Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 november 2006 houdende hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die houder zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 november 2006 houdende hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die houder zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
14 APRIL 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 14 APRIL 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 16 november 2006 houdende hervorming van de loopbaan van | besluit van 16 november 2006 houdende hervorming van de loopbaan van |
bepaalde personeelsleden die houder zijn van operationele graden van | bepaalde personeelsleden die houder zijn van operationele graden van |
de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid | de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; |
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2006 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2006 houdende |
hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die houder | hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die houder |
zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de Civiele | zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de Civiele |
Veiligheid; | Veiligheid; |
Gelet op het advies van het directiecomité, gegeven op 24 april 2007; | Gelet op het advies van het directiecomité, gegeven op 24 april 2007; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 |
april 2007; | april 2007; |
Gelet op het protocol nr. 2007/10 van 24 april 2007 van het | Gelet op het protocol nr. 2007/10 van 24 april 2007 van het |
sectorcomité V - Binnenlandse Zaken; | sectorcomité V - Binnenlandse Zaken; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 juni | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 juni |
2007; | 2007; |
Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Ambtenarenzaken van | Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Ambtenarenzaken van |
28 juni 2007 en 26 november 2007; | 28 juni 2007 en 26 november 2007; |
Gelet op het advies 44.000/2 van de Raad van State, gegeven op 4 | Gelet op het advies 44.000/2 van de Raad van State, gegeven op 4 |
februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Administratieve en geldelijke bepalingen | HOOFDSTUK I. - Administratieve en geldelijke bepalingen |
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 november 2006 |
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 november 2006 |
houdende hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die | houdende hervorming van de loopbaan van bepaalde personeelsleden die |
houder zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de | houder zijn van operationele graden van de Algemene Directie van de |
Civiele Veiligheid wordt vervangen als volgt : | Civiele Veiligheid wordt vervangen als volgt : |
« Art. 2.§ 1. Aan de graad van operationeel medewerker wordt de |
« Art. 2.§ 1. Aan de graad van operationeel medewerker wordt de |
weddenschaal DT3 verbonden. | weddenschaal DT3 verbonden. |
De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT3 | De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT3 |
en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in | en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in |
artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
statuut van het rijkspersoneel, bekomt na het verstrijken van de | statuut van het rijkspersoneel, bekomt na het verstrijken van de |
geldigheidsduur van deze opleiding de weddenschaal DT4. | geldigheidsduur van deze opleiding de weddenschaal DT4. |
De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT3 | De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT3 |
en voor de in artikel 3 bedoelde vergelijkende selectie geslaagd is, | en voor de in artikel 3 bedoelde vergelijkende selectie geslaagd is, |
wordt geacht geslaagd te zijn voor een gecertificeerde opleiding | wordt geacht geslaagd te zijn voor een gecertificeerde opleiding |
bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 | bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 |
houdende het statuut van het rijkspersoneel. | houdende het statuut van het rijkspersoneel. |
De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT4 | De operationeel medewerker die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT4 |
en die voor een derde keer geslaagd is voor de gecertificeerde | en die voor een derde keer geslaagd is voor de gecertificeerde |
opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 | opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 |
oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, bekomt na | oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, bekomt na |
het verstrijken van de geldigheidsduur van deze opleiding de | het verstrijken van de geldigheidsduur van deze opleiding de |
weddenschaal DT5. | weddenschaal DT5. |
§ 2. De gecertificeerde opleidingen bedoeld in artikel 70 van het | § 2. De gecertificeerde opleidingen bedoeld in artikel 70 van het |
koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, hebben een geldigheidsduur van acht jaar voor de graad | rijkspersoneel, hebben een geldigheidsduur van acht jaar voor de graad |
van operationeel medewerker. | van operationeel medewerker. |
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
« Art. 4.§ 1. Aan de graad van operationeel brigadier wordt de |
« Art. 4.§ 1. Aan de graad van operationeel brigadier wordt de |
weddenschaal DT4 verbonden. | weddenschaal DT4 verbonden. |
De operationeel brigadier die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT4 | De operationeel brigadier die bezoldigd wordt in de weddenschaal DT4 |
en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in | en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in |
artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
statuut van het rijkspersoneel, bekomt na het verstrijken van de | statuut van het rijkspersoneel, bekomt na het verstrijken van de |
geldigheidsduur van deze opleiding de weddenschaal DT5. | geldigheidsduur van deze opleiding de weddenschaal DT5. |
§ 2. De gecertificeerde opleidingen bedoeld in artikel 70 van het | § 2. De gecertificeerde opleidingen bedoeld in artikel 70 van het |
koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, hebben een geldigheidsduur van acht jaar voor de graad | rijkspersoneel, hebben een geldigheidsduur van acht jaar voor de graad |
van operationeel brigadier. » | van operationeel brigadier. » |
Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : |
« Art. 5.§ 1. De operationeel brigadier die bezoldigd wordt in de |
« Art. 5.§ 1. De operationeel brigadier die bezoldigd wordt in de |
weddenschaal DT4 of DT5 en de operationeel medewerker die bezoldigd | weddenschaal DT4 of DT5 en de operationeel medewerker die bezoldigd |
wordt in de weddenschaal DT3, DT4 of DT5 en die geslaagd zijn voor de | wordt in de weddenschaal DT3, DT4 of DT5 en die geslaagd zijn voor de |
gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk | gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk |
besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, ontvangen een jaarlijkse premie voor | rijkspersoneel, ontvangen een jaarlijkse premie voor |
competentieontwikkeling van 1.000,00 euro gedurende de geldigheidsduur | competentieontwikkeling van 1.000,00 euro gedurende de geldigheidsduur |
van deze opleiding. | van deze opleiding. |
§ 2. De operationeel brigadier of de operationeel medewerker die niet | § 2. De operationeel brigadier of de operationeel medewerker die niet |
voor een tweede keer slaagt voor de gecertificeerde opleiding bedoeld | voor een tweede keer slaagt voor de gecertificeerde opleiding bedoeld |
in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende | in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende |
het statuut van het rijkspersoneel, verliest het recht op de premie | het statuut van het rijkspersoneel, verliest het recht op de premie |
voor competentieontwikkeling. | voor competentieontwikkeling. |
In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende | In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende |
zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor | zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor |
deze opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de | deze opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de |
geldigheidsduur van de voorgaande opleiding, de helft van de premie | geldigheidsduur van de voorgaande opleiding, de helft van de premie |
voor competentieontwikkeling bedoeld in § 1. | voor competentieontwikkeling bedoeld in § 1. |
§ 3. De operationeel brigadier of de operationeel medewerker die niet | § 3. De operationeel brigadier of de operationeel medewerker die niet |
voor een derde keer slaagt voor de gecertificeerde opleiding bedoeld | voor een derde keer slaagt voor de gecertificeerde opleiding bedoeld |
in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende | in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende |
het statuut van het rijkspersoneel, verliest het recht op de premie | het statuut van het rijkspersoneel, verliest het recht op de premie |
voor competentieontwikkeling. | voor competentieontwikkeling. |
In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende | In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende |
zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor | zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor |
deze opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de | deze opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de |
geldigheidsduur van de voorgaande opleiding, de helft van de premie | geldigheidsduur van de voorgaande opleiding, de helft van de premie |
voor competentieontwikkeling bedoeld in § 1. » | voor competentieontwikkeling bedoeld in § 1. » |
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend |
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend |
: | : |
« Art. 5bis.De in artikel 5 bedoelde premie voor |
« Art. 5bis.De in artikel 5 bedoelde premie voor |
competentieontwikkeling is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. | competentieontwikkeling is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. |
De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling wordt | De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling wordt |
jaarlijks in één maal uitbetaald in de maand september op grond van de | jaarlijks in één maal uitbetaald in de maand september op grond van de |
tijdens de twaalf voorafgaande maanden verrichte prestaties. | tijdens de twaalf voorafgaande maanden verrichte prestaties. |
De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling wordt | De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling wordt |
gevoegd bij de jaarlijkse brutobezoldiging voor de berekening van het | gevoegd bij de jaarlijkse brutobezoldiging voor de berekening van het |
vakantiegeld en van de eindejaarstoelage die erop volgen. Zij wordt in | vakantiegeld en van de eindejaarstoelage die erop volgen. Zij wordt in |
aanmerking genomen voor een twaalfde voor de berekening van de | aanmerking genomen voor een twaalfde voor de berekening van de |
Copernicuspremie, bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juli 2002 | Copernicuspremie, bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juli 2002 |
tot toekenning van een Copernicuspremie aan sommige personeelsleden | tot toekenning van een Copernicuspremie aan sommige personeelsleden |
van de rijksbesturen, die erop volgt. | van de rijksbesturen, die erop volgt. |
De operationeel brigadier en de operationeel medewerker die verhinderd | De operationeel brigadier en de operationeel medewerker die verhinderd |
zijn aan een gecertificeerde opleiding deel te nemen wegens een | zijn aan een gecertificeerde opleiding deel te nemen wegens een |
ongeval overkomen op het werk of op de weg van of naar het werk, | ongeval overkomen op het werk of op de weg van of naar het werk, |
wegens een beroepsziekte of omdat zij genieten van periodes van verlof | wegens een beroepsziekte of omdat zij genieten van periodes van verlof |
of werkonderbreking bedoeld in de artikelen 39, 42 en 43 van de | of werkonderbreking bedoeld in de artikelen 39, 42 en 43 van de |
arbeidswet van 16 maart 1971, in artikel 18 van de wet van 14 december | arbeidswet van 16 maart 1971, in artikel 18 van de wet van 14 december |
2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de | 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de |
arbeidstijd in de openbare sector en in artikel 36 van het koninklijk | arbeidstijd in de openbare sector en in artikel 36 van het koninklijk |
besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden | besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden |
toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, behouden tot | toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, behouden tot |
de eerste gecertificeerde opleiding die op het einde van de | de eerste gecertificeerde opleiding die op het einde van de |
verhindering volgt, het voordeel van de premie voor | verhindering volgt, het voordeel van de premie voor |
competentieontwikkeling bedoeld in artikel 5 die zij genoten. | competentieontwikkeling bedoeld in artikel 5 die zij genoten. |
De operationeel brigadier en de operationeel medewerker hebben het | De operationeel brigadier en de operationeel medewerker hebben het |
recht af te zien van de betaling van de premie voor | recht af te zien van de betaling van de premie voor |
competentieontwikkeling bedoeld in artikel 5. » | competentieontwikkeling bedoeld in artikel 5. » |
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidend |
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidend |
: | : |
« Art. 5ter.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 |
« Art. 5ter.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 |
houdende de algemene regeling van de vergoedingen, de toelagen en de | houdende de algemene regeling van de vergoedingen, de toelagen en de |
premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale | premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale |
overheidsdiensten is niet van toepassing ten aanzien van de in artikel | overheidsdiensten is niet van toepassing ten aanzien van de in artikel |
5 bedoelde premie in geval : | 5 bedoelde premie in geval : |
1° van verlof of disponibiliteit wegens ziekte; | 1° van verlof of disponibiliteit wegens ziekte; |
2° van afwezigheid wegens een ongeval overkomen op het werk of op de | 2° van afwezigheid wegens een ongeval overkomen op het werk of op de |
weg van of naar het werk of wegens een beroepsziekte; | weg van of naar het werk of wegens een beroepsziekte; |
3° van afwezigheid gewettigd door het bekomen van verlof of | 3° van afwezigheid gewettigd door het bekomen van verlof of |
werkonderbreking bedoeld in de artikelen 39, 42 en 43 van de | werkonderbreking bedoeld in de artikelen 39, 42 en 43 van de |
arbeidswet van 16 maart 1971, in artikel 18 van de wet van 14 december | arbeidswet van 16 maart 1971, in artikel 18 van de wet van 14 december |
2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de | 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de |
arbeidstijd in de openbare sector en in de artikelen 34 tot 37 en 117, | arbeidstijd in de openbare sector en in de artikelen 34 tot 37 en 117, |
§ 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de | § 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de |
verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de | verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de |
rijksbesturen. » | rijksbesturen. » |
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5quater ingevoegd, |
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5quater ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 5quater.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van |
« Art. 5quater.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van |
het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor | het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor |
de in artikel 5 bedoelde premie. » | de in artikel 5 bedoelde premie. » |
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, |
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 12bis.De artikelen 32 tot 33bis van het koninklijk besluit van |
« Art. 12bis.De artikelen 32 tot 33bis van het koninklijk besluit van |
10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan | 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan |
verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden zijn van | verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden zijn van |
toepassing op de operationele brigadiers en de operationele | toepassing op de operationele brigadiers en de operationele |
medewerkers. » | medewerkers. » |
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12ter ingevoegd, |
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12ter ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 12ter.De artikelen 32 tot 33bis van het koninklijk besluit van |
« Art. 12ter.De artikelen 32 tot 33bis van het koninklijk besluit van |
10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan | 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan |
verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, alsook artikel | verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, alsook artikel |
5 van dit besluit, zijn van toepassing op de bij arbeidsovereenkomst | 5 van dit besluit, zijn van toepassing op de bij arbeidsovereenkomst |
aangeworven personeelsleden tewerkgesteld in de operationele eenheden | aangeworven personeelsleden tewerkgesteld in de operationele eenheden |
van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale | van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale |
Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. | Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. |
De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling is | De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling is |
verschuldigd in de gevallen bedoeld in artikel 2, § 1, tweede tot | verschuldigd in de gevallen bedoeld in artikel 2, § 1, tweede tot |
vijfde lid, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot | vijfde lid, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot |
vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij | vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij |
arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale | arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale |
overheidsdiensten. | overheidsdiensten. |
De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling is niet | De in artikel 5 bedoelde premie voor competentieontwikkeling is niet |
verschuldigd voor de periodes van schorsing van de uitvoering van de | verschuldigd voor de periodes van schorsing van de uitvoering van de |
arbeidsovereenkomst die voortvloeien : | arbeidsovereenkomst die voortvloeien : |
1° uit afwezigheid wegens ziekte die langer duurt dan de periode van | 1° uit afwezigheid wegens ziekte die langer duurt dan de periode van |
gewaarborgd loon; | gewaarborgd loon; |
2° in het raam van het stelsel van de onderbreking van de | 2° in het raam van het stelsel van de onderbreking van de |
beroepsloopbaan : | beroepsloopbaan : |
a) uit de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan; | a) uit de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan; |
b) uit het volledig verlof voor palliatieve zorg; | b) uit het volledig verlof voor palliatieve zorg; |
c) uit het volledig verlof voor medische bijstand. » | c) uit het volledig verlof voor medische bijstand. » |
HOOFDSTUK II. - Integratiebepalingen | HOOFDSTUK II. - Integratiebepalingen |
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16bis ingevoegd, |
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16bis ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 16bis.De ambtenaren die op 1 september 2007 bezoldigd waren in |
« Art. 16bis.De ambtenaren die op 1 september 2007 bezoldigd waren in |
de weddenschaal DT2, worden ingeschaald in de weddenschaal DT3. | de weddenschaal DT2, worden ingeschaald in de weddenschaal DT3. |
De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht | De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht |
verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. » | verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. » |
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16ter ingevoegd, |
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16ter ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 16ter.In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid, bekomen de |
« Art. 16ter.In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid, bekomen de |
in artikel 16bis bedoelde ambtenaren, alsook de ambtenaren die op 1 | in artikel 16bis bedoelde ambtenaren, alsook de ambtenaren die op 1 |
september 2007 bezoldigd waren in de weddenschaal DT3, van zodra zij 9 | september 2007 bezoldigd waren in de weddenschaal DT3, van zodra zij 9 |
jaar graadanciënniteit hebben in de graad van operationeel medewerker | jaar graadanciënniteit hebben in de graad van operationeel medewerker |
en geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel | en geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel |
70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut | 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut |
van het rijkspersoneel, de weddenschaal DT4. De geldigheidsduur van | van het rijkspersoneel, de weddenschaal DT4. De geldigheidsduur van |
deze gecertificeerde opleiding vervalt hierdoor. | deze gecertificeerde opleiding vervalt hierdoor. |
In het in het eerste lid bedoelde geval kunnen deze ambtenaren zich | In het in het eerste lid bedoelde geval kunnen deze ambtenaren zich |
onmiddellijk inschrijven voor een tweede gecertificeerde opleiding. | onmiddellijk inschrijven voor een tweede gecertificeerde opleiding. |
De in het eerste lid bedoelde ambtenaren die zich, in voorkomend | De in het eerste lid bedoelde ambtenaren die zich, in voorkomend |
geval, hebben ingeschreven voor de gecertificeerde opleiding terwijl | geval, hebben ingeschreven voor de gecertificeerde opleiding terwijl |
ze bezoldigd waren in de weddenschaal DT3, behouden het voordeel van | ze bezoldigd waren in de weddenschaal DT3, behouden het voordeel van |
hun slagen wanneer ze binnen de achttien maanden nadat ze geslaagd | hun slagen wanneer ze binnen de achttien maanden nadat ze geslaagd |
zijn, de weddenschaal DT4 bekomen. Ze bekomen de weddenschaal DT5 na | zijn, de weddenschaal DT4 bekomen. Ze bekomen de weddenschaal DT5 na |
het verstrijken van een periode van 8 jaar die aanvangt op de datum | het verstrijken van een periode van 8 jaar die aanvangt op de datum |
waarop ze de weddenschaal DT4 hebben bekomen. » | waarop ze de weddenschaal DT4 hebben bekomen. » |
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16quater ingevoegd, |
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16quater ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 16quater.In afwijking van artikel 2, § 1, vierde lid, bekomen |
« Art. 16quater.In afwijking van artikel 2, § 1, vierde lid, bekomen |
de ambtenaren die op 1 september 2007 bezoldigd waren in de | de ambtenaren die op 1 september 2007 bezoldigd waren in de |
weddenschaal DT4, van zodra zij 12 jaar graadanciënniteit hebben in de | weddenschaal DT4, van zodra zij 12 jaar graadanciënniteit hebben in de |
graad van operationeel brigadier of operationeel medewerker en | graad van operationeel brigadier of operationeel medewerker en |
geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 | geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 |
van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van | van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van |
het rijkspersoneel, de weddenschaal DT5. De geldigheidsduur van deze | het rijkspersoneel, de weddenschaal DT5. De geldigheidsduur van deze |
gecertificeerde opleiding vervalt hierdoor. | gecertificeerde opleiding vervalt hierdoor. |
In het in het eerste lid bedoelde geval kunnen deze ambtenaren zich | In het in het eerste lid bedoelde geval kunnen deze ambtenaren zich |
onmiddellijk inschrijven voor een gecertificeerde opleiding. » | onmiddellijk inschrijven voor een gecertificeerde opleiding. » |
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16quinquies ingevoegd, |
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16quinquies ingevoegd, |
luidend : | luidend : |
« Art. 16quinquies.Voor de toepassing van artikel 5 worden de |
« Art. 16quinquies.Voor de toepassing van artikel 5 worden de |
personeelsleden die vóór 1 september 2008 ingeschreven zijn voor de | personeelsleden die vóór 1 september 2008 ingeschreven zijn voor de |
gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk | gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk |
besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, geacht dit te zijn op 1 september 2007. | rijkspersoneel, geacht dit te zijn op 1 september 2007. |
Voor de toepassing van de artikelen 16ter en 16quater worden de | Voor de toepassing van de artikelen 16ter en 16quater worden de |
ambtenaren die vóór 1 september 2008 ingeschreven zijn voor de | ambtenaren die vóór 1 september 2008 ingeschreven zijn voor de |
gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk | gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk |
besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, en slagen voor deze opleiding, geacht dit te zijn op 1 | rijkspersoneel, en slagen voor deze opleiding, geacht dit te zijn op 1 |
september 2007. » | september 2007. » |
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2007. |
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2007. |
Art. 14.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 14.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 14 april 2008. | Gegeven te Brussel, 14 april 2008. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |