← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen "
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen | Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER, | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER, |
WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, BUITENLANDSE ZAKEN, | WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG, BUITENLANDSE ZAKEN, |
BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, FINANCIEN, SOCIALE | BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, FINANCIEN, SOCIALE |
ZEKERHEID, MOBILITEIT EN VERVOER, BELEID EN ONDERSTEUNING, JUSTITIE | ZEKERHEID, MOBILITEIT EN VERVOER, BELEID EN ONDERSTEUNING, JUSTITIE |
13 MEI 2023. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, | 13 MEI 2023. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, |
van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en | van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en |
tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1) | tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 1, eerste lid, | concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 1, eerste lid, |
gewijzigd door de wet van 19 maart 2017; | gewijzigd door de wet van 19 maart 2017; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 |
december 2022; | december 2022; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
gegeven op 22 december 2022; | gegeven op 22 december 2022; |
Gelet op de impactanalyse uitgevoerd in overstemming met artikel 6 van | Gelet op de impactanalyse uitgevoerd in overstemming met artikel 6 van |
de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake | de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake |
administratieve vereenvoudiging; | administratieve vereenvoudiging; |
Overwegende dat het technisch verslag van de Centrale Raad voor het | Overwegende dat het technisch verslag van de Centrale Raad voor het |
Bedrijfsleven (CRB) van 25 oktober 2022, de maximale beschikbare marge | Bedrijfsleven (CRB) van 25 oktober 2022, de maximale beschikbare marge |
voor de loonkostenontwikkeling voor de periode 2023-2024 op 0 % | voor de loonkostenontwikkeling voor de periode 2023-2024 op 0 % |
vastlegt; | vastlegt; |
Overwegende dat, in geval van het ontbreken van een interprofessioneel | Overwegende dat, in geval van het ontbreken van een interprofessioneel |
akkoord zoals voorzien in artikel 6, § 1, van de wet van 26 juli 1996 | akkoord zoals voorzien in artikel 6, § 1, van de wet van 26 juli 1996 |
tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring | tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring |
van het concurrentievermogen, de Regering op basis van artikel 6, § 3, | van het concurrentievermogen, de Regering op basis van artikel 6, § 3, |
van deze wet een bemiddelingsvoorstel over de maximale marge van de | van deze wet een bemiddelingsvoorstel over de maximale marge van de |
loonkostenontwikkeling heeft voorgesteld op 29 november 2022 en dat op | loonkostenontwikkeling heeft voorgesteld op 29 november 2022 en dat op |
13 december 2022 tijdens een bijeenkomst van de sociale | 13 december 2022 tijdens een bijeenkomst van de sociale |
gesprekpartners formeel werd vastgesteld dat geen akkoord werd bereikt | gesprekpartners formeel werd vastgesteld dat geen akkoord werd bereikt |
op basis van dit voorstel of nog zou kunnen worden bereikt binnen de | op basis van dit voorstel of nog zou kunnen worden bereikt binnen de |
maand na het bemiddelingsvoorstel, zodat de Regering op basis van | maand na het bemiddelingsvoorstel, zodat de Regering op basis van |
artikel 7, § 1, van deze wet de maximale marge voor de | artikel 7, § 1, van deze wet de maximale marge voor de |
loonkostenontwikkeling kan vastleggen; | loonkostenontwikkeling kan vastleggen; |
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 21 december 2022 | Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 21 december 2022 |
bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § | bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § |
1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd |
op 12 januari 1973; | op 12 januari 1973; |
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Eerste Minister, de minister van Werk, de | Op de voordracht van de Eerste Minister, de minister van Werk, de |
Vice-eersteministers en op het advies van de in Raad vergaderde | Vice-eersteministers en op het advies van de in Raad vergaderde |
Ministers, | Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.§ 1. De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor |
Artikel 1.§ 1. De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor |
de periode 2023-2024 wordt op 0 % vastgelegd. | de periode 2023-2024 wordt op 0 % vastgelegd. |
§ 2. Overeenkomstig artikel 6, § 4, van de wet van 26 juli 1996 tot | § 2. Overeenkomstig artikel 6, § 4, van de wet van 26 juli 1996 tot |
bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van | bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van |
het concurrentievermogen, zijn de indexeringen en baremieke | het concurrentievermogen, zijn de indexeringen en baremieke |
verhogingen steeds gegarandeerd. | verhogingen steeds gegarandeerd. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 13 mei 2023. | Gegeven te Brussel, 13 mei 2023. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
A. DE CROO | A. DE CROO |
De Vice-Eersteminister en Minister van Werk, | De Vice-Eersteminister en Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
V. VAN PETEGHEM | V. VAN PETEGHEM |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
G. GILKINET | G. GILKINET |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
P. DE SUTTER | P. DE SUTTER |
De Vice-Eersteminister, | De Vice-Eersteminister, |
V. VAN QUICKENBORNE | V. VAN QUICKENBORNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: |
Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. | Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. |