Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 14/07/2004
← Terug naar "Koninklijk besluit houdende overdracht van het personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie "
Koninklijk besluit houdende overdracht van het personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie Koninklijk besluit houdende overdracht van het personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
14 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende overdracht van het 14 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende overdracht van het
personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de
kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de
bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen
voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, inzonderheid op artikel 46bis, gewijzigd bij de Nucleaire Controle, inzonderheid op artikel 46bis, gewijzigd bij de
wet van 3 mei 1999; wet van 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 2 april 2003 tot wijziging van de wet van 15 april Gelet op de wet van 2 april 2003 tot wijziging van de wet van 15 april
1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu
tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en
betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot
regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst
Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, inzonderheid Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, inzonderheid
op artikel 18; op artikel 18;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het
statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 12 december 2002; besluit van 12 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1957 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1957 houdende
rechtstoestand van sommige personen, belast met de controle van de rechtstoestand van sommige personen, belast met de controle van de
veiligheidsmaatregelen, de opzoeking en de vaststelling van de veiligheidsmaatregelen, de opzoeking en de vaststelling van de
inbreuken op het gebied van de kernenergie ter uitvoering van de wet inbreuken op het gebied van de kernenergie ter uitvoering van de wet
van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op dit van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op dit
gebied, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1963; gebied, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1963;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende
bezoldigingsregeling van het personeel van de federale bezoldigingsregeling van het personeel van de federale
overheidsdiensten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 overheidsdiensten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5
september 2002; september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot vaststelling van Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot vaststelling van
de loopbaan en het geldelijk statuut van de personeelsleden van de de loopbaan en het geldelijk statuut van de personeelsleden van de
Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie,
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en van 20 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en van 20
januari 2004; januari 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende
hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen,
gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003; gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën gegeven op 7 Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën gegeven op 7
oktober 2003, 4 december 2003 en 16 januari 2004; oktober 2003, 4 december 2003 en 16 januari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven
op 10 februari 2004; op 10 februari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken
gegeven op 2 maart 2004; gegeven op 2 maart 2004;
Gelet op het protocol nr. 267 van 2004 van het Sectorcomité III; Gelet op het protocol nr. 267 van 2004 van het Sectorcomité III;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voormelde wet van 2 april 2003 op 2 mei 2003 in Overwegende dat voormelde wet van 2 april 2003 op 2 mei 2003 in
werking is getreden en dat, in het belang van de ambtenaren, het werking is getreden en dat, in het belang van de ambtenaren, het
artikel 18 zo vlug mogelijk dient te worden uitgevoerd; artikel 18 zo vlug mogelijk dient te worden uitgevoerd;
Overwegende dat de bijzondere loopbanen in de niveaus 4, 3, 2 en 2+ Overwegende dat de bijzondere loopbanen in de niveaus 4, 3, 2 en 2+
van de Federale Overheidsdienst Justitie geïntegreerd werden in de van de Federale Overheidsdienst Justitie geïntegreerd werden in de
nieuwe federale loopbanen van de niveaus D, C en B; nieuwe federale loopbanen van de niveaus D, C en B;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister
van Justitie, van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de ambtenaren van de Dienst HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de ambtenaren van de Dienst
Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie

Artikel 1.De in bijlage vermelde ambtenaren van de Dienst Veiligheid

Artikel 1.De in bijlage vermelde ambtenaren van de Dienst Veiligheid

van de Staat op het gebied van de kernenergie worden met ingang van 2 van de Staat op het gebied van de kernenergie worden met ingang van 2
mei 2003 overgeplaatst naar de FOD Justitie. mei 2003 overgeplaatst naar de FOD Justitie.
Zij zijn aan het statuut van het Rijkspersoneel onderworpen. Zij zijn aan het statuut van het Rijkspersoneel onderworpen.

Art. 2.§ 1. De ambtenaren van het niveau 1 van de Dienst Veiligheid

Art. 2.§ 1. De ambtenaren van het niveau 1 van de Dienst Veiligheid

van de Staat op het gebied van de kernenergie, die ter beschikking van van de Staat op het gebied van de kernenergie, die ter beschikking van
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle gesteld zijn, behouden het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle gesteld zijn, behouden
hun graad, hun wedde en hun anciënniteit. hun graad, hun wedde en hun anciënniteit.
Onverminderd het artikel 1 tweede lid blijft het administratief en Onverminderd het artikel 1 tweede lid blijft het administratief en
geldelijk statuut van de personeelsleden van de Dienst Veiligheid van geldelijk statuut van de personeelsleden van de Dienst Veiligheid van
de Staat op het gebied van de kernenergie geldig voor deze ambtenaren. de Staat op het gebied van de kernenergie geldig voor deze ambtenaren.
§ 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 die niet voor de overplaatsing naar § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 die niet voor de overplaatsing naar
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opteren, worden het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opteren, worden
ambtshalve geïntegreerd volgens de modaliteiten opgenomen in de ambtshalve geïntegreerd volgens de modaliteiten opgenomen in de
artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit en dit vanaf de eerste dag artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit en dit vanaf de eerste dag
van de vierde maand die volgt op de maand waarin zij hun beslissing van de vierde maand die volgt op de maand waarin zij hun beslissing
hebben genomen. hebben genomen.

Art. 3.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 3.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van directeur van de veiligheid inzake titularis zijn van de graad van directeur van de veiligheid inzake
kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van
adviseur-generaal. adviseur-generaal.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graad van directeur van de veiligheid inzake gepresteerd in de graad van directeur van de veiligheid inzake
kernenergie in aanmerking genomen. kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 15A. Hun geldelijke § 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 15A. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.

Art. 4.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 4.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van eerstaanwezend veiligheidsadjunct titularis zijn van de graad van eerstaanwezend veiligheidsadjunct
inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van
adjunct-adviseur. adjunct-adviseur.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie en gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie en
van eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie in aanmerking van eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie in aanmerking
genomen. genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10C. Hun geldelijke § 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10C. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 5.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie titularis zijn van de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie
worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-adviseur. worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-adviseur.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie in gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie in
aanmerking genomen. aanmerking genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10B. Hun geldelijke § 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10B. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.
§ 4. De ambtenaren bedoeld in § 3 verkrijgen na 18 jaar § 4. De ambtenaren bedoeld in § 3 verkrijgen na 18 jaar
graadanciënniteit de weddenschaal 10C. graadanciënniteit de weddenschaal 10C.

Art. 6.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 6.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van directiesecretaris inzake kernenergie, titularis zijn van de graad van directiesecretaris inzake kernenergie,
worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige. worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graad van directiesecretaris inzake kernenergie in gepresteerd in de graad van directiesecretaris inzake kernenergie in
aanmerking genomen. aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2+ wordt geacht verkregen § 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2+ wordt geacht verkregen
te zijn in het niveau B. te zijn in het niveau B.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal BA1. Hun geldelijke § 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal BA1. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.
§ 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen, wanneer zij 9 jaar § 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen, wanneer zij 9 jaar
graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal
en dit ten vroegste op de datum van inwerkingtreding van dit besluit. en dit ten vroegste op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
15.323,33 - 23.823,00 15.323,33 - 23.823,00
3 x 1 x 252,18 3 x 1 x 252,18
22x 390,04 22x 390,04
22 x 672,31 22 x 672,31
92 x 624,27 92 x 624,27
KI. 23 a. - N 2+ - G.A. KI. 23 a. - N 2+ - G.A.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie
gunstiger zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste gunstiger zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste
bepalingen toegepast. bepalingen toegepast.
§ 6. De ambtenaren die ingeschaald zijn in de weddenschaal BA1 kunnen § 6. De ambtenaren die ingeschaald zijn in de weddenschaal BA1 kunnen
deelnemen aan competentiemeting 2. deelnemen aan competentiemeting 2.
De ambtenaren, bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een De ambtenaren, bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een
competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden
gesteld in in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 gesteld in in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995
tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale
overheidsdiensten gemene graden. overheidsdiensten gemene graden.

Art. 7.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 7.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van onderbureauchef inzake kernenergie titularis zijn van de graad van onderbureauchef inzake kernenergie
worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent. worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graden van opsteller inzake kernenergie en van gepresteerd in de graden van opsteller inzake kernenergie en van
onderbureauchef inzake kernenergie in aanmerking genomen. onderbureauchef inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2 wordt geacht verkregen te § 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2 wordt geacht verkregen te
zijn in het niveau C. zijn in het niveau C.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal CA2. Hun geldelijke § 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal CA2. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.
§ 5. De ambtenaren die ingeschaald zijn in de weddenschaal CA2 kunnen § 5. De ambtenaren die ingeschaald zijn in de weddenschaal CA2 kunnen
deelnemen aan competentiemeting 4. deelnemen aan competentiemeting 4.
De geslaagden die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de De geslaagden die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de
weddenschaal CA2 bekomen de weddenschaal CA3 en dit op de eerste dag weddenschaal CA2 bekomen de weddenschaal CA3 en dit op de eerste dag
van de maand die volgt op de datum van het proces-verbaal van de van de maand die volgt op de datum van het proces-verbaal van de
competentiemeting. competentiemeting.
De anciënniteit verworven in de weddenschaal 20E wordt in aanmerking De anciënniteit verworven in de weddenschaal 20E wordt in aanmerking
genomen voor de berekening van deze 4 jaar. genomen voor de berekening van deze 4 jaar.
De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA3 genoten bekomen De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA3 genoten bekomen
de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen vacant zijn in deze de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen vacant zijn in deze
schaal. schaal.

Art. 8.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 8.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van hoofdklerkstenotypist(e) inzake titularis zijn van de graad van hoofdklerkstenotypist(e) inzake
kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief
medewerker. medewerker.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graden van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie, gepresteerd in de graden van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie,
eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie en eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie en
hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking genomen. hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te § 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te
zijn in het niveau D. zijn in het niveau D.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA3. Hun geldelijke § 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA3. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal
§ 5. In afwijking van § 4, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd § 5. In afwijking van § 4, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd
in de graad van administratief medewerker, die de hierna vermelde in de graad van administratief medewerker, die de hierna vermelde
weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal :
14.631,15 - 19.844, 79 14.631,15 - 19.844, 79
3 x 1 x 218,66 3 x 1 x 218,66
42 x 2 x 266,79 42 x 2 x 266,79
102 x 2 x 349,05 102 x 2 x 349,05
KI. 18 j. - N3 - G.A. KI. 18 j. - N3 - G.A.

Art. 9.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 9.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van eerste klerkstenotypist(e) inzake titularis zijn van de graad van eerste klerkstenotypist(e) inzake
kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief
medewerker. medewerker.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten
gepresteerd in de graad van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie en gepresteerd in de graad van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie en
eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking
genomen. genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te § 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te
zijn in het niveau D. zijn in het niveau D.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA1. Hun geldelijke § 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA1. Hun geldelijke
anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe
weddenschaal. weddenschaal.
§ 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen na 18 jaar graadanciënniteit § 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen na 18 jaar graadanciënniteit
de weddenschaal DA2. de weddenschaal DA2.

Art. 10.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

Art. 10.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die

titularis zijn van de graad van eerstaanwezend bode-kamerbewaarder titularis zijn van de graad van eerstaanwezend bode-kamerbewaarder
inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van
administratief medewerker. administratief medewerker.
§ 2. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis § 2. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis
zijn van de graad van autobestuurder-mecanicien inzake kernenergie zijn van de graad van autobestuurder-mecanicien inzake kernenergie
worden ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker. worden ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker.
§ 3. De berekening van de graad- en de niveauanciënniteit gebeurt § 3. De berekening van de graad- en de niveauanciënniteit gebeurt
vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad. vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad.

Art. 11.§ 1. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van

Art. 11.§ 1. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van

administratief medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de administratief medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de
weddenschaal DA1 op voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut weddenschaal DA1 op voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut
van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die
gericht is op de essentiële competenties vereist voor de functie. gericht is op de essentiële competenties vereist voor de functie.
§ 2. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch § 2. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch
medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de weddenschaal DT2 medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de weddenschaal DT2
voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut van de Federale voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut van de Federale
Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de
essentiële competenties vereist voor de functie. essentiële competenties vereist voor de functie.
§ 3. De ambtenaren die de opleiding niet gevolgd hebben behouden de § 3. De ambtenaren die de opleiding niet gevolgd hebben behouden de
weddenschaal die ze genoten in hun oude graad en die opgenomen zijn in weddenschaal die ze genoten in hun oude graad en die opgenomen zijn in
bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende
hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.

Art. 12.§ 1. De ambtenaren bekomen in de weddenschaal DA1 of DT2 een

Art. 12.§ 1. De ambtenaren bekomen in de weddenschaal DA1 of DT2 een

wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in
hun oude graad. hun oude graad.
Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 4, de ambtenaren aan de Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 4, de ambtenaren aan de
maximumwedde van deze schaal worden bezoldigd, worden zij in de maximumwedde van deze schaal worden bezoldigd, worden zij in de
weddenschaal DA1 of DT2 geïntegreerd op de eerste trap van de weddenschaal DA1 of DT2 geïntegreerd op de eerste trap van de
intermediaire loonopslag die uit de integratie voortvloeit. intermediaire loonopslag die uit de integratie voortvloeit.
De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis
van het resultaat van hun inschaling. van het resultaat van hun inschaling.
In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk
besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het
personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige
anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het enig anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het enig
niveau D. niveau D.
Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven
in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en
is beperkt tot elf maanden. is beperkt tot elf maanden.
§ 2. Onverminderd de voorgeschreven reglementaire voorwaarden, kunnen § 2. Onverminderd de voorgeschreven reglementaire voorwaarden, kunnen
de ambtenaren slechts de weddenschaal DA2 of DT3 bekomen mits ze de ambtenaren slechts de weddenschaal DA2 of DT3 bekomen mits ze
slagen voor een door SELOR - Selectiebureau van de federale overheid slagen voor een door SELOR - Selectiebureau van de federale overheid
georganiseerde competentietest die gelijkwaardig is aan de georganiseerde competentietest die gelijkwaardig is aan de
vergelijkende - selectie voor werving in die graad. vergelijkende - selectie voor werving in die graad.
In afwijking van het eerste lid, kunnen de ambtenaren van niveau 4 die In afwijking van het eerste lid, kunnen de ambtenaren van niveau 4 die
op datum van hun ambtshalve benoeming in niveau D een anciënniteit op datum van hun ambtshalve benoeming in niveau D een anciënniteit
hebben van ten minste zes jaar in hun oude graad van niveau 4 aan de hebben van ten minste zes jaar in hun oude graad van niveau 4 aan de
in het eerste lid bedoelde selectietest deelnemen. in het eerste lid bedoelde selectietest deelnemen.
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 13.Het artikel 226 alsook de artikelen 229 tot 240 van het

Art. 13.Het artikel 226 alsook de artikelen 229 tot 240 van het

koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de
loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen zijn van loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen zijn van
toepassing op de ambtenaren geïntegreerd in de niveaus B en C. toepassing op de ambtenaren geïntegreerd in de niveaus B en C.

Art. 14.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot

Art. 14.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot

vaststelling van de loopbaan en het geldelijk statuut van de vaststelling van de loopbaan en het geldelijk statuut van de
personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied
van de kernenergie wordt vervangen door de volgende bepaling : van de kernenergie wordt vervangen door de volgende bepaling :
«

Artikel 1.De weddenschalen verbonden aan de graden van de

«

Artikel 1.De weddenschalen verbonden aan de graden van de

personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied
van de kernenergie, zijn de volgende : van de kernenergie, zijn de volgende :
- veiligheidsofficier inzake kernenergie : 13A - veiligheidsofficier inzake kernenergie : 13A
- eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10C - eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10C
- veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10B, na achttien jaar - veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10B, na achttien jaar
graadanciënniteit geniet hij een wedde in de weddenschaal 10C. » graadanciënniteit geniet hij een wedde in de weddenschaal 10C. »

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 mei 2003.

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 mei 2003.

Art. 16.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van

Art. 16.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juli 2004. Gegeven te Brussel, 14 juli 2004.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE J. VANDE LANOTTE
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2004. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2004.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE J. VANDE LANOTTE
^