| Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke informatieverstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging | Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke informatieverstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
| 14 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het | 14 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het |
| reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke | Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke |
| informatieverstrekking over de solvabiliteit van de | informatieverstrekking over de solvabiliteit van de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van | Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van |
| collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel | collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel |
| 185; | 185; |
| Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de | Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de |
| financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel | financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel |
| 64, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003; | 64, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, | Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
Artikel 1.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen van 28 augustus 2007 met betrekking tot de periodieke | Assurantiewezen van 28 augustus 2007 met betrekking tot de periodieke |
| informatieverstrekking over de solvabiliteit van de | informatieverstrekking over de solvabiliteit van de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, dat | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, dat |
| als bijlage bij dit besluit gaat, wordt goedgekeurd. | als bijlage bij dit besluit gaat, wordt goedgekeurd. |
Art. 2.Het koninklijk besluit van 16 maart 2006 tot goedkeuring van |
Art. 2.Het koninklijk besluit van 16 maart 2006 tot goedkeuring van |
| het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke | Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke |
| informatieverstrekking over de solvabiliteit van de | informatieverstrekking over de solvabiliteit van de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging |
| wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008. |
Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van |
Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 14 november 2007. | Gegeven te Brussel, 14 november 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, | De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement | Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement |
| van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 28 | van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 28 |
| augustus 2007 op het eigen vermogen van de beheervennootschappen van | augustus 2007 op het eigen vermogen van de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging | instellingen voor collectieve belegging |
| Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen van 28 augustus 2007 op het eigen vermogen van de | Assurantiewezen van 28 augustus 2007 op het eigen vermogen van de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging |
| De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, | De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, |
| Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van | Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van |
| collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op de | collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op de |
| artikelen 158, 184 en 189; | artikelen 158, 184 en 189; |
| Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de | Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de |
| financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel | financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel |
| 64, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003; | 64, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003; |
| Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen; | Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen; |
| Gelet op het advies van de raad van toezicht van de Commissie voor het | Gelet op het advies van de raad van toezicht van de Commissie voor het |
| Bank-, Financie- en Assurantiewezen, | Bank-, Financie- en Assurantiewezen, |
| Besluit : | Besluit : |
| Afdeling 1. - Algemene bepaling, definities en toepassingsgebied | Afdeling 1. - Algemene bepaling, definities en toepassingsgebied |
Artikel 1.Dit reglement heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van |
Artikel 1.Dit reglement heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van |
| Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie | Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie |
| van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende | van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende |
| bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), | bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), |
| zoals gewijzigd bij Richtlijnen 2001/107/EG en 2004/39/EG. | zoals gewijzigd bij Richtlijnen 2001/107/EG en 2004/39/EG. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : |
| 1° « de wet » : de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen | 1° « de wet » : de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen |
| van collectief beheer van beleggingsportefeuilles; | van collectief beheer van beleggingsportefeuilles; |
| 2° « beleggingsportefeuilles beheerd door de beheervennootschap van | 2° « beleggingsportefeuilles beheerd door de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging » : de portefeuilles van | instellingen voor collectieve belegging » : de portefeuilles van |
| instellingen voor collectieve belegging die de beheervennootschap van | instellingen voor collectieve belegging die de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging beheert in de hoedanigheid van | instellingen voor collectieve belegging beheert in de hoedanigheid van |
| beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging | beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging |
| aangesteld door een instelling voor collectieve belegging, | aangesteld door een instelling voor collectieve belegging, |
| niettegenstaande de beheervennootschap van instellingen voor | niettegenstaande de beheervennootschap van instellingen voor |
| collectieve belegging de uitoefening van bepaalde beheertaken voor die | collectieve belegging de uitoefening van bepaalde beheertaken voor die |
| portefeuilles, in voorkomend geval, heeft toevertrouwd aan een derde | portefeuilles, in voorkomend geval, heeft toevertrouwd aan een derde |
| conform artikel 154 van de wet; | conform artikel 154 van de wet; |
| 3° « beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging | 3° « beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging |
| aangesteld door een instelling voor collectieve belegging » : de | aangesteld door een instelling voor collectieve belegging » : de |
| beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die het | beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die het |
| beheer waarneemt van een gemeenschappelijk beleggingsfonds conform | beheer waarneemt van een gemeenschappelijk beleggingsfonds conform |
| artikel 11, § 1, van de wet, of de beheervennootschap van instellingen | artikel 11, § 1, van de wet, of de beheervennootschap van instellingen |
| voor collectieve belegging die is aangesteld door een | voor collectieve belegging die is aangesteld door een |
| beleggingsvennootschap conform artikel 43 van de wet; | beleggingsvennootschap conform artikel 43 van de wet; |
| 4° « CBFA » : de Commissie voor het Bank-, Financie- en | 4° « CBFA » : de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen; | Assurantiewezen; |
| 5° « reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de | 5° « reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
| beleggingsondernemingen » : het besluit van de Commissie voor het | beleggingsondernemingen » : het besluit van de Commissie voor het |
| Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 over het | Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 over het |
| reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de | reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
| beleggingsondernemingen; | beleggingsondernemingen; |
| 6° « financiële holding » : een financiële instelling waarvan de | 6° « financiële holding » : een financiële instelling waarvan de |
| dochterondernemingen uitsluitend of hoofdzakelijk instellingen of | dochterondernemingen uitsluitend of hoofdzakelijk instellingen of |
| financiële instellingen zijn, waarbij ten minste één van die | financiële instellingen zijn, waarbij ten minste één van die |
| dochterondernemingen een instelling is, en die geen gemengde | dochterondernemingen een instelling is, en die geen gemengde |
| financiële holding is in de zin van artikel 49bis van de wet van 22 | financiële holding is in de zin van artikel 49bis van de wet van 22 |
| maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de | maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de |
| kredietinstellingen of artikel 95bis van de wet van 6 april 1995 | kredietinstellingen of artikel 95bis van de wet van 6 april 1995 |
| inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, | inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, |
| de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs. | de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs. |
Art. 3.De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op de |
Art. 3.De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging naar | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging naar |
| Belgisch recht als bedoeld in Boek II van Deel III van de wet. | Belgisch recht als bedoeld in Boek II van Deel III van de wet. |
| Afdeling 2. - Eigen vermogen | Afdeling 2. - Eigen vermogen |
Art. 4.Het eigen vermogen van de beheervennootschap van instellingen |
Art. 4.Het eigen vermogen van de beheervennootschap van instellingen |
| voor collectieve belegging moet steeds minstens gelijk zijn aan het | voor collectieve belegging moet steeds minstens gelijk zijn aan het |
| bedrag van het minimumkapitaal dat is vastgesteld overeenkomstig | bedrag van het minimumkapitaal dat is vastgesteld overeenkomstig |
| artikel 149 van de wet. | artikel 149 van de wet. |
Art. 5.Als eigenvermogensbestanddelen worden de bestanddelen in |
Art. 5.Als eigenvermogensbestanddelen worden de bestanddelen in |
| aanmerking genomen die als dusdanig zijn gedefinieerd in titel II van | aanmerking genomen die als dusdanig zijn gedefinieerd in titel II van |
| het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de | het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
| beleggingsondernemingen. | beleggingsondernemingen. |
| Afdeling 3. - Solvabiliteitscoëfficiënten en -normen | Afdeling 3. - Solvabiliteitscoëfficiënten en -normen |
Art. 6.Het eigen vermogen van de beheervennootschap van instellingen |
Art. 6.Het eigen vermogen van de beheervennootschap van instellingen |
| voor collectieve belegging moet steeds minstens gelijk zijn : | voor collectieve belegging moet steeds minstens gelijk zijn : |
| 1° aan het vereiste als gedefinieerd in artikel III.1, § 1, 1°, van | 1° aan het vereiste als gedefinieerd in artikel III.1, § 1, 1°, van |
| het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de | het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
| beleggingsondernemingen; | beleggingsondernemingen; |
| 2° aan de som : | 2° aan de som : |
| a) van het minimumkapitaal verhoogd met 0,02 % van het bedrag waarmee | a) van het minimumkapitaal verhoogd met 0,02 % van het bedrag waarmee |
| de waarde van de beleggingsportefeuilles beheerd door de | de waarde van de beleggingsportefeuilles beheerd door de |
| beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging 250 | beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging 250 |
| miljoen EUR te boven gaat, zonder dat het totaal van het aldus | miljoen EUR te boven gaat, zonder dat het totaal van het aldus |
| vereiste eigen vermogen 10 miljoen EUR dient te overschrijden; en | vereiste eigen vermogen 10 miljoen EUR dient te overschrijden; en |
| b) van de som van de vereisten opgelegd door de volgende bepalingen | b) van de som van de vereisten opgelegd door de volgende bepalingen |
| van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en | van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en |
| de beleggingsondernemingen : | de beleggingsondernemingen : |
| - artikel II.2, §§ 1 en 2, | - artikel II.2, §§ 1 en 2, |
| - titel IV, | - titel IV, |
| - titel IX, hoofdstuk 1, afdeling I, en | - titel IX, hoofdstuk 1, afdeling I, en |
| - titel IX, hoofdstuk 6 en, in voorkomend geval, hoofdstuk 8; | - titel IX, hoofdstuk 6 en, in voorkomend geval, hoofdstuk 8; |
| 3° aan een vierde van de algemene kosten van het voorafgaande jaar. | 3° aan een vierde van de algemene kosten van het voorafgaande jaar. |
Art. 7.§ 1. Voor de toepassing van artikel 6, 2°, a), wordt de waarde |
Art. 7.§ 1. Voor de toepassing van artikel 6, 2°, a), wordt de waarde |
| van de beleggingsportefeuilles beheerd door de beheervennootschap van | van de beleggingsportefeuilles beheerd door de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging bepaald overeenkomstig de | instellingen voor collectieve belegging bepaald overeenkomstig de |
| boekhoud- en waarderingsregels die van toepassing zijn op de categorie | boekhoud- en waarderingsregels die van toepassing zijn op de categorie |
| van toegelaten beleggingen van de beleggingsportefeuilles beheerd door | van toegelaten beleggingen van de beleggingsportefeuilles beheerd door |
| de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging; | de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging; |
| § 2. Voor de toepassing van artikel 6, 3°, omvatten de algemene kosten | § 2. Voor de toepassing van artikel 6, 3°, omvatten de algemene kosten |
| die in aanmerking worden genomen : | die in aanmerking worden genomen : |
| a) de diensten en diverse goederen; | a) de diensten en diverse goederen; |
| b) de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen; | b) de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen; |
| c) de afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor | c) de afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor |
| risico's en kosten; | risico's en kosten; |
| d) de andere bedrijfskosten, | d) de andere bedrijfskosten, |
| met uitzondering van de bedragen waarvan de beheervennootschap van | met uitzondering van de bedragen waarvan de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging aantoont dat zij rechtstreeks | instellingen voor collectieve belegging aantoont dat zij rechtstreeks |
| verband houden met het bedrijfsvolume. | verband houden met het bedrijfsvolume. |
| De CBFA kan die berekeningsgrondslag aanpassen bij een relevante | De CBFA kan die berekeningsgrondslag aanpassen bij een relevante |
| wijziging in de werkzaamheden van de beheervennootschap van | wijziging in de werkzaamheden van de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging ten aanzien van het | instellingen voor collectieve belegging ten aanzien van het |
| voorafgaande jaar. | voorafgaande jaar. |
| Wanneer de beheervennootschap van instellingen voor collectieve | Wanneer de beheervennootschap van instellingen voor collectieve |
| belegging haar werkzaamheden minder dan één jaar heeft uitgeoefend, | belegging haar werkzaamheden minder dan één jaar heeft uitgeoefend, |
| met inbegrip van de dag waarop zij die werkzaamheden heeft aangevat, | met inbegrip van de dag waarop zij die werkzaamheden heeft aangevat, |
| bedraagt het eigenvermogensvereiste een vierde van het bedrag van de | bedraagt het eigenvermogensvereiste een vierde van het bedrag van de |
| algemene kosten waarin het bedrijfsprogramma voorziet. De CBFA kan | algemene kosten waarin het bedrijfsprogramma voorziet. De CBFA kan |
| eisen dat dit programma wordt aangepast. | eisen dat dit programma wordt aangepast. |
Art. 8.De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 1° en 3°, worden |
Art. 8.De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 1° en 3°, worden |
| berekend op het gehele bedrijf van de beheervennootschap van | berekend op het gehele bedrijf van de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
| De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 2°, a), worden berekend | De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 2°, a), worden berekend |
| op het bedrijf als beheervennootschap van instellingen voor | op het bedrijf als beheervennootschap van instellingen voor |
| collectieve belegging aangesteld door een instelling voor collectieve | collectieve belegging aangesteld door een instelling voor collectieve |
| belegging, niettegenstaande de beheervennootschap van instellingen | belegging, niettegenstaande de beheervennootschap van instellingen |
| voor collectieve belegging de uitoefening van bepaalde beheertaken | voor collectieve belegging de uitoefening van bepaalde beheertaken |
| voor de beleggingsportefeuilles van die instelling voor collectieve | voor de beleggingsportefeuilles van die instelling voor collectieve |
| belegging, in voorkomend geval, heeft toevertrouwd aan een derde | belegging, in voorkomend geval, heeft toevertrouwd aan een derde |
| conform artikel 154 van de wet. | conform artikel 154 van de wet. |
| De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 2°, b), worden berekend | De vereisten die voortvloeien uit artikel 6, 2°, b), worden berekend |
| op het bedrijf van de beheervennootschap van instellingen voor | op het bedrijf van de beheervennootschap van instellingen voor |
| collectieve belegging dat bestaat uit de oefening van de beheertaken | collectieve belegging dat bestaat uit de oefening van de beheertaken |
| voor instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 3, | voor instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 3, |
| 9°, van de wet, op grond van een met een instelling voor collectieve | 9°, van de wet, op grond van een met een instelling voor collectieve |
| belegging afgesloten lastgevings- of aannemingsovereenkomst, en uit | belegging afgesloten lastgevings- of aannemingsovereenkomst, en uit |
| het verrichten van de beleggingsdiensten als bedoeld in artikel 3, | het verrichten van de beleggingsdiensten als bedoeld in artikel 3, |
| 10°, van de wet. | 10°, van de wet. |
Art. 9.De eigenvermogensvereisten van artikel 6, 2°, a), ter |
Art. 9.De eigenvermogensvereisten van artikel 6, 2°, a), ter |
| aanvulling van het minimumkapitaal, kunnen, na voorafgaand akkoord van | aanvulling van het minimumkapitaal, kunnen, na voorafgaand akkoord van |
| de CBFA, met 50 % worden verminderd indien de beheervennootschap van | de CBFA, met 50 % worden verminderd indien de beheervennootschap van |
| instellingen voor collectieve belegging een onherroepelijke, | instellingen voor collectieve belegging een onherroepelijke, |
| onvoorwaardelijke, rechtstreekse en uitdrukkelijke garantie geniet | onvoorwaardelijke, rechtstreekse en uitdrukkelijke garantie geniet |
| voor een bedrag dat gelijk is aan de aldus verminderde | voor een bedrag dat gelijk is aan de aldus verminderde |
| eigenvermogensvereisten. | eigenvermogensvereisten. |
| De in het eerste lid bedoelde garantie moet aan de volgende | De in het eerste lid bedoelde garantie moet aan de volgende |
| voorwaarden voldoen : | voorwaarden voldoen : |
| a) zij moet zijn verleend door een kredietinstelling of een | a) zij moet zijn verleend door een kredietinstelling of een |
| verzekeringsonderneming waaraan een door de CBFA erkende externe | verzekeringsonderneming waaraan een door de CBFA erkende externe |
| credit-ratinginstelling een hogere rating heeft toegekend dan « | credit-ratinginstelling een hogere rating heeft toegekend dan « |
| investment grade »; | investment grade »; |
| b) haar resterende looptijd moet minimum 1 jaar bedragen; | b) haar resterende looptijd moet minimum 1 jaar bedragen; |
| c) indien de in bovenstaand punt a) van dit lid bedoelde | c) indien de in bovenstaand punt a) van dit lid bedoelde |
| kredietinstelling of verzekeringsonderneming ressorteert onder het | kredietinstelling of verzekeringsonderneming ressorteert onder het |
| recht van een land dat niet tot de Europese Economische Ruimte | recht van een land dat niet tot de Europese Economische Ruimte |
| behoort, moet deze kredietinstelling of deze verzekeringsonderneming | behoort, moet deze kredietinstelling of deze verzekeringsonderneming |
| onderworpen zijn aan prudentieel toezicht dat de CBFA als evenwaardig | onderworpen zijn aan prudentieel toezicht dat de CBFA als evenwaardig |
| beschouwt aan het prudentieel toezicht dat wordt uitgeoefend op de | beschouwt aan het prudentieel toezicht dat wordt uitgeoefend op de |
| kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen die ressorteren | kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen die ressorteren |
| onder het recht van een land van de Europese Economische Ruimte. | onder het recht van een land van de Europese Economische Ruimte. |
| De beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging | De beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging |
| dient de nodige maatregelen te nemen opdat zij onverwijld in kennis | dient de nodige maatregelen te nemen opdat zij onverwijld in kennis |
| wordt gesteld van een eventuele wijziging van de rating als bedoeld in | wordt gesteld van een eventuele wijziging van de rating als bedoeld in |
| het tweede lid, punt a). | het tweede lid, punt a). |
| Elke wijziging die wordt aangebracht in de voorwaarden van het tweede | Elke wijziging die wordt aangebracht in de voorwaarden van het tweede |
| lid, moet onmiddellijk aan de CBFA worden meegedeeld. | lid, moet onmiddellijk aan de CBFA worden meegedeeld. |
Art. 10.Artikel III.6 van het reglement op het eigen vermogen van de |
Art. 10.Artikel III.6 van het reglement op het eigen vermogen van de |
| kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op |
| overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van | overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
| Afdeling 4. - Toezicht op geconsolideerde basis | Afdeling 4. - Toezicht op geconsolideerde basis |
Art. 11.De beheervennootschappen van instellingen voor collectieve |
Art. 11.De beheervennootschappen van instellingen voor collectieve |
| belegging die een moederonderneming zijn, moeten de bij de artikelen 6 | belegging die een moederonderneming zijn, moeten de bij de artikelen 6 |
| tot 9 voorgeschreven verplichtingen naleven op basis van hun | tot 9 voorgeschreven verplichtingen naleven op basis van hun |
| geconsolideerde positie, conform artikel 189 van de wet en haar | geconsolideerde positie, conform artikel 189 van de wet en haar |
| uitvoeringsbesluiten, alsook conform de artikelen 12 en 13. | uitvoeringsbesluiten, alsook conform de artikelen 12 en 13. |
Art. 12.Om het eigenvermogensvereiste op geconsolideerde basis te |
Art. 12.Om het eigenvermogensvereiste op geconsolideerde basis te |
| berekenen voor de toepassing van titel IX, hoofdstuk 6 en, in | berekenen voor de toepassing van titel IX, hoofdstuk 6 en, in |
| voorkomend geval, hoofdstuk 8, van het reglement op het eigen vermogen | voorkomend geval, hoofdstuk 8, van het reglement op het eigen vermogen |
| van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, worden de | van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, worden de |
| vereisten opgeteld die op vennootschappelijke basis zijn berekend voor | vereisten opgeteld die op vennootschappelijke basis zijn berekend voor |
| elk van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen. | elk van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen. |
Art. 13.In afwijking van artikel 12 is, na voorafgaand akkoord van de |
Art. 13.In afwijking van artikel 12 is, na voorafgaand akkoord van de |
| CBFA, compensatie tussen de posities van de in de consolidatie | CBFA, compensatie tussen de posities van de in de consolidatie |
| opgenomen ondernemingen niettemin toegestaan overeenkomstig het | opgenomen ondernemingen niettemin toegestaan overeenkomstig het |
| bepaalde bij titel IX, hoofdstuk 6 en, in voorkomend geval, hoofdstuk | bepaalde bij titel IX, hoofdstuk 6 en, in voorkomend geval, hoofdstuk |
| 8 van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen | 8 van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen |
| en de beleggingsondernemingen, voor zover : | en de beleggingsondernemingen, voor zover : |
| - het beheer en de opvolging van de posities volledig op geïntegreerde | - het beheer en de opvolging van de posities volledig op geïntegreerde |
| wijze op groepsniveau gebeuren, en | wijze op groepsniveau gebeuren, en |
| - er geen belemmeringen zijn voor de overdracht van middelen tussen de | - er geen belemmeringen zijn voor de overdracht van middelen tussen de |
| ondernemingen waarvan de posities worden gecompenseerd. | ondernemingen waarvan de posities worden gecompenseerd. |
| Afdeling 5. - Specifieke bepalingen die van toepassing zijn op | Afdeling 5. - Specifieke bepalingen die van toepassing zijn op |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging naar | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging naar |
| Belgisch recht die zijn opgenomen in het toezicht op geconsolideerde | Belgisch recht die zijn opgenomen in het toezicht op geconsolideerde |
| basis op een beheervennootschap van instellingen voor collectieve | basis op een beheervennootschap van instellingen voor collectieve |
| belegging, een kredietinstelling, een beleggingsonderneming of een | belegging, een kredietinstelling, een beleggingsonderneming of een |
| financiële holding naar het recht van een Lidstaat van de Europese | financiële holding naar het recht van een Lidstaat van de Europese |
| Unie | Unie |
Art. 14.Titel XI van het reglement op het eigen vermogen van de |
Art. 14.Titel XI van het reglement op het eigen vermogen van de |
| kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op |
| overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van | overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
| Afdeling 6. - Bedrijfseigen | Afdeling 6. - Bedrijfseigen |
| beoordelingsproces en openbaarmaking van informatie | beoordelingsproces en openbaarmaking van informatie |
Art. 15.Titel XII van het reglement op het eigen vermogen van de |
Art. 15.Titel XII van het reglement op het eigen vermogen van de |
| kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op |
| overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van | overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
Art. 16.Titel XIV van het reglement op het eigen vermogen van de |
Art. 16.Titel XIV van het reglement op het eigen vermogen van de |
| kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op |
| overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van | overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
| Afdeling 7. - Overige bepalingen | Afdeling 7. - Overige bepalingen |
Art. 17.Artikel XV.1 van het reglement op het eigen vermogen van de |
Art. 17.Artikel XV.1 van het reglement op het eigen vermogen van de |
| kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen is op |
| overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van | overeenkomstige wijze van toepassing op de beheervennootschappen van |
| instellingen voor collectieve belegging. | instellingen voor collectieve belegging. |
Art. 18.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
Art. 18.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
| Assurantiewezen van 14 december 2004 over het eigen vermogen van de | Assurantiewezen van 14 december 2004 over het eigen vermogen van de |
| beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging | beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging |
| wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2008. | wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2008. |
Art. 19.Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2008. |
Art. 19.Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2008. |
| Brussel, 28 augustus 2007. | Brussel, 28 augustus 2007. |
| De Voorzitter, | De Voorzitter, |
| J.-P. SERVAIS | J.-P. SERVAIS |
| Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 14 november 2007. | Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 14 november 2007. |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |