Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 13/12/2016
← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen "
Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST
WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
13 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 13 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van
16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor
wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke
besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale
zekerheidsbijdragen zekerheidsbijdragen
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe
Majesteit voorleggen heeft tot doel: Majesteit voorleggen heeft tot doel:
- de prestaties geleverd in het kader van een flexi-job uit te sluiten - de prestaties geleverd in het kader van een flexi-job uit te sluiten
van de berekeningsbasis voor het toekennen RSZ- van de berekeningsbasis voor het toekennen RSZ-
bijdrageverminderingen; bijdrageverminderingen;
- in uitvoering van artikel 26 van de wet van 16 november 2015 - in uitvoering van artikel 26 van de wet van 16 november 2015
houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken het percentage vast houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken het percentage vast
te leggen waarmee het flexiloon wordt verhoogd als basis voor de te leggen waarmee het flexiloon wordt verhoogd als basis voor de
berekening van de gewone sociale zekerheidsbijdragen indien een berekening van de gewone sociale zekerheidsbijdragen indien een
werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel 7/1 van het werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel 7/1 van het
koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de
voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als
flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij
artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders. zekerheid der arbeiders.
Artikelsgewijze bespreking Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1. Artikel 1.
Dit artikel heeft tot doel de prestaties geleverd in het kader van een Dit artikel heeft tot doel de prestaties geleverd in het kader van een
flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen
van de werkbonus. van de werkbonus.
Art. 2. Art. 2.
Dit artikel heeft tot doel de prestaties geleverd in het kader van een Dit artikel heeft tot doel de prestaties geleverd in het kader van een
flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen
van de structurele bijdragevermindering en de doelgroepverminderingen. van de structurele bijdragevermindering en de doelgroepverminderingen.
Art. 3. Art. 3.
Dit artikel heeft tot doel in uitvoering van artikel 26 van de wet van Dit artikel heeft tot doel in uitvoering van artikel 26 van de wet van
16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken het 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken het
percentage vast te leggen waarmee het flexiloon wordt verhoogd als percentage vast te leggen waarmee het flexiloon wordt verhoogd als
basis voor de berekening van de gewone sociale zekerheidsbijdragen basis voor de berekening van de gewone sociale zekerheidsbijdragen
indien een werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel 7/1 indien een werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel 7/1
van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de
voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als
flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij flexi-jobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij
artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders. zekerheid der arbeiders.
Het flexiloon wordt hierbij verhoogd met 125% van het flexiloon, Het flexiloon wordt hierbij verhoogd met 125% van het flexiloon,
teneinde te komen tot een niveau van sociale zekerheidsbijdragen dat teneinde te komen tot een niveau van sociale zekerheidsbijdragen dat
minstens overeenstemt met wat in het kader van een reguliere minstens overeenstemt met wat in het kader van een reguliere
tewerkstelling in de sector zou zijn verschuldigd. tewerkstelling in de sector zou zijn verschuldigd.
Art. 4. Art. 4.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De wet van 16 november 2015 Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De wet van 16 november 2015
houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, die de flexi-jobs in houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, die de flexi-jobs in
het leven heeft geroepen, is in werking getreden op 1 december 2015. het leven heeft geroepen, is in werking getreden op 1 december 2015.
Aangezien de berekeningsregels die in dit besluit opgenomen zijn reeds Aangezien de berekeningsregels die in dit besluit opgenomen zijn reeds
vanaf deze datum door de administratie toegepast worden, is het vanaf deze datum door de administratie toegepast worden, is het
verantwoord om dit besluit ook vanaf 1 december 2015 uitwerking te verantwoord om dit besluit ook vanaf 1 december 2015 uitwerking te
laten hebben. laten hebben.
In zijn advies 60.101/1 heeft de Raad van State een opmerking gemaakt In zijn advies 60.101/1 heeft de Raad van State een opmerking gemaakt
over de terugwerkende kracht. De terugwerkende kracht wordt voor de over de terugwerkende kracht. De terugwerkende kracht wordt voor de
artikelen 1 en 2 verantwoord door het feit dat het ab initio de artikelen 1 en 2 verantwoord door het feit dat het ab initio de
intentie van de wetgever was om de prestaties geleverd in het kader intentie van de wetgever was om de prestaties geleverd in het kader
van een flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het van een flexi-job uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het
toekennen van de werkbonus en de patronale bijdrageverminderingen. De toekennen van de werkbonus en de patronale bijdrageverminderingen. De
administratie heeft dit dan ook vanaf het in voege treden van de administratie heeft dit dan ook vanaf het in voege treden van de
regelgeving op die manier toegepast. Het niet voorzien van een regelgeving op die manier toegepast. Het niet voorzien van een
retroactieve inwerkingtreding van deze artikelen zou de wil van de retroactieve inwerkingtreding van deze artikelen zou de wil van de
wetgever dus niet respecteren en zou de rechtszekerheid van de wetgever dus niet respecteren en zou de rechtszekerheid van de
betrokken werkgevers en werknemers schaden. betrokken werkgevers en werknemers schaden.
De terugwerkende kracht voor artikel 3 kan bovendien nog De terugwerkende kracht voor artikel 3 kan bovendien nog
gerechtvaardigd worden door het feit dat het bij dit besluit gerechtvaardigd worden door het feit dat het bij dit besluit
vastgelegde percentage enkel een eerder technische regel is om de RSZ vastgelegde percentage enkel een eerder technische regel is om de RSZ
een berekeningsbasis te geven. Hij legt echter geen rechten of een berekeningsbasis te geven. Hij legt echter geen rechten of
verplichtingen definitief vast, daar de werkgever steeds de aangifte verplichtingen definitief vast, daar de werkgever steeds de aangifte
kan wijzigen op basis van de werkelijke gegevens. In die zin is het kan wijzigen op basis van de werkelijke gegevens. In die zin is het
dan ook gerechtvaardigd dat de RSZ na publicatie van dit besluit deze dan ook gerechtvaardigd dat de RSZ na publicatie van dit besluit deze
regel kan toepassen op oudere aangiften. regel kan toepassen op oudere aangiften.
Art. 5. Art. 5.
Dit artikel behoeft geen verduidelijking. Dit artikel behoeft geen verduidelijking.
Wij hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
M. DE BLOCK M. DE BLOCK
RAAD VAN STATE RAAD VAN STATE
afdeling Wetgeving advies 60.101/1 van 11 oktober 2016 afdeling Wetgeving advies 60.101/1 van 11 oktober 2016
over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van de wet van over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van de wet van
16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor
wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke
besluiten met betrekking tot doelgroepverminderingen'. besluiten met betrekking tot doelgroepverminderingen'.
Op 12 september 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 12 september 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig Minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig
dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk
besluit "tot uitvoering van de wet van 16 november 2015 houdende besluit "tot uitvoering van de wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken voor wat de flexi-jobs betreft diverse bepalingen inzake sociale zaken voor wat de flexi-jobs betreft
en tot aanpassing van enkele koninklijke besluiten met betrekking tot en tot aanpassing van enkele koninklijke besluiten met betrekking tot
doelgroepverminderingen'. Het ontwerp is door de eerste kamer doelgroepverminderingen'. Het ontwerp is door de eerste kamer
onderzocht op 6 oktober 2016. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN onderzocht op 6 oktober 2016. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN
DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Patricia DE DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Patricia DE
SOMERE, staatsraden, Marc RIGAUX, assessor, en Wim GEURTS, griffier. SOMERE, staatsraden, Marc RIGAUX, assessor, en Wim GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Raf AERTGEERTS, eerste Het verslag is uitgebracht door Raf AERTGEERTS, eerste
auditeur-afdelingshoofd. De overeenstemming tussen de Franse en de auditeur-afdelingshoofd. De overeenstemming tussen de Franse en de
Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van
Wilfried VAN VAERENBERGH, staatsraad. Het advies, waarvan de tekst Wilfried VAN VAERENBERGH, staatsraad. Het advies, waarvan de tekst
hierna volgt, is gegeven op 11 oktober 2016. hierna volgt, is gegeven op 11 oktober 2016.
STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP
1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt
vooreerst ertoe de prestaties geleverd in het kader van een flexi-job vooreerst ertoe de prestaties geleverd in het kader van een flexi-job
uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen van uit te sluiten van de berekeningsbasis voor het toekennen van
RSZ-bijdrageverminderingen (artikelen 1 en 2 van het ontwerp). RSZ-bijdrageverminderingen (artikelen 1 en 2 van het ontwerp).
Daarnaast wordt, ter uitvoering van artikel 26 van de wet van 16 Daarnaast wordt, ter uitvoering van artikel 26 van de wet van 16
november 2015 "houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken', het november 2015 "houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken', het
percentage vastgelegd waarmee het flexiloon wordt verhoogd als basis percentage vastgelegd waarmee het flexiloon wordt verhoogd als basis
voor de berekening van de gewone socialezekerheidsbijdragen wanneer voor de berekening van de gewone socialezekerheidsbijdragen wanneer
een werknemer niet voldoet aan de voorwaarden voor het uitoefenen van een werknemer niet voldoet aan de voorwaarden voor het uitoefenen van
een flexi-job en toch als flexi-jobwerknemer wordt aangegeven in de een flexi-job en toch als flexi-jobwerknemer wordt aangegeven in de
trimestriële aangifte bepaald bij artikel 21 van de wet van 27 juni trimestriële aangifte bepaald bij artikel 21 van de wet van 27 juni
1969 "tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 1969 "tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders' (artikel 3). betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders' (artikel 3).
Het te nemen besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2015 Het te nemen besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2015
(artikel 4). (artikel 4).
2. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door artikel 2, § 2, 2. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door artikel 2, § 2,
vierde lid, van de wet van 20 december 1999 "tot toekenning van een vierde lid, van de wet van 20 december 1999 "tot toekenning van een
werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke
bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan
sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering' sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering'
(artikel 1 van het ontwerp), artikel 331, vijfde lid, van de (artikel 1 van het ontwerp), artikel 331, vijfde lid, van de
Programmawet (I) van 24 december 2002 (artikel 2) en artikel 26 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 (artikel 2) en artikel 26 van de
wet van 16 november 2015 "houdende diverse bepalingen inzake sociale wet van 16 november 2015 "houdende diverse bepalingen inzake sociale
zaken' (artikel 3). Uit hetgeen voorafgaat volgt dat in het eerste lid zaken' (artikel 3). Uit hetgeen voorafgaat volgt dat in het eerste lid
van de aanhef van het ontwerp de verwijzing naar de rechtsgrond van de aanhef van het ontwerp de verwijzing naar de rechtsgrond
biedende bepaling moet worden gepreciseerd. Bovendien moet in het biedende bepaling moet worden gepreciseerd. Bovendien moet in het
eerste en het tweede lid van de aanhef de wetshistoriek van de erin eerste en het tweede lid van de aanhef de wetshistoriek van de erin
vermelde bepalingen worden weergegeven. vermelde bepalingen worden weergegeven.
ONDERZOEK VAN DE TEKST ONDERZOEK VAN DE TEKST
Artikel 4 Artikel 4
3. Artikel 4 van het ontwerp bepaalt dat het te nemen besluit 3. Artikel 4 van het ontwerp bepaalt dat het te nemen besluit
uitwerking heeft met ingang van 1 december 2015. uitwerking heeft met ingang van 1 december 2015.
Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is slechts onder Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is slechts onder
bepaalde voorwaarden toelaatbaar, namelijk ingeval voor de bepaalde voorwaarden toelaatbaar, namelijk ingeval voor de
retroactiviteit een wettelijke machtiging bestaat, de retroactiviteit retroactiviteit een wettelijke machtiging bestaat, de retroactiviteit
betrekking heeft op een regeling die met inachtneming van het betrekking heeft op een regeling die met inachtneming van het
gelijkheidsbeginsel voordelen toekent of in zoverre de retroactiviteit gelijkheidsbeginsel voordelen toekent of in zoverre de retroactiviteit
noodzakelijk is voor de goede werking van de diensten en erdoor, in noodzakelijk is voor de goede werking van de diensten en erdoor, in
beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast. Enkel indien de beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast. Enkel indien de
retroactiviteit van de ontworpen regeling in één van de opgesomde retroactiviteit van de ontworpen regeling in één van de opgesomde
gevallen valt in te passen kan deze worden gebillijkt. gevallen valt in te passen kan deze worden gebillijkt.
Het verslag aan de Koning bij het ontworpen besluit vermeldt met Het verslag aan de Koning bij het ontworpen besluit vermeldt met
betrekking tot artikel 4 van het ontwerp het volgende: "Dit artikel betrekking tot artikel 4 van het ontwerp het volgende: "Dit artikel
regelt de inwerkingtreding. De wet van 16 november 2015 houdende regelt de inwerkingtreding. De wet van 16 november 2015 houdende
diverse bepalingen inzake sociale zaken, die de flexi-jobs in het diverse bepalingen inzake sociale zaken, die de flexi-jobs in het
leven heeft geroepen, is in werking getreden op 1 december 2015. leven heeft geroepen, is in werking getreden op 1 december 2015.
Aangezien de berekeningsregels die in dit besluit opgenomen zijn reeds Aangezien de berekeningsregels die in dit besluit opgenomen zijn reeds
vanaf deze datum door de administratie toegepast worden, is het vanaf deze datum door de administratie toegepast worden, is het
verantwoord om dit besluit ook vanaf 1 december 2015 uitwerking te verantwoord om dit besluit ook vanaf 1 december 2015 uitwerking te
laten hebben." laten hebben."
De gemachtigde heeft in dat verband nog de volgende verduidelijking De gemachtigde heeft in dat verband nog de volgende verduidelijking
verstrekt: "Indien de werkgever ten onrechte een werknemer als verstrekt: "Indien de werkgever ten onrechte een werknemer als
flexijobber aangeeft krijgt hij hierover in zijn Dimona-notificatie flexijobber aangeeft krijgt hij hierover in zijn Dimona-notificatie
een foutmelding. De werkgever dient dan de werknemer als gewone een foutmelding. De werkgever dient dan de werknemer als gewone
werknemer op zijn kwartaalaangifte te zetten, en dit dus met gewone werknemer op zijn kwartaalaangifte te zetten, en dit dus met gewone
bijdragen op het werkelijke brutoloon. Doet hij dit niet, dan krijgt bijdragen op het werkelijke brutoloon. Doet hij dit niet, dan krijgt
hij andermaal een foutmelding, maar nu op het niveau van de DmfA. De hij andermaal een foutmelding, maar nu op het niveau van de DmfA. De
werkgever kan vervolgens zijn aangifte zelf rechtzetten. Indien de werkgever kan vervolgens zijn aangifte zelf rechtzetten. Indien de
werkgever dit nalaat, kan de RSZ zelf de benodigde rechtzettingen werkgever dit nalaat, kan de RSZ zelf de benodigde rechtzettingen
doen. De RSZ zal dan de werknemer als gewone werknemer aangeven. doen. De RSZ zal dan de werknemer als gewone werknemer aangeven.
Aangezien de RSZ op dat moment het werkelijke brutoloon niet kent, kan Aangezien de RSZ op dat moment het werkelijke brutoloon niet kent, kan
zij dit doen door het flexiloon, dat een nettoloon is, met een zij dit doen door het flexiloon, dat een nettoloon is, met een
bepaalde factor te verhogen. Deze factor wordt bij dit KB vastgelegd. bepaalde factor te verhogen. Deze factor wordt bij dit KB vastgelegd.
Indien de werkgever met de door de RSZ gebruikte berekeningsbasis niet Indien de werkgever met de door de RSZ gebruikte berekeningsbasis niet
akkoord is, kan hij nog steeds zelf de aangifte wijzigen naar een akkoord is, kan hij nog steeds zelf de aangifte wijzigen naar een
aangifte op basis van het werkelijke brutoloon. De bij dit KB aangifte op basis van het werkelijke brutoloon. De bij dit KB
vastgelegde factor is dus enkel een eerder technische regel om de RSZ vastgelegde factor is dus enkel een eerder technische regel om de RSZ
een berekeningsbasis te geven - ze legt echter geen rechten of een berekeningsbasis te geven - ze legt echter geen rechten of
verplichtingen definitief vast, daar de werkgever steeds de aangifte verplichtingen definitief vast, daar de werkgever steeds de aangifte
kan wijzigen op basis van de werkelijke gegevens. In die zin is het kan wijzigen op basis van de werkelijke gegevens. In die zin is het
dan ook gerechtvaardigd dat de RSZ na publicatie van dit KB deze regel dan ook gerechtvaardigd dat de RSZ na publicatie van dit KB deze regel
kan toepassen op oudere aangiften." kan toepassen op oudere aangiften."
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het niet volstaat dat de Vooreerst moet worden opgemerkt dat het niet volstaat dat de
berekeningsregels reeds vanaf 1 december 2015 feitelijk door de berekeningsregels reeds vanaf 1 december 2015 feitelijk door de
administratie worden toegepast opdat de terugwerkende kracht van het administratie worden toegepast opdat de terugwerkende kracht van het
besluit zou kunnen worden gebillijkt. Voorts moet worden vastgesteld besluit zou kunnen worden gebillijkt. Voorts moet worden vastgesteld
dat de door de gemachtigde gegeven verduidelijking enkel betrekking dat de door de gemachtigde gegeven verduidelijking enkel betrekking
lijkt te hebben op artikel 3 van het ontwerp. lijkt te hebben op artikel 3 van het ontwerp.
Terwijl voor laatstgenoemd artikel de terugwerkende kracht wel Terwijl voor laatstgenoemd artikel de terugwerkende kracht wel
degelijk lijkt te kunnen worden aanvaard, ermee rekening houdend dat degelijk lijkt te kunnen worden aanvaard, ermee rekening houdend dat
zonder het bepalen van het erin vermelde percentage artikel 26 van de zonder het bepalen van het erin vermelde percentage artikel 26 van de
wet van 16 november 2015, dat in werking is getreden op 1 december wet van 16 november 2015, dat in werking is getreden op 1 december
2015, geen uitwerking kan hebben, worden er integendeel voor de 2015, geen uitwerking kan hebben, worden er integendeel voor de
artikelen 1 en 2 van het ontwerp geen deugdelijke argumenten artikelen 1 en 2 van het ontwerp geen deugdelijke argumenten
aangevoerd, in het licht van de hiervoor vermelde gevallen waarin aangevoerd, in het licht van de hiervoor vermelde gevallen waarin
terugwerkende kracht mogelijk is, die de terugwerkende kracht ervan terugwerkende kracht mogelijk is, die de terugwerkende kracht ervan
zouden kunnen billijken. Wat laatstgenoemde artikelen betreft dient zouden kunnen billijken. Wat laatstgenoemde artikelen betreft dient
dan ook op dat punt een voorbehoud te worden gemaakt. dan ook op dat punt een voorbehoud te worden gemaakt.
DE GRIFFIER, DE GRIFFIER,
Wim GEURTS Wim GEURTS
DE VOORZITTER, DE VOORZITTER,
Marnix VAN DAMME Marnix VAN DAMME
13 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 13 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van
16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor
wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke wat de flexi-jobs betreft en tot aanpassing van enkele koninklijke
besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale besluiten met betrekking tot de verminderingen van de sociale
zekerheidsbijdragen zekerheidsbijdragen
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus Gelet op de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus
onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van
sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige
werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, artikel werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, artikel
2, § 2, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014; 2, § 2, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014;
Gelet op de Programmawet (I) van 24 december 2002, artikel 331, vijfde Gelet op de Programmawet (I) van 24 december 2002, artikel 331, vijfde
lid, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003; lid, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;
Gelet op de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen Gelet op de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen
inzake sociale zaken, artikel 26; inzake sociale zaken, artikel 26;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van
artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een
werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke
bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan
sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering; sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het
Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I),
betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen
inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen; inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10
maart 2016; maart 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 22 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 22
april 2016; april 2016;
Gelet op het advies nr. 1.989 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op Gelet op het advies nr. 1.989 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op
19 juli 2016; 19 juli 2016;
Gelet op advies 60.101/1 van de Raad van State, gegeven op 11 oktober Gelet op advies 60.101/1 van de Raad van State, gegeven op 11 oktober
2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Werk en van de Minister van Op de voordracht van de Minister van Werk en van de Minister van
Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 17

Artikel 1.In artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 17

januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december
1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een
vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan
werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het
slachtoffer waren van een herstructurering, wordt de definitie van de slachtoffer waren van een herstructurering, wordt de definitie van de
factor J aangevuld als volgt : factor J aangevuld als volgt :
« , en met uitsluiting van de prestaties geleverd in het kader van de « , en met uitsluiting van de prestaties geleverd in het kader van de
in artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse in artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse
bepalingen inzake sociale zaken bedoelde flexi-jobarbeidsovereenkomst, bepalingen inzake sociale zaken bedoelde flexi-jobarbeidsovereenkomst,
en met uitsluiting van de in artikel 3, 5°, van voormelde wet bedoelde en met uitsluiting van de in artikel 3, 5°, van voormelde wet bedoelde
overuren in de horeca-sector. » overuren in de horeca-sector. »

Art. 2.Artikel 2, 2°, a), eerste zin, van het koninklijk besluit van

Art. 2.Artikel 2, 2°, a), eerste zin, van het koninklijk besluit van

16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de
programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en
vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale
zekerheidsbijdragen wordt aangevuld als volgt : zekerheidsbijdragen wordt aangevuld als volgt :
« , en met uitsluiting van de prestaties geleverd in het kader van de « , en met uitsluiting van de prestaties geleverd in het kader van de
in artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse in artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse
bepalingen inzake sociale zaken bedoelde bepalingen inzake sociale zaken bedoelde
flexi-job-arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van de in artikel 3, flexi-job-arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van de in artikel 3,
5°, van dezelfde wet bedoelde overuren in de horeca-sector. » 5°, van dezelfde wet bedoelde overuren in de horeca-sector. »

Art. 3.Het percentage bedoeld in artikel 26 van de wet van 16

Art. 3.Het percentage bedoeld in artikel 26 van de wet van 16

november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken wordt november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken wordt
vastgelegd op 125 %. vastgelegd op 125 %.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2015.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2015.

Art. 5.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor

Art. 5.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor

Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 december 2016. Gegeven te Brussel, 13 december 2016.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE BLOCK Mevr. M. DE BLOCK
^