Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 13/09/2004
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
13 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 13 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de
behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met
een handicap een handicap
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen
aan personen met een handicap gewijzigd bij de programmawet van 24 aan personen met een handicap gewijzigd bij de programmawet van 24
december 2002 en de programmawet van 22 december 2003; december 2002 en de programmawet van 22 december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de
inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming,
laatst gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 2003; laatst gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de
tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, laatst gewijzigd bij de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, laatst gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 22 mei 2003; koninklijke besluiten van 22 mei 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de
procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen
aan personen met een handicap; aan personen met een handicap;
Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor personen met een Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor personen met een
handicap, gegeven op 19 april 2004; handicap, gegeven op 19 april 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juni Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juni
2004; 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven
op 23 juni 2004; op 23 juni 2004;
Gelet op het advies nr. 37.520/3 van de Raad van State, gegeven op 9 Gelet op het advies nr. 37.520/3 van de Raad van State, gegeven op 9
juli 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de juli 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de
programmawet van 22 december 2003 een aantal bepalingen uit de programmawet van 22 december 2003 een aantal bepalingen uit de
programmawet van 24 december 2002, die de basiswet van 27 februari programmawet van 24 december 2002, die de basiswet van 27 februari
1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap
wijzigt, heeft uitgesteld tot 1 juli 2004; dat die bepalingen in de wijzigt, heeft uitgesteld tot 1 juli 2004; dat die bepalingen in de
programmawet van 22 december 2003 opnieuw gewijzigd worden door de programmawet van 22 december 2003 opnieuw gewijzigd worden door de
programmawet van 9 juli 2004, die op zijn beurt ook een aantal nieuwe programmawet van 9 juli 2004, die op zijn beurt ook een aantal nieuwe
bepalingen opneemt in de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan bepalingen opneemt in de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan
personen met een handicap; dat deze laatste programmawet nieuwe personen met een handicap; dat deze laatste programmawet nieuwe
rechten en verplichtingen instelt met ingang van 1 juli 2004, en dat rechten en verplichtingen instelt met ingang van 1 juli 2004, en dat
onderhavig besluit hoofdzakelijk uitvoering geeft aan deze nieuwe onderhavig besluit hoofdzakelijk uitvoering geeft aan deze nieuwe
rechten en verplichtingen; dat de door dit besluit voorgestelde rechten en verplichtingen; dat de door dit besluit voorgestelde
maatregelen daarom noodzakelijkerwijze de inwerkingtreding van de maatregelen daarom noodzakelijkerwijze de inwerkingtreding van de
bepalingen van de programmawet van 9 juli 2004 moeten volgen en dat de bepalingen van de programmawet van 9 juli 2004 moeten volgen en dat de
inwerkingtreding van dit besluit daarom vastgelegd moet worden op 1 inwerkingtreding van dit besluit daarom vastgelegd moet worden op 1
juli 2004; juli 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen
met een handicap, met een handicap,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 22 mei

Artikel 1.In artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 22 mei
2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers
inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de
woorden « van het gemeentebestuur » geschrapt. woorden « van het gemeentebestuur » geschrapt.

Art. 2.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de

Art. 2.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de
woorden « van het gemeentebestuur » geschrapt. woorden « van het gemeentebestuur » geschrapt.

Art. 3.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 3.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de personen met wie hij een 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de personen met wie hij een
huishouden vormt » vervangen door de woorden « de persoon met wie hij huishouden vormt » vervangen door de woorden « de persoon met wie hij
een huishouden vormt »; een huishouden vormt »;
2° § 4 wordt opgeheven; 2° § 4 wordt opgeheven;
3° in § 6, worden de woorden « de formulieren » vervangen door de 3° in § 6, worden de woorden « de formulieren » vervangen door de
woorden « het formulier » en vervallen de woorden «, de aangifte der woorden « het formulier » en vervallen de woorden «, de aangifte der
inkomsten en het geneeskundig getuigschrift ». inkomsten en het geneeskundig getuigschrift ».

Art. 4.In artikel 13, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden

Art. 4.In artikel 13, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden
de woorden « na de afgifte ervan door de burgemeester of » geschrapt. de woorden « na de afgifte ervan door de burgemeester of » geschrapt.

Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° § 2 wordt opgeheven; 1° § 2 wordt opgeheven;
2° in het tweede lid van § 3 van de Nederlandse versie worden de 2° in het tweede lid van § 3 van de Nederlandse versie worden de
woorden « de aanvraag » vervangen door de woorden « de nieuwe aanvraag woorden « de aanvraag » vervangen door de woorden « de nieuwe aanvraag
». ».

Art. 6.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.Artikel 19, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.Artikel 19, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 8.In Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een Afdeling 1bis

Art. 8.In Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een Afdeling 1bis
ingevoegd, luidende : ingevoegd, luidende :
« Afdeling 1bis. De aangifte « Afdeling 1bis. De aangifte
Art. 20bis § 1. De aangifte bedoeld in artikel 8ter van de wet wordt Art. 20bis § 1. De aangifte bedoeld in artikel 8ter van de wet wordt
gedaan bij gewone brief gericht aan de Dienst. De aangever vermeldt gedaan bij gewone brief gericht aan de Dienst. De aangever vermeldt
hierin de nieuwe gegevens die tot een vermindering van het bedrag van hierin de nieuwe gegevens die tot een vermindering van het bedrag van
de tegemoetkoming aanleiding zouden kunnen geven. de tegemoetkoming aanleiding zouden kunnen geven.
§ 2. De persoon met een handicap is evenwel niet verplicht de nieuwe § 2. De persoon met een handicap is evenwel niet verplicht de nieuwe
gegevens mede te delen aan de Dienst, wanneer het gaat om wijzigingen gegevens mede te delen aan de Dienst, wanneer het gaat om wijzigingen
van de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste lid, van de van de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste lid, van de
wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de
natuurlijke personen, op voorwaarde dat deze wijziging meegedeeld werd natuurlijke personen, op voorwaarde dat deze wijziging meegedeeld werd
aan het bevoegde gemeentebestuur. aan het bevoegde gemeentebestuur.
§ 3. De persoon met een handicap is evenmin verplicht een nieuw § 3. De persoon met een handicap is evenmin verplicht een nieuw
gegeven mede te delen aan de Dienst indien het een gegeven betreft dat gegeven mede te delen aan de Dienst indien het een gegeven betreft dat
reeds werd meegedeeld aan een andere instelling van sociale zekerheid reeds werd meegedeeld aan een andere instelling van sociale zekerheid
in het kader van de daar geldende reglementering en voorzover de in het kader van de daar geldende reglementering en voorzover de
Minister dat gegeven heeft opgenomen in een specifiek daartoe Minister dat gegeven heeft opgenomen in een specifiek daartoe
opgestelde lijst. » opgestelde lijst. »

Art. 9.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 9.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
« § 1. Er wordt ambtshalve overgegaan tot een herziening van het recht « § 1. Er wordt ambtshalve overgegaan tot een herziening van het recht
op de tegemoetkoming : op de tegemoetkoming :
1° wanneer de gerechtigde niet meer beantwoordt aan de in artikel 4 1° wanneer de gerechtigde niet meer beantwoordt aan de in artikel 4
van de wet bedoelde voorwaarden van nationaliteit of verblijf; van de wet bedoelde voorwaarden van nationaliteit of verblijf;
2° wanneer de gerechtigde een kind of geen kind meer ten laste heeft 2° wanneer de gerechtigde een kind of geen kind meer ten laste heeft
en dit feit een weerslag heeft op de categorie bedoeld in artikel 6, § en dit feit een weerslag heeft op de categorie bedoeld in artikel 6, §
1, van de wet; 1, van de wet;
3° wanneer de gerechtigde zich in één van de volgende situaties 3° wanneer de gerechtigde zich in één van de volgende situaties
bevindt : bevindt :
- wijziging van burgerlijke staat; - wijziging van burgerlijke staat;
- wijziging in de samenstelling van het gezin die een weerslag heeft - wijziging in de samenstelling van het gezin die een weerslag heeft
op het recht op de tegemoetkomingen. op het recht op de tegemoetkomingen.
4° wanneer de gerechtigde de voorwaarden vervult opdat de betaling 4° wanneer de gerechtigde de voorwaarden vervult opdat de betaling
geheel of gedeeltelijk wordt opgeschort of niet meer geheel of geheel of gedeeltelijk wordt opgeschort of niet meer geheel of
gedeeltelijk wordt opgeschort in de zin van artikel 12 van de wet; gedeeltelijk wordt opgeschort in de zin van artikel 12 van de wet;
5° op de datum bepaald door een vorige beslissing wanneer die werd 5° op de datum bepaald door een vorige beslissing wanneer die werd
getroffen op grond van voorlopige of evoluerende elementen; getroffen op grond van voorlopige of evoluerende elementen;
6° wanneer de gerechtigde niet meer voldoet aan de voorwaarden van 6° wanneer de gerechtigde niet meer voldoet aan de voorwaarden van
verdienvermogen of van de graad van zelfredzaamheid. verdienvermogen of van de graad van zelfredzaamheid.
§ 1bis. Er wordt ambtshalve overgaan tot een herziening van het recht § 1bis. Er wordt ambtshalve overgaan tot een herziening van het recht
op de inkomensvervangende tegemoetkoming en het recht op de op de inkomensvervangende tegemoetkoming en het recht op de
integratietegemoetkoming : integratietegemoetkoming :
1° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk de in artikel 7 1° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk de in artikel 7
van de wet bedoelde inkomsten met ten minste 10 pct. zijn gestegen ten van de wet bedoelde inkomsten met ten minste 10 pct. zijn gestegen ten
opzichte van het voorafgaand kalenderjaar. opzichte van het voorafgaand kalenderjaar.
Er wordt evenwel niet overgegaan tot een ambtshalve herziening van het Er wordt evenwel niet overgegaan tot een ambtshalve herziening van het
recht indien deze stijging van de inkomsten het gevolg is van een recht indien deze stijging van de inkomsten het gevolg is van een
tewerkstelling van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar; tewerkstelling van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar;
2° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk het inkomen 2° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk het inkomen
voortkomend uit werkelijk door de persoon met een handicap voortkomend uit werkelijk door de persoon met een handicap
gepresteerde arbeid sedert ten minste drie maanden is vervangen door gepresteerde arbeid sedert ten minste drie maanden is vervangen door
een uitkering bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet, op voorwaarde dat een uitkering bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet, op voorwaarde dat
de inkomsten van het kalenderjaar tijdens hetwelk de wijziging zich de inkomsten van het kalenderjaar tijdens hetwelk de wijziging zich
heeft voorgedaan met ten minste 10 pct. zijn gestegen of gedaald ten heeft voorgedaan met ten minste 10 pct. zijn gestegen of gedaald ten
opzichte van het vorig kalenderjaar; opzichte van het vorig kalenderjaar;
3° vijf jaar na de eerste ingangsdatum van de laatste beslissing 3° vijf jaar na de eerste ingangsdatum van de laatste beslissing
waarbij een inkomensvervangende tegemoetkoming of een waarbij een inkomensvervangende tegemoetkoming of een
integratietegemoetkoming werd toegekend. Deze herziening heeft integratietegemoetkoming werd toegekend. Deze herziening heeft
nochtans geen betrekking op de beoordeling van het verdienvermogen of nochtans geen betrekking op de beoordeling van het verdienvermogen of
de graad van zelfredzaamheid. de graad van zelfredzaamheid.
§ 1ter. Er wordt ambtshalve overgaan tot een herziening van het recht § 1ter. Er wordt ambtshalve overgaan tot een herziening van het recht
op de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden : op de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden :
1° op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke de in 1° op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke de in
artikel 7 van de wet bedoelde inkomsten met ten minste 10 pct. zijn artikel 7 van de wet bedoelde inkomsten met ten minste 10 pct. zijn
gestegen; gestegen;
2° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk het inkomen 2° op 31 december van het kalenderjaar tijdens hetwelk het inkomen
voortkomend uit werkelijk gepresteerde arbeid met ten minste 10 pct. voortkomend uit werkelijk gepresteerde arbeid met ten minste 10 pct.
is gestegen ten opzichte van het vorig kalenderjaar. is gestegen ten opzichte van het vorig kalenderjaar.
§ 2. De nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de § 2. De nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de
maand volgend op die waarin de gerechtigde zich in een van de in § 1, maand volgend op die waarin de gerechtigde zich in een van de in § 1,
1°, 2° en 3°, § 1bis, 1° en 2° en § 1ter, 1° en 2° bedoelde toestanden 1°, 2° en 3°, § 1bis, 1° en 2° en § 1ter, 1° en 2° bedoelde toestanden
bevindt. bevindt.
Indien de nieuwe beslissing evenwel een vermindering van het recht op Indien de nieuwe beslissing evenwel een vermindering van het recht op
de tegemoetkomingen tot gevolg heeft en indien de in § 1, 1° en 2°, § de tegemoetkomingen tot gevolg heeft en indien de in § 1, 1° en 2°, §
1bis, 1° en 2° en § 1ter bedoelde gebeurtenis werd meegedeeld of 1bis, 1° en 2° en § 1ter bedoelde gebeurtenis werd meegedeeld of
vastgesteld binnen de drie maanden volgend op het plaatsvinden ervan, vastgesteld binnen de drie maanden volgend op het plaatsvinden ervan,
of werd aangegeven binnen de drie maanden volgend op de datum van of werd aangegeven binnen de drie maanden volgend op de datum van
kennisgeving aan de persoon met een handicap, heeft de nieuwe kennisgeving aan de persoon met een handicap, heeft de nieuwe
beslissing uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de beslissing uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de
datum van kennisgeving van de beslissing. datum van kennisgeving van de beslissing.
De nieuwe beslissing die wordt getroffen ingevolge de in § 1, 4° De nieuwe beslissing die wordt getroffen ingevolge de in § 1, 4°
vermelde gebeurtenis heeft uitwerking op de eerste dag van de maand vermelde gebeurtenis heeft uitwerking op de eerste dag van de maand
volgend op de maand waarin de gerechtigde zich in bedoelde toestand volgend op de maand waarin de gerechtigde zich in bedoelde toestand
bevindt. bevindt.
In de in § 1, 5° en 6° en § 1bis, 3° bedoelde gevallen heeft de nieuwe In de in § 1, 5° en 6° en § 1bis, 3° bedoelde gevallen heeft de nieuwe
beslissing uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de beslissing uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de
datum van kennisgeving van de beslissing. datum van kennisgeving van de beslissing.
§ 3. De nieuwe beslissing kan geen uitwerking hebben voor de § 3. De nieuwe beslissing kan geen uitwerking hebben voor de
ingangsdatum van de beslissing waarbij voor de eerste maal een ingangsdatum van de beslissing waarbij voor de eerste maal een
tegemoetkoming wordt toegekend. » tegemoetkoming wordt toegekend. »

Art. 10.Het eerste lid van § 2 van artikel 24 van hetzelfde besluit

Art. 10.Het eerste lid van § 2 van artikel 24 van hetzelfde besluit
wordt vervangen als volgt : wordt vervangen als volgt :
« § 2. De uitbetaling van de tegemoetkomingen wordt uitgevoerd door « § 2. De uitbetaling van de tegemoetkomingen wordt uitgevoerd door
overschrijving op een zichtrekening bij een financiële instelling die overschrijving op een zichtrekening bij een financiële instelling die
werd geopend op naam van de persoon met een handicap of waarvan hij werd geopend op naam van de persoon met een handicap of waarvan hij
medetitularis is. » medetitularis is. »

Art. 11.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 11.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
« § 1. De aanvraag tot verzaking gebeurt per brief. « § 1. De aanvraag tot verzaking gebeurt per brief.
§ 2. Indien de aanvraag bij aangetekende brief gebeurt, begint de § 2. Indien de aanvraag bij aangetekende brief gebeurt, begint de
termijn bedoeld in artikel 16, § 6 van de wet te lopen vanaf de datum termijn bedoeld in artikel 16, § 6 van de wet te lopen vanaf de datum
van neerlegging van de aangetekende brief. Indien de aanvraag bij van neerlegging van de aangetekende brief. Indien de aanvraag bij
gewone brief gebeurt begint deze termijn te lopen vanaf de datum van gewone brief gebeurt begint deze termijn te lopen vanaf de datum van
ontvangst van de brief door de Dienst. » ontvangst van de brief door de Dienst. »

Art. 12.Het eerste lid van artikel 34 van hetzelfde besluit wordt

Art. 12.Het eerste lid van artikel 34 van hetzelfde besluit wordt
vervangen als volgt : vervangen als volgt :
«

Art. 34.In geval van overlijden van de gerechtigde op een

 «

Art. 34.In geval van overlijden van de gerechtigde op een
tegemoetkoming, worden de vervallen en niet uitbetaalde termijnen van tegemoetkoming, worden de vervallen en niet uitbetaalde termijnen van
ambtswege uitbetaald aan de echtgenoot of de persoon met wie de ambtswege uitbetaald aan de echtgenoot of de persoon met wie de
gerechtigde een huishouden vormde in de zin van artikel 7, § 3 van de gerechtigde een huishouden vormde in de zin van artikel 7, § 3 van de
wet. » wet. »

Art. 13.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 13.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
«

Art. 35.De artikelen 1bis, 11 tot en met 20, 22, 24 tot en met 27,

 «

Art. 35.De artikelen 1bis, 11 tot en met 20, 22, 24 tot en met 27,
29, 33 tot en met 38 van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 29, 33 tot en met 38 van het koninklijk besluit van 6 juli 1987
betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de
integratietegemoetkoming worden opgeheven op datum van 1 juli 2003. » integratietegemoetkoming worden opgeheven op datum van 1 juli 2003. »

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 35bis ingevoegd,

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 35bis ingevoegd,
luidende : luidende :
«

Art. 35bis.De artikelen 10, 21, 23, 30 en 31 van het koninklijk

 «

Art. 35bis.De artikelen 10, 21, 23, 30 en 31 van het koninklijk
besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende
tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming worden opgeheven op tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming worden opgeheven op
datum van 1 juli 2004. » datum van 1 juli 2004. »

Art. 15.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 15.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
«

Art. 36.De artikelen 1bis, 25 tot en met 37, 39, 41 tot en met 46,

 «

Art. 36.De artikelen 1bis, 25 tot en met 37, 39, 41 tot en met 46,
48 tot en met 50bis van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 48 tot en met 50bis van het koninklijk besluit van 5 maart 1990
betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden worden opgeheven betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden worden opgeheven
op datum van 1 juli 2003. » op datum van 1 juli 2003. »

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36bis ingevoegd,

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36bis ingevoegd,
luidende : luidende :
«

Art. 36bis.De artikelen 24, 38, 40 en 47 van het koninklijk besluit

 «

Art. 36bis.De artikelen 24, 38, 40 en 47 van het koninklijk besluit
van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
worden opgeheven op datum van 1 juli 2004. » worden opgeheven op datum van 1 juli 2004. »

Art. 17.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 17.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
«

Art. 37.Behoudens andersluidende bepaling treedt dit besluit in

 «

Art. 37.Behoudens andersluidende bepaling treedt dit besluit in
werking op 1 juli 2003, met uitzondering van artikel 34 dat in werking werking op 1 juli 2003, met uitzondering van artikel 34 dat in werking
treedt op 1 januari 2003. » treedt op 1 januari 2003. »

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2004, met

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2004, met
uitzondering van de artikelen 13, 14, 15, 16 en 17 die uitwerking uitzondering van de artikelen 13, 14, 15, 16 en 17 die uitwerking
hebben met ingang van 1 juli 2003. hebben met ingang van 1 juli 2003.

Art. 19.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze

Art. 19.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap zijn Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap zijn
belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Kos, 13 september 2004. Gegeven te Kos, 13 september 2004.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
De Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, De Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
G. MANDAILA G. MANDAILA
^