| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het brugpensioen op 58 jaar | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het brugpensioen op 58 jaar |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende |
| het brugpensioen op 58 jaar (1) | het brugpensioen op 58 jaar (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| textielverzorging; | textielverzorging; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende |
| het brugpensioen op 58 jaar. | het brugpensioen op 58 jaar. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 13 maart 2011. | Gegeven te Brussel, 13 maart 2011. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de textielverzorging | Paritair Comité voor de textielverzorging |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2010 |
| Brugpensioen op 58 jaar | Brugpensioen op 58 jaar |
| (Overeenkomst geregistreerd op 25 november 2010 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 25 november 2010 onder het nummer |
| 102421/CO/110) | 102421/CO/110) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de | de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de |
| textielverzorging evenals op de arbeiders en arbeidsters die ze | textielverzorging evenals op de arbeiders en arbeidsters die ze |
| tewerkstellen. | tewerkstellen. |
Art. 2.Een regime van aanvullende vergoeding ten gunste van de |
Art. 2.Een regime van aanvullende vergoeding ten gunste van de |
| bejaarde arbeiders en arbeidsters die worden ontslagen - verder | bejaarde arbeiders en arbeidsters die worden ontslagen - verder |
| genoemd : brugpensioen - wordt ingesteld. | genoemd : brugpensioen - wordt ingesteld. |
| Dit brugpensioen is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst | Dit brugpensioen is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst |
| nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, de | nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, de |
| collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91, gesloten op 20 december 207 in | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91, gesloten op 20 december 207 in |
| de Nationale Arbeidsraad en het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot | de Nationale Arbeidsraad en het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot |
| regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het | regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het |
| Generatiepact. | Generatiepact. |
Art. 3.Leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde |
Art. 3.Leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde |
| 3.1. Alle arbeiders die door de werkgever worden ontslagen zonder | 3.1. Alle arbeiders die door de werkgever worden ontslagen zonder |
| dingende reden hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende | dingende reden hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende |
| vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, laatst | 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, laatst |
| gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 | gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 |
| december 2006, op voorwaarde dat zij : | december 2006, op voorwaarde dat zij : |
| - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 | - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 |
| jaar of ouder zijn | jaar of ouder zijn |
| - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 37 | - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 37 |
| jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. | jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. |
| Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het | Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het |
| koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel | koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel |
| brugpensioen in het kader van het Generatiepact. | brugpensioen in het kader van het Generatiepact. |
| 3.2 Alle arbeidsters, die door de werkgever worden ontslagen zonder | 3.2 Alle arbeidsters, die door de werkgever worden ontslagen zonder |
| dringende reden hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende | dringende reden hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende |
| vergoeding, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. | vergoeding, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. |
| 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, laatst | 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, laatst |
| gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 | gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 |
| december 2006, op voorwaarde dat zij : | december 2006, op voorwaarde dat zij : |
| - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 | - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 |
| jaar of ouder zijn; | jaar of ouder zijn; |
| - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 | - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 |
| jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. | jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen. |
| Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het | Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het |
| koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel | koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel |
| brugpensioen in het kader van het Generatiepact. | brugpensioen in het kader van het Generatiepact. |
Art. 4.De leeftijd voorzien in artikel 3 van deze collectieve |
Art. 4.De leeftijd voorzien in artikel 3 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn op het ogenblik dat de | arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn op het ogenblik dat de |
| opzeggingstermijn werkelijk een einde neemt. | opzeggingstermijn werkelijk een einde neemt. |
Art. 5.Om van dit regime van brugpensioen te genieten, moeten de |
Art. 5.Om van dit regime van brugpensioen te genieten, moeten de |
| arbeiders en arbeidsters bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen | arbeiders en arbeidsters bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen |
| : | : |
| - gedurende ten minste 5 jaar - desgevallend middels onderbroken | - gedurende ten minste 5 jaar - desgevallend middels onderbroken |
| periodes - tewerkgesteld geweest zijn in de sector; | periodes - tewerkgesteld geweest zijn in de sector; |
| - gedurende de periode van twaalf maanden, onmiddellijk voorafgaand | - gedurende de periode van twaalf maanden, onmiddellijk voorafgaand |
| aan de datum van aanvang van het brugpensioen, ononderbroken | aan de datum van aanvang van het brugpensioen, ononderbroken |
| tewerkgesteld geweest zijn in de onderneming. | tewerkgesteld geweest zijn in de onderneming. |
Art. 6.De bepalingen inzake de aanvullende vergoeding, zoals bedoeld |
Art. 6.De bepalingen inzake de aanvullende vergoeding, zoals bedoeld |
| bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale | bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale |
| Arbeidsraad van 19 december 1974, laatst gewijzigd bij collectieve | Arbeidsraad van 19 december 1974, laatst gewijzigd bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, tot invoering | arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, tot invoering |
| van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige | van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige |
| bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zijn van toepassing | bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zijn van toepassing |
| op dit sectoraal brugpensioen. | op dit sectoraal brugpensioen. |
| De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze collectieve | De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding | arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding |
| ten laste van de "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", | ten laste van de "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", |
| wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere | wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere |
| werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort | werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort |
| tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft | tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft |
| ontslagen. | ontslagen. |
| Zij behouden ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van | Zij behouden ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van |
| het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", ingeval een | het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", ingeval een |
| zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde | zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde |
| dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de | dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de |
| werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever | werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever |
| die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever | die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever |
| die hen heeft ontslagen. | die hen heeft ontslagen. |
Art. 7.De arbeiders en arbeidsters die in uitvoering van deze |
Art. 7.De arbeiders en arbeidsters die in uitvoering van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst met brugpensioen gaan, moeten in de | collectieve arbeidsovereenkomst met brugpensioen gaan, moeten in de |
| onderneming bij voorkeur vervangen worden door werknemers uit de | onderneming bij voorkeur vervangen worden door werknemers uit de |
| risicogroepen, zoals voorzien in de wet van 29 december 1990 houdende | risicogroepen, zoals voorzien in de wet van 29 december 1990 houdende |
| sociale bepalingen, hoofdstuk XI, "Bepalingen betreffende het | sociale bepalingen, hoofdstuk XI, "Bepalingen betreffende het |
| interprofessioneel akkoord". | interprofessioneel akkoord". |
Art. 8.Voor de berekening van de nettorefertebezoldiging zal |
Art. 8.Voor de berekening van de nettorefertebezoldiging zal |
| desgevallend rekening worden gehouden met de baremieke verschillen | desgevallend rekening worden gehouden met de baremieke verschillen |
| tegenover het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimuminkomen | tegenover het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimuminkomen |
| overeenkomstig de modaliteiten van collectieve arbeidsovereenkomst van | overeenkomstig de modaliteiten van collectieve arbeidsovereenkomst van |
| 22 mei 2003 (koninklijk besluit van 5 juni 2004, Belgisch Staatsblad | 22 mei 2003 (koninklijk besluit van 5 juni 2004, Belgisch Staatsblad |
| van 7 juli 2004). | van 7 juli 2004). |
Art. 9.De door het hiervoor genoemde fonds uitbetaalde maandelijkse |
Art. 9.De door het hiervoor genoemde fonds uitbetaalde maandelijkse |
| aanvullende vergoeding van het brugpensioen bedraagt minimaal 91,38 | aanvullende vergoeding van het brugpensioen bedraagt minimaal 91,38 |
| EUR. | EUR. |
| De aanvullende vergoeding brugpensioen wordt na halftijds tijdskrediet | De aanvullende vergoeding brugpensioen wordt na halftijds tijdskrediet |
| en 1/5e loopbaanvermindering in het kader van collectieve | en 1/5e loopbaanvermindering in het kader van collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 77 berekend op basis van het voltijds loon dat | arbeidsovereenkomst nr. 77 berekend op basis van het voltijds loon dat |
| van toepassing zou geweest zijn op het ogenblik van de overgang naar | van toepassing zou geweest zijn op het ogenblik van de overgang naar |
| het brugpensioen indien de arbeider(st)er geen tijdskrediet of | het brugpensioen indien de arbeider(st)er geen tijdskrediet of |
| loopbaanvermindering zou genomen hebben. | loopbaanvermindering zou genomen hebben. |
Art. 10.§ 1. De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in |
Art. 10.§ 1. De betaling van de aanvullende vergoeding bedoeld in |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt maandelijks uitgevoerd door | deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt maandelijks uitgevoerd door |
| het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging". | het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging". |
| § 2. Het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" betaalt | § 2. Het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" betaalt |
| eveneens de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in hoofdstuk VI van | eveneens de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in hoofdstuk VI van |
| titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, | titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, |
| laatst gewijzigd door de programmawet van 23 december 2009 en door de | laatst gewijzigd door de programmawet van 23 december 2009 en door de |
| wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 die zijn | wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 die zijn |
| verschuldigd op de aanvullende vergoeding betaald door het voornoemde | verschuldigd op de aanvullende vergoeding betaald door het voornoemde |
| fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de verhoogde | fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de verhoogde |
| bijdrage voor ondernemingen in herstructurering. | bijdrage voor ondernemingen in herstructurering. |
| Dit betekent dat het "Gemeenschappelijk Fonds van de | Dit betekent dat het "Gemeenschappelijk Fonds van de |
| textielverzorging" slechts gedeeltelijk de verplichtingen van de | textielverzorging" slechts gedeeltelijk de verplichtingen van de |
| werkgevers overneemt indien aan de begunstigde nog andere betalingen | werkgevers overneemt indien aan de begunstigde nog andere betalingen |
| worden verricht, naast deze ten laste van het "Gemeenschappelijk Fonds | worden verricht, naast deze ten laste van het "Gemeenschappelijk Fonds |
| van de textielverzorging". | van de textielverzorging". |
| Op deze wijze wordt, overeenkomstig artikel 17, § 1, tweede lid van | Op deze wijze wordt, overeenkomstig artikel 17, § 1, tweede lid van |
| het koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van hoofdstuk | het koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van hoofdstuk |
| VI van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse | VI van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
| bepalingen, afgeweken van de regel, bepaald in artikel 17, § 1, eerste | bepalingen, afgeweken van de regel, bepaald in artikel 17, § 1, eerste |
| lid, van het voornoemde koninklijk besluit. | lid, van het voornoemde koninklijk besluit. |
| Derhalve staat de debiteur van elke andere aanvulling dan deze betaald | Derhalve staat de debiteur van elke andere aanvulling dan deze betaald |
| door het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" zelf in | door het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" zelf in |
| voor de betaling van de bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd | voor de betaling van de bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd |
| op de door hem verrichte betalingen. | op de door hem verrichte betalingen. |
| § 3. Zoals voorzien in artikel 6 van deze collectieve | § 3. Zoals voorzien in artikel 6 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst wordt de aanvullende vergoeding verder uitbetaald | arbeidsovereenkomst wordt de aanvullende vergoeding verder uitbetaald |
| in de bijzondere gevallen van werkhervatting, voorzien in artikel 4bis | in de bijzondere gevallen van werkhervatting, voorzien in artikel 4bis |
| en artikel 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, | en artikel 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, |
| gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot | gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot |
| invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van | invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van |
| sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen | sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen |
| verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en |
| laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van | laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van |
| 19 december 2006. | 19 december 2006. |
| Buiten de gevallen, bedoeld in de voornoemde collectieve | Buiten de gevallen, bedoeld in de voornoemde collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals in geval van het opnemen van een | arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals in geval van het opnemen van een |
| activiteit bij of het werken voor rekening van de werkgever die de | activiteit bij of het werken voor rekening van de werkgever die de |
| bruggepensioneerde heeft ontslagen, is er geen aanvullende vergoeding | bruggepensioneerde heeft ontslagen, is er geen aanvullende vergoeding |
| verschuldigd, wetende dat deze als loon zou beschouwd worden, gelet op | verschuldigd, wetende dat deze als loon zou beschouwd worden, gelet op |
| artikel 124, § 6 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse | artikel 124, § 6 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
| bepalingen, laatst gewijzigd door de programmawet van 23 december 2009 | bepalingen, laatst gewijzigd door de programmawet van 23 december 2009 |
| en door de wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 en dus | en door de wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 en dus |
| niet zou beschouwd worden als een aanvulling bij een sociale | niet zou beschouwd worden als een aanvulling bij een sociale |
| uitkering. | uitkering. |
| Zowel de bruggepensioneerde als de werkgever zijn er derhalve toe | Zowel de bruggepensioneerde als de werkgever zijn er derhalve toe |
| gehouden dergelijke bijzondere gevallen van werkhervatting | gehouden dergelijke bijzondere gevallen van werkhervatting |
| onmiddellijk te melden aan het "Gemeenschappelijk Fonds van de | onmiddellijk te melden aan het "Gemeenschappelijk Fonds van de |
| textielverzorging". Zij zijn tevens aansprakelijk voor de gevolgen van | textielverzorging". Zij zijn tevens aansprakelijk voor de gevolgen van |
| enige nalatigheid op dit stuk. | enige nalatigheid op dit stuk. |
| Gelet op onder meer de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 | Gelet op onder meer de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 |
| maart 2010 tot uitvoering van hoofdstuk VI van titel XI van de wet van | maart 2010 tot uitvoering van hoofdstuk VI van titel XI van de wet van |
| 27 december 2006 houdende diverse bepalingen is de bruggepensioneerde | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen is de bruggepensioneerde |
| ertoe gehouden elke tussenkomende wijziging in zijn situatie | ertoe gehouden elke tussenkomende wijziging in zijn situatie |
| onmiddellijk mee te delen aan het "Gemeenschappelijk Fonds van de | onmiddellijk mee te delen aan het "Gemeenschappelijk Fonds van de |
| textielverzorging". | textielverzorging". |
Art. 11.Volgens het koninklijk besluit van 7 december 1992 en het |
Art. 11.Volgens het koninklijk besluit van 7 december 1992 en het |
| koninklijk besluit van 3 mei 2007 zijn alle sancties wegens het niet | koninklijk besluit van 3 mei 2007 zijn alle sancties wegens het niet |
| naleven van de vervangingsplicht, met name : | naleven van de vervangingsplicht, met name : |
| - een eventuele administratieve geldboete; | - een eventuele administratieve geldboete; |
| - een forfaitaire compensatoire dagvergoeding voor de RVA; | - een forfaitaire compensatoire dagvergoeding voor de RVA; |
| - eventuele strafrechtelijke geldboetes, | - eventuele strafrechtelijke geldboetes, |
| ten laste van de werkgever die de vervangingsplicht miskent. | ten laste van de werkgever die de vervangingsplicht miskent. |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van |
| 1 april 2010 de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 | 1 april 2010 de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 |
| en van 19 mei 2010 betreffende brugpensioen 58 jaar. | en van 19 mei 2010 betreffende brugpensioen 58 jaar. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2010 | Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2010 |
| en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011. | en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart |
| 2011. | 2011. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |