Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector | Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van | 12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van |
gelegenheidswerknemers in de horecasector | gelegenheidswerknemers in de horecasector |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe | Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe |
Majesteit voorleggen heeft tot doel wijzigingen aan te brengen in het | Majesteit voorleggen heeft tot doel wijzigingen aan te brengen in het |
koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van | koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van |
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het | betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het |
koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een | koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel |
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale | 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensioenstelsels met het oog op het invoeren van een nieuwe regeling | pensioenstelsels met het oog op het invoeren van een nieuwe regeling |
voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca. | voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca. |
De bestaande regeling voor gelegenheidswerknemers in de horeca werd | De bestaande regeling voor gelegenheidswerknemers in de horeca werd |
destijds ingevoerd om een betere sociale bescherming en meer | destijds ingevoerd om een betere sociale bescherming en meer |
werkzekerheid te bieden aan de werknemers met kortlopende contracten. | werkzekerheid te bieden aan de werknemers met kortlopende contracten. |
De wijzigingen die vandaag worden doorgevoerd aan het bestaande | De wijzigingen die vandaag worden doorgevoerd aan het bestaande |
systeem kaderen in dezelfde optiek, in die zin dat het aantal | systeem kaderen in dezelfde optiek, in die zin dat het aantal |
mogelijke forfaits wordt beperkt, wat de duidelijkheid van het systeem | mogelijke forfaits wordt beperkt, wat de duidelijkheid van het systeem |
ten goede komt, zowel voor werkgevers als werknemers. | ten goede komt, zowel voor werkgevers als werknemers. |
Daarnaast wordt een contingent van dagen ingevoerd, waarbinnen de | Daarnaast wordt een contingent van dagen ingevoerd, waarbinnen de |
werknemer en de werkgever in het voordelige statuut kunnen werken. | werknemer en de werkgever in het voordelige statuut kunnen werken. |
Wie daarna verder werkt in het statuut, kan dit doen, zij het onder | Wie daarna verder werkt in het statuut, kan dit doen, zij het onder |
minder voordelige voorwaarden. | minder voordelige voorwaarden. |
Dit heeft voor gevolg dat dit specifieke, voor de werknemer minder | Dit heeft voor gevolg dat dit specifieke, voor de werknemer minder |
zekere statuut, minder sterk wordt aangemoedigd. Het doel hiervan is | zekere statuut, minder sterk wordt aangemoedigd. Het doel hiervan is |
te voorkomen dat werknemers het hele jaar door in dit onzekere statuut | te voorkomen dat werknemers het hele jaar door in dit onzekere statuut |
worden tewerkgesteld, en geen uitzicht krijgen op een eventuele vaste | worden tewerkgesteld, en geen uitzicht krijgen op een eventuele vaste |
betrekking. | betrekking. |
Het feit dat de voorgestelde regeling afwijkt van van de andere sector | Het feit dat de voorgestelde regeling afwijkt van van de andere sector |
met occasionele arbeid, de land- en tuinbouw, is te wijten aan | met occasionele arbeid, de land- en tuinbouw, is te wijten aan |
specificiteiten eigen aan de sector van de horeca. | specificiteiten eigen aan de sector van de horeca. |
Het feit dat de horeca een aangifte systeem in uren heeft, naast een | Het feit dat de horeca een aangifte systeem in uren heeft, naast een |
dagaangifte zoals ook in de land- en tuinbouw, is te verklaren door | dagaangifte zoals ook in de land- en tuinbouw, is te verklaren door |
het feit dat een werkgever in de horeca soms te maken krijgt met grote | het feit dat een werkgever in de horeca soms te maken krijgt met grote |
groepen die occasioneel de zaak bezoeken, wat een meerwerk veroorzaakt | groepen die occasioneel de zaak bezoeken, wat een meerwerk veroorzaakt |
van enkele uren, doch onvoldoende is voor een volledige arbeidsdag. | van enkele uren, doch onvoldoende is voor een volledige arbeidsdag. |
In de land- en tuinbouw doen dergelijke situaties zich niet voor, | In de land- en tuinbouw doen dergelijke situaties zich niet voor, |
aangezien men daar eerder werkt in de klassieke oogstperiodes, tijdens | aangezien men daar eerder werkt in de klassieke oogstperiodes, tijdens |
dewelke men een hele dag door werkt. Men heeft daar geen nood aan deze | dewelke men een hele dag door werkt. Men heeft daar geen nood aan deze |
specifieke, zeer korte overeenkomsten. | specifieke, zeer korte overeenkomsten. |
Het ontwerp voorziet dat het contigent van 50 dagen voorzien voor | Het ontwerp voorziet dat het contigent van 50 dagen voorzien voor |
studentenarbeid kan worden gecombineerd met occasionele arbeid in de | studentenarbeid kan worden gecombineerd met occasionele arbeid in de |
horeca en occasionele arbeid in de land- en tuinbouw door éénzelfde | horeca en occasionele arbeid in de land- en tuinbouw door éénzelfde |
werknemer. Gelegenheidsarbeid in de horeca en occasionele arbeid in de | werknemer. Gelegenheidsarbeid in de horeca en occasionele arbeid in de |
land- en tuinbouw kan slechts ten belope van 65 dagen gecombineerd | land- en tuinbouw kan slechts ten belope van 65 dagen gecombineerd |
worden. | worden. |
Anderzijds kan men de voordelen van twee bijzondere statuten niet meer | Anderzijds kan men de voordelen van twee bijzondere statuten niet meer |
combineren. Zo zal een student die eerst 50 dagen werkt in de horeca | combineren. Zo zal een student die eerst 50 dagen werkt in de horeca |
solidariteitsbijdrage betalen op zijn reële loon of de normale | solidariteitsbijdrage betalen op zijn reële loon of de normale |
forfaits in de horeca en zal hij voor die dagen geen gebruik kunnen | forfaits in de horeca en zal hij voor die dagen geen gebruik kunnen |
maken van de voordeliger forfaits van de gelegenheidswerknemers, ook | maken van de voordeliger forfaits van de gelegenheidswerknemers, ook |
al werkt hij in gelijkaardige omstandigheden. | al werkt hij in gelijkaardige omstandigheden. |
Vervolgens voert het ontwerp een jaarlijks contingent in van 50 dagen | Vervolgens voert het ontwerp een jaarlijks contingent in van 50 dagen |
voor werknemers die als gelegenheidswerknemer in de horeca worden | voor werknemers die als gelegenheidswerknemer in de horeca worden |
tewerkgesteld. De werkgevers beschikken eveneens over een jaarlijks | tewerkgesteld. De werkgevers beschikken eveneens over een jaarlijks |
contingent van 100 dagen, gedurende welke ze gelegenheidswerknemers | contingent van 100 dagen, gedurende welke ze gelegenheidswerknemers |
kunnen tewerkstellen en aangeven op basis van de door dit besluit | kunnen tewerkstellen en aangeven op basis van de door dit besluit |
ingestelde forfaitaire bedragen. Bovenop het contingent van 50 dagen | ingestelde forfaitaire bedragen. Bovenop het contingent van 50 dagen |
kan een werknemer nog als gelegenheidswerknemer tewerkgesteld worden, | kan een werknemer nog als gelegenheidswerknemer tewerkgesteld worden, |
maar dan is de werkgever de gewone werkgeversbijdragen verschuldigd op | maar dan is de werkgever de gewone werkgeversbijdragen verschuldigd op |
het reële loon. Ook kan een werkgever uit de horecasector bovenop het | het reële loon. Ook kan een werkgever uit de horecasector bovenop het |
contingent van 100 dagen nog gelegenheidswerknemers in de zin van het | contingent van 100 dagen nog gelegenheidswerknemers in de zin van het |
arbeidsrecht tewerkstellen mits hij die als gewone werknemers | arbeidsrecht tewerkstellen mits hij die als gewone werknemers |
aangeeft. Voor deze dagen kunnen ze dus geen gebruik maken van de | aangeeft. Voor deze dagen kunnen ze dus geen gebruik maken van de |
forfaits van 7,5 euro per uur en 45 euro per dag. | forfaits van 7,5 euro per uur en 45 euro per dag. |
Een werknemer tewerkgesteld via een uitzendkantoor bij een gebruiker | Een werknemer tewerkgesteld via een uitzendkantoor bij een gebruiker |
in de horeca wordt aangerekend op het contingent van de gebruiker. | in de horeca wordt aangerekend op het contingent van de gebruiker. |
De bestaande definitie van een gelegenheidswerknemer in de horeca | De bestaande definitie van een gelegenheidswerknemer in de horeca |
blijft onveranderd een werknemer met wie de werkgever een | blijft onveranderd een werknemer met wie de werkgever een |
arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven | arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven |
werk sluit van maximaal 2 opeenvolgende dagen. | werk sluit van maximaal 2 opeenvolgende dagen. |
Voor de aangifte in Dimona heeft de werkgever de mogelijkheid om de | Voor de aangifte in Dimona heeft de werkgever de mogelijkheid om de |
gelegenheidswerknemer aan te geven, ofwel met het tijdstip van het | gelegenheidswerknemer aan te geven, ofwel met het tijdstip van het |
begin van de prestatie en het tijdstip van het einde van de prestatie | begin van de prestatie en het tijdstip van het einde van de prestatie |
(aangifte per uur), ofwel met het tijdstip van het begin van de | (aangifte per uur), ofwel met het tijdstip van het begin van de |
prestatie in het geval van een dagblok (dagaangifte). | prestatie in het geval van een dagblok (dagaangifte). |
Voor beide wijzen van aangifte gelden specifieke forfaits. Het | Voor beide wijzen van aangifte gelden specifieke forfaits. Het |
maximumforfait bedraagt 45 euro. | maximumforfait bedraagt 45 euro. |
Dit houdt een aanzienlijke vereenvoudiging van het bestaande systeem | Dit houdt een aanzienlijke vereenvoudiging van het bestaande systeem |
in, aangezien er nog slechts 2 basisforfaits overblijven. | in, aangezien er nog slechts 2 basisforfaits overblijven. |
De eindbepaling van het ontwerp van koninklijk besluit stelt dat de | De eindbepaling van het ontwerp van koninklijk besluit stelt dat de |
nieuwe regelgeving in werking treedt op 1 oktober 2013. De | nieuwe regelgeving in werking treedt op 1 oktober 2013. De |
arbeidsprestaties die de gelegenheidswerknemer in de periode van 1 | arbeidsprestaties die de gelegenheidswerknemer in de periode van 1 |
januari 2013 tot en met 30 september 2013 heeft verricht, komen dus | januari 2013 tot en met 30 september 2013 heeft verricht, komen dus |
niet in aanmerking voor de toepassing van het ontwerp van regelgeving. | niet in aanmerking voor de toepassing van het ontwerp van regelgeving. |
Dit geldt ook voor het inzetten van een gelegenheidswerknemer door een | Dit geldt ook voor het inzetten van een gelegenheidswerknemer door een |
bedrijf uit de horecasector. | bedrijf uit de horecasector. |
De gelegenheidswerknemer en het bedrijf uit de horecasector zullen die | De gelegenheidswerknemer en het bedrijf uit de horecasector zullen die |
nieuwe contingenten volledig kunnen gebruiken in 2013, gedurende het | nieuwe contingenten volledig kunnen gebruiken in 2013, gedurende het |
4e kwartaal. Die contingenten van 50 en 100 dagen gelden immers voor | 4e kwartaal. Die contingenten van 50 en 100 dagen gelden immers voor |
een burgerlijk jaar. Het betrokken aantal dagen zal dan ook niet | een burgerlijk jaar. Het betrokken aantal dagen zal dan ook niet |
worden geproratiseerd in 2013. | worden geproratiseerd in 2013. |
Artikelsgewijze bespreking | Artikelsgewijze bespreking |
Artikel 1. | Artikel 1. |
Dit artikel heeft tot doel een cumulbeperking tussen contingenten van | Dit artikel heeft tot doel een cumulbeperking tussen contingenten van |
bijzondere statuten in de horeca, de landbouw en de tuinbouw te | bijzondere statuten in de horeca, de landbouw en de tuinbouw te |
herstellen. | herstellen. |
Art. 2. | Art. 2. |
Dit artikel heeft tot doel de bestaande cumulbeperking tussen het | Dit artikel heeft tot doel de bestaande cumulbeperking tussen het |
contingent van de studentenarbeid en dat van de land- en tuinbouw af | contingent van de studentenarbeid en dat van de land- en tuinbouw af |
te schaffen. | te schaffen. |
Art. 3. | Art. 3. |
Dit artikel heeft tot doel het bestaande statuut van | Dit artikel heeft tot doel het bestaande statuut van |
gelegenheidsarbeid in de horeca te schrappen. | gelegenheidsarbeid in de horeca te schrappen. |
Art. 4. | Art. 4. |
Dit artikel heeft tot doel het nieuwe statuut van | Dit artikel heeft tot doel het nieuwe statuut van |
gelegenheidswerknemer in de horeca te definiëren. | gelegenheidswerknemer in de horeca te definiëren. |
Hierbij wordt de bestaande basisdefinitie gehanteerd, maar wordt nu | Hierbij wordt de bestaande basisdefinitie gehanteerd, maar wordt nu |
een jaarlijks contingent ingevoerd van 50 dagen per | een jaarlijks contingent ingevoerd van 50 dagen per |
gelegenheidswerknemer en 100 dagen per werkgever uit de horeca. | gelegenheidswerknemer en 100 dagen per werkgever uit de horeca. |
Dit artikel herneemt tevens de sancties uit de bestaande regeling voor | Dit artikel herneemt tevens de sancties uit de bestaande regeling voor |
occasionele arbeid in de horeca. Bovendien wordt een nieuwe sanctie | occasionele arbeid in de horeca. Bovendien wordt een nieuwe sanctie |
ingevoerd voor de werkgever die een occasionele werknemer voor meer | ingevoerd voor de werkgever die een occasionele werknemer voor meer |
dagen dan de toegestane contingenten bij zich tewerkstelt en aangeeft | dagen dan de toegestane contingenten bij zich tewerkstelt en aangeeft |
onder de voordelige forfaits. | onder de voordelige forfaits. |
Deze werkgever verliest voor die bijkomende dagen het recht op de | Deze werkgever verliest voor die bijkomende dagen het recht op de |
voordelige forfaits en zal bijdragen dienen te betalen op basis van | voordelige forfaits en zal bijdragen dienen te betalen op basis van |
een hoger forfait. | een hoger forfait. |
Art. 5. | Art. 5. |
Dit artikel voorziet op welke basis de berekening van de sociale | Dit artikel voorziet op welke basis de berekening van de sociale |
rechten van de gelegenheidswerknemers zal gebeuren. | rechten van de gelegenheidswerknemers zal gebeuren. |
Art. 6. | Art. 6. |
In dit artikel wordt geregeld welke gegevens op welke wijze moeten | In dit artikel wordt geregeld welke gegevens op welke wijze moeten |
worden aangegeven in de Dimona-aangifte, naargelang de gekozen wijze | worden aangegeven in de Dimona-aangifte, naargelang de gekozen wijze |
van aangifte. | van aangifte. |
De gekozen wijze van aangifte kan per dag en per werknemer vrij worden | De gekozen wijze van aangifte kan per dag en per werknemer vrij worden |
gekozen. De vroegere piste waarbij een werkgever uit de horeca met | gekozen. De vroegere piste waarbij een werkgever uit de horeca met |
zijn eerste aangifte van een gelegenheidswerknemer een definitieve | zijn eerste aangifte van een gelegenheidswerknemer een definitieve |
keuze maakte voor de toekomst voor al zijn gelegenheidswerknemers, | keuze maakte voor de toekomst voor al zijn gelegenheidswerknemers, |
wordt dus verlaten. | wordt dus verlaten. |
Daarnaast wordt aan uitzendkantoren opgelegd dat zij bij aangifte van | Daarnaast wordt aan uitzendkantoren opgelegd dat zij bij aangifte van |
een gelegenheidswerknemer het ondernemingsnummer en het paritair | een gelegenheidswerknemer het ondernemingsnummer en het paritair |
comité van de gebruiker moet aangeven. Dit maakt het mogelijk een | comité van de gebruiker moet aangeven. Dit maakt het mogelijk een |
gepresteerde dag toe te rekenen aan de gebruiker uit de horeca, | gepresteerde dag toe te rekenen aan de gebruiker uit de horeca, |
waardoor deze dag in mindering komt van zijn contingent van 100 dagen. | waardoor deze dag in mindering komt van zijn contingent van 100 dagen. |
Art. 7. | Art. 7. |
Dit artikel heft artikel 8octies op. Dit artikel regelde dat een | Dit artikel heft artikel 8octies op. Dit artikel regelde dat een |
werkgever uit de horeca met zijn eerste aangifte van een | werkgever uit de horeca met zijn eerste aangifte van een |
gelegenheidswerknemer een definitieve keuze maakte voor de toekomst | gelegenheidswerknemer een definitieve keuze maakte voor de toekomst |
voor al zijn gelegenheidswerknemers. Deze piste wordt nu verlaten. De | voor al zijn gelegenheidswerknemers. Deze piste wordt nu verlaten. De |
gekozen wijze van aangifte kan per dag en per werknemer vrij worden | gekozen wijze van aangifte kan per dag en per werknemer vrij worden |
gekozen. | gekozen. |
Art. 8. | Art. 8. |
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. | Dit artikel regelt de inwerkingtreding. |
De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
De Staatssecretaris voor de bestrijding van sociale en fiscale fraude, | De Staatssecretaris voor de bestrijding van sociale en fiscale fraude, |
J. CROMBEZ | J. CROMBEZ |
12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van | 12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van |
gelegenheidswerknemers in de horecasector | gelegenheidswerknemers in de horecasector |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van | Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van |
28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der | 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der |
arbeiders, artikel 2; | arbeiders, artikel 2; |
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale | Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensioenstelsels, artikel 38; | pensioenstelsels, artikel 38; |
Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van |
een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van | een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van |
artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
wettelijke pensioenstelsels, artikel 12ter, ingevoegd bij de wet van | wettelijke pensioenstelsels, artikel 12ter, ingevoegd bij de wet van |
24 december 2002; | 24 december 2002; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering | Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering |
van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 | van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 |
december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; |
Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van | Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van |
een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van | een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van |
artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
wettelijke pensioenstelsels; | wettelijke pensioenstelsels; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 |
maart 2013; | maart 2013; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 28 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 28 |
maart 2013; | maart 2013; |
Gelet op het advies nr. 1861 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op | Gelet op het advies nr. 1861 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op |
16 juli 2013; | 16 juli 2013; |
Gelet op het advies 53.294/1 van de Raad van State, gegeven op 3 juni | Gelet op het advies 53.294/1 van de Raad van State, gegeven op 3 juni |
2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten | 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Sociale | Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Sociale |
Zaken, de Minister van Werk en de Staatssecretaris voor de bestrijding | Zaken, de Minister van Werk en de Staatssecretaris voor de bestrijding |
van sociale en fiscale fraude en op het advies van de in Raad | van sociale en fiscale fraude en op het advies van de in Raad |
vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 november | HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 november |
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders | zekerheid der arbeiders |
Artikel 1.In artikel 8bis, § 3, van het koninklijk besluit van 28 |
Artikel 1.In artikel 8bis, § 3, van het koninklijk besluit van 28 |
november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, worden de woorden "artikel | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, worden de woorden "artikel |
8quater" vervangen door de woorden "artikel 31ter". | 8quater" vervangen door de woorden "artikel 31ter". |
Art. 2.In artikel 17bis, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij |
Art. 2.In artikel 17bis, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij |
het koninklijk besluit van 12 september 2011, wordt het tweede lid | het koninklijk besluit van 12 september 2011, wordt het tweede lid |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 3.In artikel 31bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
Art. 3.In artikel 31bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
koninklijk besluit van 30 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk | koninklijk besluit van 30 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 30 november 2011, worden de volgende wijzigingen | besluit van 30 november 2011, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
a) paragraaf 2 wordt opgeheven; | a) paragraaf 2 wordt opgeheven; |
b) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "in §§ 1 en 2" | b) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "in §§ 1 en 2" |
vervangen door de woorden "in paragraaf 1"; | vervangen door de woorden "in paragraaf 1"; |
c) in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "vervat in §§ 1, 2 en | c) in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "vervat in §§ 1, 2 en |
3" vervangen door de woorden "vervat in de paragrafen 1 en 3"; | 3" vervangen door de woorden "vervat in de paragrafen 1 en 3"; |
d) in paragraaf 4 worden de woorden "het Paritair Comité voor het | d) in paragraaf 4 worden de woorden "het Paritair Comité voor het |
hotelbedrijf of" opgeheven. | hotelbedrijf of" opgeheven. |
Art. 4.Artikel 31ter van hetzelfde besluit, opgeheven bij het |
Art. 4.Artikel 31ter van hetzelfde besluit, opgeheven bij het |
koninklijk besluit van 17 november 2005 wordt hersteld als volgt : | koninklijk besluit van 17 november 2005 wordt hersteld als volgt : |
« Art. 31ter.Een werknemer die wordt tewerkgesteld bij een werkgever |
« Art. 31ter.Een werknemer die wordt tewerkgesteld bij een werkgever |
die ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf of | die ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf of |
onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker | onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker |
ressorteert onder het paritair comité voor het Hotelbedrijf wordt, | ressorteert onder het paritair comité voor het Hotelbedrijf wordt, |
voor de toepassing van dit artikel, beschouwd als een | voor de toepassing van dit artikel, beschouwd als een |
gelegenheidswerknemer indien de werkgever en de werknemer een | gelegenheidswerknemer indien de werkgever en de werknemer een |
arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven | arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven |
werk sluiten van maximaal 2 opeenvolgende dagen. | werk sluiten van maximaal 2 opeenvolgende dagen. |
Voor de werknemer die in bovenvermeld statuut zijn eerste 50 dagen per | Voor de werknemer die in bovenvermeld statuut zijn eerste 50 dagen per |
jaar presteert en voor de werkgever of, indien de werkgever | jaar presteert en voor de werkgever of, indien de werkgever |
ressorteert onder het paritair comité voor de uitzendarbeid, de | ressorteert onder het paritair comité voor de uitzendarbeid, de |
gebruiker die dat jaar zijn eerste 100 dagen gebruik maakt van | gebruiker die dat jaar zijn eerste 100 dagen gebruik maakt van |
gelegenheidswerknemers in deze sector, worden de bijdragen | gelegenheidswerknemers in deze sector, worden de bijdragen |
verschuldigd voor deze gelegenheidswerknemers ten aanzien van wie de | verschuldigd voor deze gelegenheidswerknemers ten aanzien van wie de |
werkgever gebruik maakt van artikel 5bis, § 3, 1° of 2°, van het | werkgever gebruik maakt van artikel 5bis, § 3, 1° of 2°, van het |
koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een | koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel |
38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale | 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensioenstelsels, hierna gelegenheidswerknemers genoemd, berekend op | pensioenstelsels, hierna gelegenheidswerknemers genoemd, berekend op |
een forfait van respectievelijk 7,5 euro per begonnen uur zonder meer | een forfait van respectievelijk 7,5 euro per begonnen uur zonder meer |
te kunnen bedragen dan 45 euro of 45 euro per dagblok. | te kunnen bedragen dan 45 euro of 45 euro per dagblok. |
De bedragen in het vorige lid worden geïndexeerd overeenkomstig de | De bedragen in het vorige lid worden geïndexeerd overeenkomstig de |
bepalingen van artikel 32, § 4, en aangepast overeenkomstig de | bepalingen van artikel 32, § 4, en aangepast overeenkomstig de |
bepalingen van artikel 32bis, § 1. | bepalingen van artikel 32bis, § 1. |
De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het | De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het |
hotelbedrijf dient, uitgezonderd indien hij een aangifte doet bedoeld | hotelbedrijf dient, uitgezonderd indien hij een aangifte doet bedoeld |
in artikel 5bis, § 3, 1° van het voornoemde koninklijk besluit van 5 | in artikel 5bis, § 3, 1° van het voornoemde koninklijk besluit van 5 |
november 2002, een register voor werktijdregeling, bedoeld in artikel | november 2002, een register voor werktijdregeling, bedoeld in artikel |
4, § 3 van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 | 4, § 3 van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 |
betreffende het bijhouden van sociale documenten, bij te houden waarin | betreffende het bijhouden van sociale documenten, bij te houden waarin |
de gelegenheidswerknemers worden vermeld. | de gelegenheidswerknemers worden vermeld. |
Onverminderd de bepalingen van het tweede lid van dit artikel, wanneer | Onverminderd de bepalingen van het tweede lid van dit artikel, wanneer |
de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling gedaan is voor een | de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling gedaan is voor een |
dagblok, overeenkomstig artikel 5bis, § 3, 2° van het voornoemde | dagblok, overeenkomstig artikel 5bis, § 3, 2° van het voornoemde |
koninklijk besluit van 5 november 2002, terwijl het register voor | koninklijk besluit van 5 november 2002, terwijl het register voor |
werktijdregeling, bedoeld in artikel 4, § 3, van voornoemd koninklijk | werktijdregeling, bedoeld in artikel 4, § 3, van voornoemd koninklijk |
besluit nr. 5 van 23 oktober 1978, aangeeft, dat de werknemer meer | besluit nr. 5 van 23 oktober 1978, aangeeft, dat de werknemer meer |
uren heeft gepresteerd alsook wanneer de effectieve prestaties het | uren heeft gepresteerd alsook wanneer de effectieve prestaties het |
aantal aangegeven uren overschrijden, worden de bijdragen verschuldigd | aantal aangegeven uren overschrijden, worden de bijdragen verschuldigd |
voor de gelegenheidswerknemers berekend op het forfaitair dagblok van | voor de gelegenheidswerknemers berekend op het forfaitair dagblok van |
45 euro, geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 32, § 4, | 45 euro, geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 32, § 4, |
en aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 32bis, § 1. | en aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 32bis, § 1. |
De voor de gelegenheidswerknemers verschuldigde bijdragen worden | De voor de gelegenheidswerknemers verschuldigde bijdragen worden |
berekend op de werkelijke lonen, zonder dat deze lager kunnen zijn dan | berekend op de werkelijke lonen, zonder dat deze lager kunnen zijn dan |
de forfaitaire daglonen bedoeld in artikel 25 voor de functie die de | de forfaitaire daglonen bedoeld in artikel 25 voor de functie die de |
werknemer bekleedt, wanneer het bovengenoemde artikel op hem van | werknemer bekleedt, wanneer het bovengenoemde artikel op hem van |
toepassing zou zijn geweest : | toepassing zou zijn geweest : |
1° wanneer de werkgever die er niet van vrijgesteld is, bij toepassing | 1° wanneer de werkgever die er niet van vrijgesteld is, bij toepassing |
van het vierde lid, niet in het bezit is van het register voor | van het vierde lid, niet in het bezit is van het register voor |
werktijdregeling bedoeld in artikel 4, § 3, van het voornoemde | werktijdregeling bedoeld in artikel 4, § 3, van het voornoemde |
koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 of het niet dagelijks | koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 of het niet dagelijks |
bijhoudt; | bijhoudt; |
2° wanneer de werkgever nalaat dagelijks de onmiddellijke aangifte van | 2° wanneer de werkgever nalaat dagelijks de onmiddellijke aangifte van |
tewerkstelling te doen overeenkomstig artikel 5bis, § 3, van het | tewerkstelling te doen overeenkomstig artikel 5bis, § 3, van het |
koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een | koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een |
onmiddellijke aangifte van tewerkstelling. » | onmiddellijke aangifte van tewerkstelling. » |
De voor de gelegenheidswerknemer verschuldigde bijdragen worden | De voor de gelegenheidswerknemer verschuldigde bijdragen worden |
berekend op het loon waarop de gelegenheidswerknemer recht zou hebben | berekend op het loon waarop de gelegenheidswerknemer recht zou hebben |
gehad indien hij was aangegeven conform artikel 25, onder de functie | gehad indien hij was aangegeven conform artikel 25, onder de functie |
"Oberkelner(in) restaurant", met referentienummer 211B, zoals voorzien | "Oberkelner(in) restaurant", met referentienummer 211B, zoals voorzien |
in artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 april 2007 houdende | in artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 april 2007 houdende |
uitvoering van artikel 25, § 1, eerste en tweede lid van het | uitvoering van artikel 25, § 1, eerste en tweede lid van het |
koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van | koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van |
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, indien het | betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, indien het |
aan de werknemer toegekende contingent van 50 dagen, of het aan de | aan de werknemer toegekende contingent van 50 dagen, of het aan de |
werkgever toegekende contingent van 100 dagen wordt overschreden. | werkgever toegekende contingent van 100 dagen wordt overschreden. |
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 41bis ingevoegd dat |
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 41bis ingevoegd dat |
luidt als volgt : | luidt als volgt : |
« Art. 41bis.De sociale rechten van de gelegenheidswerknemers, |
« Art. 41bis.De sociale rechten van de gelegenheidswerknemers, |
bedoeld in artikel 31ter, lid 2, van werkgevers die behoren tot het | bedoeld in artikel 31ter, lid 2, van werkgevers die behoren tot het |
paritair comité voor het Hotelbedrijf of tot het paritair comité voor | paritair comité voor het Hotelbedrijf of tot het paritair comité voor |
de uitzendarbeid, indien de gebruiker ressorteert onder het paritair | de uitzendarbeid, indien de gebruiker ressorteert onder het paritair |
comité voor het Hotelbedrijf, die gelegenheidswerknemers, worden | comité voor het Hotelbedrijf, die gelegenheidswerknemers, worden |
berekend op het forfaitaire loon voor prestaties die niet bestendig | berekend op het forfaitaire loon voor prestaties die niet bestendig |
over zes dagen per week verdeeld zijn ongeacht het aantal dagen per | over zes dagen per week verdeeld zijn ongeacht het aantal dagen per |
week van het arbeidsstelsel waarop de gelegenheidswerknemer recht zou | week van het arbeidsstelsel waarop de gelegenheidswerknemer recht zou |
hebben gehad indien hij was aangegeven conform artikel 25, onder de | hebben gehad indien hij was aangegeven conform artikel 25, onder de |
functie "Kelner(in)", met referentienummer 206C, zoals voorzien in | functie "Kelner(in)", met referentienummer 206C, zoals voorzien in |
artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 april 2007 houdende | artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 april 2007 houdende |
uitvoering van artikel 25, § 1, eerste en tweede lid van het | uitvoering van artikel 25, § 1, eerste en tweede lid van het |
koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van | koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van |
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 | 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 |
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. | betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. |
Voor de berekening van de sociale rechten wordt dit forfaitaire loon | Voor de berekening van de sociale rechten wordt dit forfaitaire loon |
aan de hand van de gepresteerde uren geproratiseerd op basis van 7,6 | aan de hand van de gepresteerde uren geproratiseerd op basis van 7,6 |
uren per dag. » | uren per dag. » |
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november | HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 november |
2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, | 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, |
met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot | met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels |
Art. 6.In artikel 5bis van het koninklijk besluit van 5 november 2002 |
Art. 6.In artikel 5bis van het koninklijk besluit van 5 november 2002 |
tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met | tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met |
toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot | toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, ingevoegd bij het | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 14 oktober 2005 en vervangen bij het koninklijk | koninklijk besluit van 14 oktober 2005 en vervangen bij het koninklijk |
besluit van 30 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht | besluit van 30 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht |
: | : |
a) paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : | a) paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : |
« § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder | « § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
gelegenheidswerknemers, de werknemers bedoeld bij artikel 8bis en | gelegenheidswerknemers, de werknemers bedoeld bij artikel 8bis en |
artikel 31ter, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28 november | artikel 31ter, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28 november |
1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders. »; | zekerheid der arbeiders. »; |
b) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : | b) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : |
« § 3. De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het | « § 3. De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het |
hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien | hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien |
de gebruiker ressorteert onder het Paritair Comité voor het | de gebruiker ressorteert onder het Paritair Comité voor het |
hotelbedrijf, deelt, voor de gelegenheidswerknemers zoals bedoeld in | hotelbedrijf, deelt, voor de gelegenheidswerknemers zoals bedoeld in |
artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969, die hij | artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969, die hij |
tewerkstelt, per dag en tegelijkertijd met de gegevens opgesomd in | tewerkstelt, per dag en tegelijkertijd met de gegevens opgesomd in |
artikel 4, de volgende gegevens mee : | artikel 4, de volgende gegevens mee : |
1° ofwel het tijdstip van het begin van de prestatie en het tijdstip | 1° ofwel het tijdstip van het begin van de prestatie en het tijdstip |
van het einde van de prestatie; | van het einde van de prestatie; |
2° ofwel het tijdstip van het begin van de prestatie in het geval van | 2° ofwel het tijdstip van het begin van de prestatie in het geval van |
een dagblok. | een dagblok. |
Een dagblok stemt overeen met prestaties van 6 uur en meer. | Een dagblok stemt overeen met prestaties van 6 uur en meer. |
De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de | De werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de |
uitzendarbeid en die gelegenheidswerknemers tewerkstelt bij een | uitzendarbeid en die gelegenheidswerknemers tewerkstelt bij een |
gebruiker die ressorteert onder het paritair comité voor het | gebruiker die ressorteert onder het paritair comité voor het |
hotelbedrijf, moet het ondernemingsnummer en het Paritair Comité van | hotelbedrijf, moet het ondernemingsnummer en het Paritair Comité van |
de gebruiker vermelden. » | de gebruiker vermelden. » |
Art. 7.Artikel 9octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 7.Artikel 9octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 30 april 2007, wordt opgeheven. | koninklijk besluit van 30 april 2007, wordt opgeheven. |
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding en uitvoering | HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding en uitvoering |
Art. 8.Dit koninklijk besluit heeft uitwerking met ingang van 1 |
Art. 8.Dit koninklijk besluit heeft uitwerking met ingang van 1 |
oktober 2013. | oktober 2013. |
Art. 9.De Eerste Minister, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en |
Art. 9.De Eerste Minister, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en |
de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met | de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 12 november 2013. | Gegeven te Brussel, 12 november 2013. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
De Staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude, | De Staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude, |
J. CROMBEZ | J. CROMBEZ |