Koninklijk besluit houdende oprichting van een werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » | Koninklijk besluit houdende oprichting van een werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
13 MEI 2009. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een | 13 MEI 2009. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een |
werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake | werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake |
erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » | erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Een Commissie « belast met het onderzoek van het statuut van de | Een Commissie « belast met het onderzoek van het statuut van de |
bedienaars van de erkende erediensten », opgericht bij koninklijk | bedienaars van de erkende erediensten », opgericht bij koninklijk |
besluit van 10 november 2005 (Belgisch Staatsblad van 7 december | besluit van 10 november 2005 (Belgisch Staatsblad van 7 december |
2005), heeft een verslag gepubliceerd met als titel « De federale | 2005), heeft een verslag gepubliceerd met als titel « De federale |
financiering van de bedienaren der erediensten en de afgevaardigden | financiering van de bedienaren der erediensten en de afgevaardigden |
van de Centrale Vrijzinnige Raad ». Dit verslag telt een 240-tal | van de Centrale Vrijzinnige Raad ». Dit verslag telt een 240-tal |
pagina's. Uitgaande van de dubbele opdracht van de commissie, te weten | pagina's. Uitgaande van de dubbele opdracht van de commissie, te weten |
de ongelijkheden tussen de stelsels die van toepassing zijn op de | de ongelijkheden tussen de stelsels die van toepassing zijn op de |
bedienaars van de erediensten en de afgevaardigden van de | bedienaars van de erediensten en de afgevaardigden van de |
georganiseerde vrijzinnigheid in kaart brengen en voorstellen tot | georganiseerde vrijzinnigheid in kaart brengen en voorstellen tot |
coördinatie van de regelgeving formuleren overeenkomstig de | coördinatie van de regelgeving formuleren overeenkomstig de |
grondwettelijke beginselen van gelijkheid en non-discriminatie, | grondwettelijke beginselen van gelijkheid en non-discriminatie, |
formuleert de commissie, na de bestaande wetgeving en administratieve | formuleert de commissie, na de bestaande wetgeving en administratieve |
praktijk te hebben onderzocht, nauwkeurige voorstellen voor | praktijk te hebben onderzocht, nauwkeurige voorstellen voor |
oplossingen. Daartoe heeft zij ook een gesprek gehad met elk | oplossingen. Daartoe heeft zij ook een gesprek gehad met elk |
representatief orgaan van de erkende erediensten en de Centrale | representatief orgaan van de erkende erediensten en de Centrale |
Vrijzinnige Raad. De notulen van deze gesprekken zijn gepubliceerd in | Vrijzinnige Raad. De notulen van deze gesprekken zijn gepubliceerd in |
de bijlagen bij het verslag. | de bijlagen bij het verslag. |
Om te zorgen voor continuïteit heeft de Ministerraad van 20 maart 2008 | Om te zorgen voor continuïteit heeft de Ministerraad van 20 maart 2008 |
betreffende het voorontwerp van wet houdende (niet dringende) diverse | betreffende het voorontwerp van wet houdende (niet dringende) diverse |
bepalingen (artikel 78) het volgende beslist : « Titel XII. - | bepalingen (artikel 78) het volgende beslist : « Titel XII. - |
JUSTITIE. - Hoofdstuk 3. - een werkgroep Beleidscoördinatie wordt | JUSTITIE. - Hoofdstuk 3. - een werkgroep Beleidscoördinatie wordt |
ermee belast om in het kader van een globaal debat, rekening houdend | ermee belast om in het kader van een globaal debat, rekening houdend |
met alle religies en levensbeschouwelijke organisaties, een | met alle religies en levensbeschouwelijke organisaties, een |
definitieve regeling te vinden voor alle religies en | definitieve regeling te vinden voor alle religies en |
levensbeschouwelijke organisaties, en waarbij in het bijzonder voor de | levensbeschouwelijke organisaties, en waarbij in het bijzonder voor de |
parochieassistenten het huidige uitdovende karakter wordt opgeheven | parochieassistenten het huidige uitdovende karakter wordt opgeheven |
ten voordele van een nieuw in te vullen objectief tegen de | ten voordele van een nieuw in te vullen objectief tegen de |
begrotingsopmaak 2009. Deze werkgroep zal zich ook buigen over een | begrotingsopmaak 2009. Deze werkgroep zal zich ook buigen over een |
definitieve oplossing voor de vergoeding van de bedienaars van de | definitieve oplossing voor de vergoeding van de bedienaars van de |
erediensten. » | erediensten. » |
Om dit werk uit te voeren, is het noodzakelijk te voorzien in de | Om dit werk uit te voeren, is het noodzakelijk te voorzien in de |
oprichting van een « werkgroep die belast is met de hervorming van de | oprichting van een « werkgroep die belast is met de hervorming van de |
wetgeving inzake erediensten en niet-confessionele | wetgeving inzake erediensten en niet-confessionele |
levensbeschouwelijke organisaties » belast met het onderzoek van de | levensbeschouwelijke organisaties » belast met het onderzoek van de |
hervorming en de coördinatie van de federale wetgeving inzake | hervorming en de coördinatie van de federale wetgeving inzake |
erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties en | erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties en |
van de personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de | van de personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de |
erediensten en van de afgevaardigden van de niet-confessionele | erediensten en van de afgevaardigden van de niet-confessionele |
levensbeschouwelijke organisaties. | levensbeschouwelijke organisaties. |
Voor de verwezenlijking van de hierboven omschreven opdrachten moet | Voor de verwezenlijking van de hierboven omschreven opdrachten moet |
een werkgroep met specialisten van universiteiten inzake deze | een werkgroep met specialisten van universiteiten inzake deze |
aangelegenheden worden samengesteld. | aangelegenheden worden samengesteld. |
Het secretariaat van de werkgroep wordt verzorgd door een | Het secretariaat van de werkgroep wordt verzorgd door een |
personeelslid van niveau A van het Directoraat-generaal Wetgeving, | personeelslid van niveau A van het Directoraat-generaal Wetgeving, |
Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie. | Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie. |
Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
van Uwe Majesteit, | van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige | de zeer eerbiedige |
en zeer getrouwe dienaar, | en zeer getrouwe dienaar, |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
13 MEI 2009. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een | 13 MEI 2009. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een |
werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake | werkgroep « die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake |
erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » | erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de artikelen 37, 107 en 181, §§ 1 en 2, van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37, 107 en 181, §§ 1 en 2, van de Grondwet; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 |
april 2009; | april 2009; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat |
het aangewezen is onverwijld bij de Federale Overheidsdienst Justitie | het aangewezen is onverwijld bij de Federale Overheidsdienst Justitie |
een « werkgroep die belast is met de hervorming van de wetgeving | een « werkgroep die belast is met de hervorming van de wetgeving |
inzake erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke | inzake erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke |
organisaties » een juridische basis te verlenen; | organisaties » een juridische basis te verlenen; |
Overwegende dat deze werkgroep met specialisten van universiteiten | Overwegende dat deze werkgroep met specialisten van universiteiten |
inzake deze aangelegenheden moet worden samengesteld; | inzake deze aangelegenheden moet worden samengesteld; |
Overwegende dat de werkzaamheden van deze werkgroep concreet | Overwegende dat de werkzaamheden van deze werkgroep concreet |
aangevangen werden vanaf 1 juli 2008 en dat zij haar voorstellen zal | aangevangen werden vanaf 1 juli 2008 en dat zij haar voorstellen zal |
formuleren voor 1 oktober 2010; | formuleren voor 1 oktober 2010; |
Overwegende dat deze werkgroep aan Onze Minister van Justitie | Overwegende dat deze werkgroep aan Onze Minister van Justitie |
inzonderheid een verslag moet bezorgen over de hervorming en de | inzonderheid een verslag moet bezorgen over de hervorming en de |
coördinatie van de federale wetgeving in zake erediensten en | coördinatie van de federale wetgeving in zake erediensten en |
niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties en over de | niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties en over de |
personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de erediensten | personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de erediensten |
en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad. | en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad. |
Overwegende dat in dit verslag inzonderheid voorstellen moeten worden | Overwegende dat in dit verslag inzonderheid voorstellen moeten worden |
gedaan met betrekking tot de ongelijkheden van de toepasselijke | gedaan met betrekking tot de ongelijkheden van de toepasselijke |
stelsels, onder meer met betrekking tot de pensioenleeftijd, de | stelsels, onder meer met betrekking tot de pensioenleeftijd, de |
cumulatie van de wedden, de fiscale en sociale aspecten en de | cumulatie van de wedden, de fiscale en sociale aspecten en de |
nomenclaturen van de functies opgenomen in de wet van 2 augustus 1974 | nomenclaturen van de functies opgenomen in de wet van 2 augustus 1974 |
betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, | betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, |
van de bedienaars van de erkende erediensten en van de Centrale | van de bedienaars van de erkende erediensten en van de Centrale |
Vrijzinnige Raad; | Vrijzinnige Raad; |
Overwegende dat in het verslag voorstellen kunnen worden gedaan over | Overwegende dat in het verslag voorstellen kunnen worden gedaan over |
de inhoud en de verdeling van de bevoegdheden van de federale overheid | de inhoud en de verdeling van de bevoegdheden van de federale overheid |
en de gemeenschappen en gewesten ten einde een gelijke behandeling | en de gemeenschappen en gewesten ten einde een gelijke behandeling |
terzake te bevorderen. | terzake te bevorderen. |
Overwegende dat met betrekking tot de erediensten de werkgroep bij | Overwegende dat met betrekking tot de erediensten de werkgroep bij |
zijn taak rekening houdt met het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 | zijn taak rekening houdt met het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 |
tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de | tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de |
Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het | Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het |
Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest « betreffende de | Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest « betreffende de |
erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de | erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de |
bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast | bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast |
met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten »; | met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten »; |
Overwegende dat in dit verslag concrete voorstellen tot hervorming | Overwegende dat in dit verslag concrete voorstellen tot hervorming |
moeten worden geformuleerd ten einde de grondwettelijke beginselen en | moeten worden geformuleerd ten einde de grondwettelijke beginselen en |
internationale rechten van gelijkheid en non-discriminatie in acht te | internationale rechten van gelijkheid en non-discriminatie in acht te |
nemen en deze verschillende stelsels zo goed mogelijk op elkaar af te | nemen en deze verschillende stelsels zo goed mogelijk op elkaar af te |
stemmen; | stemmen; |
Overwegende dat de werkzaamheden sinds 1 juli 2008 geen aanleiding | Overwegende dat de werkzaamheden sinds 1 juli 2008 geen aanleiding |
geven tot presentiegelden en verplaatsingsvergoedingen dan krachtens | geven tot presentiegelden en verplaatsingsvergoedingen dan krachtens |
een besluit; | een besluit; |
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een « |
Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een « |
werkgroep die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake | werkgroep die belast is met de hervorming van de wetgeving inzake |
erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » | erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties » |
opgericht. | opgericht. |
Art. 2.De opdracht van de werkgroep bestaat erin een uitvoerig |
Art. 2.De opdracht van de werkgroep bestaat erin een uitvoerig |
verslag op te stellen over de hervorming en de coördinatie van de | verslag op te stellen over de hervorming en de coördinatie van de |
federale wetgeving die van toepassing is op de erediensten en op de | federale wetgeving die van toepassing is op de erediensten en op de |
niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties, inzonderheid op | niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties, inzonderheid op |
het gebied van de erkenningscriteria, over het statuut en de | het gebied van de erkenningscriteria, over het statuut en de |
financiering van de representatieve organen, als mede over de | financiering van de representatieve organen, als mede over de |
personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de erediensten | personeelsformatie en het statuut van de bedienaars van de erediensten |
en van de afgevaardigden van de niet-confessionele | en van de afgevaardigden van de niet-confessionele |
levensbeschouwelijke organisaties, onder meer op het gebied van de | levensbeschouwelijke organisaties, onder meer op het gebied van de |
pensioenen, op sociaal en fiscaal gebied en op het gebied van de | pensioenen, op sociaal en fiscaal gebied en op het gebied van de |
wedden en van de cumulatie van functies. | wedden en van de cumulatie van functies. |
Dit verslag moet voorstellen tot hervorming en coördinatie bevatten | Dit verslag moet voorstellen tot hervorming en coördinatie bevatten |
die ertoe strekken de grondwettelijke beginselen en internationale | die ertoe strekken de grondwettelijke beginselen en internationale |
rechten van gelijkheid en non-discriminatie in acht te nemen, de | rechten van gelijkheid en non-discriminatie in acht te nemen, de |
verschillende stelsels op elkaar af te stemmen en de rechtszekerheid | verschillende stelsels op elkaar af te stemmen en de rechtszekerheid |
te verhogen. | te verhogen. |
De werkgroep kan voorstellen doen over de inhoud en de verdeling van | De werkgroep kan voorstellen doen over de inhoud en de verdeling van |
de bevoegdheden van de federale overheid en de gemeenschappen en | de bevoegdheden van de federale overheid en de gemeenschappen en |
gewesten ten einde een gelijke behandeling ter zake te bevorderen. | gewesten ten einde een gelijke behandeling ter zake te bevorderen. |
De werkgroep moet op 30 september 2010 een eindverslag in twee talen | De werkgroep moet op 30 september 2010 een eindverslag in twee talen |
over haar werkzaamheden bezorgen aan de Minister van Justitie, hierna | over haar werkzaamheden bezorgen aan de Minister van Justitie, hierna |
de Minister genoemd. | de Minister genoemd. |
Art. 3.De werkgroep bestaat uit maximaal 5 leden uit de academische |
Art. 3.De werkgroep bestaat uit maximaal 5 leden uit de academische |
wereld en wordt ondersteund door een secretaris die door de Minister | wereld en wordt ondersteund door een secretaris die door de Minister |
wordt aangewezen. | wordt aangewezen. |
Voornoemde personen worden aan de minister voorgedragen overeenkomstig | Voornoemde personen worden aan de minister voorgedragen overeenkomstig |
de regels die hun respectieve statuten regelen. | de regels die hun respectieve statuten regelen. |
De Minister benoemt uit de leden twee medevoorzitters. | De Minister benoemt uit de leden twee medevoorzitters. |
Art. 4.De medevoorzitters regelen de werkzaamheden van de werkgroep. |
Art. 4.De medevoorzitters regelen de werkzaamheden van de werkgroep. |
Zij vertegenwoordigen tevens de werkgroep bij de Minister. | Zij vertegenwoordigen tevens de werkgroep bij de Minister. |
Art. 5.Het secretariaat van de werkgroep wordt verzorgd door een |
Art. 5.Het secretariaat van de werkgroep wordt verzorgd door een |
personeelslid van niveau A van het Directoraat-generaal Wetgeving, | personeelslid van niveau A van het Directoraat-generaal Wetgeving, |
Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie. | Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie. |
De secretaris heeft niet de hoedanigheid van lid van de werkgroep. | De secretaris heeft niet de hoedanigheid van lid van de werkgroep. |
Art. 6.De leden van de werkgroep hebben recht op presentiegelden per |
Art. 6.De leden van de werkgroep hebben recht op presentiegelden per |
vergadering met een minimumduur van 3 uur. | vergadering met een minimumduur van 3 uur. |
Het bedrag van de presentiegelden wordt bepaald als volgt : | Het bedrag van de presentiegelden wordt bepaald als volgt : |
medevoorzitters : 70 EUR; | medevoorzitters : 70 EUR; |
leden : 60 EUR. | leden : 60 EUR. |
Voor een vergadering van minder dan 3 uur wordt het bedrag van het | Voor een vergadering van minder dan 3 uur wordt het bedrag van het |
presentiegeld met de helft verminderd. | presentiegeld met de helft verminderd. |
De leden van de werkgroep hebben recht op de terugbetaling van hun | De leden van de werkgroep hebben recht op de terugbetaling van hun |
reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden die respectievelijk zijn | reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden die respectievelijk zijn |
vastgesteld in het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende | vastgesteld in het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende |
algemene regeling inzake reiskosten en in het koninklijk besluit van | algemene regeling inzake reiskosten en in het koninklijk besluit van |
24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens | 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens |
verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der | verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der |
ministeries. | ministeries. |
Voor de toepassing van deze regelgeving worden de leden van de | Voor de toepassing van deze regelgeving worden de leden van de |
werkgroep gelijkgesteld met de ambtenaren van klasse A3. | werkgroep gelijkgesteld met de ambtenaren van klasse A3. |
Het door één van de medevoorzitters gedagtekende, ondertekende en | Het door één van de medevoorzitters gedagtekende, ondertekende en |
goedgekeurde verzoek tot betaling van het presentiegeld en tot | goedgekeurde verzoek tot betaling van het presentiegeld en tot |
terugbetaling van de reis- en verblijfkosten wordt elk kwartaal via de | terugbetaling van de reis- en verblijfkosten wordt elk kwartaal via de |
secretaris aan de FOD Justitie gericht. In het verzoek wordt melding | secretaris aan de FOD Justitie gericht. In het verzoek wordt melding |
gemaakt van de hoedanigheid van betrokkene, de datums en duur van de | gemaakt van de hoedanigheid van betrokkene, de datums en duur van de |
prestaties en eventueel het traject waarvoor om terugbetaling wordt | prestaties en eventueel het traject waarvoor om terugbetaling wordt |
verzocht. | verzocht. |
De bedragen vermeld in dit besluit zijn gekoppeld aan de spilindex | De bedragen vermeld in dit besluit zijn gekoppeld aan de spilindex |
138,01. | 138,01. |
Art. 7.In de begroting van de FOD Justitie is voorzien in de nodige |
Art. 7.In de begroting van de FOD Justitie is voorzien in de nodige |
kredieten voor de werking, inzonderheid de reis- en verblijfkosten van | kredieten voor de werking, inzonderheid de reis- en verblijfkosten van |
de werkgroep. | de werkgroep. |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008 en |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008 en |
houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2010. | houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2010. |
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit |
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 13 mei 2009. | Gegeven te Brussel, 13 mei 2009. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |