| Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de non-profitsector | Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de non-profitsector |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 14 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot | 14 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot |
| vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair | vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair |
| Comité voor de non-profitsector (1) | Comité voor de non-profitsector (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de |
| artikelen 35 en 36; | artikelen 35 en 36; |
| Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2007 | Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2007 |
| bekendgemaakte bericht; | bekendgemaakte bericht; |
| Gelet op het advies nr.43.142/1 van de Raad van State, gegeven op 7 | Gelet op het advies nr.43.142/1 van de Raad van State, gegeven op 7 |
| juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair |
Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair |
| Comité voor de non-profitsector", dat bevoegd is voor de werknemers in | Comité voor de non-profitsector", dat bevoegd is voor de werknemers in |
| het algemeen en hun werkgevers, en dit voor de organisaties van de | het algemeen en hun werkgevers, en dit voor de organisaties van de |
| non-profitsector. | non-profitsector. |
| Onder organisaties van de non-profitsector wordt verstaan elke | Onder organisaties van de non-profitsector wordt verstaan elke |
| privé-organisatie die tot doel heeft aan haar leden of aan de | privé-organisatie die tot doel heeft aan haar leden of aan de |
| gemeenschap diensten te verlenen, zonder de bedoeling daarmee winst te | gemeenschap diensten te verlenen, zonder de bedoeling daarmee winst te |
| maken en waarvan de financiering voornamelijk gebeurt door subsidies, | maken en waarvan de financiering voornamelijk gebeurt door subsidies, |
| giften, lidgelden of vrijwilligerswerk. | giften, lidgelden of vrijwilligerswerk. |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de non-profitsector is niet bevoegd |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de non-profitsector is niet bevoegd |
| voor de organisaties van de non-profitsector waarvan de activiteiten | voor de organisaties van de non-profitsector waarvan de activiteiten |
| onder de bevoegdheid vallen van een ander paritair comité dat hiervoor | onder de bevoegdheid vallen van een ander paritair comité dat hiervoor |
| specifiek bevoegd is in hoofdzaak of bijzaak. | specifiek bevoegd is in hoofdzaak of bijzaak. |
Art. 3.Vallen eveneens onder de bevoegdheid van het Paritair Comité |
Art. 3.Vallen eveneens onder de bevoegdheid van het Paritair Comité |
| voor de non-profitsector, de privépersonen die voor eigen rekening | voor de non-profitsector, de privépersonen die voor eigen rekening |
| personeel tewerkstellen voor hun persoonlijke dienst of deze van hun | personeel tewerkstellen voor hun persoonlijke dienst of deze van hun |
| gezin, met uitzondering van de werknemers die onder de bevoegdheid | gezin, met uitzondering van de werknemers die onder de bevoegdheid |
| vallen van het Paritair Comité voor de landbouw, van het Paritair | vallen van het Paritair Comité voor de landbouw, van het Paritair |
| Comité voor het tuinbouwbedrijf en het Paritair Comité voor het | Comité voor het tuinbouwbedrijf en het Paritair Comité voor het |
| bosbouwbedrijf en de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor | bosbouwbedrijf en de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor |
| dienstboden. | dienstboden. |
Art. 4.Het Paritair Comité voor de non-profitsector is niet bevoegd |
Art. 4.Het Paritair Comité voor de non-profitsector is niet bevoegd |
| voor de werknemers tewerkgesteld door de representatieve werknemers- | voor de werknemers tewerkgesteld door de representatieve werknemers- |
| en werkgeversorganisaties bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 | en werkgeversorganisaties bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 |
| december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de | december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de |
| paritaire comités. | paritaire comités. |
Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 14 februari 2008. | Gegeven te Brussel, 14 februari 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| J. PIETTE | J. PIETTE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |