Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de vaststelling van zijn statuten | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de vaststelling van zijn statuten |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari |
2017, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, | 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, |
tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober | tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober |
2016 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en | 2016 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en |
de vaststelling van zijn statuten (1) | de vaststelling van zijn statuten (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
begrafenisondernemingen; | begrafenisondernemingen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017, |
gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot | gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, tot |
vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 | vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 |
betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de | betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de |
vaststelling van zijn statuten. | vaststelling van zijn statuten. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 12 november 2017. | Gegeven te Brussel, 12 november 2017. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen | Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2017 |
Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 | Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 |
betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de | betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de |
vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 6 maart | vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 6 maart |
2017 onder het nummer 138203/CO/320) | 2017 onder het nummer 138203/CO/320) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder | werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder |
het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. | het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. |
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke | onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke |
bedienden, de mannelijke en vrouwelijke arbeid(st)ers. | bedienden, de mannelijke en vrouwelijke arbeid(st)ers. |
TITEL I. Oprichting | TITEL I. Oprichting |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, bij |
Art. 2.Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, bij |
toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid richt een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan | bestaanszekerheid richt een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan |
de statuten hierna zijn vastgesteld. | de statuten hierna zijn vastgesteld. |
TITEL II. Statuten | TITEL II. Statuten |
I. - Benaming en maatschappelijke zetel | I. - Benaming en maatschappelijke zetel |
Art. 3.Er wordt met ingang van 1 januari 2005 een fonds voor |
Art. 3.Er wordt met ingang van 1 januari 2005 een fonds voor |
bestaanszekerheid opgericht genaamd "Waarborg- en Sociaal Fonds voor | bestaanszekerheid opgericht genaamd "Waarborg- en Sociaal Fonds voor |
de begrafenisondernemingen". | de begrafenisondernemingen". |
Art. 4.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te |
Art. 4.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te |
Gasthuisstraat 31 bus 2, 1000 Brussel. | Gasthuisstraat 31 bus 2, 1000 Brussel. |
II. - Doel | II. - Doel |
Art. 5.Het fonds heeft tot doel : |
Art. 5.Het fonds heeft tot doel : |
1° het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking; | 1° het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking; |
2° het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de werknemers | 2° het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de werknemers |
en werkneemsters van de begrafenisondernemingen; | en werkneemsters van de begrafenisondernemingen; |
3° de uitkering van deze voordelen te verzekeren; | 3° de uitkering van deze voordelen te verzekeren; |
4° de uitvoering te verzekeren van de maatregelen ten voordele van de | 4° de uitvoering te verzekeren van de maatregelen ten voordele van de |
werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen; | werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen; |
5° de uitvoering te verzekeren van een sectoraal aanvullend pensioen | 5° de uitvoering te verzekeren van een sectoraal aanvullend pensioen |
in het kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende | in het kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende |
pensioenen en het fiscaal stelsel ervan. | pensioenen en het fiscaal stelsel ervan. |
III. - Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen | III. - Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen |
Art. 6.De in artikel 2 bedoelde werknemers hebben recht op |
Art. 6.De in artikel 2 bedoelde werknemers hebben recht op |
aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds waarvan de aard, | aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds waarvan de aard, |
het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten | het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten |
worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in | worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in |
het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen en algemeen | het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen en algemeen |
verbindend verklaard bij koninklijk besluit. | verbindend verklaard bij koninklijk besluit. |
Art. 7.De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen |
Art. 7.De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen |
geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de | geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de |
bijdragen welke hem zijn opgelegd. | bijdragen welke hem zijn opgelegd. |
IV. - Beheer | IV. - Beheer |
Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer welke |
Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer welke |
paritair is samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en de | paritair is samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en de |
werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de | werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de |
begrafenisondernemingen. | begrafenisondernemingen. |
Deze raad bestaat uit acht leden, te weten : vier afgevaardigden van | Deze raad bestaat uit acht leden, te weten : vier afgevaardigden van |
de werkgevers en vier afgevaardigden van de werknemers. De leden van | de werkgevers en vier afgevaardigden van de werknemers. De leden van |
de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor de | de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor de |
begrafenisondernemingen onder de gewone of plaatsvervangende leden van | begrafenisondernemingen onder de gewone of plaatsvervangende leden van |
dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van | dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van |
het paritair comité. In dat geval worden zij vervangen door een lid | het paritair comité. In dat geval worden zij vervangen door een lid |
van het paritair comité dat behoort tot dezelfde groep als het lid | van het paritair comité dat behoort tot dezelfde groep als het lid |
waarvan het mandaat een einde nam. | waarvan het mandaat een einde nam. |
Art. 9.De raad van beheer duidt in zijn midden de voorzitter aan |
Art. 9.De raad van beheer duidt in zijn midden de voorzitter aan |
onder de vertegenwoordiging van de werknemers. | onder de vertegenwoordiging van de werknemers. |
Art. 10.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de |
Art. 10.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de |
voorzitter. De voorzitter is gehouden de raad minstens éénmaal per | voorzitter. De voorzitter is gehouden de raad minstens éénmaal per |
jaar bijeen te roepen en telkens wanneer twee leden van de raad erom | jaar bijeen te roepen en telkens wanneer twee leden van de raad erom |
verzoeken. | verzoeken. |
De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden | De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden |
opgemaakt door de door de raad van beheer aangewezen secretaris en | opgemaakt door de door de raad van beheer aangewezen secretaris en |
ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten. | ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten. |
De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of | De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of |
door twee beheerders. De beslissingen worden éénparig genomen. Opdat | door twee beheerders. De beslissingen worden éénparig genomen. Opdat |
de stemming geldig weze, moeten minstens vier leden aanwezig zijn, | de stemming geldig weze, moeten minstens vier leden aanwezig zijn, |
waarvan de helft de werkgevers en de andere helft de werknemers | waarvan de helft de werkgevers en de andere helft de werknemers |
vertegenwoordigt. Er kan slechts worden gestemd over de punten welke | vertegenwoordigt. Er kan slechts worden gestemd over de punten welke |
op de agenda voorkomen. | op de agenda voorkomen. |
Art. 11.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en |
Art. 11.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en |
alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede | alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede |
werking. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het | werking. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het |
beheer en de leiding van het fonds. | beheer en de leiding van het fonds. |
De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in | De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in |
rechte bij monde van de voorzitter of de daartoe aangestelde | rechte bij monde van de voorzitter of de daartoe aangestelde |
afgevaardigde beheerder. | afgevaardigde beheerder. |
De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun | De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun |
mandaat. Zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wegens hun | mandaat. Zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wegens hun |
beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. | beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. |
Art. 12.De raad van beheer kan zijn bevoegdheden geheel of ten dele |
Art. 12.De raad van beheer kan zijn bevoegdheden geheel of ten dele |
overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. | overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. |
Art. 13.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks door de |
Art. 13.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks door de |
raad van beheer vastgesteld. | raad van beheer vastgesteld. |
V. - Financiering | V. - Financiering |
Art. 14.§ 1. De bijdrage van de werkgevers wordt percentsgewijze |
Art. 14.§ 1. De bijdrage van de werkgevers wordt percentsgewijze |
vastgesteld op de brutolonen welke in aanmerking worden genomen bij | vastgesteld op de brutolonen welke in aanmerking worden genomen bij |
het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen en aangevuld met een | het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen en aangevuld met een |
forfaitair bedrag. | forfaitair bedrag. |
§ 2. Het bedrag van de in artikel 14, § 1 bedoelde bijdragen wordt | § 2. Het bedrag van de in artikel 14, § 1 bedoelde bijdragen wordt |
vastgesteld op 12,90 pct., bestemd voor de financiering van een | vastgesteld op 12,90 pct., bestemd voor de financiering van een |
syndicale premie, de opleidingsinitiatieven voor alle werknemers, de | syndicale premie, de opleidingsinitiatieven voor alle werknemers, de |
eindejaarspremie en de administratiekosten. | eindejaarspremie en de administratiekosten. |
§ 3. Het bedrag van de in artikel 14, § 2 bedoelde bijdrage wordt | § 3. Het bedrag van de in artikel 14, § 2 bedoelde bijdrage wordt |
verhoogd met 0,10 pct. voor de financiering van de risicogroepen. | verhoogd met 0,10 pct. voor de financiering van de risicogroepen. |
Art. 15.Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij de |
Art. 15.Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij de |
collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het bevoegde paritair | collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het bevoegde paritair |
comité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. | comité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. |
Art. 16.De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
Art. 16.De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst |
voor Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 | voor Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 |
januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
VI. - Balans en rekeningen | VI. - Balans en rekeningen |
Art. 17.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december |
Art. 17.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december |
van hetzelfde jaar. | van hetzelfde jaar. |
Art. 18.Elk jaar, op 31 december, worden de balans en de rekeningen |
Art. 18.Elk jaar, op 31 december, worden de balans en de rekeningen |
van het afgelopen dienstjaar afgesloten. | van het afgelopen dienstjaar afgesloten. |
De balans en de rekeningen moeten op gebied van boekhouding duidelijk | De balans en de rekeningen moeten op gebied van boekhouding duidelijk |
zijn omschreven. | zijn omschreven. |
VII. - Toezicht | VII. - Toezicht |
Art. 19.De raad van beheer alsmede de, bij toepassing van artikel 12 |
Art. 19.De raad van beheer alsmede de, bij toepassing van artikel 12 |
van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, door het Paritair Comité voor de | bestaanszekerheid, door het Paritair Comité voor de |
begrafenisondernemingen aangewezen persoon brengen jaarlijks ieder een | begrafenisondernemingen aangewezen persoon brengen jaarlijks ieder een |
schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens | schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens |
het verlopen jaar. De balans met hogergenoemde schriftelijke verslagen | het verlopen jaar. De balans met hogergenoemde schriftelijke verslagen |
moeten uiterlijk gedurende de maand juni tot goedkeuring aan het | moeten uiterlijk gedurende de maand juni tot goedkeuring aan het |
Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen worden voorgelegd. | Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen worden voorgelegd. |
VIII. - Ontbinding en vereffening | VIII. - Ontbinding en vereffening |
Art. 20.De ontbinding van het fonds wordt door het Paritair Comité |
Art. 20.De ontbinding van het fonds wordt door het Paritair Comité |
voor de begrafenisondernemingen uitgesproken. | voor de begrafenisondernemingen uitgesproken. |
Het comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van | Het comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van |
het fonds, na kwijting van het passief, door aan deze goederen en | het fonds, na kwijting van het passief, door aan deze goederen en |
waarden een bestemming te geven die overeenkomt met het doel waartoe | waarden een bestemming te geven die overeenkomt met het doel waartoe |
het fonds is opgericht. | het fonds is opgericht. |
Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen wijst de in | Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen wijst de in |
artikel 8 bedoelde leden van de raad van beheer als vereffenaars aan. | artikel 8 bedoelde leden van de raad van beheer als vereffenaars aan. |
TITEL III. Slotbepalingen | TITEL III. Slotbepalingen |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 (registratienummer | arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2016 (registratienummer |
136301/CO/320). | 136301/CO/320). |
Zij treedt in werking op 1 januari 2017 en is gesloten voor een | Zij treedt in werking op 1 januari 2017 en is gesloten voor een |
onbepaalde tijd. | onbepaalde tijd. |
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging | Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging |
van zes maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, | van zes maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, |
gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de | gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de |
begrafenisondernemingen. | begrafenisondernemingen. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november |
2017. | 2017. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |