| Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers | Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER |
| 13 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling | 13 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling |
| en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers | en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van | Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van |
| sommige economische overheidsbedrijven, artikel 47/1, ingevoegd bij de | sommige economische overheidsbedrijven, artikel 47/1, ingevoegd bij de |
| wet van 10 april 2014 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 | wet van 10 april 2014 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 |
| betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
| wat betreft het raadgevend comité van de treinreizigers; | wat betreft het raadgevend comité van de treinreizigers; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 2002 tot regeling van de | Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 2002 tot regeling van de |
| samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale | samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale |
| Maatschappij der Belgische Spoorwegen; | Maatschappij der Belgische Spoorwegen; |
| Gelet op het advies nr. 56.021/4 van de Raad van State, gegeven op 7 | Gelet op het advies nr. 56.021/4 van de Raad van State, gegeven op 7 |
| mei 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | mei 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven, | Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het raadgevend comité van de treinreizigers, hierna "het |
Artikel 1.Het raadgevend comité van de treinreizigers, hierna "het |
| comité" genoemd, telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. | comité" genoemd, telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. |
| Een Duitstalige vertegenwoordiger mag deel uitmaken van de Franstalige | Een Duitstalige vertegenwoordiger mag deel uitmaken van de Franstalige |
| vertegenwoordigers. | vertegenwoordigers. |
Art. 2.Het comité is als volgt samengesteld : |
Art. 2.Het comité is als volgt samengesteld : |
| 1° zestien leden die de treingebruikers vertegenwoordigen, waarvan ten | 1° zestien leden die de treingebruikers vertegenwoordigen, waarvan ten |
| minste : | minste : |
| a) een vertegenwoordiger van de personen met een beperkte mobiliteit; | a) een vertegenwoordiger van de personen met een beperkte mobiliteit; |
| b) een vertegenwoordiger van de fietsers; | b) een vertegenwoordiger van de fietsers; |
| c) een vertegenwoordiger van de jongeren; | c) een vertegenwoordiger van de jongeren; |
| d) een vertegenwoordiger van de senioren; | d) een vertegenwoordiger van de senioren; |
| e) een vertegenwoordiger van de gezinnen; | e) een vertegenwoordiger van de gezinnen; |
| f) een vertegenwoordiger per gewest van de gewestelijke vereniging ter | f) een vertegenwoordiger per gewest van de gewestelijke vereniging ter |
| verdediging van de gebruikers van het openbaar vervoer; | verdediging van de gebruikers van het openbaar vervoer; |
| g) een lid van de milieuverenigingen; | g) een lid van de milieuverenigingen; |
| h) een lid van de organisaties die de handelaars vertegenwoordigen; | h) een lid van de organisaties die de handelaars vertegenwoordigen; |
| i) een lid van de consumentenorganisaties; | i) een lid van de consumentenorganisaties; |
| 2° drie leden aangewezen door de organisaties die de werknemers | 2° drie leden aangewezen door de organisaties die de werknemers |
| vertegenwoordigen; | vertegenwoordigen; |
| 3° drie leden die de economische actoren vertegenwoordigen; | 3° drie leden die de economische actoren vertegenwoordigen; |
| 4° een lid aangewezen door de Federale Overheid; | 4° een lid aangewezen door de Federale Overheid; |
| 5° drie leden van de gewestelijke verenigingen van steden en | 5° drie leden van de gewestelijke verenigingen van steden en |
| gemeenten. | gemeenten. |
| Worden uitgenodigd om te zetelen met raadgevende stem : | Worden uitgenodigd om te zetelen met raadgevende stem : |
| 1° de ombudsman van de Ombudsdienst voor de treinreizigers; | 1° de ombudsman van de Ombudsdienst voor de treinreizigers; |
| 2° een vertegenwoordiger van het Planbureau; | 2° een vertegenwoordiger van het Planbureau; |
| 3° een vertegenwoordiger van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. | 3° een vertegenwoordiger van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. |
| De voorzitter of de ondervoorzitter kunnen deskundigen uitnodigen op | De voorzitter of de ondervoorzitter kunnen deskundigen uitnodigen op |
| de vergaderingen. | de vergaderingen. |
Art. 3.De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven benoemt de |
Art. 3.De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven benoemt de |
| leden van het comité voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar. Hij | leden van het comité voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar. Hij |
| benoemt eveneens voor elk effectief lid een plaatsvervangend lid. De | benoemt eveneens voor elk effectief lid een plaatsvervangend lid. De |
| leden bedoeld in artikel 2, wiens benoeming niet anders is bepaald, | leden bedoeld in artikel 2, wiens benoeming niet anders is bepaald, |
| worden benoemd na een openbare oproep tot kandidaatstelling | worden benoemd na een openbare oproep tot kandidaatstelling |
| gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. | gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 4.De voorzitter en de ondervoorzitter behoren elk tot een andere |
Art. 4.De voorzitter en de ondervoorzitter behoren elk tot een andere |
| taalrol. | taalrol. |
| Ze worden benoemd door de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven | Ze worden benoemd door de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven |
| op grond van een specifieke bekwaamheid of kennis inzake vervoer en/of | op grond van een specifieke bekwaamheid of kennis inzake vervoer en/of |
| consumentenbescherming. | consumentenbescherming. |
Art. 5.Het comité wordt vertegenwoordigd door een uitvoerend bureau |
Art. 5.Het comité wordt vertegenwoordigd door een uitvoerend bureau |
| samengesteld uit 4 leden waaronder de voorzitter en de | samengesteld uit 4 leden waaronder de voorzitter en de |
| ondervoorzitter. De twee andere leden worden benoemd door de minister | ondervoorzitter. De twee andere leden worden benoemd door de minister |
| bevoegd voor de overheidsbedrijven. | bevoegd voor de overheidsbedrijven. |
| Het uitvoerend bureau treedt op als woordvoerder van het comité en als | Het uitvoerend bureau treedt op als woordvoerder van het comité en als |
| link tussen de overheidsbedrijven belast met een opdracht van openbare | link tussen de overheidsbedrijven belast met een opdracht van openbare |
| dienst met betrekking tot het vervoer van treinreizigers en de | dienst met betrekking tot het vervoer van treinreizigers en de |
| minister bevoegd voor de overheidsbedrijven en de minister bevoegd | minister bevoegd voor de overheidsbedrijven en de minister bevoegd |
| voor de regulering van het spoorvervoer. In samenwerking met het | voor de regulering van het spoorvervoer. In samenwerking met het |
| secretariaat van het comité zorgt het bureau voor het doorsturen en | secretariaat van het comité zorgt het bureau voor het doorsturen en |
| het verspreiden van de aangenomen adviezen. | het verspreiden van de aangenomen adviezen. |
Art. 6.De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer verzorgt het |
Art. 6.De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer verzorgt het |
| secretariaat van het comité. Het secretariaat stelt de nodige | secretariaat van het comité. Het secretariaat stelt de nodige |
| materiële middelen en de nodige ondersteuning voor de goede uitvoering | materiële middelen en de nodige ondersteuning voor de goede uitvoering |
| van de taken van het comité ter beschikking van zijn leden. | van de taken van het comité ter beschikking van zijn leden. |
Art. 7.Het jaarlijks verslag wordt ter beschikking van het publiek |
Art. 7.Het jaarlijks verslag wordt ter beschikking van het publiek |
| gesteld via de internetsite van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit | gesteld via de internetsite van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit |
| en Vervoer. | en Vervoer. |
Art. 8.De door het comité aangenomen adviezen worden op de |
Art. 8.De door het comité aangenomen adviezen worden op de |
| internetsite van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer | internetsite van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer |
| geplaatst en worden ter informatie gestuurd naar de minister bevoegd | geplaatst en worden ter informatie gestuurd naar de minister bevoegd |
| voor de overheidsbedrijven en de minister bevoegd voor de regulering | voor de overheidsbedrijven en de minister bevoegd voor de regulering |
| van het spoorvervoer, de leden van de raad van bestuur van elke | van het spoorvervoer, de leden van de raad van bestuur van elke |
| vennootschap en naar de beheersorganen van de | vennootschap en naar de beheersorganen van de |
| spoorwegoverheidsbedrijven. | spoorwegoverheidsbedrijven. |
Art. 9.§ 1. Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement op en deelt |
Art. 9.§ 1. Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement op en deelt |
| het mee aan de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven en aan de | het mee aan de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven en aan de |
| voorzitter van de raad van bestuur van elk spoorwegoverheidsbedrijf. | voorzitter van de raad van bestuur van elk spoorwegoverheidsbedrijf. |
| De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven keurt het huishoudelijk | De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven keurt het huishoudelijk |
| reglement en de eventuele latere wijzigingen ervan goed bij | reglement en de eventuele latere wijzigingen ervan goed bij |
| ministerieel besluit. | ministerieel besluit. |
| § 2. Het comité vergadert minstens tweemaal per jaar in plenaire | § 2. Het comité vergadert minstens tweemaal per jaar in plenaire |
| vergadering. Het comité brengt zijn adviezen uit op deze | vergadering. Het comité brengt zijn adviezen uit op deze |
| vergaderingen. | vergaderingen. |
| De vergaderingen van het comité worden gehouden volgens de in het | De vergaderingen van het comité worden gehouden volgens de in het |
| huishoudelijk reglement bepaalde regels. | huishoudelijk reglement bepaalde regels. |
| Een punt kan op de agenda van het comité worden gezet op verzoek van | Een punt kan op de agenda van het comité worden gezet op verzoek van |
| één of meerdere leden. | één of meerdere leden. |
| De uitnodigingen worden minstens acht dagen voor de vergadering van | De uitnodigingen worden minstens acht dagen voor de vergadering van |
| het comité aan de leden bezorgd. | het comité aan de leden bezorgd. |
| Het comité kan slechts op geldige wijze beraadslagen indien een quorum | Het comité kan slechts op geldige wijze beraadslagen indien een quorum |
| van leden aanwezig is : | van leden aanwezig is : |
| 1° voor elke wijziging van het huishoudelijk reglement, is het quorum | 1° voor elke wijziging van het huishoudelijk reglement, is het quorum |
| bepaald op de helft van de effectieve leden; | bepaald op de helft van de effectieve leden; |
| 2° voor de goedkeuring van diverse adviezen en verslagen is het quorum | 2° voor de goedkeuring van diverse adviezen en verslagen is het quorum |
| bepaald op een derde van de effectieve leden. | bepaald op een derde van de effectieve leden. |
| De effectieve leden kunnen zich laten vertegenwoordigen door hun | De effectieve leden kunnen zich laten vertegenwoordigen door hun |
| plaatsvervanger. | plaatsvervanger. |
Art. 10.Het koninklijk besluit van 4 juni 2002 tot regeling van de |
Art. 10.Het koninklijk besluit van 4 juni 2002 tot regeling van de |
| samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale | samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale |
| Maatschappij der Belgische Spoorwegen wordt opgeheven. | Maatschappij der Belgische Spoorwegen wordt opgeheven. |
Art. 11.Op de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het |
Art. 11.Op de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het |
| Belgisch Staatsblad treden in werking : | Belgisch Staatsblad treden in werking : |
| 1° de wet van 10 april 2014 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 | 1° de wet van 10 april 2014 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 |
| betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
| wat betreft het raadgevend comité van de treinreizigers; | wat betreft het raadgevend comité van de treinreizigers; |
| 2° dit besluit. | 2° dit besluit. |
Art. 12.De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven is belast met |
Art. 12.De minister bevoegd voor de overheidsbedrijven is belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 13 juni 2014. | Gegeven te Brussel, 13 juni 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Overheidsbedrijven, | De Minister van Overheidsbedrijven, |
| J.-P. LABILLE | J.-P. LABILLE |