Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 12/06/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende
reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de
tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen (1) tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1999, gesloten Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1999, gesloten
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de
tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen, algemeen tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen, algemeen
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000; verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999,
gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot
wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15
oktober 1997 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en oktober 1997 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en
vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 26 september 2000; koninklijk besluit van 26 september 2000;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15 Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en 15
oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het
ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid ceramiekbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid
en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 25 mei 1999; bij koninklijk besluit van 25 mei 1999;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten
in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, houdende
reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de
tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen. tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2002. Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 25 september 2000, Belgisch Staatsblad van 9 Koninklijk besluit van 25 september 2000, Belgisch Staatsblad van 9
november 2000. november 2000.
Koninklijk besluit van 26 september 2000, Belgisch Staatsblad van 9 Koninklijk besluit van 26 september 2000, Belgisch Staatsblad van 9
november 2000. november 2000.
Koninklijk besluit van 25 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 18 Koninklijk besluit van 25 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 18
november 1999. november 1999.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001
Reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor Reglementering van de financiële tegemoetkomingen van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten gunste van de
tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroepen
(Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2001 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2001 onder het nummer
57827/CO/113) 57827/CO/113)
In het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en In het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 en
15 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het 15 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het
ceramiekbedrijf, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid ceramiekbedrijf, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid
en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 25 mei 1999, gewijzigd bij collectieve koninklijk besluit van 25 mei 1999, gewijzigd bij collectieve
arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, algemeen verbindend verklaard arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 26 september 2000, en van de inhoud van de bij koninklijk besluit van 26 september 2000, en van de inhoud van de
collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1999, gesloten in collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1999, gesloten in
bovengenoemd paritair comité, betreffende de tewerkstelling van bovengenoemd paritair comité, betreffende de tewerkstelling van
personen die behoren tot de risicogroepen, algemeen verbindend personen die behoren tot de risicogroepen, algemeen verbindend
verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000, werd verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000, werd
overeengekomen de bijdragen ten gunste van de risicogroepen als volgt overeengekomen de bijdragen ten gunste van de risicogroepen als volgt
aan te wenden. aan te wenden.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

a) de werkgevers die door hun activiteit in België ressorteren onder a) de werkgevers die door hun activiteit in België ressorteren onder
het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, evenals op de door hen het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, evenals op de door hen
in België tewerkgestelde werklieden en werksters; in België tewerkgestelde werklieden en werksters;
b) aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité en b) aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité en
de paritaire subcomités van het ceramiekbedrijf, te weten : de paritaire subcomités van het ceramiekbedrijf, te weten :
- Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; - Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;
- Paritair Subcomité voor het faience- en het porseleinbedrijf, de - Paritair Subcomité voor het faience- en het porseleinbedrijf, de
sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk; sanitaire artikelen en de schuurproducten en het ceramisch aardewerk;
- Paritair Subcomité voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en - Paritair Subcomité voor de ondernemingen voor ceramiekbekleding en
vloertegels; vloertegels;
- Paritair Subcomité voor vuurvaste producten. - Paritair Subcomité voor vuurvaste producten.
HOOFDSTUK II. - Doelstellingen HOOFDSTUK II. - Doelstellingen

Art. 2.De raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor

Art. 2.De raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor

het ceramiekbedrijf" zal jaarlijks een bedrag, maximaal gelijk aan het het ceramiekbedrijf" zal jaarlijks een bedrag, maximaal gelijk aan het
totaal van de zogenaamde patronale "risicogroepenbijdragen" van het totaal van de zogenaamde patronale "risicogroepenbijdragen" van het
voorgaand jaar, betaald aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het voorgaand jaar, betaald aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het
ceramiekbedrijf", na aftrek van de werkingskosten van genoemd fonds, ceramiekbedrijf", na aftrek van de werkingskosten van genoemd fonds,
aanwenden voor de aanwerving en de opleiding van risicowerknemers. aanwenden voor de aanwerving en de opleiding van risicowerknemers.

Art. 3.Dat bedrag zal voornamelijk gebruikt worden in het raam van de

Art. 3.Dat bedrag zal voornamelijk gebruikt worden in het raam van de

aanwerving en opleiding van werknemers die behoren tot de aanwerving en opleiding van werknemers die behoren tot de
risicogroepen. risicogroepen.

Art. 4.De financiële tegemoetkoming zal, per werknemer gebaseerd

Art. 4.De financiële tegemoetkoming zal, per werknemer gebaseerd

worden op de duur van de opleiding - minimaal één maand en maximaal worden op de duur van de opleiding - minimaal één maand en maximaal
zes maanden - en op de kosten van de opleiding, met een maximum dat zes maanden - en op de kosten van de opleiding, met een maximum dat
overeenstemt met 50 pct. van de kosten van de verstrekte opleiding. overeenstemt met 50 pct. van de kosten van de verstrekte opleiding.
Het percentage van de financiële tegemoetkoming zal vastgesteld worden Het percentage van de financiële tegemoetkoming zal vastgesteld worden
door de raad van bestuur. door de raad van bestuur.

Art. 5.Op het einde van de opleiding is de werkgever verplicht de

Art. 5.Op het einde van de opleiding is de werkgever verplicht de

aangeworven werknemer in dienst te houden voor een periode ten minste aangeworven werknemer in dienst te houden voor een periode ten minste
gelijk aan de duur van de opleiding. gelijk aan de duur van de opleiding.

Art. 6.Ingeval het totaalbedrag van de aanvragen voor

Art. 6.Ingeval het totaalbedrag van de aanvragen voor

tegemoetkomingen kleiner zou zijn dan het door de raad van bestuur tegemoetkomingen kleiner zou zijn dan het door de raad van bestuur
toegewezen bedrag, behoudt deze laatste zich het recht voor gelijk toegewezen bedrag, behoudt deze laatste zich het recht voor gelijk
welk ander project voor financiële tegemoetkoming te aanvaarden. welk ander project voor financiële tegemoetkoming te aanvaarden.
Die projecten dienen bij voorkeur betrekking te hebben op de Die projecten dienen bij voorkeur betrekking te hebben op de
aanwerving van werkzoekenden die behoren tot "bijzondere categorieën" aanwerving van werkzoekenden die behoren tot "bijzondere categorieën"
en/of de opleiding van werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst en/of de opleiding van werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst
voor onbepaalde tijd, teneinde hun kennis te bevorderen in verband met voor onbepaalde tijd, teneinde hun kennis te bevorderen in verband met
investeringen en/of verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden. investeringen en/of verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden.
De volgende dossiers worden met dit type projecten gelijkgesteld : De volgende dossiers worden met dit type projecten gelijkgesteld :
- aanwerving buiten het wettelijk verplicht kader van een jongere - aanwerving buiten het wettelijk verplicht kader van een jongere
zonder enige beroepservaring; zonder enige beroepservaring;
- aanwerving buiten het verplicht wettelijk kader van een werknemer - aanwerving buiten het verplicht wettelijk kader van een werknemer
jonger dan 30 jaar die geen hogere opleiding heeft genoten dan die jonger dan 30 jaar die geen hogere opleiding heeft genoten dan die
welke door het secundair onderwijs verstrekt wordt; welke door het secundair onderwijs verstrekt wordt;
- aanwerving van een werkzoekende van 40 jaar of ouder; - aanwerving van een werkzoekende van 40 jaar of ouder;
- reclassering van een werknemer, al dan niet in de onderneming, - reclassering van een werknemer, al dan niet in de onderneming,
ingevolge een vermindering van zijn lichamelijke arbeidsgeschiktheid ingevolge een vermindering van zijn lichamelijke arbeidsgeschiktheid
ten gevolge van een verslechtering van zijn gezondheidstoestand. ten gevolge van een verslechtering van zijn gezondheidstoestand.
HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december
2002. 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni
2002. 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^