| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 14 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 14 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, | gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, |
| betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1) | betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en |
| kartonbewerking; | kartonbewerking; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, | gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, |
| betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden. | betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 14 november 2002. | Gegeven te Brussel, 14 november 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking | Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 |
| Arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus | Arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus |
| 2001 onder het nummer 58507/CO/136) | 2001 onder het nummer 58507/CO/136) |
| De overeenkomsten die volgen werden afgesloten door organisaties die | De overeenkomsten die volgen werden afgesloten door organisaties die |
| zich tot doel stellen het individueel welzijn van hun leden te | zich tot doel stellen het individueel welzijn van hun leden te |
| betrachten, alsmede de algemene vooruitgang van hun beroep en de | betrachten, alsmede de algemene vooruitgang van hun beroep en de |
| ontwikkeling van de nationale nijverheid. | ontwikkeling van de nationale nijverheid. |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn | de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn |
| in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité | in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité |
| voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair | voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair |
| comité er anders over beslist. | comité er anders over beslist. |
| Zij werd afgesloten in toepassing van de wet van 26 juli 1996 | Zij werd afgesloten in toepassing van de wet van 26 juli 1996 |
| betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve | betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve |
| vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 | vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 |
| augustus 1996) en van zijn uitvoeringsbesluiten alsook in toepassing | augustus 1996) en van zijn uitvoeringsbesluiten alsook in toepassing |
| van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000. | van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000. |
| HOOFDSTUK II. - Inleiding van de functies | HOOFDSTUK II. - Inleiding van de functies |
Art. 2.Volgens hun werkzaamheden worden de arbeiders en arbeidsters |
Art. 2.Volgens hun werkzaamheden worden de arbeiders en arbeidsters |
| ingedeeld in zeven beroepsklassen, die aan de volgende kenmerken | ingedeeld in zeven beroepsklassen, die aan de volgende kenmerken |
| beantwoorden : | beantwoorden : |
| Klasse 1 : | Klasse 1 : |
| arbeid die een technische vorming van het niveau A3 en een | arbeid die een technische vorming van het niveau A3 en een |
| beroepservaring van één jaar vereist, of een gelijkwaardige opleiding | beroepservaring van één jaar vereist, of een gelijkwaardige opleiding |
| verkregen door een methodische scholing gedurende drie jaar. | verkregen door een methodische scholing gedurende drie jaar. |
| Klasse 2 : | Klasse 2 : |
| arbeid van verscheiden aard die een bepaalde lichamelijke inspanning | arbeid van verscheiden aard die een bepaalde lichamelijke inspanning |
| en een technische kennis vereist, die met een ervaring van twee jaar | en een technische kennis vereist, die met een ervaring van twee jaar |
| kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder | kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder |
| verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters | verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters |
| van klasse 3 of 4. | van klasse 3 of 4. |
| Klasse 3 : | Klasse 3 : |
| arbeid die een bepaalde lichaamskracht en een elementaire technische | arbeid die een bepaalde lichaamskracht en een elementaire technische |
| kennis van één jaar ervaring vereist of arbeid die de uitvoerder | kennis van één jaar ervaring vereist of arbeid die de uitvoerder |
| verantwoordelijkheden oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters | verantwoordelijkheden oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters |
| van klasse 5, 6 of 7. | van klasse 5, 6 of 7. |
| Klasse 4 : | Klasse 4 : |
| eenvoudige arbeid die een grote lichaamskracht en na een korte uitleg | eenvoudige arbeid die een grote lichaamskracht en na een korte uitleg |
| kan worden verricht of arbeid van verscheiden aard die een grote | kan worden verricht of arbeid van verscheiden aard die een grote |
| handvaardigheid of een ruime praktische opleiding, maar geen | handvaardigheid of een ruime praktische opleiding, maar geen |
| bijzondere lichamelijke inspanning vergt. | bijzondere lichamelijke inspanning vergt. |
| Klasse 5 : | Klasse 5 : |
| arbeid van verscheiden aard die een lichte lichamelijke inspanning en | arbeid van verscheiden aard die een lichte lichamelijke inspanning en |
| een praktische opleiding van negen maanden vergt. | een praktische opleiding van negen maanden vergt. |
| Klasse 6 : | Klasse 6 : |
| arbeid die telkens wordt herhaald en een lichte lichamelijke | arbeid die telkens wordt herhaald en een lichte lichamelijke |
| inspanning en een inwerkingsperiode van drie maanden vergt. | inspanning en een inwerkingsperiode van drie maanden vergt. |
| Klasse 7 : | Klasse 7 : |
| eenvoudige arbeid die slechts lichte lichamelijke inspanning vergt en | eenvoudige arbeid die slechts lichte lichamelijke inspanning vergt en |
| na een korte uitleg kan worden verricht. De functies die worden | na een korte uitleg kan worden verricht. De functies die worden |
| betaald volgens klasse 7 zullen na zes maanden dienst worden betaald | betaald volgens klasse 7 zullen na zes maanden dienst worden betaald |
| volgens klasse 6. | volgens klasse 6. |
| Bovendien worden bepaalde arbeiders buiten de indeling gehouden voor | Bovendien worden bepaalde arbeiders buiten de indeling gehouden voor |
| zover hun taak aan de volgende kenmerken beantwoordt : | zover hun taak aan de volgende kenmerken beantwoordt : |
| Buiten de indeling : | Buiten de indeling : |
| arbeid die een technische opleiding vergt van het niveau A2 en een | arbeid die een technische opleiding vergt van het niveau A2 en een |
| beroepservaring van twee jaar of een gelijkwaardige opleiding | beroepservaring van twee jaar of een gelijkwaardige opleiding |
| verworven door een volledige leertijd gedurende vier jaar. | verworven door een volledige leertijd gedurende vier jaar. |
| In het bedrag van hun werkelijk loon wordt rekening gehouden met het | In het bedrag van hun werkelijk loon wordt rekening gehouden met het |
| overeengekomen loon voor een gelijkwaardige kwalificatie in andere | overeengekomen loon voor een gelijkwaardige kwalificatie in andere |
| sectoren. | sectoren. |
Art. 3.In de bijgevoegde tabel worden voorbeelden vermeld die met |
Art. 3.In de bijgevoegde tabel worden voorbeelden vermeld die met |
| deze verschillende beroepsklassen overeenstemmen. | deze verschillende beroepsklassen overeenstemmen. |
Art. 4.Bij twijfel of geschil in een onderneming aangaande de |
Art. 4.Bij twijfel of geschil in een onderneming aangaande de |
| indeling van een in deze tabel niet opgenomen beroep of in geval van | indeling van een in deze tabel niet opgenomen beroep of in geval van |
| invoering van nieuwe technieken, kan de meest gerede partij de zaak | invoering van nieuwe technieken, kan de meest gerede partij de zaak |
| aanhangig maken bij het paritair comité dat het onderzoek en de | aanhangig maken bij het paritair comité dat het onderzoek en de |
| oplossing ervan aan een beperkt sub-comité kan toevertrouwen. | oplossing ervan aan een beperkt sub-comité kan toevertrouwen. |
Art. 5.Bij de toepassing van de indeling van functies die in de |
Art. 5.Bij de toepassing van de indeling van functies die in de |
| artikelen 2 tot 4 en in de tabel met voorbeelden van de indeling van | artikelen 2 tot 4 en in de tabel met voorbeelden van de indeling van |
| functies opgenomen is, moeten de ter zake verworven rechten en | functies opgenomen is, moeten de ter zake verworven rechten en |
| persoonlijke voorwaarden gehandhaafd worden. | persoonlijke voorwaarden gehandhaafd worden. |
| HOOFDSTUK III. - Uurlonen | HOOFDSTUK III. - Uurlonen |
Art. 6.Vanaf de eerste rekeningsopening van de maanden april 2001, |
Art. 6.Vanaf de eerste rekeningsopening van de maanden april 2001, |
| oktober 2001 en juli 2002, worden de minimumuurlonen op basis van de | oktober 2001 en juli 2002, worden de minimumuurlonen op basis van de |
| 37-urenweek als volgt vastgesteld : | 37-urenweek als volgt vastgesteld : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 7.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de |
Art. 7.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de |
| functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid | functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid |
| in opeenvolgende ploegen. | in opeenvolgende ploegen. |
Art. 8.De werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden |
Art. 8.De werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden |
| met 2,5 pct. verhoogd vanaf de eerste rekeningsopening van de maand | met 2,5 pct. verhoogd vanaf de eerste rekeningsopening van de maand |
| april 2001. Deze loonsverhoging bestaat uit 1,5 pct. indexverhoging, | april 2001. Deze loonsverhoging bestaat uit 1,5 pct. indexverhoging, |
| ingevolge de overschrijding van de stabilisatieschijf 103,47 tot | ingevolge de overschrijding van de stabilisatieschijf 103,47 tot |
| 106,59 door de viermaandelijkse gezondheidsindex en uit 1 pct. | 106,59 door de viermaandelijkse gezondheidsindex en uit 1 pct. |
| loonsverhoging die slechts van toepassing is bij ontstentenis van een | loonsverhoging die slechts van toepassing is bij ontstentenis van een |
| ondernemingsovereenkomst betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, | ondernemingsovereenkomst betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, |
| neergelegd ter Griffie van de dienst der collectieve | neergelegd ter Griffie van de dienst der collectieve |
| arbeidsbetrekkingen voor 30 mei 2001. | arbeidsbetrekkingen voor 30 mei 2001. |
| Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand oktober 2001 worden de | Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand oktober 2001 worden de |
| werkelijke uurlonen van de arbeiders en de arbeidsters verhoogd met | werkelijke uurlonen van de arbeiders en de arbeidsters verhoogd met |
| 1,5 pct.. | 1,5 pct.. |
| Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de loonsverhoging, | Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de loonsverhoging, |
| veroorzaakt door de overschrijding van de stabilisatieschijf 105,02 | veroorzaakt door de overschrijding van de stabilisatieschijf 105,02 |
| tot 108,19 door de viermaandelijkse gezondheidsindex. | tot 108,19 door de viermaandelijkse gezondheidsindex. |
| Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand juli 2002 worden de | Vanaf de eerste rekeningsopening van de maand juli 2002 worden de |
| werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters bovendien verhoogd | werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters bovendien verhoogd |
| met 1,5 pct. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de | met 1,5 pct. Deze verhoging vloeit voort uit de vervroeging van de |
| loonsverhoging, veroorzaakt door de overschrijding van de | loonsverhoging, veroorzaakt door de overschrijding van de |
| stabilisatieschijf 106,60 tot 109,81 door de viermaandelijkse | stabilisatieschijf 106,60 tot 109,81 door de viermaandelijkse |
| gezondheidsindex. | gezondheidsindex. |
| Indien deze laatste index buiten de geldigheidsduur van deze | Indien deze laatste index buiten de geldigheidsduur van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst zou vallen, dan zal deze in een | collectieve arbeidsovereenkomst zou vallen, dan zal deze in een |
| conventionele loonsverhoging worden omgezet. | conventionele loonsverhoging worden omgezet. |
Art. 9.De lonen van de minderjarigen worden berekend volgens de |
Art. 9.De lonen van de minderjarigen worden berekend volgens de |
| uitgeoefende functie, rekening houdend met de volgende degressieve | uitgeoefende functie, rekening houdend met de volgende degressieve |
| schaal : | schaal : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| De leerlingen die zich toeleggen op werkzaamheden die een bijzondere | De leerlingen die zich toeleggen op werkzaamheden die een bijzondere |
| kennis of opleiding vereisen, ontvangen uiterlijk na afloop van het | kennis of opleiding vereisen, ontvangen uiterlijk na afloop van het |
| vierde leerjaar het minimumloon van de meerderjarige arbeider of | vierde leerjaar het minimumloon van de meerderjarige arbeider of |
| arbeidster. | arbeidster. |
| De partijen komen overeen om in de ondernemingen de individuele | De partijen komen overeen om in de ondernemingen de individuele |
| gevallen van jongeren te onderzoeken, die vóór 20 jaar het bewijs | gevallen van jongeren te onderzoeken, die vóór 20 jaar het bewijs |
| zouden leveren dat zij bekwaam zijn, ondervinding hebben en rijp zijn | zouden leveren dat zij bekwaam zijn, ondervinding hebben en rijp zijn |
| om het beroep uit te oefenen en dat zij bijgevolg hetzelfde rendement | om het beroep uit te oefenen en dat zij bijgevolg hetzelfde rendement |
| hebben als de meerderjarige, zowel op kwalitatief als op kwantitatief | hebben als de meerderjarige, zowel op kwalitatief als op kwantitatief |
| gebied, nadat zij de vormingsperiode hebben doorgemaakt waarin is | gebied, nadat zij de vormingsperiode hebben doorgemaakt waarin is |
| voorzien in de toekenning van het loon van de meerderjarige. | voorzien in de toekenning van het loon van de meerderjarige. |
Art. 10.Als een arbeider(ster) van een lagere naar een hogere klasse |
Art. 10.Als een arbeider(ster) van een lagere naar een hogere klasse |
| overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts | overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts |
| verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die de twee maanden niet mag | verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die de twee maanden niet mag |
| overschrijden. | overschrijden. |
| Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van de | Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van de |
| overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de | overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de |
| eerstvolgende klasse. | eerstvolgende klasse. |
| HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie | HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie |
Art. 11.In het geval dat er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan |
Art. 11.In het geval dat er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan |
| het aldus tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het loon | het aldus tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het loon |
| worden toegekend. | worden toegekend. |
Art. 12.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de |
Art. 12.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de |
| loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in | loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in |
| overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De | overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De |
| toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het loon. | toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het loon. |
Art. 13.Elke arbeider en arbeidster die ploegenarbeid verricht, zal |
Art. 13.Elke arbeider en arbeidster die ploegenarbeid verricht, zal |
| gedurende de arbeidsdag recht hebben op een betaalde schafttijd van | gedurende de arbeidsdag recht hebben op een betaalde schafttijd van |
| maximum een half uur. | maximum een half uur. |
| HOOFDSTUK V. - Overurentoeslag | HOOFDSTUK V. - Overurentoeslag |
Art. 14.Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden |
Art. 14.Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden |
| toegekend. | toegekend. |
Art. 15.Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht : |
Art. 15.Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht : |
| 1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met | 1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met |
| uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag | uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag |
| in het stelsel van de 5-dagenweek; | in het stelsel van de 5-dagenweek; |
| 2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur; | 2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur; |
| 3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag. | 3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag. |
Art. 16.Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren |
Art. 16.Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren |
| hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem (haar) een | hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem (haar) een |
| maaltijd, of betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van | maaltijd, of betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van |
| 2,48 EUR als hij (zij) zijn(haar) werk moet voortzetten buiten | 2,48 EUR als hij (zij) zijn(haar) werk moet voortzetten buiten |
| zijn(haar) normale arbeidstijd, zonder de mogelijkheid te hebben thuis | zijn(haar) normale arbeidstijd, zonder de mogelijkheid te hebben thuis |
| te gaan eten. | te gaan eten. |
| HOOFDSTUK VI. - Jaarlijkse premie | HOOFDSTUK VI. - Jaarlijkse premie |
Art. 17.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de |
Art. 17.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de |
| onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een | onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een |
| jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren | jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren |
| (37-urenweek) van hun individueel loon bij de eerste opening van de | (37-urenweek) van hun individueel loon bij de eerste opening van de |
| rekeningen van de maand november. | rekeningen van de maand november. |
| Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na | Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na |
| drie maanden anciënniteit in de onderneming : | drie maanden anciënniteit in de onderneming : |
| - de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en | - de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en |
| die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; | die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; |
| - de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de | - de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de |
| loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden. | loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden. |
| Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : | Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : |
| - de jaarlijkse vakantie; | - de jaarlijkse vakantie; |
| - de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben | - de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben |
| gegeven tot de betaling van loon; | gegeven tot de betaling van loon; |
| - de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op | - de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op |
| de ziekteverzekering en invaliditeit, tot zes maanden maximum | de ziekteverzekering en invaliditeit, tot zes maanden maximum |
| (bevallingsrust inbegrepen); | (bevallingsrust inbegrepen); |
| - de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de | - de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de |
| betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; | betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; |
| - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van | - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van |
| arbeidsongevallen, tot één jaar. | arbeidsongevallen, tot één jaar. |
| Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht | Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht |
| hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode | hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode |
| gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het | gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het |
| lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan : | lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan : |
| - vijfdagenweek : | - vijfdagenweek : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| - zesdagenweek : | - zesdagenweek : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| - als een arbeider of arbeidster nu eens 5 dagen per week werkt en dan | - als een arbeider of arbeidster nu eens 5 dagen per week werkt en dan |
| weer 6 dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal weken | weer 6 dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal weken |
| gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, met | gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, met |
| name : | name : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| De eventueel gunstigere programmaties die formeel werden vastgesteld | De eventueel gunstigere programmaties die formeel werden vastgesteld |
| op het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze | op het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast. | collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast. |
| Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur | Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur |
| hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde | hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde |
| compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal | compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal |
| uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt | uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt |
| berekend : | berekend : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 18.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te |
Art. 18.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te |
| dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde | dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde |
| bepalingen. | bepalingen. |
| HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de | HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen | consumptieprijzen |
Art. 19.De lonen van de in artikel 1 bedoelde arbeiders en |
Art. 19.De lonen van de in artikel 1 bedoelde arbeiders en |
| arbeidsters zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de | arbeidsters zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door het | consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door het |
| Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het | Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het |
| Belgisch Staatsblad . | Belgisch Staatsblad . |
Art. 20.Het referte-indexcijfer 105,02 vormt de spil van de eerste |
Art. 20.Het referte-indexcijfer 105,02 vormt de spil van de eerste |
| stabilisatieschijf 103,47 tot 106,59. | stabilisatieschijf 103,47 tot 106,59. |
Art. 21.De conventionele minimumuurlonen schommelen met 1,5 pct. |
Art. 21.De conventionele minimumuurlonen schommelen met 1,5 pct. |
| volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven, wanneer het | volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven, wanneer het |
| indexcijfer van de consumptieprijzen van de voorgaande maand deze | indexcijfer van de consumptieprijzen van de voorgaande maand deze |
| schijven overschrijdt : | schijven overschrijdt : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 22.De loonsverhogingen en -verlagingen worden toegepast vanaf de |
Art. 22.De loonsverhogingen en -verlagingen worden toegepast vanaf de |
| eerste opening van de rekeningen van de maand. | eerste opening van de rekeningen van de maand. |
Art. 23.Met uitzondering van wat voorzien is in artikel 8 worden de |
Art. 23.Met uitzondering van wat voorzien is in artikel 8 worden de |
| schommelingen van de lonen berekend op de conventionele | schommelingen van de lonen berekend op de conventionele |
| minimumuurlonen, terwijl de loontoeslagen verworven blijven. | minimumuurlonen, terwijl de loontoeslagen verworven blijven. |
Art. 24.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot |
Art. 24.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot |
| uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands | uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands |
| concurrentievermogen, moet het indexcijfer der consumptieprijzen, | concurrentievermogen, moet het indexcijfer der consumptieprijzen, |
| waarvan sprake is in dit hoofdstuk evenwel vervangen worden door het | waarvan sprake is in dit hoofdstuk evenwel vervangen worden door het |
| viermaandelijks indexcijfer dat wordt vastgesteld door het Ministerie | viermaandelijks indexcijfer dat wordt vastgesteld door het Ministerie |
| van Economische Zaken en dat wordt bekendgemaakt in het Belgisch | van Economische Zaken en dat wordt bekendgemaakt in het Belgisch |
| Staatsblad . | Staatsblad . |
| HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur |
Art. 25.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten |
Art. 25.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten |
| worden verricht in dagen van maximum 9 uren. | worden verricht in dagen van maximum 9 uren. |
| De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt | De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt |
| geschieden : | geschieden : |
| - door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; | - door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; |
| - door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; | - door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; |
| - door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode | - door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode |
| van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; | van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; |
| - door het toekennen van compensatiedagen; | - door het toekennen van compensatiedagen; |
| - door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde | - door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde |
| mogelijkheden. | mogelijkheden. |
Art. 26.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald |
Art. 26.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald |
| zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdende met de | zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdende met de |
| technische, economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en | technische, economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en |
| met het oog op het behoud van een maximum tijd aan productie enerzijds | met het oog op het behoud van een maximum tijd aan productie enerzijds |
| en op de bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden | en op de bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden |
| onderhandeld op het niveau van de ondernemingen. | onderhandeld op het niveau van de ondernemingen. |
Art. 27.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld |
Art. 27.De normale werkdag in één ploeg is in twee delen verdeeld |
| door een rusttijd van hoogstens twee uren. | door een rusttijd van hoogstens twee uren. |
Art. 28.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de |
Art. 28.Indien één van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de |
| arbeider een rusttijd van 10 minuten worden toegekend, zonder dat deze | arbeider een rusttijd van 10 minuten worden toegekend, zonder dat deze |
| rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van verlenging van de | rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van verlenging van de |
| werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon. | werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon. |
| HOOFDSTUK IX. - Feestdagen | HOOFDSTUK IX. - Feestdagen |
Art. 29.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : |
Art. 29.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : |
| a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk | a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk |
| besluit van 18 april 1974, namelijk : | besluit van 18 april 1974, namelijk : |
| 1) 1 januari; | 1) 1 januari; |
| 2) Paasmaandag; | 2) Paasmaandag; |
| 3) 1 mei; | 3) 1 mei; |
| 4) Hemelvaartdag; | 4) Hemelvaartdag; |
| 5) Pinkstermaandag; | 5) Pinkstermaandag; |
| 6) 21 juli; | 6) 21 juli; |
| 7) O.-L.-V.-Hemelvaart; | 7) O.-L.-V.-Hemelvaart; |
| 8) Allerheiligen; | 8) Allerheiligen; |
| 9) 11 november; | 9) 11 november; |
| 10) 25 december (Kerstmis); | 10) 25 december (Kerstmis); |
| b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en | b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en |
| arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest | arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest |
| of om het even welke andere dag). | of om het even welke andere dag). |
| HOOFDSTUK X. - Klein verlet | HOOFDSTUK X. - Klein verlet |
Art. 30.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het |
Art. 30.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het |
| recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter | recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter |
| gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van | gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van |
| staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die | staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die |
| hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur : | hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 4, 5, 6 en 9 wordt het | Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 4, 5, 6 en 9 wordt het |
| aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of | aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of |
| gewettigd kind. | gewettigd kind. |
| Voor de toepassing van de nummers 7 en 8 worden de schoonbroer, de | Voor de toepassing van de nummers 7 en 8 worden de schoonbroer, de |
| schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) | schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) |
| van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de | van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de |
| grootvader en de grootmoeder van de werknemer. | grootvader en de grootmoeder van de werknemer. |
| De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de | De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de |
| toepassing van de bovenstaande gevallen. | toepassing van de bovenstaande gevallen. |
| Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts | Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts |
| de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd. | de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd. |
| Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de | Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de |
| dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot | dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot |
| loonbetaling. | loonbetaling. |
| Vanaf 1 januari 1998, zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met | Vanaf 1 januari 1998, zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met |
| wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit | wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit |
| artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de | artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de |
| betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de | betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de |
| werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt. | werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt. |
| HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen |
Art. 31.De indeling van de functies die vastgesteld zijn bij deze |
Art. 31.De indeling van de functies die vastgesteld zijn bij deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd. | collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd. |
Art. 32.De hoofdstukken II en III met uitzondering van artikel 8 zijn |
Art. 32.De hoofdstukken II en III met uitzondering van artikel 8 zijn |
| niet toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de | niet toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de |
| hoofdstukken II, III, VI en VIII zijn niet toepasselijk op de | hoofdstukken II, III, VI en VIII zijn niet toepasselijk op de |
| ondernemingen van papieren hulzen. | ondernemingen van papieren hulzen. |
Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 februari 2001 en treedt buiten werking op 31 januari | ingang van 1 februari 2001 en treedt buiten werking op 31 januari |
| 2003. Zij wordt echter van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, | 2003. Zij wordt echter van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, |
| behoudens opzegging door één van de partijen met een opzegtermijn van | behoudens opzegging door één van de partijen met een opzegtermijn van |
| drie maanden, gericht aan de voorzitter van het paritair comité bij | drie maanden, gericht aan de voorzitter van het paritair comité bij |
| een ter post aangetekend schrijven. | een ter post aangetekend schrijven. |
Art. 34.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
Art. 34.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 18 april 1997 betreffende de arbeids- en | arbeidsovereenkomst van 18 april 1997 betreffende de arbeids- en |
| loonsvoorwaarden op. | loonsvoorwaarden op. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 | Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 |
| Indeling van de functies | Indeling van de functies |
| A. Voor alle ondernemingen | A. Voor alle ondernemingen |
| 1. Onderhoudspersoneel | 1. Onderhoudspersoneel |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 | Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 |
| betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden | betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden |
| Overgangsbepalingen | Overgangsbepalingen |
| Artikel 6 van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst legt de | Artikel 6 van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst legt de |
| minimumuurlonen vast vanaf de eerste rekeningsopening van de maanden | minimumuurlonen vast vanaf de eerste rekeningsopening van de maanden |
| april 2001, oktober 2001 en juli 2002, op basis van de 37-urenweek. | april 2001, oktober 2001 en juli 2002, op basis van de 37-urenweek. |
| Deze minimumuurlonen worden in deze collectieve arbeidsovereenkomst | Deze minimumuurlonen worden in deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| uitgedrukt in euro. | uitgedrukt in euro. |
| Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve | Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst tot en met 31 december 2001 worden deze | arbeidsovereenkomst tot en met 31 december 2001 worden deze |
| minimumuurlonen hieronder eveneens in BEF uitgedrukt. | minimumuurlonen hieronder eveneens in BEF uitgedrukt. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 16.Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze |
Art. 16.Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst tot en met 31 december 2001 wordt de | collectieve arbeidsovereenkomst tot en met 31 december 2001 wordt de |
| vergoeding voorzien in artikel 16 van bovenvermelde collectieve | vergoeding voorzien in artikel 16 van bovenvermelde collectieve |
| arbeidsovereenkomst hieronder eveneens in BEF uitgedrukt. | arbeidsovereenkomst hieronder eveneens in BEF uitgedrukt. |
| Art. 16 | Art. 16 |
| 2,48 EUR - 100 BEF | 2,48 EUR - 100 BEF |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |