. |
Wat de burgerlijke staat en de samenstelling van het gezin betreft, | Wat de burgerlijke staat en de samenstelling van het gezin betreft, |
gaat het over informatiegegevens die in aanmerking worden genomen bij | gaat het over informatiegegevens die in aanmerking worden genomen bij |
de behandeling van de werkaanbiedingen. | de behandeling van de werkaanbiedingen. |
Er wordt voorgesteld de uitbreiding in de tijd van de toegang tot de | Er wordt voorgesteld de uitbreiding in de tijd van de toegang tot de |
opeenvolgende wijzigingen van de hierboven opgesomde gegevens (art. 3, | opeenvolgende wijzigingen van de hierboven opgesomde gegevens (art. 3, |
tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983) te beperken tot | tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983) te beperken tot |
vijf jaar. Deze termijn wordt gerechtvaardigd door het feit dat de | vijf jaar. Deze termijn wordt gerechtvaardigd door het feit dat de |
gemiddelde inschrijvingsperiode van een werkzoekende tien maanden | gemiddelde inschrijvingsperiode van een werkzoekende tien maanden |
bedraagt en dat het dossier vervolgens gedurende vier jaar wordt | bedraagt en dat het dossier vervolgens gedurende vier jaar wordt |
bewaard. | bewaard. |
Het gebruik van het identificatienummervan het Rijksregister zal er | Het gebruik van het identificatienummervan het Rijksregister zal er |
enerzijds, in het kader van het intern beheer van de Brusselse | enerzijds, in het kader van het intern beheer van de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, voor zorgen dat dubbel | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, voor zorgen dat dubbel |
gebruik wordt vermeden - een nadeel dat regelmatig wordt opgemerkt in | gebruik wordt vermeden - een nadeel dat regelmatig wordt opgemerkt in |
geval van herhaalde adreswijzigingen van de werkzoekende -, en | geval van herhaalde adreswijzigingen van de werkzoekende -, en |
anderzijds, in het kader van de betrekkingen die deze Dienst | anderzijds, in het kader van de betrekkingen die deze Dienst |
onderhoudt met andere instellingen die opdrachten van openbaar nut | onderhoudt met andere instellingen die opdrachten van openbaar nut |
vervullen, dat vergissingen worden vermeden bij de uitwisseling van | vervullen, dat vergissingen worden vermeden bij de uitwisseling van |
informatiegegevens. | informatiegegevens. |
De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister blijkt | De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister blijkt |
noodzakelijk te zijn aangezien het voor de Dienst belangrijk is zijn | noodzakelijk te zijn aangezien het voor de Dienst belangrijk is zijn |
gegevensbestand zorgzaam bij te werken zodat hij de dossiers | gegevensbestand zorgzaam bij te werken zodat hij de dossiers |
betreffende de werkaanbiedingen en het sociaal statuut van de | betreffende de werkaanbiedingen en het sociaal statuut van de |
werkzoekenden snel kan beheren. | werkzoekenden snel kan beheren. |
Er moet eveneens aan herinnerd worden dat de Rijksdienst voor | Er moet eveneens aan herinnerd worden dat de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening, die dezelfde doeleinden nastreeft als die van de | Arbeidsvoorziening, die dezelfde doeleinden nastreeft als die van de |
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, de machtiging | Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, de machtiging |
heeft gekregen om toegang te hebben tot de informatiegegevens en om | heeft gekregen om toegang te hebben tot de informatiegegevens en om |
het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke | het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke |
personen te gebruiken bij twee koninklijke besluiten van 26 september | personen te gebruiken bij twee koninklijke besluiten van 26 september |
1988. | 1988. |
Er werd bovendien rekening gehouden met het voorgeschrevene van | Er werd bovendien rekening gehouden met het voorgeschrevene van |
artikel 11 van de voormelde wet van 8 augustus 1983 en van artikel 5 | artikel 11 van de voormelde wet van 8 augustus 1983 en van artikel 5 |
van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke | van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke |
levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. | levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. |
Volgens de wens die herhaaldelijk werd uitgedrukt door de Raad van | Volgens de wens die herhaaldelijk werd uitgedrukt door de Raad van |
State, wordt in de aanhef van dit besluit verwezen naar deze laatste | State, wordt in de aanhef van dit besluit verwezen naar deze laatste |
bepaling die betrekking heeft op de naleving van het | bepaling die betrekking heeft op de naleving van het |
finaliteitsprincipe. | finaliteitsprincipe. |
Om de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens verkregen van het | Om de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens verkregen van het |
Rijksregister te waarborgen, zal de toegang geregeld worden door | Rijksregister te waarborgen, zal de toegang geregeld worden door |
beroep te doen op terminals die uitsluitend worden gebruikt door de | beroep te doen op terminals die uitsluitend worden gebruikt door de |
personen bedoeld in artikel 1, derde lid, van het ontworpen besluit. | personen bedoeld in artikel 1, derde lid, van het ontworpen besluit. |
Deze toegang zal gebeuren door middel van een computer of een server | Deze toegang zal gebeuren door middel van een computer of een server |
die beveiligd is door een code die enkel gekend is door de | die beveiligd is door een code die enkel gekend is door de |
bovenvernoemde personen. | bovenvernoemde personen. |
Het ontworpen besluit houdt ten slotte rekening met de door de | Het ontworpen besluit houdt ten slotte rekening met de door de |
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de | Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de |
Raad van State uitgebrachte opmerkingen. | Raad van State uitgebrachte opmerkingen. |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige | de zeer eerbiedige |
en zeer getrouwe dienaars, | en zeer getrouwe dienaars, |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER | COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER |
Advies nr. 18/96 van 12 juli 1996 | Advies nr. 18/96 van 12 juli 1996 |
Voorontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse | Voorontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend |
toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van | toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van |
de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken | de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken |
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, | De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, |
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de | Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van | persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van |
persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29; | persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29; |
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister | Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister |
van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, | van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, |
gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, alsmede artikel 8, gewijzigd | gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, alsmede artikel 8, gewijzigd |
bij de wet van 15 januari 1990; | bij de wet van 15 januari 1990; |
Gelet op de adviesaanvraag van 24 mei 1996 van de Minister van | Gelet op de adviesaanvraag van 24 mei 1996 van de Minister van |
Binnenlandse Zaken, door de Commissie ontvangen op 29 mei 1996; | Binnenlandse Zaken, door de Commissie ontvangen op 29 mei 1996; |
Gelet op het verslag van de heer F. Ringelheim, | Gelet op het verslag van de heer F. Ringelheim, |
Brengt op 12 juli 1996 het volgende advies uit : | Brengt op 12 juli 1996 het volgende advies uit : |
I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG : | I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG : |
Het voorontwerp van koninklijk besluit dat de Commissie voor de | Het voorontwerp van koninklijk besluit dat de Commissie voor de |
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ter advies wordt | bescherming van de persoonlijke levenssfeer ter advies wordt |
voorgelegd, heeft tot doel de Brusselse Gewestelijke Dienst voor | voorgelegd, heeft tot doel de Brusselse Gewestelijke Dienst voor |
Arbeidsbemiddeling (afgekort : BGDA) te machtigen tot : | Arbeidsbemiddeling (afgekort : BGDA) te machtigen tot : |
A. De toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot | A. De toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot |
9° en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een | 9° en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een |
Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna de wet van 8 | Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna de wet van 8 |
augustus 1983), namelijk : | augustus 1983), namelijk : |
- de naam en voornamen; | - de naam en voornamen; |
- de geboorteplaats en -datum; | - de geboorteplaats en -datum; |
- het geslacht; | - het geslacht; |
- de nationaliteit; | - de nationaliteit; |
- de hoofdverblijfplaats; | - de hoofdverblijfplaats; |
- de plaats en datum van overlijden; | - de plaats en datum van overlijden; |
- het beroep; | - het beroep; |
- de burgerlijke staat; | - de burgerlijke staat; |
- de samenstelling van het gezin. | - de samenstelling van het gezin. |
Om de aanvraag tot toegang tot deze informatiegegevens te | Om de aanvraag tot toegang tot deze informatiegegevens te |
rechtvaardigen, wordt in het verslag aan de Koning bij het voorontwerp | rechtvaardigen, wordt in het verslag aan de Koning bij het voorontwerp |
van koninklijk besluit gesteld dat de BGDA, in zijn betrekkingen met | van koninklijk besluit gesteld dat de BGDA, in zijn betrekkingen met |
de openbare instellingen belast met de uitvoering van de wettelijke en | de openbare instellingen belast met de uitvoering van de wettelijke en |
reglementaire opdrachten betreffende de sociale zekerheid van de | reglementaire opdrachten betreffende de sociale zekerheid van de |
werknemers en de plaatsing van de werklozen, geconfronteerd wordt met | werknemers en de plaatsing van de werklozen, geconfronteerd wordt met |
een identificatieprobleem van de betrokken personen. Het gebruik van | een identificatieprobleem van de betrokken personen. Het gebruik van |
het identificatienummer van het Rijksregister vormt de enige echte | het identificatienummer van het Rijksregister vormt de enige echte |
oplossing voor dit probleem. | oplossing voor dit probleem. |
B. Het gebruik van het identificatienummer van de personen | B. Het gebruik van het identificatienummer van de personen |
ingeschreven in het Rijksregister : | ingeschreven in het Rijksregister : |
1° voor doeleinden van intern beheer en enkel als identificatiemiddel | 1° voor doeleinden van intern beheer en enkel als identificatiemiddel |
in de dossiers, bestanden en repertoria die de Dienst houdt voor het | in de dossiers, bestanden en repertoria die de Dienst houdt voor het |
vervullen van de taken bedoeld in artikel 1, tweede lid; | vervullen van de taken bedoeld in artikel 1, tweede lid; |
2° in de betrekkingen die de BGDA voor de doeleinden bedoeld in | 2° in de betrekkingen die de BGDA voor de doeleinden bedoeld in |
artikel 1, tweede lid, onderhoudt met : | artikel 1, tweede lid, onderhoudt met : |
a) de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke | a) de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke |
vertegenwoordiger; | vertegenwoordiger; |
b) de openbare overheden en instellingen die zelf de machtiging hebben | b) de openbare overheden en instellingen die zelf de machtiging hebben |
verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, en die | verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, en die |
handelen in het kader van hun wettelijke en reglementaire | handelen in het kader van hun wettelijke en reglementaire |
bevoegdheden. | bevoegdheden. |
II. ONDERZOEK VAN HET VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT | II. ONDERZOEK VAN HET VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT |
A. Toegang tot het rijksregister. | A. Toegang tot het rijksregister. |
1. De wettelijke basissen. | 1. De wettelijke basissen. |
De BGDA is een instelling van openbaar nut, gerangschikt in de | De BGDA is een instelling van openbaar nut, gerangschikt in de |
categorie B, bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 | categorie B, bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 |
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. |
Overeenkomstig artikel 16, § 1, van de gecoördineerde wet van 13 maart | Overeenkomstig artikel 16, § 1, van de gecoördineerde wet van 13 maart |
1991 betreffende de afschaffing of de herstructurering van | 1991 betreffende de afschaffing of de herstructurering van |
instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, voert de | instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, voert de |
BGDA de opdrachten uit die zijn toegekend aan de Rijksdienst voor | BGDA de opdrachten uit die zijn toegekend aan de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening bij artikel 7, § 1, a, d, e, f en g, van de | Arbeidsvoorziening bij artikel 7, § 1, a, d, e, f en g, van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders alsook de taken die vroeger waren toegewezen | zekerheid der arbeiders alsook de taken die vroeger waren toegewezen |
aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in het kader van de | aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in het kader van de |
uitvoering van de maatregelen betreffende de plaatsing van werklozen | uitvoering van de maatregelen betreffende de plaatsing van werklozen |
die door de nationale overheid waren getroffen. | die door de nationale overheid waren getroffen. |
De machtiging tot toegang tot het Rijksregister kan bijgevolg worden | De machtiging tot toegang tot het Rijksregister kan bijgevolg worden |
toegekend aan de BGDA in toepassing van artikel 5, eerste lid van de | toegekend aan de BGDA in toepassing van artikel 5, eerste lid van de |
wet van 8 augustus 1983. Dit stelt dat de Koning toegang mag verlenen | wet van 8 augustus 1983. Dit stelt dat de Koning toegang mag verlenen |
tot het Rijksregister aan de openbare overheden of de instellingen van | tot het Rijksregister aan de openbare overheden of de instellingen van |
openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de | openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
controle op sommige instellingen van openbaar nut. | controle op sommige instellingen van openbaar nut. |
2. Rechtvaardiging van het verzoek tot toegang. | 2. Rechtvaardiging van het verzoek tot toegang. |
De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister wordt | De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister wordt |
gevraagd om de identificatieproblemen van de betrokken personen, | gevraagd om de identificatieproblemen van de betrokken personen, |
waarmee de BGDA vaak geconfronteerd wordt bij de uitvoering van haar | waarmee de BGDA vaak geconfronteerd wordt bij de uitvoering van haar |
wettelijke taken, op te lossen. | wettelijke taken, op te lossen. |
Het doeleinde van de verwerking van de gegevens waarvoor de toegang | Het doeleinde van de verwerking van de gegevens waarvoor de toegang |
wordt aangevraagd, is bijgevolg wettig en in overeenstemming met de | wordt aangevraagd, is bijgevolg wettig en in overeenstemming met de |
wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke | wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke |
levenssfeer. | levenssfeer. |
3. Omvang van het toegangsrecht. | 3. Omvang van het toegangsrecht. |
De toegang tot het Rijksregister wordt gevraagd voor de | De toegang tot het Rijksregister wordt gevraagd voor de |
informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, van de | informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, van de |
wet van 8 augustus 1983, namelijk : | wet van 8 augustus 1983, namelijk : |
- de naam en voornamen - de geboorteplaats en -datum - de | - de naam en voornamen - de geboorteplaats en -datum - de |
hoofdverblijfplaats : | hoofdverblijfplaats : |
deze informatiegegevens zijn noodzakelijk voor de identificatie van | deze informatiegegevens zijn noodzakelijk voor de identificatie van |
een bepaalde persoon in het gegevensbestand. | een bepaalde persoon in het gegevensbestand. |
- het geslacht : | - het geslacht : |
de wetgeving betreffende de arbeidsbescherming van vrouwen verplicht | de wetgeving betreffende de arbeidsbescherming van vrouwen verplicht |
de BGDA tot het kennen van het geslacht van de werkzoekenden; | de BGDA tot het kennen van het geslacht van de werkzoekenden; |
- de nationaliteit : | - de nationaliteit : |
essentieel gegeven om het recht op arbeid in België vast te stellen, | essentieel gegeven om het recht op arbeid in België vast te stellen, |
onafhankelijk van het eventuele bezit van een arbeidsvergunning; | onafhankelijk van het eventuele bezit van een arbeidsvergunning; |
- de plaats en datum van overlijden : | - de plaats en datum van overlijden : |
dit laat ongetwijfeld toe om, indien nodig, te bepalen of de rechten | dit laat ongetwijfeld toe om, indien nodig, te bepalen of de rechten |
vervallen zijn, hoewel dit niet vermeld is in het verslag aan de | vervallen zijn, hoewel dit niet vermeld is in het verslag aan de |
Koning; | Koning; |
- het beroep : | - het beroep : |
essentieel gegeven voor de plaatsing, en moet noodzakelijkerwijs | essentieel gegeven voor de plaatsing, en moet noodzakelijkerwijs |
gekend zijn; | gekend zijn; |
- de burgerlijke staat en samenstelling van het gezin : | - de burgerlijke staat en samenstelling van het gezin : |
het gaat over informatiegegevens die in aanmerking worden genomen bij | het gaat over informatiegegevens die in aanmerking worden genomen bij |
de behandeling van de werkaanbiedingen. | de behandeling van de werkaanbiedingen. |
Uit voorafgaande verklaringen blijkt dat de gevraagde gegevens | Uit voorafgaande verklaringen blijkt dat de gevraagde gegevens |
relevant en niet overmatig zijn ten opzichte van de bedoelde | relevant en niet overmatig zijn ten opzichte van de bedoelde |
doeleinden. | doeleinden. |
Artikel 1, laatste lid van het voorontwerp van koninklijk besluit | Artikel 1, laatste lid van het voorontwerp van koninklijk besluit |
stelt dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die zijn | stelt dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die zijn |
aangebracht aan de vermelde informatiegegevens, wordt beperkt tot een | aangebracht aan de vermelde informatiegegevens, wordt beperkt tot een |
periode van vijf jaar voorafgaand aan de mededeling van deze | periode van vijf jaar voorafgaand aan de mededeling van deze |
informatiegegevens. Deze termijn wordt gerechtvaardigd door het feit | informatiegegevens. Deze termijn wordt gerechtvaardigd door het feit |
dat de gemiddelde inschrijvingstermijn van een werkzoekende tien | dat de gemiddelde inschrijvingstermijn van een werkzoekende tien |
maanden bedraagt en dat het dossier vervolgens gedurende vier jaar | maanden bedraagt en dat het dossier vervolgens gedurende vier jaar |
wordt bewaard. | wordt bewaard. |
4. Gebruik van de informatiegegevens | 4. Gebruik van de informatiegegevens |
Artikel 2, eerste lid van het voorontwerp van koninklijk besluit stelt | Artikel 2, eerste lid van het voorontwerp van koninklijk besluit stelt |
dat de verkregen informatiegegevens enkel mogen worden gebruikt voor | dat de verkregen informatiegegevens enkel mogen worden gebruikt voor |
de doeleinden bedoeld in het tweede lid van dat artikel en dat ze niet | de doeleinden bedoeld in het tweede lid van dat artikel en dat ze niet |
aan derden mogen worden meegedeeld. | aan derden mogen worden meegedeeld. |
Worden niet als derden beschouwd : | Worden niet als derden beschouwd : |
1° de natuurlijke personen op wie deze informatiegegevens betrekking | 1° de natuurlijke personen op wie deze informatiegegevens betrekking |
hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; | hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; |
2° de openbare overheden en instellingen die krachtens artikel 5 van | 2° de openbare overheden en instellingen die krachtens artikel 5 van |
de voormelde wet van 8 augustus 1983 zelf zijn aangewezen, voor de | de voormelde wet van 8 augustus 1983 zelf zijn aangewezen, voor de |
informatiegegevens die hun kunnen worden meegedeeld op grond van hun | informatiegegevens die hun kunnen worden meegedeeld op grond van hun |
aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die ze onderhouden met | aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die ze onderhouden met |
de BGDA, voor de doeleinden opgesomd in artikel 1, tweede lid. | de BGDA, voor de doeleinden opgesomd in artikel 1, tweede lid. |
Deze bepaling roept geen bemerkingen op. | Deze bepaling roept geen bemerkingen op. |
5. Aanwijzing van de personen die gemachtigd zijn tot de toegang tot | 5. Aanwijzing van de personen die gemachtigd zijn tot de toegang tot |
de gegevens. | de gegevens. |
Overeenkomstig artikel 1, derde lid van het voorontwerp, is de toegang | Overeenkomstig artikel 1, derde lid van het voorontwerp, is de toegang |
tot de informatiegegevens voorbehouden aan : | tot de informatiegegevens voorbehouden aan : |
1° de directeur-generaal van de BGDA; | 1° de directeur-generaal van de BGDA; |
2° de personeelsleden van deze Dienst die de Directeur-generaal | 2° de personeelsleden van deze Dienst die de Directeur-generaal |
daartoe schriftelijk en bij naam aanwijst en die op grond van de | daartoe schriftelijk en bij naam aanwijst en die op grond van de |
functies die zij uitoefenen, noodzakelijkerwijs kennis moeten hebben | functies die zij uitoefenen, noodzakelijkerwijs kennis moeten hebben |
van de bovenvermelde informatiegegevens. | van de bovenvermelde informatiegegevens. |
De Commissie acht het wenselijk dat de personeelsleden van de BGDA die | De Commissie acht het wenselijk dat de personeelsleden van de BGDA die |
toegang hebben tot het Rijksregister een document ondertekenen | toegang hebben tot het Rijksregister een document ondertekenen |
waardoor zij zich verplichten toe te zien op de veiligheid en de | waardoor zij zich verplichten toe te zien op de veiligheid en de |
vertrouwelijkheid van de gegevens waartoe zij toegang hebben. | vertrouwelijkheid van de gegevens waartoe zij toegang hebben. |
B. Gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister | B. Gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister |
1. Wettelijke basis. | 1. Wettelijke basis. |
Artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 stelt dat de Koning de | Artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 stelt dat de Koning de |
openbare overheden en de instellingen bedoeld bij artikel 5 kan | openbare overheden en de instellingen bedoeld bij artikel 5 kan |
machtigen om het identificatienummer te gebruiken binnen de grenzen en | machtigen om het identificatienummer te gebruiken binnen de grenzen en |
voor de doeleinden door Hem bepaald. | voor de doeleinden door Hem bepaald. |
2. Voorwerp en rechtvaardiging van het verzoek tot gebruik van het | 2. Voorwerp en rechtvaardiging van het verzoek tot gebruik van het |
identificatienummer van het Rijksregister. | identificatienummer van het Rijksregister. |
De artikelen 3 en 4 van het voorontwerp van koninklijk besluit | De artikelen 3 en 4 van het voorontwerp van koninklijk besluit |
machtigen de personen bedoeld in artikel 1, derde lid (de | machtigen de personen bedoeld in artikel 1, derde lid (de |
Directeur-generaal van de BGDA en de personeelsleden die hij | Directeur-generaal van de BGDA en de personeelsleden die hij |
aanwijst), het identificatienummer te gebruiken : | aanwijst), het identificatienummer te gebruiken : |
1° voor doeleinden van intern beheer en enkel als identificatiemiddel | 1° voor doeleinden van intern beheer en enkel als identificatiemiddel |
in de dossiers, bestanden en repertoria die worden gehouden door de | in de dossiers, bestanden en repertoria die worden gehouden door de |
BGDA voor het vervullen van de taken bedoeld in artikel 1, tweede lid; | BGDA voor het vervullen van de taken bedoeld in artikel 1, tweede lid; |
2° in de betrekkingen die de BGDA onderhoudt met enerzijds de houder | 2° in de betrekkingen die de BGDA onderhoudt met enerzijds de houder |
van het identificatienummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger en | van het identificatienummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger en |
met anderzijds de openbare overheden en de instellingen die zelf de | met anderzijds de openbare overheden en de instellingen die zelf de |
machtiging hebben verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 | machtiging hebben verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 |
augustus 1983, en die handelen in het kader van hun wettelijke en | augustus 1983, en die handelen in het kader van hun wettelijke en |
reglementaire bevoegdheden. | reglementaire bevoegdheden. |
Deze bepalingen van het voorontwerp van besluit worden in het verslag | Deze bepalingen van het voorontwerp van besluit worden in het verslag |
aan de Koning gerechtvaardigd als volgt. | aan de Koning gerechtvaardigd als volgt. |
Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister zal er | Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister zal er |
enerzijds, in het kader van het intern beheer van de Dienst, voor | enerzijds, in het kader van het intern beheer van de Dienst, voor |
zorgen dat dubbel gebruik wordt vermeden - een nadeel dat regelmatig | zorgen dat dubbel gebruik wordt vermeden - een nadeel dat regelmatig |
wordt opgemerkt ingeval van herhaalde adreswijzigingen van de | wordt opgemerkt ingeval van herhaalde adreswijzigingen van de |
werkzoekenden, anderzijds, in het kader van de betrekkingen die deze | werkzoekenden, anderzijds, in het kader van de betrekkingen die deze |
Dienst onderhoudt met andere instellingen die opdrachten van openbaar | Dienst onderhoudt met andere instellingen die opdrachten van openbaar |
nut vervullen, dat vergissingen worden vermeden bij de uitwisseling | nut vervullen, dat vergissingen worden vermeden bij de uitwisseling |
van informatiegegevens. | van informatiegegevens. |
De Commissie heeft al meerdere malen een ongunstig advies uitgebracht | De Commissie heeft al meerdere malen een ongunstig advies uitgebracht |
betreffende de aanvragen tot het gebruik van het identificatienummer | betreffende de aanvragen tot het gebruik van het identificatienummer |
van het Rijksregister, omwille van de toenemende schending van de | van het Rijksregister, omwille van de toenemende schending van de |
persoonlijke levenssfeer die het resultaat is van een buitensporige | persoonlijke levenssfeer die het resultaat is van een buitensporige |
banalisering van het vermelde nummer. | banalisering van het vermelde nummer. |
Rekening houdend met de verklaringen in het verslag aan de Koning bij | Rekening houdend met de verklaringen in het verslag aan de Koning bij |
het voorontwerp van besluit, waarin de noodzaak voor de BGDA wordt | het voorontwerp van besluit, waarin de noodzaak voor de BGDA wordt |
aangegeven om het identificatienummer te gebruiken binnen de | aangegeven om het identificatienummer te gebruiken binnen de |
voorgeschreven grenzen en rekening houdend met de aard van de taken | voorgeschreven grenzen en rekening houdend met de aard van de taken |
die door de BGDA worden vervuld, alsook met de voorziene | die door de BGDA worden vervuld, alsook met de voorziene |
veiligheidsmaatregelen, kan het gebruik van het identificatienummer | veiligheidsmaatregelen, kan het gebruik van het identificatienummer |
evenwel in dit geval gerechtvaardigd worden. | evenwel in dit geval gerechtvaardigd worden. |
C. Toegang, gebruik en veiligheidsmaatregelen | C. Toegang, gebruik en veiligheidsmaatregelen |
Men denke eraan dat de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, die | Men denke eraan dat de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, die |
dezelfde doeleinden nastreeft als de BGDA, machtiging heeft verkregen | dezelfde doeleinden nastreeft als de BGDA, machtiging heeft verkregen |
tot de toegang tot de informatiegegevens en tot gebruik van het | tot de toegang tot de informatiegegevens en tot gebruik van het |
identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen | identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen |
door twee koninklijke besluiten van 26 september 1988. | door twee koninklijke besluiten van 26 september 1988. |
Het verslag aan de Koning verduidelijkt bovendien dat er rekening werd | Het verslag aan de Koning verduidelijkt bovendien dat er rekening werd |
gehouden met het bepaalde in artikel 11 van de wet van 8 augustus 1983 | gehouden met het bepaalde in artikel 11 van de wet van 8 augustus 1983 |
en artikel 5 van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming | en artikel 5 van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming |
van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van | van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van |
persoonsgegevens, en dat, zoals gewenst door de Raad van State, de | persoonsgegevens, en dat, zoals gewenst door de Raad van State, de |
aanhef van het voorontwerp van besluit naar deze laatste bepaling | aanhef van het voorontwerp van besluit naar deze laatste bepaling |
verwijst. | verwijst. |
Tenslotte, teneinde de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens | Tenslotte, teneinde de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens |
verkregen door het Rijksregister te verzekeren, zal de toegang | verkregen door het Rijksregister te verzekeren, zal de toegang |
georganiseerd worden via terminals die enkel gebruikt worden door de | georganiseerd worden via terminals die enkel gebruikt worden door de |
personen bedoeld in artikel 1, derde lid, van het voorontwerp van | personen bedoeld in artikel 1, derde lid, van het voorontwerp van |
besluit. Die toegang zal via een computer of server gebeuren die | besluit. Die toegang zal via een computer of server gebeuren die |
beveiligd is door een code waarvan enkel voormelde personen op de | beveiligd is door een code waarvan enkel voormelde personen op de |
hoogte zijn. | hoogte zijn. |
De veiligheidsmaatregelen die de vertrouwelijkheid van de | De veiligheidsmaatregelen die de vertrouwelijkheid van de |
informatiegegevens verkregen door het Rijksregister moeten waarborgen, | informatiegegevens verkregen door het Rijksregister moeten waarborgen, |
zouden in het koninklijk besluit moeten worden opgenomen. | zouden in het koninklijk besluit moeten worden opgenomen. |
Om deze redenen, | Om deze redenen, |
brengt de Commissie, onder voorbehoud van de hoger vermelde | brengt de Commissie, onder voorbehoud van de hoger vermelde |
opmerkingen, een gunstig advies uit. | opmerkingen, een gunstig advies uit. |
De secretaris, | De secretaris, |
(get.) J. Paul. | (get.) J. Paul. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
(get.) P. Thomas. | (get.) P. Thomas. |
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 15 januari | De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 15 januari |
1997 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies | 1997 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies |
te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "waarbij aan de | te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "waarbij aan de |
Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt | Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt |
verleend toegang te hebben tot de informatiegegevens van het | verleend toegang te hebben tot de informatiegegevens van het |
Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer | Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer |
ervan te gebruiken", heeft op 30 juni 1997 het volgende advies gegeven | ervan te gebruiken", heeft op 30 juni 1997 het volgende advies gegeven |
: | : |
Onderzoek van het ontwerp | Onderzoek van het ontwerp |
Bepalend gedeelte | Bepalend gedeelte |
Artikel 1 | Artikel 1 |
Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van | Artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van |
een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat de Koning | een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat de Koning |
toegang verleent tot het Rijksregister aan de openbare overheden "voor | toegang verleent tot het Rijksregister aan de openbare overheden "voor |
de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te | de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te |
kennen". | kennen". |
Om te bepalen welke informatie die overheidsinstanties gemachtigd zijn | Om te bepalen welke informatie die overheidsinstanties gemachtigd zijn |
te kennen, kan men ervan uitgaan dat zulk een machtiging, als die niet | te kennen, kan men ervan uitgaan dat zulk een machtiging, als die niet |
uitdrukkelijk wordt verleend, kan worden afgeleid uit de taken waarmee | uitdrukkelijk wordt verleend, kan worden afgeleid uit de taken waarmee |
die overheidsinstanties bij wet, bij decreet of krachtens de wet of | die overheidsinstanties bij wet, bij decreet of krachtens de wet of |
een decreet worden belast. | een decreet worden belast. |
Die vereiste wettelijke machtiging houdt dus in dat de wetten of | Die vereiste wettelijke machtiging houdt dus in dat de wetten of |
decreten krachtens welke aan die overheidsinstanties taken worden | decreten krachtens welke aan die overheidsinstanties taken worden |
opgedragen, duidelijk moeten worden aangegeven. | opgedragen, duidelijk moeten worden aangegeven. |
In artikel 1, tweede lid, moet dus worden verwezen naar artikel 16, § | In artikel 1, tweede lid, moet dus worden verwezen naar artikel 16, § |
1, van de wetten betreffende de afschaffing of de herstructurering van | 1, van de wetten betreffende de afschaffing of de herstructurering van |
instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, | instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, |
gecoördineerd op 13 maart 1991. | gecoördineerd op 13 maart 1991. |
De verwijzingen in 2° en 4° van hetzelfde lid lijken daarentegen te | De verwijzingen in 2° en 4° van hetzelfde lid lijken daarentegen te |
moeten vervallen. Punt 2° is immers onnauwkeurig. In 3° en 4° gaat het | moeten vervallen. Punt 2° is immers onnauwkeurig. In 3° en 4° gaat het |
noch om wetten of decreten, noch om regelingen die zijn vastgesteld | noch om wetten of decreten, noch om regelingen die zijn vastgesteld |
krachtens een wet of een decreet waarbij aan de Brusselse gewestelijke | krachtens een wet of een decreet waarbij aan de Brusselse gewestelijke |
dienst voor arbeidsbemiddeling andere taken zouden worden opgedragen | dienst voor arbeidsbemiddeling andere taken zouden worden opgedragen |
dan die genoemd in artikel 7, § 1, van de besluitwet van 28 december | dan die genoemd in artikel 7, § 1, van de besluitwet van 28 december |
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. | 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. |
Slotopmerkingen | Slotopmerkingen |
De Nederlandse tekst van artikel 1 is voor verbetering vatbaar. Zo | De Nederlandse tekst van artikel 1 is voor verbetering vatbaar. Zo |
schrijve men in het vijfde lid van dat artikel "wijzigingen in" in | schrijve men in het vijfde lid van dat artikel "wijzigingen in" in |
plaats van "wijzigingen die zijn aangebracht aan". | plaats van "wijzigingen die zijn aangebracht aan". |
Voorts schrijve men in artikel 2 "artikel 1, eerste lid," in plaats | Voorts schrijve men in artikel 2 "artikel 1, eerste lid," in plaats |
van "artikel 1, tweede lid". | van "artikel 1, tweede lid". |
In artikel 6 schrijve men : "wordt de toegang... georganiseerd door te | In artikel 6 schrijve men : "wordt de toegang... georganiseerd door te |
werken met terminals.... Deze toegang wordt verkregen... waarover | werken met terminals.... Deze toegang wordt verkregen... waarover |
uitsluitend de voornoemde personen beschikken". | uitsluitend de voornoemde personen beschikken". |
De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
De heren : | De heren : |
J.-J. Stryckmans, voorzitter; | J.-J. Stryckmans, voorzitter; |
Y. Kreins en P. Hanse, staatsraden; | Y. Kreins en P. Hanse, staatsraden; |
P. Gothot, assessor van de afdeling wetgeving; | P. Gothot, assessor van de afdeling wetgeving; |
Mevr. J. Gielissen, griffier. | Mevr. J. Gielissen, griffier. |
Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur | Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur |
afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door | afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door |
de heer L. Detroux, adjunct-auditeur. | de heer L. Detroux, adjunct-auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans. | nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans. |
De griffier, | De griffier, |
J. Gielissen. | J. Gielissen. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
J.-J. Stryckmans. | J.-J. Stryckmans. |
14 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse | 14 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit waarbij aan de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling machtiging wordt verleend |
toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van | toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van |
de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken | de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister | Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister |
van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, | van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, |
gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, en artikel 8, gewijzigd bij de | gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, en artikel 8, gewijzigd bij de |
wet van 15 januari 1990; | wet van 15 januari 1990; |
Gelet op de gecoördineerde wet van 13 maart 1991 betreffende de | Gelet op de gecoördineerde wet van 13 maart 1991 betreffende de |
afschaffing of de herstructurering van instellingen van openbaar nut | afschaffing of de herstructurering van instellingen van openbaar nut |
en andere overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 16; | en andere overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 16; |
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de | Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van | persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van |
persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5; | persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5; |
Gelet op het advies nr. 18/96 van de Commissie voor de bescherming van | Gelet op het advies nr. 18/96 van de Commissie voor de bescherming van |
de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 12 juli 1996; | de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 12 juli 1996; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 |
oktober 1996; | oktober 1996; |
Gelet op het advies van de Raad van State; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze |
Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde | Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
Ministers op 22 november 1996, | Ministers op 22 november 1996, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling |
Artikel 1.De Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling |
wordt gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld | wordt gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld |
in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 | in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 |
augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke | augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke |
personen. | personen. |
De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het | De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het |
vervullen van taken in verband met de arbeidsbemiddeling ter | vervullen van taken in verband met de arbeidsbemiddeling ter |
uitvoering van : | uitvoering van : |
1° artikel 7, § 1, a, d, e, f en g, van de besluitwet van 28 december | 1° artikel 7, § 1, a, d, e, f en g, van de besluitwet van 28 december |
1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; | 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; |
2° artikel 16, § 1, van de wetten betreffende de afschaffing of de | 2° artikel 16, § 1, van de wetten betreffende de afschaffing of de |
herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere | herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere |
overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991. | overheidsdiensten, gecoördineerd op 13 maart 1991. |
De toegang tot de informatiegegevens is voorbehouden aan : | De toegang tot de informatiegegevens is voorbehouden aan : |
1° de Directeur-generaal van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor | 1° de Directeur-generaal van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor |
Arbeidsbemiddeling; | Arbeidsbemiddeling; |
2° de personeelsleden van deze Dienst die door de in 1° bedoelde | 2° de personeelsleden van deze Dienst die door de in 1° bedoelde |
persoon daartoe schriftelijk en bij naam zijn aangewezen en die op | persoon daartoe schriftelijk en bij naam zijn aangewezen en die op |
grond van de functies die zij uitoefenen, noodzakelijkerwijs kennis | grond van de functies die zij uitoefenen, noodzakelijkerwijs kennis |
moeten hebben van de bovenvermelde informatiegegevens. | moeten hebben van de bovenvermelde informatiegegevens. |
De voormelde personeelsleden verbinden zich er schriftelijk toe te | De voormelde personeelsleden verbinden zich er schriftelijk toe te |
waken over de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens tot | waken over de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens tot |
welke zij toegang hebben. | welke zij toegang hebben. |
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen in de informatiegegevens | De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen in de informatiegegevens |
bedoeld in het eerste lid, wordt beperkt tot een periode van vijf jaar | bedoeld in het eerste lid, wordt beperkt tot een periode van vijf jaar |
voorafgaand aan de mededeling van deze informatiegegevens. | voorafgaand aan de mededeling van deze informatiegegevens. |
Art. 2.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 1, eerste |
Art. 2.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 1, eerste |
lid, worden verkregen, mogen enkel gebruikt worden voor de doeleinden | lid, worden verkregen, mogen enkel gebruikt worden voor de doeleinden |
bedoeld in het tweede lid van dat artikel. Zij mogen niet aan derden | bedoeld in het tweede lid van dat artikel. Zij mogen niet aan derden |
worden meegedeeld. | worden meegedeeld. |
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd | Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd |
: | : |
1° de natuurlijke personen op wie deze informatiegegevens betrekking | 1° de natuurlijke personen op wie deze informatiegegevens betrekking |
hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; | hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; |
2° de openbare overheden en de instellingen die krachtens artikel 5 | 2° de openbare overheden en de instellingen die krachtens artikel 5 |
van de voormelde wet van 8 augustus 1983 zelf zijn aangewezen, voor de | van de voormelde wet van 8 augustus 1983 zelf zijn aangewezen, voor de |
informatiegegevens die hun kunnen worden meegedeeld op grond van hun | informatiegegevens die hun kunnen worden meegedeeld op grond van hun |
aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die ze onderhouden met | aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die ze onderhouden met |
de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, voor de | de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, voor de |
doeleinden opgesomd in artikel 1, tweede lid. | doeleinden opgesomd in artikel 1, tweede lid. |
Art. 3.De personen, bedoeld in artikel 1, derde lid, worden |
Art. 3.De personen, bedoeld in artikel 1, derde lid, worden |
gemachtigd het identificatienummer te gebruiken van de personen die | gemachtigd het identificatienummer te gebruiken van de personen die |
zijn ingeschreven in het Rijksregister. | zijn ingeschreven in het Rijksregister. |
Art. 4.Het identificatienummer mag voor doeleinden van intern beheer |
Art. 4.Het identificatienummer mag voor doeleinden van intern beheer |
enkel worden gebruikt als identificatiemiddel in de dossiers, | enkel worden gebruikt als identificatiemiddel in de dossiers, |
bestanden en repertoria die worden gehouden door de Brusselse | bestanden en repertoria die worden gehouden door de Brusselse |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor het vervullen van de | Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor het vervullen van de |
taken bedoeld in artikel 1, tweede lid. | taken bedoeld in artikel 1, tweede lid. |
In geval van extern gebruik mag het identificatienummer door de Dienst | In geval van extern gebruik mag het identificatienummer door de Dienst |
enkel worden gebruikt in de betrekkingen die hij voor de doeleinden | enkel worden gebruikt in de betrekkingen die hij voor de doeleinden |
bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderhoudt met : | bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderhoudt met : |
1° de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke | 1° de houder van het identificatienummer of zijn wettelijke |
vertegenwoordiger; | vertegenwoordiger; |
2° de openbare overheden en de instellingen die zelf de machtiging | 2° de openbare overheden en de instellingen die zelf de machtiging |
hebben verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, | hebben verkregen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, |
en die handelen in het kader van hun wettelijke en reglementaire | en die handelen in het kader van hun wettelijke en reglementaire |
bevoegdheden. | bevoegdheden. |
Art. 5.De lijst van de personeelsleden die overeenkomstig de |
Art. 5.De lijst van de personeelsleden die overeenkomstig de |
artikelen 1, derde lid, 2°, en 3, zijn aangewezen, met vermelding van | artikelen 1, derde lid, 2°, en 3, zijn aangewezen, met vermelding van |
hun titel en hun functie, wordt jaarlijks opgesteld en volgens | hun titel en hun functie, wordt jaarlijks opgesteld en volgens |
dezelfde periodiciteit overgezonden aan de Commissie voor de | dezelfde periodiciteit overgezonden aan de Commissie voor de |
bescherming van de persoonlijke levenssfeer. | bescherming van de persoonlijke levenssfeer. |
Art. 6.Om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de bij het |
Art. 6.Om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de bij het |
Rijksregister verkregen gegevens, wordt de toegang tot deze gegevens | Rijksregister verkregen gegevens, wordt de toegang tot deze gegevens |
georganiseerd door te werken met terminals die uitsluitend worden | georganiseerd door te werken met terminals die uitsluitend worden |
gebruikt door de in artikel 1, derde lid, van dit besluit bedoelde | gebruikt door de in artikel 1, derde lid, van dit besluit bedoelde |
personen. Deze toegang wordt verkregen via een computer of een server | personen. Deze toegang wordt verkregen via een computer of een server |
die beveiligd is door een code waarover uitsluitend de voornoemde | die beveiligd is door een code waarover uitsluitend de voornoemde |
personen beschikken. | personen beschikken. |
Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van |
Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 14 oktober 1997. | Gegeven te Brussel, 14 oktober 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |